43. Hoe ze zich aansloot
Plagerig sloeg hij mij op mijn hoofd en kwam overeind. 'Zin om je magische krachten uit te proberen?' Een glimlach verscheen op mijn lippen en ik kwam nu ook overeind.
'Reken maar.'
Met de kaart opgevouwen, weer terug in de map en in Killians handen gestopt begonnen we onze weg naar het dorp. De kerk viel meteen op, het was het grootste gebouw in het dorp en het leek alsof God hijzelf, eerder zij. Had ik ooit verteld dat God eigenlijk een vrouw was? Terug naar de kerk, het leek dus alsof God speciaal jakobsladders op de kerk liet vallen, waardoor het er werkelijk hemels uit zag en dat bezorgde mij de kriebels. Ik slikte de brok in mijn keel weg en haalde even goed adem. Ik kon dit.
'Mentaal voorbereid?' Ik knikte en Killian klopte me op mijn schouder. 'Succes,' zei hij.
'Ja, dat heb ik wel nodig...' Ik sloot mijn ogen en taste naar het binnenste van mezelf. Een raar tintelend gevoel kroop over mijn huid. Ik keek om en zag Killian lachen.
'Ik wacht hier,' zei hij. 'Ga jij maar gewoon naar binnen, je onzichtbaarheid is in werking.' Ik knikte en legde mijn handen tegen de kerkdeuren, de dienst was begonnen.
Licht trillend stapte ik maar binnen. Mijn voeten echode door het grote gebouw heen, maar niemand leek het te horen. In de preekstoel was de dominee zijn verhaal aan het houden wat mij de rillingen gaf. Ik weet nog dat ik vroeger van kerken hield, maar nu, nu voelde ik me er alles behalve veilig.
Ook al wist ik dat niemand me kon zien sloop ik over de grafstenen heen en keek rond. Drie, zoveel waarschijnlijk vijftienjarige die iemand hadden vermoord zaten hier. Ik vroeg me af hoe God daar over zou denken. Waarschijnlijk niet al te positief. Ik richtte me tot de kerkbezoekers en kon de drie er meteen uit pakken. De eerste die opviel was een jongen, hij kneep zijn handen fijn terwijl hij wanhopig naar de spreker keek, wanhopig naar een kans op vergiffenis voor wat hij had gedaan. Zijn wangen waren ingevallen, hij was mager, zijn ogen waren dof en alles aan hem was verwaarloost. Ik keek verder en spotte nummer twee. Weer een jongen, hij leek erg op de ander, maar had een iets beter verzorgde uitstraling. Alleen was hij bang, een aura van angst hing om hem heen als of hij bang was elk moment gestraft te worden. Ik keek verder, waar was nummer drie? Er moesten er drie zijn... Ja daar, twee groenbruine ogen die mij aanstaarde. Ik verstijfde. Iedereen, behalve zij was gebiologeerd naar de dominee aan het luisteren, maar zij... Die ogen, ze keken dwars door mijn magie heen!
Ik slikte en zwaaide ongemakkelijk. Zij knipperde twee keer met haar ogen en keek daarna weer naar de dominee. Ik had mijn keuze gemaakt.
De rest van de dienst was ik half slapend in een stoel gaan zitten. Nadat het slotlied was gezongen en iedereen de zegen mee had gekregen stond ik op. Lang hoefde ik niet voor haar te zoeken. Ze kwam naar mij toe.
'Ik doe alsof ik de ramen bewonder,' zei ze en keek omhoog.
'O, oké,' zei ik een beetje verward, wat moest ik nu?
'Wie ben jij?' vroeg ze. 'Waarom kan ik je als enige zien? Waarom praat je terug? Dat hebben jullie nog nooit gedaan...'
'Euhm,' begon ik een beetje overdonderd. 'Ik ben Nickolas, ik ben een leerling van De Dood.'
'Van De Dood? Wordt ik opgehaald om te sterven?'
'Nee, je wordt opgehaald om er ook een te worden.' Het meisje rukte haar blik los van de ramen en draaide zich om naar mij.
'Wat?' vroeg ze een beetje te hard en sloeg haar hand voor haar mond. 'Is het omdat...' zei ze daarna op zachte toon. Ik knikte langzaam. 'Een ziel voor een ziel huh? Ik denk dat ik het snap... Ik ben Rea, als je dat nog wilt weten.' Ik knikte, lachte en stak mijn hand uit.
'Welkom bij de groep Rea,' zei ik en schudde vrolijk haar hand, niet wetend wat er buiten de kerkmuren gebeurde...
***
'Logisch dat je dat niet wist,' zei Killian. Ik zuchtte lachend.
'Ja, want dat weet jij natuurlijk.'
'Goed geraden,' zei hij.
'Je houdt je toch wel aan de deal?' vroeg ik hem even wantrouwen.
'Ja, wie wil nou niet praten over de persoon die hij leuk vindt?' zei hij lachend en zag gelukkig geen verdrietige blik in zijn ogen. Dat gaf me hoop. Rea was dus niet honderd procent het probleem. Het probleem was, nee, zijn de jongens om haar heen die hem jaloers en daardoor zwaarmoedig maken.
'Maar je gaat het verhaal vertellen?' Killian knikte.
'Maar natuurlijk leerling,' zei hij en ik rolde lachend met mijn ogen.
***
Verveeld leunde ik tegen de muur van het heilige gebouw aan. Nick deed er lang over en ik gokte dat hij de dienst aan het uitzitten was om zo zijn keus te kunnen bereiken. Ik zuchtte en keek het dorp door, leeg, iedereen zat binnen in de kerk. Waarom liet onze meester ons hier nou op een zondag zijn? Er was zo niks te beleven. De gedachte, een seconde geleden nog in mijn hoofd, verdween door een verdachte schim. Een heel verdachte schim. Meerdere verdachte schimmen! Een glimlach verscheen en ik begon de achtervolging. Ik volgde en volgde en volgde totdat...
'Wat?' zei ik hardop en keek verward om me heen. Waar waren ze? Een paar seconden geleden liepen ze voor me... Mijn volgende realisatie gaf me een steek in mijn borstkast. Ik moest Nick nu vinden, het maakte niet uit wat me het zou kosten.
Misbruik makend van mijn demonen krachten rende ik met zwarte magie door mijn aderen binnen twee seconden naar de kerk toe. Het moment dat ik tot halt kwam en twee klauwen op mijn handen voelde, kwam Nick de kerk uit gelopen samen met... een meisje. Ik sloeg mijn armen over elkaar en keek hem met een opgetrokken wenkbrauw aan.
'Waarom duurde dat zo lang?' vroeg ik geforceerd geïrriteerd.
'Wie is hij?' vroeg het meisje dat achter hem liep en ik keek haar misprijzend aan.
'Wie in hels naam is zij?' Ze was in eerste opslag lelijk. Ze had vies zwart haar en de meest lelijke kleur ogen die zo dof waren dat ik het gevoel kreeg dat ze een ziekte had.
'Killian, dit is Rea,' zei Nick naar het meisje wijzend. 'Rea, dit is Killian.' Nu werd er naar mij gewezen.
'Dít is je minior?' vroeg ik hem alsof hij gek was, Nick de idioot knikte en ik rolde met mijn ogen. Had ik dat weer. Kies ik een idioot als minior kiest hij een andere idioot als zijn minior. Waarom ook niet?
'Ja, problemen?' vroeg Nick.
'Ja, eigenlijk wel,' zei ik terwijl ik meteen aan de schimmen dacht. 'Ik heb namelijk iets verdacht gezien in de tijd dat jullie in de kerk zaten.' Nicks mond opende zich van verbazing.
'O,' zei hij en ik knikte.
'Inderdaad o,' zei ik en zag dat -wat was haar naam ook alweer?- mij vragend aankeek.
'Wat voor verdachts?' vroeg ze en ik zuchtte.
'Ze zijn je vast nooit opgevallen, maar jullie dorp heeft last van schimmen.'
'Dat wist ik al,' zei ze droog en ik keek haar verbaast aan.
'Je wat?'
'Die schimmen. Ik zie ze hier bijna elke dag.'
'Hoe is dat mogelijk...' mompelde ik.
'Ze keek ook door mijn magie heen,' zei Nick plots. Ik keek hem ongelovig aan en liet daarna mij blik over het meisje gaan.
'Rea was het?' Ze knikte. 'Jouw dorp leidt onder een schimmenplaag. Zijn er bepaalde ziektes waar veel mensen aan dood gaan?' Haar doffe ogen werden twee keer zo groot. Ze fronste haar wenkbrauwen en keek verdrietig naar haar voeten. 'Ja dus, kan je me vertellen welke?' Ze knikte en haalde even diep adem.
'De tyfus,' zei ze en ik knikte.
'Bedankt. Nick, we hebben een missie.' Nick knikte en we begonnen te lopen. Na een paar passen merkte ik dat Rea was blijven staan. 'Ey!' Ze keek op. 'Kom je nog?' Verward keek ze me aan, maar kwam toch naar ons toe gerend.
'Ik dacht...' begon ze.
'Je wordt een leerling van De Dood, leren kan je het beste door te observeren,' zei ik. 'En jouw gave zou best wel van pas kunnen komen.' Ze knikte en ik voelde dat ze nu al een soort respect voor mij had. Ik was ook wel de oudste met mijn uiterlijk van een negentien jarige.
'Maar over wat voor een schim hebben we het hier?' vroeg Nick terwijl we voort maakten.
'Doorgeslagen minions van de demonen.'
'Aha.' We schoten bijna de hoek om toen ik mijn beide ringen voelde gloeien. Ik stopte abrupt en hield met mijn arm Rea en Nick tegen. Nick wilde zijn mond open doen, maar ik hield hem meteen tegen.
'Stt, daar zijn ze,' zei ik op gedempte toon en gedrieën keken we de hoek om. 'Dat zijn dezelfde die je hebt gezien toch?' vroeg ik aan Rea en ze knikte.
'Heb je een plan?' vroeg Nick en ik knikte bedenkelijk.
'Ja, maar het is niet heel voordelig voor jouw...' zei ik terwijl ik voorzichtig aan een van mijn ringen draaide. Nick zuchtte teleurstellend.
'Het zal ook weer eens niet zo zijn,' zei hij en haalde zijn gezicht uit zijn haar. 'Kom maar op met je plan.'
---------------------------------
"(...) en haalde zijn gezicht uit zijn haar." xD sorry voor dat, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen het weg te halen 😂😂😂
En het is echt leuk om een keer in Killians perspectief te kunnen schrijven >.<
Doedels!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top