11.1 Moeras mist
Met de terugkomst van Moyra kwam goed nieuws. Of in ieder geval, de missies werden weer vervolgd en het was nu niet meer verplicht de kleine missies met een ander te doen. Behalve voor de begeleiders en hun jongere eeuws natuurlijk, was het nu mogelijk om elke missie alleen uit te voeren. Killian was hier zo blij mee dat hij bijna van de aardbodem verdwenen leek te zijn om elke opdracht te doen die er te doen viel.
Ik moest zeggen er zelf aardig neutraal over te zijn. Ja, ik hield ervan naar muziek te kunnen luisteren tijdens een missie, maar ik was blij als het gewicht van een fout die ik maakte tijdens een missie niet volledig op mijn schouders lag. Avi had duidelijk een andere reden niet eens te zijn met de verandering van de regels.
'Ik weet niet of het de beste keuze is,' zei Avi tegen mij terwijl we door de kasten vol zielenflesjes liepen op zoek naar een stel die we voor onze komende missie konden gebruiken.
'Hoezo niet?' vroeg ik. 'Ik ga ervanuit dat Moyra goed nieuws gebracht heeft waardoor er minder angst is dat we dood neer kunnen vallen.' Ik zei het wat losjes, maar het was niet de beste woordkeuze. Avi keek naar haar schoenen.
'Maar wat is het dan precies wat ze Dood Hein verteld heeft?' zei ze. 'Wat zorgt ervoor dat er opeens minder kans is dat er iemand dood kan gaan?' Ik had daar geen antwoord op en ik pakte met zwaar hart de flesjes die we nodig hadden.
'Ik denk dat die kans nooit weggaat,' zei ik om realistisch te blijven, ik had het gevoel dat Avi geen goedpraterij zou accepteren. Ook merkte ik het zelf nodig te hebben, ik wist dat de angst plots te kunnen streven me alerter hield. Al had het ook voor intense woede tegenover Killian gezorgd. Onbewust klemde ik mijn kaken op elkaar terwijl ik hem weer vervloekte.
'Precies,' zei ze met een wat gebroken stem en ik keek haar aan. 'Dus hoe moet ik niet bang zijn dat er niet weer iemand naast me dood neervalt?' Ik had weer geen antwoord voor haar en waarschijnlijk wist ze dat ook. Ze had namelijk volstrekte gelijk bang te zijn. 'Het is gewoon... Ik kan er niet niet aan denken.'
'Het is nog steeds te vers,' zei ik daarop eerder als een feit dan een vraag en ik gaf haar wat flesjes aan zodat ik een nieuwe set in mijn hand kon nemen.
'Ja.' Haar stem was wat dik en ze keek weg.
'Heb je erover gedroomd?' Het was stil en ik merkte dat ze me aankeek.
'Is dat vreemd?'
'Allesbehalve,' zei ik en ik toverde een kleine bemoedigende glimlach op mijn gezicht. 'Hoewel ik zelf nooit iemand zo verloren heb, ken ik wel iemand die het misschien zo als jij ervaren heeft.' Avi keek me vragend aan en ik besloot het verder uit te leggen. 'Het was iemand die ze heel lang kende, maar plots stierf. Vaak ben je als leerling gewend dat dat uiteindelijk wel gebeurd, maar niet elke dood is gepland. Zelfs niet door De Dood.'
'Maar hoe komt dat dan?'
'Vaak een roeping van engelen,' zei ik. 'Of eerder een schreeuw van ze. Het is iets wat wij niet in de hand hebben en het is niet voor ons om ons ermee mee te bemoeien.'
'Maar hoe ervaarde ze de dood dan?'
'Slecht,' zei ik. 'Had vreselijke nachtmerries over hoe ze niet op tijd bij hem kwam... Ze heeft daarna gevraagd aan De Dood om te stoppen met leerling zijn.' Het was weer even stil.
'Je kan stoppen met leerling zijn?' vroeg Avi mij.
'Ja,' zei ik. 'Het is net als wanneer je je tweede millennium van Dood zijn bereikt hebt. Je onsterfelijkheid wordt ontnomen. Overweeg je het?' Avi dacht er duidelijk even over na, maar schudde toch haar hoofd.
'Nee, ik denk niet dat ik daar klaar voor ben,' zei ze. 'Daarnaast heb ik nog niet eens een contract met een demon.' Ik glimlachte.
'Dat is niet iets wat je wil missen,' zei ik. 'Al is het dan moeilijker om geen leerling van De Dood meer te zijn. Eenmaal een contract, kan je niet meer terug.' Avi knikte.
'Ik vraag me nu af of Lewis misschien ook van zijn onsterfelijkheid af had gewild,' zei ze wat voorzichtig.
'Wat laat je dat denken?'
'Hij had het er wel eens over, niet vaak. Hij zei wel eens dat hij jaloers was op de sterfelijkheid van de mensen om ons heen.'
'Ik moet zeggen dat ik dat ook eens heb,' zei ik. 'Hoewel we uiteindelijk wel dood gaan, voelt het soms dat er geen einde is. Ik probeer er niet al te veel over na te denken, moet ik toegeven.' Avi knikte.
'Wel zo gezond,' zei ze en ik lachte. 'Hebben we eigenlijk alles?'
'Ik moet er nog een voor een demonenziel,' zei ik. 'Kennelijk is een eerstegraads demon de tussenwereld uitgelopen, dus als we die onderweg tegenkomen, wordt het zeer gewaardeerd die te vangen.'
'Het verbaasd me steeds weer hoeveel zielen hier zijn, wanneer laten jullie ze vrij?' vroeg Avi wat afgeleid.
'Rond bepaalde maanstanden,' antwoordde ik haar. 'Ik heb geen idee wanneer, maar Yee zal het weten.'
'Hm, oké,' zei ze en ze tikte tegen een van de gevulde flesjes aan. 'Het lijkt me een groot gebeuren voor de demonen.' Ik gaf haar een glimlach en mijn ogen vingen een flesje wat ik nodig had, maar hoger stond dan ik lief had.
'Het is een dag waarop bijna alle missies met demonen niet gedaan worden,' zei ik en ik zag even verderop een trap staan die ik kon gebruiken.
'Klinkt problematisch.'
'Er zijn gewoon veel groepsmissies,' zei ik. Nu met behulp van de trap kon ik het juiste flesje pakken. Ik hoefde niet te controleren of die leeg was, want demonenzielenflesjes waren de enige die nooit gevuld waren. Die zielen werden altijd linea recta naar het pentagram toegestuurd en daar vrijgelaten. 'Het is niet heel veel anders dan normaal.' Ik klom weer naar beneden en ik gaf Avi het flesje aan.
'Dan hebben we nu alles,' zei ik. 'Waar moesten we voor de missie heen?' Avi haalde de map onder haar oksel vandaan en ze stopte het demonenflesje weg.
'Een dorpje wat verderop,' antwoordde ze. Ik knikte.
'Dat wordt een tripje naar de tuinen dan.'
'Wat is de vaste locatie dan?'
'Geen idee,' zei ik met een lach. 'Vast een schuur. Het is altijd een schuur.' Ik daagde Avi daarna uit de weg naar de tuinen te vinden zonder mijn hulp. Iets wat haar aardig lukte op een afslag na, maar we kwamen er hoe dan ook.
De dimensionale tuinen vond ik een altijd wat vreemde plek. Het was buiten terwijl ik wist dat we onder de grond zaten. Planten groeide er zonder problemen en de muren waren bedekt met klimop. In het midden was stond een collectie aan deuren in verschillende vormen en kleuren.
'Welke denk je dat we nodig hebben?' vroeg ik Avi toen ze wat twijfelend naar de scène voor haar keek.
'Weet ik veel,' zei ze. 'Die misschien?'
'Bijna,' zei ik. 'Je zit er een naast.'
'Toch de rode.'
'Nee, de blauwe,' zei ik en ze zuchtte verslagen. 'Heb je je sleutel bij je?'
'Altijd? Waarom?'
'Dan mag je de deur openen.'
'Dat werkt hier gewoon?'
'Waarom zou het niet moeten werken?'
'Andere kerkers, andere deuren?'
'Zou niet moeten, als in het zijn wel andere deuren, maar ze luisteren naar elke sleutel van elke leerling.'
'Behalve die,' zei Avi en weer naar de deuren zonder locatie, deuren die ik als ik een zesde eeuws zou worden eindelijk openen kon.
'Behalve die,' zei ik met een glimlach en ik was blij te zien dat ze haar sleutel tevoorschijn had gehaald om de blauwe deur te openen. Niet veel later stapten we inderdaad een oud en verlaten schuurtje uit.
Ik werd wat verrast door de snijdende wind en ik trok mijn jack wat strakker om me heen. Mijn masker deed ik op en versmolt met mijn gezicht. Al moest ik toegeven dat ik het vergeten was te doen als ik Avi niet dezelfde beweging had zien maken.
'Waar zegt de kaart dat we heen moeten?' vroeg ik Avi die de kaart er al bij had gehaald voor ik het hoefde te zeggen. Iets wat me terug deed denken aan een van mijn eerste missies met Rea. Ze was me altijd voor met haar ideeën, iets wat ze daarna ook altijd bleef.
'Dat pad af, derde boerderij aan de linker kant,' antwoordde ze en ik knikte. Mijn hand ging naar mijn armband en ik riep Yee op, wetende dat ik hen nodig zou hebben deze opdracht. Zeker met een andere demon die in het gebied rond zou kunnen lopen. Ik was niet altijd voorbereid, maar in dit soort gevallen...
'Yee, kan je opletten of je ergens een andere demon voelt?' vroeg ik hen het moment dat hen naast me verschenen was. Hen observeerde de omgeving voor een klein moment en hen besloot daarna een menselijke gedaante aan te nemen.
Ik was al blij dat de weg waar we stonden uitgestorven was, maar was blijer voor hun menselijke gedaante wegens ik dan niet alles voor Avi hoefde te vertalen wanneer mijn demon sprak. Als ze eenmaal zelf een contract had zou dit geen probleem meer zijn, maar nu kon ze niks verstaan wat in demonentong gezegd werd.
'Is er weer een ontsnapt?' vroeg hen, ik knikte. 'Waarschijnlijk een hongerige eerstegraads die een scheur heeft gevonden. Ik zeg je wel wanneer ik hen voel.'
'Wordt gewaardeerd,' zei ik.
'Ik denk dat de kaart overbodig was,' zei Avi plots en ze stopte met lopen. Ik keek de verte in en ik zag wat ze bedoelde.
'Jeetje,' zei ik in een geschrokken fluistering. De boerderij was omgeven door een dikke groene mist. 'Dat is inderdaad moeilijk te missen.'
'Nu maar hopen dat het een normale vloekzegel is en niet zo een waardoor scheuren in stand worden gehouden.'
'Er staat dat er enkel elkers zijn,' zei Avi. 'Dus ik denk het niet? Ik herinner me dat die zelfs zonder scheuren kunnen verschijnen?'
'En voor verrotting van echt vanalles zorgen,' zei ik en ik merkte dat ik wat licht in mijn hoofd werd van de steeds sterker wordende geur. 'Ik ben blij als we die zegel gebroken hebben en van deze stank af zijn.'
'Gewoon je neus dichtknijpen, dan is het ook weg,' zei Avi en dat liet Yee lachen.
'Je hoort het. Niet zo zeuren, Ni.'
'Ik zal mijn best doen,' zei ik met een zucht en twee rollende ogen.
De lucht werd zo sterk dat ik blij was een sjaal voor mijn neus te kunnen trekken. Avi leek er niet al te veel last van te hebben, leek het. Al kon het zijn dat zij, wegens dat ze nog geen demonen contract had, er minder op reageerde. Ik merkte ook dat de lucht stoffiger werd en dat de boerderij waar we heen gingen, steeds moeilijker te zien was. Zouden de buren niet doorhebben dat de lucht hier een hele slechte kwaliteit had? Dit was extremer dan ik gewend was, dus hoe kwam het dat er nog geen meldingen binnen waren gekomen van lokale omroepen die een mysterieuze geur of lucht in de nabije omgeving hadden gezien. Het klopte niet en ik vreesde dat de elkers niet alleen hier verantwoordelijk voor waren.
'Voel je een demon in de buurt, Yee?' vroeg ik en hun ogen spleten zich even om daarna weer terug in menselijke staat te gaan.
'Niet dichtbij,' zei hen en was even stil met en diepe ademhaling. Dit gaf mij de indicatie dat hen zich op de omgeving aan het focussen was. 'Maar de lucht is verdacht.'
'Ik had al zo'n vermoeden,' zei ik langzaam. 'Het is te dik om alleen door elkers veroorzaakt te zijn. Behalve als het een héél groot nest is.'
'En ik hoopte nog zo dat we er makkelijk vanaf zouden komen,' zei Avi met een kreun en ze veegde het stof van de map om te kijken of we nog goed liepen, want onze omgeving werd steeds moeilijker om te zien. 'Ik heb bijna het gevoel alsof we in een moeras zitten.' Ik knikte en ik merkte dat mijn voeten bij elke stap steeds verder in de modder zakten.
'Volgens mij zitten we ook in een moeras...' zei ik verward en keek naar Yee die hun menselijke vorm had opgegeven. Hun onvaste lijf zweefde om mij heen.
'Weet je zeker dat we op zoek waren naar een eerstegraads demon?' vroeg hen met een grom in hun stem, hun tanden scherp en zichtbaar.
'Wij wel, maar het zou kunnen dat we een ander tegen zijn gekomen,' zei ik en ik merkte dat ik verwarder raakte hoe verder we kwamen. 'Waarvan ik moet toegeven dat we daar niet op voorbereid zijn.' Avi stopte met lopen en ze keek mij wat angstig aan.
'Kunnen we dan niet beter terug gaan?' vroeg ze. 'Ik weet niet of ik heel blij wordt van een hogegraads demon.' Ik keek naar Yee.
'Welke graad denk je dat het is?' vroeg ik hen en Yee dacht er lang over na.
'Twee of drie,' zei hen. 'Twee kan dit soort illusies ongemerkt maken, drie kan ik niet aan.'
'Laten we hopen op twee dan,' zei ik, beet mijn lip en ik sprak onbewust mijn gedachten hardop uit. 'De tyfus, dit was niet de missie waar ik op gehoopt had.'
'Maar we gaan door?' vroeg Avi en ik knikte met wat voorzichtigheid.
'In ieder geval naar het huis toe, dan hebben we hopelijk meer informatie over wat er aan de hand is en misschien is daar dit moeras niet aanwezig,' antwoordde ik en ik haalde een van mijn zwaarden uit de schede. 'Maar ik zou hoedanook je wapen erbij pakken.' Avi knikte en ze haalde ook haar mes haar schede uit.
'Welke kant is het huis op?' vroeg ik haar daarna en ze wees de weg. In kleine stappen baande we ons een weg door een vreemde wereld tot ik tegen een muur aanliep. Yee lachte me uit.
'Volgens mij heb ik het gevonden,' zei ik en ik wreef wat pijnlijk over mijn neus.
'Als je het niet had gezegd was ik er tegenaan lopen,' zei Avi die haar hand op de muur legde.
'Raad eens hoe ik het heb gevonden?'
'Dat geluid kwam van jou?' Ik knikte en legde nu ook mijn hand op de muur. Samen liepen we met onze handen aan het houten oppervlak langzaam zijwaarts in de hoop een deur te vinden.
'Nog iets opgepikt van de demon, Yee?' vroeg ik even voor de zekerheid. Ik vertrouwde erop dat hen me op tijd zou waarschuwen, maar ik wilde er liever zeker van zijn.
'Geen demon,' zei hen. 'Maar ik heb het gevoel dat er iets anders gaande is geweest.'
'En dat is?' vroeg ik met wat angst, onzeker over de hele situatie. Yee verdween, zonder iets te zeggen, maar kwam gelukkig snel terug. 'En?'
'Ik denk dat als we hier klaar zijn je zometeen even met mij mee moet.' Ik keek mijn demon vragend aan. Ik was gewend dat hen niet altijd alles kwijt wilde, maar nu was ik niet helemaal blij met dat hen duidelijk niet wilde vertellen wat er gaande was. Ik voelde dat hen meer wist, maar ik wist ook dat ik dat er niet makkelijk bij hen uit zou krijgen behalve als ik zonder klagen met hen mee zou gaan.
'Maar geen demon dus?'
'Nee,' zei Yee. 'Die is al weg.'
'Oké,' zei ik dat zei me meer dan ik verwacht had. Er was dus wel een andere demon hier geweest en dat zou de oorzaak kunnen zijn geweest van deze hevige mist. Ik keek naar Avi. 'Zullen we dan naar binnen gaan?' Ze knikte en met een duwtje tegen wat oud hout opende ze de deur die duidelijk niet op slot had gezeten. In het huis was het net zo stoffig als buiten, het enige verschil was dat we hier nog minder konden zien.
'De tyfus,' schold ik met samengeknepen ogen. 'Ik zie echt niks.'
'Hier,' zei Avi en ze pakte opeens mijn hand vast. 'Ik heb geen zin je kwijt te raken.'
'Slim,' zei ik en hand in hand liepen we als een stel blinden stapje voor stapje het huis door. 'Yee, zie je ergens tekenen van vloekzegels?'
'Als je een momentje wacht,' zei hen en ik voelde hoe een bekende kou door mijn lichaam trok. Mijn ogen zagen nu iets meer, maar het voelde alsof ik een zeer slechte nachtkijker op had met te veel ruis.
'Ik zie nog steeds geen ene kut,' zei ik wat teleurgesteld.
'Ik snap ook niet waarom je op dit moment er een zou willen zien,' zei Yee en als hen als mens naast me had gestaan had hen waarschijnlijk bij die opmerking hun ogen gerold. 'Daarnaast, zou je de zegels moeten zien.' Ik fronste en ik keek links, recht, onder, bove- Aha! Boven zag ik het zachte branden van een vloekzegel en ik kneep Avi in haar hand.
'We moeten een trap op,' zei ik en ik probeerde door de ruis een trap te vinden, maar alles leek steeds te verspringen alsof Yee's aandacht ergens anders was.
'Kan je ergens een trap zien?' vroeg Avi en ze schuifelde wat dichter naar me toe.
'Nog niet,' zei ik. 'De lucht is zo dik dat ik het zelfs met Yee's ogen niet kan zien.'
'Dat is kut,' zei ze met een zucht.
Het volgende kwartier waren we bezig met niet over alle meubels struikelen, muren aftasten en uiteindelijk een trap vinden om die te beklimmen.
'Wacht,' zei Avi en ze trok me stil halverwege de trap. 'Hoe gaan we de elkers vermoorden als we helemaal niks kunnen zien?'
'Yee? Heb jij een idee?' vroeg ik, niet zelf het antwoord wetend.
'Ik heb altijd ideeën Ni,' zei hen en hen maakte zich los van mijn lijf. Mijn zicht werd enorm belemmerd daardoor en ik realiseerde me toen pas hoe goed Yee's zicht was geweest in deze vreemde lucht. 'Maar dan moet je wel even geduld hebben én heb ik wat bloed van je nodig.'
'Oké,' zei ik en ik hoorde Yee tevreden grinniken. 'Maar laten we dan eerst naar de bovenkant van deze trap gaan.'
'Wat zei hen?' vroeg Avi en ik realiseerde me toen pas dat ze hen niet kon horen wegens hen niet meer met hun mensentong sprak.
'Yee heeft een plan, dus dat is iets,' zei ik terwijl ik langzaam weer de trap op liep, bijna over mijn voeten struikelend toen ik de bovenkant bereikte.
'Voorzichtig,' zei Avi mij terwijl ze me recht hield. Daarnaast kwam ze naast me tegen de muur staan en ze liet mijn hand wat twijfelend los. 'Dus hen heeft een plan?'
'Jup, en dat is mijn bloed gebruiken voor wat sterkere magie,' zie ik en ik voelde hoe Yee ernaar uitkeek mijn bloed weer een keer te proeven buiten de betalingen om. 'En ik hoop dat dat ervoor gaat zorgen dat we beter gaan zien of in ieder geval de elkers waar kunnen nemen.'
'Dat zou fijn zijn,' zei Avi en ik merkte dat ze net als ik een steeds kortere ademhaling begon te krijgen. De lucht zorgde niet echt voor de zuurstof die we nodig hadden.
'Je bloed, Ni,' zei Yee plagend en ik voelde klauwen over mijn onderarm gaan. Onbewust rilde ik.
'Juist,' zei ik en kromp ineen terwijl de klauwen mijn arm ingingen. Ik vloekte sissend en ik kneep mijn ogen stevig dicht.
'Niet huilen, Ni. Het is maar een druppeltje.'
'Zeg jij,' zei ik tussen mijn tanden door en ik vloekte nog eens.
'Nick? Gaat het?' hoorde ik Avi vragen. Ik knikte meerdere keren.
'Ja. Ja, het gaat,' zei ik, maar ik maakte nog een scherpe ademhaling. Ik moest zeggen dat dat niet al te fijn was met de misselijkmakende lucht die mijn longen in kwam. Al leidde het me vreemd genoeg wel af van het warme bloed dat, in plaats van over mijn arm naar beneden te lopen, mijn arm uit werd gezogen door mijn demon.
'Bedankt voor de donatie,' zei Yee net iets te vrolijk.
___
Als ik dit hoofdstuk niet in tweeën zou splisten zou het meer dan 6k woorden zijn "^^ Ik weet niet helemaal waar dat nou weer vandaan is gekomen xD
Also sorry dat het zo taffes lang duurde om te plaatsen, jeetje mieneetje het voelt echt jaern geleden dat ik geüpload heb
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top