16.2 De held uithangen
Killian
'Hé, niet zo snel!' zei Nick.
'Had je maar langer moeten zijn,' kaatste ik terug.
'Zegt de reus!'
'Wat zei je? Ik spreek geen smurfentaal.'
'Dat ik je zo kleiner sla.'
'Jij en welke kracht?'
'Wacht maar af.'
'Liever niet, ik heb niet eeuwen de tijd,' lachte ik, blij dat we weer op normale termen leken te zijn. Hoewel ik het niet toe zou geven was het raar door Nick genegeerd te zijn geweest voor meer dan een dag. Vroeger had hij me ook wel eens de dodende blikken en grommende opmerkingen gegeven, maar nooit langer dan een dag.
Nick was zo vergevingsgezind als een non. Als hij een vrouw was geweest en zijn broer niet vermoord had, was hij dat waarschijnlijk ook geworden. Al moest ik toegeven dat ik niet precies meer wist wat zijn oorsprong regio was waardoor het ook zou kunnen dat hij dat nooit zou kunnen zijn geworden in zijn tijd.
Ach, niet dat het iets uit zou moeten maken, er waren belangrijkere dingen om over na te denken. Zoals de vraag of ik iets te lief voor zijn ontvoerders was geweest of niet. Misschien had ik er een moeten laten stikken en een ander hun armen eraf moeten trekken. Want waar had ik mijn demonen anders voor als ik hun demonische kracht niet zou gebruiken? Mijn volgende missie zou ik zeker weer iemand strot er weer uit trekken of eventueel wat ogen verzamelen gewoon omdat het kon. Dat zorgde er vaak ook voor dat mijn demonen een stuk beter te toleren waren.
'Waar gaan we eigenlijk heen? Naar Dorians school?' vroeg Nick, ik knikte en ik besloot een ander moment verder te denken over toekomstige missies.
'Ja, het is nog een stukje lopen,' zei ik en ik keek op mijn horloge om te zien dat ik waarschijnlijk nog tijd had een korte stop bij de kerkers te maken om al het bloed van me af te vegen. 'We gaan eerst nog even langs huis.'
'Had je geen haast dan?'
'Jawel,' antwoordde ik. 'Maar zoals ik al zei, heb ik liever geen vragen van hem.'
'Ah, juist.'
'Daarnaast zijn de kerkers zeer op de route.'
'Maar moet ik dan nog steeds mee?'
'Ja, ik wil je niet kwijt als ik je ook mee naar De Dood moet slepen.'
'Is het nou zo moeilijk vertrouwen in mij te hebben?'
'Ja,' zei ik en zag Nick met zijn woorden sputteren.
'Ja maar,' begon hij en ik gaf hem een grijns.
'Je kan je er niet onderuit praten, Nick,' zei ik. 'Ik dacht dat we al vast hadden gelegd dat je uit situaties slijmen niet onder je talenten viel.' Hij rolde met zijn ogen wat mijn grijns enkel breder liet zijn. 'Daarnaast had ik je al gezegd dat ik wil dat we samen verslag geven. Dat is een stuk overzichtelijker voor onze meester en dat bezorgd hem ook even wat minder werk.'
'Ik dacht dat het juist weer rustiger was nu Moyra terug was?' Ik keek met een frons naar Nick. Was hij niet geïnformeerd? Waarschijnlijk niet, al was dat voor eens een keer vreemd, want Avi zou hier ook over geïnformeerd moeten worden. Al kon het zijn dat De Dood het eerst met Dood Vadalin wilde overleggen tot zij het zouden weten. Mijn ogen versmalden terwijl ik overwoog wat ik Nick zou vertellen.
'Het ligt wat moeilijker dan dat,' zei ik uiteindelijk. 'Ik denk dat onze meester je nog wat uit te leggen heeft op dat gebied.'
'In zijn opzichte waarschijnlijk niet,' zei Nick met een lach alsof hij enorme kiespijn had. 'Maar wie weet vertelt hij me eens iets als ik het direct vraag?'
'Wie weet,' zei ik en ik was blij een bekend huis in de verte te zien. Niet veel later waste ik het bloed van mijn handen en gezicht af. Ik prijsde me gelukkig met mijn zwarte kleren die niet veel van de bloedvlekken lieten zien en ik laadde mijn pistolen voor de zekerheid nog een keer.
'Verwacht je problemen?' vroeg Nick wat bezorgd.
'Ik verwacht altijd problemen, misschien moet jij dat ook eens een keer doen,' zei ik. 'Kom, anders ben ik te laat.'
Ik was er precies op het moment dat ik er wilde zijn. Geen seconde te vroeg en ook geen seconde te laat.
'Waar wil je me hebben?' vroeg Nick me en ik gebaarde naar een muurtje.
'Daar vind ik je wel terug,' zei ik terwijl mijn ogen naar Dorian zochten. Ik had hem snel gevonden, pratend met waarschijnlijk zijn vrienden voor de ingang van het gebouw. Ik verschool mezelf in de schaduw van een boom en ik wachtte tot hij mij zou zien.
Het duurde niet lang. Het moment dat we oogcontact maakte zag ik hoe hij verstarde en duidelijk verbaasd was. Of hij ook blijdschap voelde, kon ik van deze afstand niet zien, maar ik hoopte het wel. Hij zei haastig gedag tegen zijn vrienden en hij kwam met een gecontroleerde, maar snelle pas mijn kant op. Ik kon niet laten te glimlachen en ik zag die ook op zijn gezicht verschijnen.
'Pap?' vroeg hij vol ongeloof.
'Fijne verjaardag, Dorian,' zei ik en opende mijn armen. Hij wachtte geen seconden en gaf me een stevige knuffel. 'Ik heb je gemist, jongen.' Dorian liet mij los en keek me met tranen in zijn ogen aan.
'Ik had niet verwacht dat je het zou redden,' zei hij en een lach ontsnapte hem. 'Mam zei dat je van de aardbodem verdwenen was en...' Hij zuchtte diep.
'Hé,' zei ik. 'Ik ben er. Dus bij deze, je verjaardagscadeau.'
'Je hebt een cadeautje?'
'Natuurlijk,' zei ik en haalde een klein pakketje uit mijn zak. 'Zo'n slechte vader ben ik nu ook weer niet. Hoewel Mara daar soms wel wat anders over dacht... Hoe gaat het trouwens met haar?'
'Goed,' antwoordde Dorian mij en pakte het cadeautje aan. 'Ze haat je nog steeds met een passie?'
'Ik ben niks minder van haar gewend,' zei ik met een lach. 'Maar heeft ze al een nieuwe partner?'
'Telt een kat?'
'Van mijn part wel.' Dorian lachte en pakte zijn cadeau uit.
'Oh, wat is dit?' zei hij wat verward terwijl hij het in leer gebonden notitieboekje van alle kanten bekeek. 'Een notitieboekje?'
'Je moet aan de binnenkant kijken,' zei ik rustig Dorian keek me even aan en toen weer naar het boekje. Met een geleerde voorzichtigheid sloeg hij het open om begroet te worden door mijn handschrift.
'Je hebt nog steeds last van de nachtmerries, toch?' Dorian knikte voorzichtig. 'Als er een te echt wordt kan je dit gebruiken om jezelf te beschermen.'
'Echt?' vroeg hij met een frons en bekeek het boekje van alle kanten. 'En wat als het niet werkt?'
'Dan mag je me aanklagen,' zei ik met een grijns.
'Zal mam blij van worden,' zei hij en ik lachte.
'Zal ze zeker,' zei ik. 'Nog plannen voor vandaag?'
'Niet echt,' zei hij. 'Al gaan we het van het weekend echt vieren.'
'Klinkt alsof je grootse plannen hebt.' Dorian gaf me een grijns die hij volledig van mij geërfd had.
'Je kent me toch, pap? Of ben je mijn verjaardag op de kleuterschool vergeten?'
'Oh, god, nee. Twintig gillende kinderen in een huis was wel echt te enthousiast,' zei ik en haalde een hand door mijn haar bij die chaotische herinnering waarvan ik blij was dat die niet ergens in de duistere krochten van mijn geheugen beland was. Hoewel ik veel onthield, lag niet alles altijd op de voorgrond van mijn gedachten, maar zorgde ik er vaak voor die aan Dorian vers te houden. Dat was wel het minste wat ik voor hem wilde doen.
'Trouwens, pap,' zei Dorian en hij stopte het notitieboekje in zijn tas. 'Omdat ik jarig ben, mag ik je iets vragen?'
'Natuurlijk,' zei ik me niet helemaal realiserend dat ik daar misschien spijt van zou hebben.
'Het is misschien een beetje vreemde vraag, maar is het iets in de familie dat ik steeds zulke levensechte nachtmerries heb?' begon hij en leek mijn gezicht te bestuderen. 'Als in ook overdag?'
'Overdag?' vroeg ik en voelde hoe mijn hart wat bezorgd klopte. Ik had zo gehoopt dat het Dorian bespaard zou worden, dat hij het enkel zou kunnen zien in zijn slaap of de nacht. Alleen brak die vraag al mijn hoofd. Natuurlijk zou hij het ook overdag gaan zien. Zeker nu er de laatste tijd een stel demonen vrolijk rondliepen.
'Ja?' zei Dorian, nu plots onzeker van zijn zaak en met een diepe frons op zijn gezicht. 'Je zei altijd dat de nachtmerries iets was wat jij ook altijd had, maar ik dacht altijd dat je 's nachts bedoelde dus ik dacht nooit dat ik plots vreemde dingen overdag zou zien. Dus ja, dat dus? Mijn vrienden kunnen het niet zien, dus dacht ik misschien dat ik het van jou heb of zo?'
'Wat zie je allemaal, overdag dan?' vroeg ik en merkte dat mijn handen de neiging hadden te trillen, dus stopte ik ze in mijn zakken. Dorian beet op zijn lip.
'Vreemde monsters? Niet zoals de slaapparalyse demon. Of nou ja, soms wel? Het is vreemd, soms zijn het heel veel kleuren soms juist het tekort ervan,' vertelde hij en ik wist daarmee meteen dat hij langzaam door illusies begon te kijken. Ik moest mij inhouden niet te vloeken en ik haalde die adem.
'Dan moet ik je een wat minder leuk antwoord geven door te zeggen dat dat alleen maar erger wordt,' zei ik, maar ik legde wel geruststellend mijn hand op zijn schouder. 'Houd het notitieboekje goed bij je. Het zal je door het meeste heen kunnen helpen.'
'Oké?' Ik zuchtte diep.
'Als het erger wordt... Stuur me een berichtje,' zei ik en haalde een vergeten telefoontje uit een jaszak. 'Ik ga ervanuit dat je er een hebt? Tenminste ik dacht dat het een ding was onder de jongeren nu.' Dorian lachte en haalde een stuk moderner apparaat uit zijn broekzak.
'Je begint oud te worden pap,' zei hij. 'Wil je nog een codenaam zodat mama niet te veel gaat zeiken?'
'Ik ga ervanuit dat je je telefoon voor jezelf houd,' zei ik met een lach en zorgde ervoor dat hij het juiste nummer opgeslagen had. 'Ik kan waarschijnlijk niet elk moment opnemen, maar daarvoor werken sms'jes een stuk beter.'
'Oké,' zei Dorian met een knik en borg zijn mobieltje weer op. 'Hoe vaak heb je nu al je telefoonnummer veranderd?'
'Zo vaak mijn telefoon kapot is gegaan,' zei ik met een lach. 'En dat is iets te vaak. Maar ik zal proberen deze heel te laten.'
'Dat zou wel een keer fijn zijn,' zei Dorian met een gebroken expressie op mijn gezicht die mij schuldig liet voelen. Ik wist niet wat er op te zeggen en besloot hem in een knuffel te trekken.
'Houd je haaks,' zei ik en liet hem weer los.
'Ga je weer?' vroeg hij wat verdrietig en ik knikte.
'Mijn opdrachten worden niet plots minder.'
'Kan je geen vakantie nemen dan?'
'Ik had wel een paar vrije dagen laatst, maar die heb ik gebruikt om een goed cadeau voor je te vinden,' zei ik en ik wilde iets zeggen hem beter te laten voelen, maar niks leek logisch te zijn. Misschien zou ik hem moeten vertellen wat al zijn nachtmerries veroorzaakte, maar ik wilde eigenlijk wachten tot hij me zou bellen. Dat moment zou hij te veel kunnen zien waardoor de kennis die ik hem zou geven alles op zijn plek zou laten vallen. Nu zou het enkel meer vragen geven dan ik tijd had om die te beantwoorden.
'Wanneer zie ik je weer?'
'Hopelijk snel,' zei ik, maar wist met pijn in mijn hart dat dat niet zo zou zijn.
----
Ik realiseer me nu pas dat ik steeds vergeet onderaan het hoofdstuk te zetten iets in de woorden van: "vergeet niet die mooie ster helemaal oranje te maken als je het verhaal leuk vind"
Bij deze. Het enige wat je ermee doet is een kleine glimlach op mijn gezicht laten verschijnen en me een kleine ego boost geven.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top