24.1 Nachtmerrie monsters
Killian
'There's a ghost in the back of this room and I don't like it'
Als een bezetene liep ik door de gangen, terwijl ik mijn handen wat koortsig over mijn gezicht heen wreef. Dorian had gebeld en niet zomaar gebeld. In de afgelopen jaren was ik eraan gewend geraakt zo nu en dan wat van hem te horen, dat het goed met hem ging of wanneer ik hem ergens op moest halen omdat hij in problemen was gekomen waar hij liever niet van wilde dat zijn moeder het wist. Alleen was deze keer anders, deze keer was heel anders.
Diep van binnen had ik gehoopt dat het langer zou duren, dat ik meer tijd had. Maar natuurlijk wist het lot me in het gezicht te slaan en werd ik geconfronteerd met de realiteit. Want had ik gehoopt dat het nog een paar jaar zou duren. Ik kneep mijn ogen even stevig dicht, beet hard op mijn lip en wist mijn lichaam weer tot rust te brengen.
Wat Dorian me had verteld was alles behalve goed, maar ik had tijd. Al was het eerder dat ik ervan uitging dat ik tijd had. Daarnaast had ik minstens één paar extra ogen nodig als ik goed had wat voor manifestatie er in Dorians kamer stond. Kennelijk had hij eerder manifestaties gehad, waar hij me niet over had verteld, omdat het zogenaamd geen probleem was wegens die na een paar seconden vaak weg waren. Misschien klopte dat, als het niet drie keer in de week gebeurde.
Een herinnering baande zich een weg mijn hoofd in. Dorian, klein en bang voor het monster in de hoek van zijn kamer. Zijn eerste manifestatie had ervoor gezorgd dat ik niet nog meer pijnlijke woorden tegen Mara had gezegd. Ik zuchtte diep en voelde weer schuld mijn lichaam inkruipen. Ik had beter kunnen doen en was gewoon een zak. Met oude herinneringen weer vers in mijn hoofd liep ik de woonkamer in. Op de bank lag een bekende leerling die ik hier makkelijk voor mee zou kunnen sleuren en ik liep op hem af.
'Nick,' zei ik, maar kreeg geen gehoor. Ik stapte naar de bank toe en herhaalde zijn naam, maar kwam er achter dat de muziek vanuit zijn oortjes zelfs voor mij te horen was. 'Nick!' zei ik nog eens deze keer harder en hij schrok op. Haastig maakte hij zijn oren vrij. 'Hoe tyfus hard heb je je muziek wel niet staan? Dit is al de derde keer dat ik je riep.' Wat beschaamd keek hij weg.
'Sorry.'
'Geen sorry, je komt me helpen,' zei ik en ik zette de eerste stappen naar de tuindeur. Maar toen ik zag dat hij geen aanstalte maakte van de bank te komen bleef ik staan. 'Kom je nog?'
'Waar heb je mijn hulp voor nodig?' vroeg hij wat glazig, maar hij krabbelde wel van de bank af.
'Wat denk je zelf, een missie natuurlijk,' zei ik, terwijl ik ongeduldig wachtte tot hij voor me stond.
'Is het echt te moeilijk om details te geven?' vroeg hij, maar hij stond nu wel iets te dichtbij voor mijn gemak. Ik versmalde mijn ogen en keek op hem neer.
'Oké, Dorian belde,' zei ik en een bezorgde frons kwam op zijn gezicht. Hij zou niet degene moeten zijn die zich bezorgd zou moeten voelen, maar ik liet mijn lichte irritatie niet in deze situatie merken. Ik had geen zin weer genegeerd te worden wegens hij toch vaak als een zondebok voor mij werkte. 'Ik denk dat we te maken hebben met een oze.'
'Dan hebben we wel wat meer ogen nodig, toch?' Ik legde een hand met een klap op zijn schouder.
'En ik denken dat jouw hersenen de grootte van een walnoot hadden,' zei ik luchtig. 'Maar we hebben inderdaad meer ogen nodig. Het probleem is dat de meesten die ik vertrouw momenteel ook een missie hebben.'
'Ik zou Avi kunnen vragen?'
'Als die vrij is, graag,' zei ik en ik zag dat hij zijn mobieltje tevoorschijn haalde om snel een berichtje te sturen.
'Daar komen we zo achter,' zei hij en stopte het apparaat weer terug in zijn zak. 'Waarom denk je eigenlijk dat het een oze is?'
'Vooral door de woorden 'het kroop mijn nachtmerrie uit' en dat hij zei dat het beest dichterbij kwam als hij het niet aankeek.'
'Dat klinkt wel als een oze,' zei hij. Ik trok wat verbaasd een wenkbrauw op. Het was niet vaak dat hij mij het gevoel gaf dat hij het monster kende. Een opmerking kon ik er alleen niet over maken wegens hij op zijn telefoon keek na een gek geluid te hebben gehoord. 'Avi komt er zo aan trouwens.'
'Goed,' zei ik en ik besloot eindelijk naar de tuinen te lopen. We hadden misschien tijd, maar ik was niet van plan mijn zoon langer met zijn manifestatie vast te laten zitten.
'Hé,' riep Nick me achterna. 'Moeten we niet op Avi wachten?'
'Ik doe alvast een deur open,' zei ik. 'Dan doen we er niet langer over dan nodig is.'
'Maar ik heb mijn wapens niet bij me,' zei hij.
'Maar wel je demon, dus niet zeiken.' ik zag dat hij zijn ogen rolde, maar ik besteedde er geen aandacht aan. Met grote stappen liep in naar de tuinen toe, maar ik voelde hoe onrust zich in mijn lichaam thuis maakte.
Ik probeerde mezelf voor te houden dat Dorian het vol zou houden en dat hij monster aan zou blijven kijken. Met trillende handen haalde ik de sleutel uit mijn jas en ik ademde diep in. Ik zou op tijd zijn, ik was altijd op tijd. Daarnaast was ik niet van plan Nick te laten zien dat ik alles behalve kalm was. Ik zou er het eind niet van horen.
De deur van verlangen die ik wilde gebruiken ging zonder probleem open terwijl ik de locatie voor ogen had. Met enige voorzichtigheid keek ik naar buiten en zag dat het rustig was in de gang van het appartementencomplex waar de deur open ging.
Ik keek om en ik zag Nick en Avi naderen. Mijn blik ging weer terug naar voren en met een zwaar hart stapte ik naar buiten. Er waren veel herinneringen hier. Momenten van zowel gelach als geschreeuw. Ik kon er enkel niet stil bij staan, Dorian had mij nodig.
'Waar komt deze missie eigenlijk vandaan?' vroeg Avi aan Nick achter mij. Ik leidde de weg door de gang richting het trappenhuis. 'Had je vandaag niet een dag vrij of zo?'
'De missie komt van mij,' zei ik.
'En is niet officieel,' voegde Nick toe en Avi fronste.
'Waarom niet?'
'Omdat als het wel een officiële missie zou moeten zijn, zou mijn zoon nu dood zijn,' zei ik licht geïrriteerd.
'Oh, teveel papierwerk anders zeker,' hoorde ik Avi zeggen, maar mijn aandacht was gericht op een gang boven mij. Met grote stappen liep ik de trap op naar de goede verdieping. Hoewel ik snel liep, leek de weg naar de voordeur eeuwig te duren.
Elke seconde leek te lang voor mijn doen en hoewel ik de tijd zou kunnen vertragen om mezelf meer tijd te geven, was ik bang voor de gevaren die het met zich meebracht. Eenmaal bij de deur van het juiste appartement voelde mijn sleutel raar in mijn handen.
Er waren zoveel herinneringen achter deze deur dat het me bijna niet lukte het slot om te draaien. In dat opzichte was het goed dat Nick en Avi er waren. Hun aanwezigheid liet me niet twijfelen de deur open te doen. Ik had een naam hoog te houden die stond voor doelgerichtheid.
'Dorian?' riep ik toen ik binnen kwam. 'Ik ben er. Is het monster er nog steeds? Heb je je ogen er nog steeds op gericht?'
'Ja!' werd er teruggeroepen en ik liep richting zijn slaapkamerdeur toe. 'Kan je het weghalen?'
'Ik ga mijn best doen,' zei ik en opende de deur na naar Avi en Nick gebaard te hebben dat ze even moesten wachten. Dorian zat versteend op zijn bed, ogen gericht naar de muur die het verste van hem verwijderd was. 'Alles goed verder? Als we even het monster vergeten.' Dorian knikte en ik keek nu naar de oze. Duizenden ogen zaten hongerig op de huid. Kleine mondjes zaten willekeurig tussen de ogen verspreid en stonden hijgend en slijmend open.
'Heeft het bewogen, terwijl je het aankeek?'
'Enkel geknipperd,' zei Dorian en ik voelde me opgelucht. Dit betekende dat Dorian zijn ogen echt niet van het monster gehaald had.
'Ik heb twee mensen meegenomen die komen helpen dit beest weg te halen,' zei ik rustig en gebaarde de andere leerlingen naar binnen. Ik zag geschokte blikken bij zowel Nick als Avi.
'Waarom wil het niet weg?' vroeg Dorian, zijn stem trillend, blik nog steeds gebrand op het monster. Ik zuchtte diep en keek naar Avi en Nick.
'Laat je blik niet van de oze,' zei ik in demonentong, iets wat ik eerst niet van plan was te doen, maar ik wilde Dorian niet meer vragen geven dan de vraag die hij net gesteld had. Het tweetal knikte en ik hurkte nu voor Dorian.
'Je kan je ogen er vanaf halen,' zei ik tegen hem. 'Die twee houden het wel in de gaten.'
'Pap,' zie hij in een trillende stem een die ik een tijd niet meer bij hem gehoord had. 'Gaat het erger worden?' Ik sloot mijn ogen met een zucht en legde gerustellend mijn hand op zijn been.
'Natuurlijk,' zei ik, wetend dat ik er niet omheen kon draaien. Ik zag in mijn ooghoek een verbaasde blik op Nick gezicht wat elke een kleine glimlach op mijn lippen toverde. 'Dit is de eerste van vele.'
'Iedereen gaat echt denken dat ik gek ben,' fluisterde Dorian. Ik zuchtte diep en ik sloot even mijn ogen.
'Er zijn meer zoals jij,' zei ik en ik was even stil terwijl ik een bange maar hoopvolle blik op me had. 'Er zijn plekken waar je veiliger bent. Maar dit is iets waar we het over kunnen hebben als we dit monster weggehaald hebben.' Ik stond op en ik draaide me om naar de oze. De ogen keken mij uitdagend aan.
Een nieuwe glimlach kwam op mijn gezicht door de locatie waar het zich bevond. Het was de hoek van de kamer waar ik altijd de manifestaties weg haalde toen Dorian klein was. De kamer was bijna niet meer de kamer die het ooit was: alle oceaan stickers waren meedogenloos weggehaald, in plaats van een speelhoek was er een bureau en het monster was nu geen schaduw meer maar een fysiek wezen. Ondanks dat zat het monster op dezelfde plek waar het altijd was.
'Welke ogen heb jij eigenlijk, Nick,' vroeg Avi.
'Die kleine,' antwoordde hij. 'Jij?'
'Die grote, maar die knipperen echt vaak. Is dat goed of slecht?'
'Zo lang jij niet knippert is het goed,' zei ik en ik keek om naar mijn zoon. 'Kan je het monster weer aankijken?' Hij knikte. 'Wat zie je?' Het was even stil en iedereen leek zijn adem in te houden.
'Het monster,' zei hij onzeker en ik knikte terwijl ik een dolk uit mijn jas haalde. Het lemmet glimde gevaarlijk en een paar monster ogen waren nu op mij gericht. Ik ademde diep in, verplaatste mezelf naar de oze toe en stak het mes erin.
'Wat zie je?' vroeg ik Dorian weer. Het was stil en lichte paniek begon zich een weg door mijn bloedbaan te banen. 'Wat zie je?' vroeg ik nog eens.
'Ik zie,' zei hij trillend. 'De ogen- ze- ze- gloeien. Gloeiden ze eerder al?'
----
Pam pam paaaaaaaaaaaaam
Dit was een best moeilijk hooefdstuk om in tweeën te delen, maar aan elkaar was het echt te lang :,) (dit is ik die sorry zegt voor de kleine klifhanger lol)
Laat vooral weer een ster achter <3
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top