44. Het vervolg van onze weg
'Ja, maar het is niet heel voordelig voor jouw...' zei ik terwijl ik voorzichtig aan een van mijn ringen draaide. Nick zuchtte teleurstellend.
'Het zal ook weer eens niet zo zijn,' zei hij en haalde zijn haar uit zijn gezicht. 'Kom maar op met je plan.'
'Oké,' zei ik en gebaarde dat we ons goed achter de muur moesten verstoppen. 'Nick gebruik je magie en wordt onzichtbaar. We zetten de tijd niet stil, omdat de mensen ze toch niet kunnen zien.' Nick knikte en pakte zijn zwaarden van zijn rug. Het maanzilver gaf een groene gloed af als bevestiging van de aanwezigheid van de schimmen.
'En wat doe jij?' vroeg hij en keek op van zijn zwaarden.
'Daar kom ik nu,' zei ik licht geïrriteerd door zijn ongeduld. 'Ik ga je minior in veiligheid brengen.'
'O, en jij kan dat beter dan ik?'
'Ik heb demonen, sukkel en heb meer ervaring.' Koppig gaf hij toe en ik vroeg me af of hij nu al iets voor dit meisje voelde. Hem kennende waarschijnlijk niet en wilde hij alleen zijn nieuw ontdekte skills aan mensen laten zien. 'Laten we gaan.' Nick knikte en schoot de hoek om. 'Nick, je onzichtbaarheid!' riep ik hem na.
'O, ja! Bedankt!' riep hij terug en ik kon me wel voor mijn kop slaan, de sukkel.
'Dus...' zei Rea mij een beetje ongemakkelijk aankijkend.
'Wij gaan de andere kant op,' zei ik haar haar zin niet af laten maken.
'Nickolas is dus een lokaas?'
'Zo kan je het zien,' zei ik. 'Ik zie het meer als een afleidingsmanoeuvre.' Nog een keer keek ik de hoek om en zag dat Nick de aandacht van de schimmen al had getrokken. Ik begon met lopen.
'Waar gaan we heen?' vroeg Rea gespannen.
'Naar een veiligere plek,' antwoordde ik en bleef in een aardig tempo doorlopen. Ze had moeite mij bij te houden, maar ik kon niet vertragen anders zou ik misbruik van Nick maken.
'Ik kan ook zelf een veilige plek vinden,' zei Rea bedenkelijk. 'Dan kan jij je vriend helpen.' Ik begon te lachen.
'Als je eenmaal lid van onze gemeenschap bent laat ik je alles zelf doen, maar nu heb ik verantwoordelijkheid, dus doen we dat even niet.'
'En je vriend dan?'
'Hij is mijn vriend niet,' zei ik hard en merkte dat ze stil stond.
'Dus je laat hem gewoon achter?' Geërgerd stopte ik en draaide me naar haar om.
'Heb je geen vertrouwen in hem?' vroeg ik haar verwijtend.
'Nou...'
'Begin daar maar eerst mee voordat je je onnodig zorgen gaat maken. Hij leeft al meer dan honderd jaar, hij redt het wel!' Rea's ogen werden groot en ze stond bevroren op haar plek. Ik draaide met mijn ogen, zuchtte en liep daarna met grote passen naar haar toe. Ik pakte haar hand stevig vast en trok haar mee. Ze stribbelde pas tegen toen ik haar al een paar meter van haar plek verschoven had en probeerde haar hand los te wurmen.
'Laat me los!' schreeuwde ze. 'Help, ik wordt ontvoerd!' Woedend trok ik haar naar me toe en legde een hand op haar mond.
'Waag het niet,' siste ik. 'Behalve als je dood wilt gaan.' Ik voelde dat Rea slikte en ik verslapte mijn greep. Met enige voorzichtigheid haalde ik mijn hand van haar mond en haalde opgelucht adem toen ze het niet in haar hoofd haalde weer te schreeuwen. Maar de schade was al gedaan en ik zag in de verte een schim aan komen lopen. 'Vervloekt,' zei ik en trok aan Rea's arm. 'We moeten weg, nu!' Onderdanig werkte ze mee, maar aan de andere kant kwam er nu ook zo'n schim aangelopen.
'Wat nu?' vroeg Rea met piepende stem. Bijna radeloos keek ik om mij heen en zag een boom, een redding. Hardhandig trok ik haar mee. 'Auw,' zei ze, maar niet al te hard. 'Voorzichtig.' Zonder aandacht aan haar woorden te besteden sleurde ik haar achter de boom en drukte haar met haar rug er tegen aan zodat ze voor de schimmen niet te zien was.
'Verroer je niet,' fluisterde ik terwijl ik mijn handen bij elkaar boven haar hoofd neerzette. Ik begon aan mijn ringen te draaiden en voelde een blik op mij gericht. Verbaast keek ik naar beneden. 'Tis er?' vroeg ik aan Rea en ze keek beschaamd met rode wangen naar de grond.
'Je staat echt super dichtbij,' murmelde ze, waarschijnlijk niet voor mijn oren bedoelt en ik ging verder waar ik mee bezig was. Links en rechts van mij verschenen nu twee schaduwen. Voordat een van mijn demonen er uit kon komen beval ik ze dat ze zich als vleugels moesten vormen. Ze lachte beide, zich verheugend op de vele pijn die ik erna zou krijgen.
Een cocon van zwarte veren ontstond om Rea en mij heen. Ik haalde opgelucht adem toen de ultieme bescherming voltooid was.
'Vooral hier blijven,' zei ik tegen het meisje voor mij waarvan nog steeds een groot deel van haar bloed zich in haar hoofd bevond. 'Je kan als je wil door de veren heen kijken, mijn demonen houden je onzichtbaar.' Verlegen knikte Rea en ik deed een stapje naar achter. 'Zie je in een paar minuutjes,' zei ik knipogend en stak mijn tong uit. Mijn demonen, Eeh en Mad, droeg ik op haar te beschermen waardoor hun tevredenheid steeds verder omhoog ging. Hierdoor wist ik dat ik me mentaal op een stevige pijn moest voorbereiden. De demonen vleugels lieten mijn rug los en kwamen nu als een beschermende cocon om Rea te zitten. Ze was nu veilig en ik haalde mijn wapens te voorschijn: twee ver geavanceerde pistolen die de mensen van deze tijd nog nooit eerder hadden gezien, want dat had namelijk ook niet totdat ik ze uit had gekozen. Snel checkte ik mijn kogels, ze uitschakelen zou een eitje worden... Links en rechts kwamen ze al aangelopen en ik loste vele schoten. Na enige tijd was mijn eerste pistool leeg en ik ging over op de ander die snel ook al zijn eind bereikte. Ik lachte, al zat ik in een benarde situatie. Ik stopte een van de twee pistolen weg en zocht met mijn nu vrije hand naar nieuwe kogels. Gelukkig was ik erin getraind en was mijn andere pistool snel gevuld. Ik begon weer met schieten.
'Hey! Nick!' riep ik toen ik de ravenzwarte haren van mijn minior zag. 'Hier zijn ze!' Nick kwam lachend naar mij toe gelopen, de zweetdruppels stonden hem op zijn hoofd.
'Ze renden opeens allemaal van me weg!' riep hij buiten adem. 'Maar jij hebt ze dus!'
'Klopt.'
'Waar is Rea?' Ik wees met mijn hoofd naar de boom.
'Veilig en wel,' zei ik. 'Kan je me nu met deze monsters helpen?'
***
'Ah, ik herinner me dat gevecht nog,' zei ik bijna dromerig.
'Zo moeilijk is dat nou ook weer niet,' zei Killian.
'We hadden ze wel mooi verslagen toen.'
'Jup en Rea veilig naar De Dood gebracht.'
'Maar even, hoe erg hadden Eeh en Mad je toegetakeld?' vroeg ik. 'Ik had destijds helemaal niet gemerkt dat je in pijn verkeerde...'
'Je wilt niet weten...' zei Killian en zuchtte. 'Ze waren echt gemeen toen, gemener dan nu.'
'Nog gemener?' Killian lachte.
'Het zijn demonen, dat die van jouw nou zo zachtaardig is.' Nu was het mijn beurt om te lachen.
'Zachtaardig? Dat zou ik niet zo snel zeggen.'
'Oké, maar jij heb nooit de hel van twee tegelijk meegemaakt.'
'True,' zei ik en zag plots in de verte een auto verschijnen. 'Ey, is dat-?' Killian knikte.
'Ik heb zo'n vermoeden.'
------------------------
Fijne 2de kerstdag iedereen xD
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top