7. Het bloed van de muren

Ik had niet anders verwacht dan dat Rea's charmes Avi over hadden gehaald mee op missie te gaan. Misschien was het hoe ze het verwoordde of hoe ze, zelfs met grappen over mijn onhandigheden te maken, Avi het idee gaf dat er niks mis kon gaan door te vertellen over hoe we op dit soort missies met onze demonen samenwerkten. Wat opvallend was aan de opdracht die we hadden, was dat het in de oude brandweerkazerne gelokaliseerd was. 

De brandweerkazerne waar de kauw in de buurt naar een feest was geweest. Het kon geen toeval zijn en ik hoopte stiekem dat De Dood zou zien dat ik zowel deze opdracht als het kauw bezoek goed afgehandeld had. Al, deze opdracht moest nog beginnen en momenteel was ik al tien minuten te laat. Zo snel als ik kon klom ik alle trappen op om uiteindelijk hijgend voor Rea en Avi kwam te staan in de voortuin van het bovenhuis. Waar ik normaal enigsinds conditite had, was die in stress gevallen vaak ver bij mij te vinden.

'Ik had niet moeten verwachten dat je op tijd zou zijn,' zei Rea toen ik op adem probeerde te komen. Ik hield mijn hand op om mezelf even een moment te geven en haalde een grote teug lucht voor ik probeerde te praten.

'Ik ben-' zei ik, haalde adem, 'maar-' haalde nog een keer adem, 'tien minuten te laat.'

'Ik heb een keer een half uur op je gewacht dus op zich, wat zeur ik ook,' zei Rea en een glimlach kwam op haar gezicht. 'Kom, er is een missie te doen.' Van achter haar rug haalde ze een map tevoorschijn en ze wapperde die voor mijn gezicht. Avi hield zich duidelijk in om niet in lachen uit te barsten, maar grinnikte duidelijk achter haar hand.

'Zijn er eigenlijk meer opdrachten rond de brandweerkazerne?' vroeg ik.

'Niet dat ik gehoord heb,' antwoordde Rea. 'Er is momenteel een grote scheur in een dorpje verderop, daar gaat de meeste aandacht heen.'

'Als ik het niet vergeet breng ik onze meester wel op de hoogte dat dat misschien gedaan moet worden.'

'Sowieso vergeet je het,' zei Rea met een lach. 'Ik kan je wel helpen herinneren.'

'Dank je.'

'Maar je wil je aanzien bij onze meester wat verhogen?'

'Wat laat je dat denken?'

'Normaal zou je mensen die met problemen aanbellen naar iemand anders afschuiven.' Ik gaf haar een niet gemeende glimlach.

'Mag ik niet eens een goede leerling zijn,' zei ik, maar zuchtte. Ze had gelijk. 'Ik moet toch iets doen om mezelf iets meer kans te geven bij m'n eeuw overgang. Zometeen word ik niet doorgelaten omdat ik niet assertief genoeg ben.'

'Dan doe je het goed. Hoewel hij het nooit laat blijken, ontgaan dat soort dingen onze meester nooit,' zei Rea met een warme glimlach. 'Kom, we hebben een opdracht te doen.' Mijn blik ging nu naar Avi.

'Alles bij je?' vroeg ik haar, ze knikte en ik was blij dat ik samen met Rea en haar de missie gisteravond al doorgenomen had.

'Masker, flesjes, wapens,' zei ze met een oprechte glimlach op haar gezicht.

'En er verder mentaal klaar voor?'

'Nee.'

'Gelukkig, ik ook niet,' zei ik met een grijns en ze schudde met een glimlach haar hoofd. Het was goed die glimlach te zien, haar te horen lachen. Gisteravond merkte ik al dat ze zich op haar gemak begon te voelen, dat ze -zoals ik al voorspeld had- het goed met Rea kon vinden. Nu was het hopen dat de missie zo soepel ging dat ze met enkel goede herinneringen ervan terug kwam en we daarna meer opdrachten aan konden nemen. Niet alleen ik zou daar blij van worden, maar De Dood zeker ook.

De kazerne was niet ver, maar door de regen en de kou leek dat wel het geval. In de verte hoorde ik een vogel kraaien. Die had het vast ook koud. Ik stopte mijn handen nog wat dieper in mijn zakken en ik was wat jaloers op Rea en Avi die er beide wel aan gedacht hadden handschoenen mee te nemen.

'Welke monsters denk je dat er zijn?' vroeg Rea mij toen we voor de ingang van de kazerne stonden.

'Geen idee,' zei ik en keek opzij toen ik nog eens gekraai hoorde, zoekend naar de bron. 'Zolang het niet die nare blubber beesten zijn ben ik al blij.'

'Geen zin vast te zitten in de drek?' vroeg ze en ze liet ons naar binnen door de deur met een sleutel te openen. Elke leerling had die sleutel, maar wat die kon doen lag aan hoe lang je een leerling was. Die van ons alle drie kon niet meer dan de deur naar de kerkers openen, elke deur die in de sterfelijke wereld dicht was van het slot halen en een kleine collectie aan deuren in de kerkertuinen gebruiken. De deuren in de tuinen die we konden openen gingen enkel naar vaste plekken. Wanneer ik officieel een zesde-eeuws zou zijn zou ik ook deuren kunnen openen met de intentie die naar een nieuwe locatie te openen.

'Niet echt,' zei ik terwijl ik nog even buiten bleef staan. Mijn ogen hadden eindelijk een raaf gevonden die rillend op een lantarenpaal zat, maar het moment dat ik met mijn ogen knipperde was die weg. Ik fronste verward. 'Daarnaast moet je daarvoor de naarste zegels tekenen.'

'Ze zijn niet de snelste, dus de tijd heb je,' zei ze met een knipoog, maar zag mijn frons. 'Is er iets?'

'Waarschijnlijk nog een droom flard,' zei ik en wierp nog een laatste blik op waar ik de vogel had gezien. Niks dat erop wees dat er iets op de lantaarnpaal had gezeten. Ik schudde mijn hoofd om die weer leeg te krijgen en ik stapte naar binnen.

'Het is echt enorm,' hoorde ik Avi fluisteren. 'Hoe gaan we hier ooit monsters vinden?'

'Met behulp van onze demonen,' zei Rea en draaide de kleine speerpunt aan een ketting een paar keer in het rond. Daarna sprak ze de naam van haar demon uit. Uit haar schaduw kwam de demon gerezen die altijd iets elegants om hen heen had. Ik volgde Rea's voorbeeld en ik raakte mijn armband aan. Yee was er niks bij in vergelijking met Din, maar ik moest zeggen dat geen enkele elegante demon bij mij zou passen. Elegantie was niet helemaal mijn stijl, moest ik toegeven, hoe graag ik dat soms wel wilde geloven.

'Ik was bijna bang dat je me niet zou oproepen, Ni,' zei Yee toen hen uit mijn schaduw oprees. 'Maar je durft vandaags betaling aan?'

'Het is niet of ik die ontlopen kan,' zei ik met een lach en Yee lachte terug al was het een stuk onheilspellender dan die van mij.

'Jullie demonen zijn...' begon Avi.

'Geweldig?' vroeg ik en voelde daardoor een tevredenheid van Yee afspatten.

'Anders dan ik gewend ben,' maakte Avi zich af en ze keek afwisselend naar Yee en Din. 'Die van jullie praten een stuk meer.'

'Hoe wil je anders communiceren?' vroeg Rea's demon en zweefde wat naar Avi toe om haar wat beter te bekijken. Een frons kwam op hun gezicht. 'Dit is niet Dendra.'

'Dit is Avi,' zei Rea daarop en haar demon knikte.

'Juist. Jammer genoeg nog geen demon,' zei Din en hen trok zich terug om naast Rea te zweven.

'Komt snel genoeg,' zei ik en ik kreeg nu hun ogen op mij. Al praatte ik daar mezelf iets te veel eer aan. Dins ogen waren voornamelijk op Yee gericht die hen niet op leek te merken tot het laatste moment.

'Ah, jij ook hier,' zei Din afkeurend.

'Ja, ik ook hier,' zei Yee, iets minder geïrriteerd met hun aanwezigheid dan toen met Mad en Eeh. Dins aandacht ging weer terug naar Rea.

'Ik ruik veel vinaten?' zei hen. Mijn gezicht vertrok. Nee, het waren niet de blubberbeesten, maar vervelend waren ze wel.

'Dan zijn dat de monsters waar we naar op zoek zijn,' zei Rea en ze keek even naar mij. Ze gaf me een bemoedigende lach. 'Avi? Klaar om zo veel beesten neer te schieten?' Avi knikte en ze haalde het geweer van haar rug.

'Waar moet ik op letten?'

'De muren voornamelijk,' zei Rea en haar ogen gloeide oranje op. Ik keek naar Yee die de hint snapte en niet veel later kon ik de kazerne door hun ogen zien. Het was een pure chaos en ik snapte niet hoe Yee het soms overleefde als dit alles was wat hen elke dag zag. Het plafond en de muren zaten onder brandende klauw afdrukken en lucht hing vol met sporen van magie. Ik keek naar Rea.

'Een vermoeden waar de bron is?' vroeg ik haar en ik haalde mijn zwaarden uit hun schede. Ze deed me na door een speer uit te klappen en haar werpmessen binnen handbereik te houden op haar heup. Daarna sloot ze voor een moment haar ogen. Demonenmagie schoot haar schaduw uit als spinnenpoten en wurmde zich door alle kieren en gaten die er in de ruimte aanwezig waren.

'Het is echt geïnfecteerd,' merkte Yee op, het leek wat nadenkend. 'Ik krijg steed meer het gevoel dat dat de nieuwe standaard aan het worden is.'

'Echt?' vroeg ik en ik probeerde me te herinneren of er ooit een andere standaard was dan wat ik nu zag. Yee antwoordde mij niet, maar leek wel tevreden te neuriën. Waarschijnlijk keek hen uit naar een groot gevecht.

'Er is een nest,' zei Rea plots. 'Ik denk dat deze scheur er langer zit dan De Dood zou willen toegeven.'

'Er is niet veel wat onze meester graag toe zou geven.'

'Klopt,' zei ze en ze keek achterom. 'Blijf dichtbij, Avi.' Avi knikte en ze volgde ons op de voet toen we begonnen te lopen. Hoe verder we liepen hoe meer vreemde geluiden we begonnen te horen. Eerst was het krakend geschreeuw, daarna een klikkend geluid. Ik gebaarde Rea dat we misschien beter konden stoppen en ze knikte instemmend. 

Gespannen stonden we in een kamer die verbonden was met een gang waar het geluid uit kwam. Avi legde haar geweer wat beter op haar schouder terwijl Rea haar werpmessen tevoorschijn haalde. Ik kon enkel mijn grip op mijn wapens verstevigen en wachten op een moment waarin ik dichtbij aan zou kunnen vallen. Het klikkende geluid verdween en ik zag dat er een diepe frons op Rea's gezicht stond.

'Waar denk je aan?' fluisterde ik.

'Wat als we ze lokken?'

'We weten niet hoeveel het er zijn. Zometeen overspoelen ze ons.'

'We hebben wel een gang,' zei Avi, maar had haar wapen nog niet laten zakken. Haar blik was nog steeds strak op de gang gericht. 'Ik weet niet hoe groot ze zijn, maar als we ze een voor een kunnen lokken.'

'Of alleen deze,' zei Rea. 'Weten we meteen waar we mee te maken hebben.' Haar blik ging naar mij.

'Weet je zeker dat je mij die wil laten tekenen?' vroeg ik.

'Jij vecht beter dichtbij,' zei ze. 'En je weet dat je monsters het beste met jezelf kan lokken. Daarnaast heb jij in theorie de meeste ervaring.'

'In theorie,' zei ik met een zucht en legde mijn zwaard tegen de bovenkant van mijn arm aan.

'Hulp nodig, Ni?'

'Nu biedt je het wel aan?' vroeg ik mijn demon die grinnikte.

'Bij die kauw kon ik weinig,' zei hen. 'Hier kan ik wat meer.'

'Ga los, zou ik zeggen.' Ik voelde Yee's magie door mijn lichaam naar mijn arm heen gaan. Het bloed wat uit mijn wond kwam vloog in een nette cirkel om mij heen en het viel op de grond. Ik haalde mijn vingers over de snee en ik begon strepen aan de perfecte cirkel toe te voegen. Eenmaal de tekens zo goed als compleet gebruikte ik Yee om de zegel te activeren. Het klikken werd harder toen de tekens onder mij op begonnen te lichten. Ik hield mijn wapens stevig vast en ik keek de gang in, wachtend op het monster.

Eerst was er een oog, daarna kwamen er meer de duisternis uit. De vinat hing op zijn kop aan het plafond. Het was een vlezig monster waarvan hun huid bubbelde als olie. Uit hun olie substantie staken vinnen als graten en lange spillebenen. Aan de benen zaten kleine klauwen die duidelijk de oorzaak van de sporen op de muren hadden veroorzaakt. Hoe verder de vinat liep hoe meer ogen ik in het lichaam zag verschijnen. Het waren tienduizenden zwarte oogjes die allemaal op mij gericht waren.

Onbewust neuriede ik een nummer wat al een tijdje achterin mijn hoofd zat. Dit zorgde dat ik me kon concentreren op wat ik moest doen in plaats van me afvragen of er ook vinaten bestonden waarvan elk oog een andere iriskleur had. Het neuriën zorgde er ook voor dat het monster stopte in zijn passen. Het klikte, het leek afkeurend, terwijl het staarde en bleef staren. Langzaam kwam het dichterbij en het hing nu bijna boven me. 

Dat moment schoot Avi in zijn poten. Het klikken werd vervangen door een krijsende gil. De vinats poten spatten uiteen, maar bleven niet lang weg. Het lichaam van de vinat sidderde en nieuwe poten verschenen waar er net een stel verdwenen waren. Nu met nieuwe poten probeerde de vinat zich terug te trekken naar de duisternis van de gang waar die uitkwam, maar Rea en Avi lieten dat niet toe. Messen doorkliefden een tweetal aan poten, schoten ontdeden de bovenbenen van de onderbenen. 

De vinat sidderde en verving elke poot. Maar telkens wanneer dat deed werd het kleiner en kleiner. Ogen verdwenen terwijl de vinat aan het plafond bungelde. Het was nu binnen mijn handbereik waardoor ik ook een paar poten van het beest stal. Met voor een moment een poten te kort leek het de vinat niet meer te lukken om aan het plafond te blijven hangen of om nieuwe poten te maken. In een sissend geluid viel het monster naar beneden en veranderde in een verdrietige modderpoel.

'Wie vangt de ziel?' vroeg ik toen het chaotische licht van de monsterziel zichtbaar werd.

'Avi?' vroeg Rea en de andere leerling knikte. Ze haalde een roze flesje tevoorschijn en ze gooide die de lucht in. De ziel werd opgenomen en niet veel later zat de kurk op de fles.

'Nu de rest nog,' zei ik en Rea knikte.

'Ik vrees dat het te lang gaat duren ze allemaal een voor een uit te moeten schakelen,' zei ze met een frons die mij zei dat ze over een alternatief plan aan het nadenken was al dan niet met Dins hulp. 'We moeten naar de bron, de scheur sluiten.'

'Oké,' zei ik. 'Hoe wil je dat doen?'

'Jou weer als aas gebruiken?' vroeg ze met een verontschuldigende glimlach.

'Het is dat je het lief vraagt,' zei ik met een lach. 'Nee, komt goed zolang jullie ervoor zorgen dat het niet te lang duurt.'

'Ik zal mijn best doen,' zei Avi, al was het wat zacht.

We liepen gedrieën de gang in. Ik voorop, gevolgd door Avi en Rea.

'Weet je zeker dat je mij je niet wil laten bezitten?' vroeg Yee mij in mijn gedachten.

'Dat zijn vinaten het niet waard,' zei ik terug.

'Weet je het zeker? Het zijn er wel veel.'

'Dat zien we zo wel,' zei ik en ik moest toegeven dat ik het overwoog op Yee's verzoek in te gaan. De sporen die ik zag werden er steeds meer. Maar het moest met z'n drieën te doen zijn. Ik had wel eens met alleen Rea een tussenwereld scheur gedicht. Nu met Avi zou het zonder problemen moeten lukken. Daarnaast was de betaling van een bezitting het me hier niet helemaal waard. Het was niet dat ik hulpeloos was in deze situatie. Het zou enkel hard werk worden... Iets waar ik niet een al te grote fan van was, maar ik moest. Zeker met mijn aankomende eeuw overgang. Ik zou mijn meester eens laten zien dat ik wat kon.

Het einde van de gang kwam in zicht en ik vertraagde mijn pas om naar de volgende ruimte te sluipen. Ik keek even naar achteren en zowel Rea als Avi knikten. Ze voelden het ook. Het gevoel van onheil in de buurt, of eerder onbalans. Dat er ergens een vreemde aanwezigheid was. De aanwezigheid van de tussenwereld.

'Klaar weer een mooie zegel te tekenen?' vroeg ik Yee, die een lach van instemming gaf. Ik liep voorzichtig de grote ruimte in en ik liet Yee mijn bloed weer gebruiken voor een perfecte cirkel. Deze keer gebruikte ik mijn voet om de patronen te tekenen. Het werd daardoor misschien minder netjes, maar zo kon ik mijn zicht op de scène voor me houden. In de verte zag ik een duidelijke scheur die van de bodemwereld naar de tussenwereld leidde. De vinaten hadden hun nesten eromheen gebouw en ze maakten het hierdoor nu al moeilijk zo meteen de scheur te dichten. Het hielp ook niet dat er een stel nieuwe vinaten onze wereld in begonnen te kruipen.

'Hé, kut monsters!' riep ik luid en ik activeerde de zegel onder mijn voeten. Yee kakelde blij in mijn hoofd waardoor ik een glimlach op mijn lippen kreeg. De vinaten keken plots naar mij, ogen gloeiden lustig op. Een golf aan klikken kwam mijn kant op snel gevolgd door een golf aan schoten. Dit stopte maar een deel van de monsters, de rest viel mij aan. Het ene moment hingen ze aan het plafond, het volgende moment vielen ze als regen naar beneden. Het was niet al te prettig, maar ik putte mijn energie uit het feit dat ik Rea langs me zag rennen om de scheur te dichten. Ik hoopte gewoon dat ik ze lang genoeg kon afleiden om haar haar werk te laten doen.

De vinat die het dichtst bij mij was, sprong van de muur. Poten uit op mijn vlees. Het moment dat het beest mij wilde vangen, sprong ik aan de kant en ik hoorde een schot achter me dat de vinat een poot armer maakte. Het leidde het monster even af en ik maakte er gretig gebruik van. Niet veel later had de vinat geen poten meer, maar er waren meer vinaten die nog in hun volle glorie waren.

'Dit gaat te lang duren,' dacht ik, maar bedacht me ook dat hoe langer het duurde hoe groter de kans was dat Rea kon slagen. Een nieuwe vinat was binnen handbereik en haalde naar mij uit door zich uit de lucht te laten vallen. Met de hulp van Yee merkte ik het beest op tijd op en ik sprong weer aan de kant. Alleen maakte ik daar een fout door binnen het bereik van een andere vinat te komen die de muren en het plafond achter zich had gelaten. 

Met kloppend hart hakte ik de klauw af na gelukkig maar enkel een lichte schram op te hebben gelopen. De vinaten werden langzaam maar zeker kleiner waardoor ik plots meer kon zien. Natuurlijk lieten Yee's ogen mij veel zien, maar de overlappende magie was niet altijd behulpzaam in drukke gevechten. 

Onbewust nam ik nu waar dat Rea zich had overgegeven aan Dins magie. Dat het sluiten van de scheur begonnen was. Dit verklaarde dat niet alle vinaten meer naar mij toe gelokt werden. Die het verst van mij verwijderd waren begonnen door te krijgen dat hun nest ten onder zou gaan als ze niks zouden doen.

'Avi!' riep ik terwijl ik de groep vinaten eigenlijk één minder wist te maken. 'Ga Rea helpen! De scheur dichten is het belangrijkste.'

'Is goed!' hoorde ik Avi terug roepen en ze was snel in het schakelen naar haar nieuwe doelwitten.

'Weet je zeker dat je me je niet wil laten overnemen?' vroeg Yee weer en ik zei hen weer nee. Dit moest lukken. Daarnaast had ik al te veel bloed verspilt aan de zegels die ik had gemaakt. Zeker voor degene waar ik nu op stond.

'Maar ik kan je magie wel gebruiken,' vertelde ik hen. 'Als je ze kan vertragen.'

'Vooruit,' zei Yee, maar merkte aan hun gemoedstand dat hen waarschijnlijk al plezierig over de betaling na dit gevecht aan het nadenken was. Hun magie kwam in een nieuwe vlaag over me heen. Het schoot mijn schaduw uit en de schaduw van de vinaten in. De monsters waren nu geketend aan hun schaduw, min één die nu mijn kant op kwam. 'Je weet dat je hier ook zegels voor gebruiken kan.'

'Jij als mijn demon zou moeten weten dat ik daar niet goed in ben,' zei ik daarop.

'Deze ging nog best goed.'

'Met jouw hulp.'

'Natuurlijk, anders zou het niks zijn geweest.' Ik vroeg me af of Yee doorhad dat hen zichzelf op dit moment erg tegen sprak, maar ging er voor het moment niet op in, omdat er weer een vinat was die om mijn aandacht vroeg. Daarnaast realiseerde ik me een beetje te laat dat ik een monsterziel nog niet had gevangen die nu langzaam buiten mijn bereik begon te raken.

'Kut,' zei ik hardop. 'Yee, vergeet de monsters, we moeten die ziel pakken.' Ik haalde snel een flesje uit mijn binnenzak en ik gooide het de lucht in. Het flesje trok de ziel naar zich toe en ik was op dat moment blij dat Yee mijn idee niet opgevolgd had; de vinaten waren nog steeds aan hun schaduw gevangen. Onbewust bedankte ik mijn demon.

'Als je me niet meer vertrouwt, is mijn magie niks meer waard,' zei hen daarop, maar waardeerde mijn waardering duidelijk. De vinat die als enige niet aan zijn schaduw geketend was had me tot dit moment gelukkig nog niet aangevallen. Het monster was duidelijk verward dat het nog de enige was die kon bewegen terwijl zijn medemonsters geen vin konden verroeren. 

Ik was redelijk blij dat de vinat zo reageerde, anders was ik -terwijl ik gefocust op de stijgende ziel was- waarschijnlijk al door het beest belagen. Nu had ik de overhand en ik hakte in een snelle beweging alle poten onder het monster vandaan. Het schreeuwde boos en het groeide in een flits zijn poten terug. 

Heel lang kon het er niet van genieten en ik haalde de nieuwe poten ook weg. Even later was de energie van de vinat op en kwam zijn monsterziel aan het licht. Deze keer was ik er op tijd bij en ik stopte zonder te twijfelen de ziel in een flesje. Nu met twee volle flesjes en nog een dozijn aan vinaten om me heen, besefte ik me dat ik misschien iets te weinig flesjes zou hebben om alles zielen in te stoppen. Hopelijk hadden Rea en Avi nog wat, maar ik vreesde dat het te laat zou zijn wanneer ik de kans zou krijgen het te vragen.

'De volgende komt eraan, Ni,' zei Yee plots en hen liet een vinat los.

'Bedankt voor de waarschuwing,' zei ik. 'Sinds wanneer ben je zo aardig die te geven?' Yee lachte maniakaal en ik begon steeds minder uit te kijken naar het eind van dit gevecht. Yee merkte dit en begon nog harder te lachen terwijl ik met een zwaar gevoel in mijn maag de vinaten van kant maakte. 

Bij de laatste monsters gebeurde er iets in de verte. Een brullend geluid klonk uit de richting waar Rea was en de vinat die Yee net los had gelaten was niet meer op mij gericht. Hun kleine oogjes gingen naar achteren. Daarna schoot het weg. Verward keek ik het na tot ik me besefte dat het achter Rea aanging die op dit moment bijna de scheur gedicht had. Voor ik iets kon doen of schreeuwen was Avi er al. 

Het moment dat de vinat langs haar rende, pakte ze een hakmes van haar zij en ze hakte de helft van de poten weg. De vinat klikte als een ratelslang en het groeide zijn ledematen terug. Avi was weer sneller en de vinat had geen tijd nog iets te doen. Nu met het monster dood, pakte ze weer haar geweer en ze schoot in de verte nog een andere vinat neer. Ik had me zorgen om niks gemaakt. Al niet helemaal, want Yee had de laatste vinaten verlost.

'Anders is er niks leuks meer aan,' was hun opmerking terwijl ik bijna door drie vinaten platgelopen werd. Hijgend wist ik een eind aan ze te maken en ik keek weer naar waar Rea was. Tekens begonnen oranje om nu dichte scheur te vormen en ik merkte dat ik opgelucht adem haalde. De opdracht was afgehandeld. 

Alhoewel, er was nog een vinat. Of meerdere. Het voordeel was nu dat het niet meer twee tegen veel was, maar drie tegen veel. Sommige zouden denken dat een persoon niet veel uit zou maken, maar ik wist wat Rea te bieden had. We zouden in recordtijd klaar zijn. Ik besloot me daarom ook op de zielen te focussen, ze een voor een te pakken en te zien of ik genoeg flesjes had. Duidelijk niet, maar Rea gooide er één naar me toe na ik al mijn zakken met enkel volle flesjes had aangetroffen.

'Dat waren ze allemaal,' zei ze met een uitgeputte glimlach. 'Hebben we goed gedaan.'

'Kan ik de volgende keer weer met jullie mee?' vroeg Avi plots. Het zweet stond op haar voorhoofd, maar haar ogen stonden helder iets wat ik nog niet eerder had gezien.

'Natuurlijk,' zeiden Rea en ik tegelijkertijd waardoor we daarna tegelijk in de lach schoten.

'We hebben je er graag bij,' zei Rea met een warme glimlach. Avi gaf een glimlach terug en ze smeerde de smurrie van de vinat, die nog aan haar hakmes zat, aan haar broek af.

'Was het niet belemmerend dat ik geen demon heb?' vroeg ze daarna, plots onzeker en haar ogen verloren de heldere glans die ze kort geleden nog hadden.

'Je was sneller bij die vinat dan ik ooit had kunnen zijn,' zei ik. 'Dus zeker niet.' Ze knikte, maar het leek niet met overtuiging. Ik legde gerustellend een arm op haar schouder en ik keek haar aan.

'Je was echt geen belemmering,' zei ik, weer knikte ze, maar weer was ik niet overtuigd. Ik liet mijn blik voor een moment onderzoekend op haar liggen, maar voor ik iets kon zeggen kromp ik in een. Avi keek me geschrokken met grote ogen aan. Ik hield verontschuldigend mijn handen omhoog.

'Geen zorgen, het is enkel de betaling van m'n demon, dus wees blij dat je er nog geen hebt.' Een opgeluchte glimlach kwam op haar lippen terwijl ik Yee vervloekte, want van alle wonden die hen kon kiezen had hen besloten de betaling met schaafwonden te innen. Het brandde als de tering en mijn kleding schuurde steeds pijnlijk tegen ze aan. Ik keek opzij naar Rea die er nog redelijk oké uitzag, was het niet dat er bloed haar mouw uit droop.

'Wees blij dat je nog geen demon hebt, Avi,' zei ze.

'Dat zei Lewis ook altijd,' zei Avi en ze keek weg. Haar wenkbrauwen kwamen in een diepe frons te staan en haar vingers grepen naar haar mouw.

'Maar als je er echt heel graag een wil, kan ik het best aan De Dood voorstellen,' zei ik om haar gedachten niet al te veel op de dode leerling te laten dwalen.

'Het heeft geen haast,' zei ze en haar ogen leken op zoek naar een uitgang.

'Hebben we alle zielen trouwens?' vroeg ik Rea. Ze knikte.

'Het zijn er echt zo veel, gelukkig was ik goed voorbereid,' zei ze. 'Ik had al een vermoeden dat het er meer dan gemiddeld zouden zijn.'

'Echt?' vroeg ik verbaasd, weer knikte ze.

'Ik had vorige week ook zo'n missie,' zei ze. 'Hoewel we al met z'n vijfen waren, hebben we veel zielen aan ons voorbij moeten laten gaan.'

'Wacht, maar De Dood leek helemaal niet boos op je.'

'We hadden een zondebok.'

'Ik dacht dat ik die altijd was.'

'Voel je niet bijzonder, Nick. Er zijn er meer in onze kerkers.'

'Maar hebben die ook een bok aan hun demon geofferd?' vroeg ik. Rea schudde lachend haar hoofd.

'Niet dat ik weet,' zei ze en haar ogen gingen even naar Avi. 'Hoe laat is het trouwens?'

'Geen idee,' zei ik. 'Maar ik denk dat ik best wel wat te eten wil.'

'Klinkt als een plan,' zei ze. 'Wat denk jij Avi?'

'Ja, is goed,' zei die wat zacht, maar dat was alles wat nodig was om de oude brandweerkazerne eindelijk te kunnen verlaten.

----------

Drie keer raden wie er weer eens indrirect naar een nog niet gezien personage verwijst? Heheheheh echt zieke foreshadowing hier

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top