3. Een nieuwe aanwinst voor de collectie

Met bungelende benen zat ik op de rand van de veranda. Eerst met muziek in mijn oren, maar toen het begon te regenen luisterde ik daar liever naar. Ik vroeg me af wie de leerling zou zijn die ik moest begeleiden, of ik hen zou herkennen en of hen misschien vrienden met Jayka was. Het was een paar decennia geleden dat ik een missie met haar had gedaan en ik vroeg me af hoe het met haar zou gaan. Of ze nog steeds die uitdagende paarse ogen had en die aanstekelijke lach. 

Ik voelde een kleine steek in mijn hart terwijl ik aan een missie met haar terug dacht, maar wuifde het snel weg. De regen zette aan en ik liet mijn gedachten speculeren over andere dingen. Misschien dat ik Yee op kon roepen om naar de moord van de leerling te vragen. Twijfelend liet ik mijn hand boven mijn armband hangen. Hoe groot was de kans dat ik er enkel met kleine sneetjes vanaf kwam? In enige twijfel legde ik mijn hand op het sieraad, haalde het er weer vanaf en herhaalde dat patroon tot ik de knoop -na veel te lang uitstellen- doorhakte door de naam van mijn demon te zeggen.

'Vanwaar heb ik het genoegen met je naar de regen te kijken?' vroeg Yee kakelend toen hen uit mijn schaduw rees.

'Ik verveel me en heb vragen,' zei ik. Yee keek me voor een lang moment aan en lachte. Hun tanden werden demonisch zichtbaar en hen kwam dichter naar mij toe.

'Oh, vertel,' zei hen eng enthousiast en hen kwam naast me zitten. Al was zitten niet helemaal het juiste woord. Hen liet zich eerder in onvaste vorm zakken om daarna een vaste vorm naast mij neer te zetten. 'Ik heb nog wel wat leuke spelletjes die we kunnen spelen.'

'Leuk voor jou,' zei ik met een zucht. 'Maar als dat je mij antwoorden laat geven.'

'Ligt aan de vraag,' zei Yee afwachtend. Ik zuchtte en ik wist dat ik specifiek moest gaan zijn, anders gaf hen me een antwoord dat precies niks vertelde. Maar ik wist dat ik een antwoord naar de waarheid zou krijgen als het me lukte de vraag goed te formuleren. Deze zekerheid was een van de weinige voordelen van mijn contract. Ik kon altijd vertrouwen op wat Yee zei, hoe gek dat ook voor de meeste leerlingen zou klinken.

'Oké, geef me een seconde,' zei ik.

'Weet je zeker dat één seconde genoeg is?' Ik rolde met mijn ogen en Yee gniffelde van plezier.

'Oké, heb jij een andere demon horen zeggen -of zelf- gehoord of gezien wat ervoor gezorgd heeft dat er laatst een leerling van een Dood is vermoord?' vroeg ik uiteindelijk me in moeten houden om niet hier en daar het woord ''misschien'' erin te verwerken, want dan werd dat het antwoord dat ik kreeg. Ja, ik kon vertrouwen wat Yee zei, maar dan moest ik wel tot het detail onthouden wat ik gevraagd had. Anders dacht ik een antwoord te hebben gekregen op een vraag terwijl het enkel een bevestiging van een mogelijkheid was.

'Ik verwachtte een leukere vraag, Ni,' zei Yee en het leek of hen teleurgesteld zuchtte. Het was altijd wat moeilijk af te lezen wat het precies voelde wegens hun demonische uiterlijk. 'Dit is bijna geen spelletje waard.'

'Bijna?' vroeg ik hopend dat er een keer niks achter zat. Yee dacht duidelijk diep na en leek wat te overwegen.

'Bijna,' zei hen en pakte zonder te vragen een dolk -die ik bijna nooit gebruikte, maar in de kerkers altijd op zak had- uit de binnenkant van mijn vest en hen hield het voor mijn neus.

'Hé,' zei ik verontwaardigd en ik probeerde het terug te pakken, maar mijn demon liet het niet toe. Hen lachte kakelend en hen liet mij een paar seconden proberen de dolk te grijpen. Uiteindelijk liet hen het toe dat ik het lemmet kon pakken en ik stopte het mes terug waar het vandaan kwam.

'Niks gehoord, niks gezien,' zei hen met hun hoofd onnatuurlijk naar de zijkant gekanteld, maar ik voelde dat er iets miste aan het antwoord.

'En gevoeld?' vroeg ik gespannen. Yee grijnsde.

'Dat is de vraag,' zei hen in een kakel.

'Kom op, Yee,' zei ik, maar voelde een prik in mijn vinger. Ik vloekte en zag een druppel bloed op mijn vingertop verschijnen. Yee was weg en ik zuchtte diep. Met mijn vinger in mijn mond keek ik de voortuin in en ik zag nu waarom mijn demon had besloten te verdwijnen. Twee mensen liepen doelbewust op het huis af. Al kon het ook zijn dat Yee me wilde laten lijden met onbeantwoorde vragen... Dat tweede was bij nader inzien logischer. Ik haalde mijn vinger weer uit mijn mond, zag gelukkig dat het niet meer bloedde en ik besloot op te staan om de bezoekers te begroeten.

'Dood Vadalin,' zei ik met een respectvol knikje. 'Welkom.' De Dood knikte terug.

'Goedemorgen, Nick,' zei ze met haar kalme stem terwijl haar geel gloeiende ogen mij voor een moment lang bestuderend aankeken. 'Dood Hein vertelde me dat jij Avi onder je hoede zou nemen?' Ik knikte en ik keek langs De Dood naar de leerling die naar hun voeten keek waardoor ik hun gezicht niet kon zien.

'Goed,' zei Vadalin. 'Ze is nu halverwege haar derde eeuw en goed opweg naar haar demonen contract.' Ik knikte.

'Willen jullie trouwens binnen komen?' vroeg ik en ik gebaarde naar het huis. 'Ik denk dat het daar wat droger is.' Dood Vadalin keek naar Avi die nog steeds haar blik niet van haar schoenen had gehaald.

'Kom,' zei De Dood tegen haar leerling toen ik de deur voor ze open deed. Wat schoorvoetend volgde de leerling en ik leidde ze de woonkamer van het huis in. We zouden later wel de kerkers in gaan, voor nu was dit goed. Nu Avi wat dichterbij stond, merkte ik plots dat ze kleiner was dan ik. Ik was niet de langste in deze kerkers, iedereen was hier echt een reus, waardoor het maar weinig voorkwam dat ik boven iemand uitstak. Het was niet veel, maar toch gaf mij het een onbewust overwinningsgevoel wat absoluut nergens op sloeg.

'Dus willen jullie wat te drinken?' vroeg ik toen De Dood en haar leerling op de bank zaten.

'Wat water graag,' zei Dood Vadalin.

'En jij Avi?' vroeg ik de leerling die nog steeds niet op keek, haar ogen nog altijd op de grond. Ze mompelde iets. 'Sorry?'

'Thee,' zei ze, nu iets harder, maar nog steeds nauwelijks te verstaan.

'Hoe vergaat het verder in uw kerkers?' vroeg ik aan Vadalin toen ik in de keuken bezig was. Hoewel ik in de keuken stond, miste ik niet hoe De Dood bezorgd naar Avi keek.

'Het... gaat,' zei ze uiteindelijk met een zucht en ik gaf haar haar water terwijl ik op de waterkoker wachtte. Verschillende theesoorten zette ik voor Avi's neus neer die er eerst niet op leek te reageren, maar toen ik met een mok heet water terug kwam, zag ik dat ze een theezakje had gepakt waardoor ik de rest terug kon leggen.

'Oeh, zwarte thee met een vleugje kaneel, goede keuze,' zei ik tegen Avi wat ervoor zorgde dat ze eindelijk opkeek. Haar bruine ogen waren onleesbaar en ze keken net zo snel weg als ze opgekeken hadden. Haar focus was terug op haar thee. Het was in ieder geval iets, maar ik vermoedde dat het nog even zou duren voor ik het ijs echt goed kon breken. Ik ging in een stoel schuin tegenover de bank zitten met zelf ook een kop thee in mijn handen.

'Hoe lang blijven jullie?' vroeg ik terwijl ik mijn eerste slok nam.

'Ik blijf niet al te lang,' zei Dood Vadalin. 'Ik moet nog wat met jouw meester bespreken, maar het meeste hebben we al kortgesloten.' Ik knikte. 'Avi, daarentegen blijft voor onbepaalde tijd,' ging ze verder en ik trok mijn wenkbrauwen vragend op. De Dood zuchtte. 'Ik zou het liever niet zo willen, maar ik heb te weinig leerlingen in mijn kerkers en geen die de taak op zich kan nemen.'

'Daarom heb je mij,' zei ik met een glimlach. 'Ik neem het graag op me.' Vadalin gaf me een dankbaar knikje.

'Het wordt heel erg gewaardeerd,' zei ze. 'Lewis was... Zonder hem is het moeilijk.' Ze legde haar hand voor haar mond en ze keek door het keukenraam naar buiten. Avi naast haar keek strak haar mok in. Ik kon me niet voorstellen hoe ze zich zouden moeten voelen. Maar hoe zou iemand zich ook moeten voelen als het onmogelijke was gebeurd? Voor leerlingen gebeurden veel gekke dingen, maar een ding was altijd zeker: degene in de kerkers bleven. Alleen gold dit niet voor Lewis. Lewis' dood was onmogelijk.

'Is er verder nog iets wat ik moet weten?' vroeg ik, de zware stilte op de bank onderbrekend.

'Niks wat Avi, of jouw meester zelf niet kunnen vertellen,' antwoordde Dood Vadalin.

'Oké, duidelijk,' zei ik en mijn ogen gingen naar de tas die Avi naast zich had gezet. 'Moet ik trouwens zo de bagage dragen?' Avi had duidelijk niet door dat de vraag voor haar bedoeld was tot de ogen van haar meester op haar gericht waren. Ze keek naar haar tas alsof die er net verschenen was en daarna pas naar mij. Ze schudde haar hoofd en ze leek te zoeken naar woorden die er uiteindelijk met moeite uit kwamen.

'Nee,' zei ze bars.

'Vergeet dat ik het gevraagd heb dan,' zei ik en dronk mijn thee op. 'Maar is het een goed idee om dan de kerkers in te gaan, al dan niet om mijn meester te spreken al dan niet je nieuwe onderkomen te laten zien?'

'Dat lijkt me een goed idee,' zei Dood Vadalin en Avi deed haar mond open om iets te zeggen, maar deed die weer dicht om niet door haar meester heen te praten. Met een frons zette ze nog een half volle mok op tafel en ze pakte haar tas.

Even later leidde ik ze de trap af en een stel gangen door. Dood Vadalin leek de weg te weten en nam van Avi en mij bij de tweede afslag afscheid.

'Als er iets is,' zei Vadalin tegen haar leerling voor ze wegging. 'Ga eerst naar Nick hier of Dood Hein toe. Ze kunnen je vast beter helpen dan ik. Je weet hoe groot de chaos momenteel in de kerkers is.' Avi knikte en Vadalin legde geruststellend een hand op Avi's hoofd. Ze haalde kort die hand door het korte haar van haar leerling. 'Zorg goed voor jezelf.' Weer knikte Avi en ze keek naar de grond.

'Klaar om je kamer uit te zoeken?' vroeg ik Avi, maar ik kreeg geen antwoord. 'We kunnen ook hier blijven staan, al zijn er betere gangen om in te slapen.' Nu kreeg ik een reactie. Ze keek me aan met een verwarde frons. Ik lachte. 'Kom,' zei ik en gebaarde dat ze me moest volgen. Dood Vadalin gaf ik een knikje gedag. Ik leidde Avi de gangen door en ik vertelde bij elke afslag waar die uitkwam. Ook zei ik haar dat we een omweg namen, maar dat het de route was die het makkelijkst te onthouden was.

'Oh en als je die gang in gaat en rechtdoor blijft lopen, dan kom je uit bij de baden,' zei ik, misschien iets te enthousiast voor Avi's stille aanwezigheid.

'De baden?' vroeg Avi en ik had het gevoel alsof ik gewonnen had, omdat ze eindelijk had besloten tegen mij te praten.

'Zeker, we kunnen er later nog langs, maar eerst je slaapplek,' zei ik met een glimlach. 'We zijn er bijna!' Twee trappen en een afslag verder stonden we voor de deur die we nodig hadden. Ik duwde die open en liet Avi naar binnen. We kwamen in een doodlopende gang uit met allemaal deuren. Sommige hadden een enorme letter erop staan, andere waren leeg.

'Kies een leuke deur uit,' zei ik de gang ingebarend. 'Al zijn die met een letter erop al bezet.' Avi keek links en rechts van haar terwijl ze op haar lip beet. Ze kneep haar ogen samen terwijl ze onderzoekend naar een deur aan de linkerkant keek.

'En dan?' vroeg ze zonder duidelijk te articuleren toen ze een keuze leek te hebben gemaakt.

'Open je de deur,' zei ik en ze deed de deurhendel naar beneden. 'Als dit de andere gang was, dan had je de deur naast de mijne gehad.'

'Beter dat ik deze dan heb,' mompelde ze en op dat moment verscheen er een enorme 'A' op de deur die zachtjes gloeide.

'Dan is dit vanaf nu je kamer,' zei ik en ik deed het licht voor haar aan. Het was een simpele kamer, eenzelfde die ik en elke andere leerling had. Er was een bed, een klerenkast, een boekenkast en een bureau. 'Je mag aanpassen en verschuiven wat je wil, maar veel tijd ga je er niet doorbrengen. Badkamer en dergelijke is aan het eind van deze gang.'

'Zelfde wat wij hebben,' zei Avi, maar ze praatte nog steeds niet al te duidelijk waardoor het me even duurde om haar woorden te verwerken. Ze zette haar tas op het bed neer, ging even zitten om het matras te proberen en ze stond daarna weer op. Haar hand verfromelde haar mouw en ze beet op haar lip terwijl haar ogen onder een diepe frons door de kamer gingen.

'Moet ik nog helpen met je spullen uitpakken?' vroeg ik en ze schudde haar hoofd. 'Oké, in voor een verdere rondleiding? Ik kan je de sporthallen laten zien, de woonkamer, de plek waar we zielen opslaan en-'

'Jullie slaan zielen op?' onderbrak Avi me wat verward.

'Zeker,' zei ik met een lach. 'Zullen we daar dan eerst heen gaan? Voor opdrachten zullen we daar ook vaak moeten zijn.' Avi knikte.

'Maar waarom?' vroeg ze terwijl we haar kamer uitliepen en weer de kerker gangen in.

'Dit is een kerker met een Dood die een contract van vertrouwen heeft,' zei ik. 'Dus worden we ook vertrouwd met een opslag van zielen.'

'Maar waarom zou je zielen opslaan?' vroeg ze en ik was blij met haar vragen, het was een stuk beter dan de stilte van eerst. 'Stijgen ze niet gewoon door de tussenwereld naar de hemel toe? Is dat niet genoeg?'

'De opperdemon heeft er vast een reden voor,' zei ik. 'Het is altijd een heel groot gebeuren voor de demonen als de zielen in grote getalen opstijgen. Daarnaast hebben Doods ook de zielen nodig.'

'Dat weet ik,' mompelde Avi en leek wat beledigd te zijn geraakt door mijn laatste opmerking. 'Maar zoveel zijn er daarvoor niet nodig dus...'

'Je hebt inderdaad een punt,' zei ik en ik ging weer een trap af, de diepte in. Met de daling daalde Avi's praatgierigheid ook. Dit zorgde ervoor dat ik zo snel mogelijk beneden wilde zijn zodat ik een reden had een monoloog te beginnen. 'Oké, we zijn nu bij de mooiste deuren van de kerkers.' Ze keek me wat sceptisch aan, maar liet daarna merkbaar haar ogen toch op de deur plakken. Ze stak haar hand uit. Met haar vingers ging ze voorzichtig over de groeven en de zilveren patronen die op de twee deuren stonden. 'En als je maanzilver er tegenaan legt, gaan ze open.' Haar vingers gingen nu van de deuren af en bijna onbewust naar haar nek. Ik keek haar bemoedigend aan en ze haalde een ketting van onder haar donkere kleren vandaan. Het was een ketting met een wasbeertje dat even heen en weer bungelde voor die tegen de deur werd gelegd. Zonder protesteren gingen de deuren open en ik zag Avi's mond open vallen. Ik kon het niet laten te grijnzen.

'Eigenlijk slaan we de zielen op omdat het er mooi uitziet,' zei ik voor de grap, maar ik zag bij Avi geen reactie. Ze keek enkel met grote ogen om zich heen. Mijn grijns werd breder terwijl we naar binnen liepen en ik zelf ook genoot van de scène. Rijen aan rijen met kasten die gevuld waren met kristallen flesjes. 

Niet elk flesje bevatte een ziel, maar door de reflectie van al het licht op de glaswerken leek dat wel het geval. Hierdoor hing er een magische sfeer die me tot rust bracht terwijl ik naar de verschillende kleuren en vormen van de karafjes keek. Ik kon hier uren blijven ronddwalen, kijkend naar de verschillende kleuren, proberend te bedenken wat een ziel in het leven gedaan had om een groot gat te hebben of er juist geen te hebben. 

Net zoals bij de contracten en zegels had elke fleskleur een ander doel. De rozenkwarts roze flesjes bevatten monster zielen, de saffier blauwe waren voor vroeg gedode mensen zielen, de aquamarijn blauwe voor op tijd gedode zielen, de opaal gekleurde voor de pure mensen zielen zonder gaten, de granaat rode voor zielen waarbij het lichaam voor bloedmissies gebruikt werden en de amethist paarse voor demonen zielen. Ik vertelde Avi dit ook terwijl we langs alle kasten liepen.

'En die kast gaan we het meeste nodig hebben,' zei ik en ik wees naar een kast die enkel lege karafjes bevatte. Er hing een wat doffe sfeer doordat er geen zielen waren om de kast direct te verlichten. Ik leidde Avi verder langs lege en volle kasten tot we achterin de ruimte kwamen waar ik haar uitlegde dat we ook bij moesten houden wie hoeveel flesjes bij zich had. 

Het was weer zo'n typisch klusje waar ik nooit zin in had, maar het was nodig. Zeker door bepaalde leerlingen die wat hamster neigingen hadden of vergaten dat ze nog wat flesjes in hun zakken hadden. Ik merkte dat ik langer wilde blijven en verder wilde verdwalen, maar ik wist dat Avi de rest van de kerkers ook nog moest zien. Of dat wat het plan in eerste instantie tot ik de enorme vermoeidheid van haar gezicht af kon lezen.

'Oké,' zei ik en stopte met lopen. 'Je ziet er niet uit alsof je veel langer door kan lopen.' Ze keek naar haar voeten. 'Als je even tijd voor jezelf wil of iets, moet je het zeggen.' Haar hand vermorzelde haar mouw weer. Een diepe frons verscheen op haar gezicht en ze slikte duidelijk.

'Ik wil... naar bed,' zei ze en ik knikte.

'Is goed,' zei ik. 'Dan doen we het rustig aan en gaan we morgen verder. Ik laat je alleen nog wel de trap zien die rechtstreeks van de slaap gangen naar de woonkamer leidt. Daar kan je eten halen.' Ze gaf een paar kleine knikjes waarvan een voor mij bedoeld was, de anderen... Waarschijnlijk voor haarzelf. Ik fronste wat bezorgd. Ik wilde dat ik iets kon doen, maar ik wist dat ik haar als vreemde niet veel te bieden had. Iemand verliezen was niet iets wat op korte termijn te verzachten was. Het enige wat ik nu kon was haar de weg wijzen en haar afleiden met slechte verhalen en nog slechtere grappen.

_______
Aaaaaaaah zo blij Avi te introduceren :D
Hen is canon non-binary, maar elke moeglijke pronouns kunnen gebruikt worden :0
(al zal ze pas in boek twee echt aangegeven worden non-binair te zijn :,) wilde het eerst in dit deel doen, maar het paste nergens echt goed)

Oh well
Anyways fijne zondag!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top