26.2 Gevechten om van te leren

Na het gevecht zat ik wat beduusd met Avi en Rea op de tribune en analyseerde ik waarom ik gewonnen had. Waar ik mezelf eerst wat trots had gevoeld met de overwinning, was ik er nu vrij zeker van dat ik verloren zou hebben als mijn tegenstander niet enorme wallen onder de ogen had. Aan de andere kant, Rea had ook zulke wallen onder haar ogen, maar kwam er wel mee in de halve finale door met een gecalculeerde draai haar speer in de zij van haar tegenstander te steken. 

De overige gevechten lieten mij vrezen voor degene waar ik voor mijn volgende ronde tegen zou moeten vechten. Ik was blij niet in Rea's categorie te zitten, iedereen leek daar bruut en onoverwinnelijk te zijn. Maar de drie mogelijke zwaardvechter opties die ik had leken mij ook afschuwelijk. Iedereen leek tien keer sneller en sterker dan ik te zijn. Hoewel ik wist dat ik nooit de finale zou bereiken, had het zien van mijn mogelijke tegenstanders elke hoop die ik nog had de grond in geboord.

'En denk je het te gaan winnen?' vroeg Rea die naast me zat.

'Niet meer,' zei ik hoofdschuddend. 'Ze zijn allemaal veel te goed. Alsof ik Aleron zie vechten.'

'Ik ben wel verbaasd dat hij zijn titel niet is komen verdedigen.'

'Ik hoorde dat hij vorig jaar verslagen was,' vertelde iemand plots achter ons.

'Door Alyn,' vulde iemand anders aan en ik hoopte dat die niet mijn tegenstander zou zijn. Diens vechttechniek was te gewaagd voor mij om tegen te houden met mijn onwennigheid die veroorzaakt werd door maar één zwaard te mogen gebruiken. Ik wenste plots meer tijd te hebben gehad met één zwaard te kunnen oefenen en ik nam me voor dat zelfs als ik na de halve finale eruit lag, ik daar verder op zou gaan trainen. Het was geen verkeerde vaardigheid om te hebben.

De dag van de halve finale kondigde zich aan en ik rolde mijn schouders met kriebels in mijn buik. Ik ademde in en uit en ik begaf me naar het midden van de zaal. Mijn rechter hand voelde zoals gewoonlijk weer leeg terwijl ik mijn linker om de hild van het zwaard samenkneep. Diep van binnen kwam een bekend gevoel weer naar boven. 

Ik wilde mezelf nog steeds kunnen bewijzen. Ik wilde in de finale komen. Ik was zo dichtbij. Die laatste stap moest toch eens lukken? Er waren geen monsters die ontsnappen konden, geen zegels die verkeerd getekend konden worden, geen demonen die plots verdwenen. Ik moest dit toch kunnen? Ik ademde diep ik en ik hoorde Bojans stem door de zaal echoën.

'Aan uw linkerhand, uit de vijfde eeuw, een van onze weinige linkshandige vechters: Nick!' werd ik de ring in geroepen en ik hoorde Rea en Avi wat schelle aanmoedigingen schreeuwen over al het gejuich dat vanuit de tribunes opsteeg. Ik keek naar voren naar mijn tegenstander, ik had hem eerder zien vechten wist ik. Hij vocht vuil en snel. Ik ging dit zo niet winnen, maar ergens bleef een motivatie in mij branden. Wie weet was het deze keer anders.

'En aan uw rechterhand iemand bekend uit de zesde eeuw: Redmar!' Er werd gejoeld en mijn genoemde tegenstander leek niet erg op zijn aankondiging te reageren. Hij draaide zijn schouders wat en hij had een of zenuwachtige of zelfverzekerde glimlach op zijn gezicht. Ik wist in ieder geval zeker dat het bij mij die eerste was. 'Niet alleen is hij een vechter, maar ook iemand die ons dit geweldige toernooi heeft helpen organiseren! Al was het soms met enige tegenzin.' 

Er werd gelachen en Redmar leek diep te zuchten voor zijn ogen die van mij vingen. Ondanks dat ik hem eerder had zien vechten, kon ik niet laten zijn verschijning wat opmerkelijk te vinden. Zijn witte haar droeg nog plukken zwart wat ook in zijn wenkbrauwen te zien was. 

Zijn linkerarm werd omhelsd door zwarte getatoeëerde banden, zijn rechterarm leek een ander, maar druk patroon te hebben. Hij viel op, maar hoe kwam het dat ik hem voor dit toernooi nooit eerder had gezien? Zijn naam was het enige wat me ergens vaag bekend voorkwam, dus ik vermoedde dat hij een van die leerlingen was die ik altijd mis wist te lopen. Hij zou niet de eerste zijn waarmee ik dat bereikt had.

Terwijl we ons beide klaar maakten voor het gevecht viel me nog iets anders op: zijn houding was anders dan die van mijn vorige tegenstanders. Wilde hij zich ook bewijzen? Ik klemde mijn zwaar nog eens goed in mijn handen en het gevecht begon. Als hij ook iets te bewijzen had, motiveerde me dat enkel meer om te laten zien wat ik kon.

Een ademhaling later kwam hij met een snelle slag op mij af. Niet alleen was de slag snel, de kracht die erachter zat haalde me uit mijn evenwicht. Ik deed een stap naar achteren en ik zette mijn voeten stevig in het zand. Metaal sloeg op metaal en galmde door de ruimte. Hier en daar werd enthousiast gejoeld. 

De volgende aanval kwam al snel en ik zette me schrap. Redmar was duidelijk niet van plan zich in te houden, maar het liet me wel wat realiseren. Ondanks mijn motivatie, ondanks mijn wil om te winnen, merkte ik wéér dat ik meer gewend was met twee zwaarden te vechten. Het enige voordeel dat me dat in de vorige gevechten gegeven had, was dat ik mijn zwaard van hand kon wisselen. 

Redmar leek het enkel vermakelijk te vinden dat ik dat deed en hij werd er niet door afgeleid. Meer dan vaak wist ik zijn ogen te vangen die mij uitdagend aankeken, terwijl ik aanval na aanval van hem tegenhield. Iets daarin haalde een glimlach in me naar boven. Er was iets wat ik in eerdere gevechten nog niet gevoeld had; ik had plezier. 

Het maakte me plots niet meer uit wat de uitkomst van het gevecht zou zijn, zolang het nog even langer kon duren. Er was weer een slag, deze keer van mijn kant. Daarna kreeg ik een slag terug als antwoord. In mijn volgende reactie wist ik plots zijn zwaard uit zijn handen te krijgen, maar achterin mijn hoofd zei een stemmetje mij dat hij hem te los in zijn hand had gehad. 

Ik wilde mijn zwaardpunt overwinnend onder zijn kin leggen, maar hij haalde mijn benen onder mij uit. Mijn hoofd raakte de grond en mijn oren suisden. In de hoop mezelf te redden, probeerde ik omhoog te komen, maar Redmar hield me tegen door zijn voet op de hand te zetten waar ik mijn zwaard in had. 

Hij keek me met een ondeugende glint in zijn ogen aan en niet veel later lag de punt van mijn eigen zwaard onder mijn kin. Het publiek ging uit zijn dak, terwijl ik daar buiten adem lag. Redmars voet verliet mijn hand en hij stak een hand naar mij uit die ik dankbaar aannam. Een paar seconden later werd hij tot winnaar uitgeroepen, maar zijn blik bleef op mij met een bijna ingehouden glimlach. Ik kon niet laten hem een grijns terug te geven.

'Goed... gevecht,' zei hij, wilde nog wat zeggen, maar hij had er niet te tijd voor wegens het volgende gevecht er aan zat te komen. Buiten de ring wilde ik nog wat tegen hem zeggen, maar hij werd al snel door anderen omringt waardoor ik daar de kans niet toe kreeg.

'Je hield het nog best goed vol,' zei Rea toen ik eindelijk bij haar in de tribunes zat. Ik was kapot en mijn spieren brandden, maar mijn ogen bleven zoeken naar Redmar in de hoop hem nog een keer te spreken. Ik zag het al voor me dat ik hem hierna ook alleen nog mis ging lopen. Dat gevoel werd enkel sterker toen de enige bekende die ik kon spotten Avi was die in een levendig gesprek met Jayka leek te verkeren. Een leerling die ook van Dood Vadalins kerkers kwam.

'Ik vind het echt een stomme regel dat je maar één zwaard mag gebruiken,' zei ik en ik probeerde wat lief voor mijn spieren te zijn door ze warm te wrijven. 'Al denk ik dat Redmar me dan ook van mijn voeten had weten te krijgen.'

'Misschien moet je volgende keer een ander wapen gebruiken? Andere leerlingen, nieuwe kansen.' opperde Rea voor de grap, wetend dat ik aan mijn zwaarden gehecht was. Ik schudde mijn hoofd.

'Dan moet ik dat weer gaan leren en die tijd heb ik niet. De aanleg trouwens ook niet, dat weet je. En ik moet eerst ook nog even mijn eeuw examen halen,' zei ik en ik voelde een zwaar gevoel mijn lichaam in trekken, een gevoel dat even weg was door de afleiding van het gevecht. Ik keek naar mijn handen. 'Maar als allereerste moet ik mijn demon weer op zien te roepen...' Ik zuchtte diep en Rea keek me met een bezorgde frons aan.

'Misschien kan je Avi vragen om Zis weer te laten checken hoe het hen vergaat,' stelde ze voor, maar ik wuifde het weg.

'Nee, komt wel goed,' zei ik en mijn ogen gingen weer de tribune door, onbewust op zoek naar Redmar. Maar ergens wist ik diep van binnen dat ik eigenlijk op zoek naar Yee was.

---

Weet niet helemaal hier te zeggen, behalve dat ik dit hoofdstuk ook "fights are inherently homoerotic" had kunnen noemen

En zoals gewoonlijk laat vooral een ster achter UwU

Note 16-08-'23: Euhm niet ik die even het eind van dit hoofdstuk aangepast heeft ahahahah

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top