20
*WAARSCHUWING* Aanrandingsscene.
- - - - -
In paniek kijk ik om me heen maar Tom staat met zijn rug naar mij gekeerd.
"Wat daag je het me toch uit vanavond. Al die stiekeme blikken die je me toewerpt. En dan expres uit mijn buurt te blijven," fluistert Felix in mijn oor. "Maar nu heb ik je dicht bij mij. Je hebt gewonnen. Ik zal je geven wat je wil."
Ik voel de tranen in mijn ogen opwellen. Felix zijn handen op mijn lijf doen me nog meer verstijven. Zijn woorden verwarren me. Ik wil dat hij van me wegblijft maar ik weet dat hij iets anders bedoelt met 'geven wat ik wil'. Ik heb helemaal niet stiekem naar hem gekeken. De enige reden dat ik af en toe naar hem keek was om er zeker van te zijn dat ik hem kon ontlopen en hij niets zou proberen. Daar ben ik dus grandioos in gefaald.
"Wij zijn even weg." Felix grijnst naar een paar teamgenoten vlakbij. En ze lachen met hem mee. Ik slik van verbazing. Ze kunnen hier toch niet mee akkoord gaan?
Felix grijpt mijn pols en trekt me achter hem aan. Hij doet me zeer en ik probeer me los te wrikken. Maar hij versterkt alleen maar zijn grip. Nu ben ik echt in paniek. Het kan me niet meer schelen wat anderen van mij denken. Ik moet hier aan ontsnappen!
"Ik wil niet," zeg ik smekend tegen Felix. "Laat me alsjeblieft gaan."
"O, je wil dit wel. Geloof me." Felix laat me niet los.
Wanneer Felix me verder trekt, grijp ik wild om me heen. Ik weet een stoel vast te nemen maar door de snelheid waarmee Felix doorstapt, moet ik die al snel loslaten. De stoel valt op de grond en mijn actie doet dan misschien wel een aantal hoofden opkijken, maar er is niemand die iets doet.
Is er dan echt niemand die me wil helpen ontsnappen?
Ik strompel achter Felix aan en struikel een paar keer over mijn eigen voeten. Ik trek aan zijn arm. Ik doe nog een poging "Felix laat me los!" Maar hij reageert er totaal niet op.
Felix sleurt me mee tot in de toiletten. Mijn trui is nat, en enkel daardoor weet ik dat ik vast aan het wenen ben. Verder voel ik het niet.
De laatste wie ik zie, voordat Felix me een toilethokje intrekt, is Sarah. Ze staat voor de spiegel haar make up bij te werken. Ze kijkt op en ziet me. En met mijn laatste kracht schreeuw ik schor "Help me!"
Dan gaat alles heel snel. Felix duwt me ruw tegen de koude tegelmuur van het toilet. Ik voel hoe Felix mijn trui over mijn hoofd trekt en hoe hij krachtig mijn T-shirt uit mijn broek trekt. Hij heeft nog steeds mijn pols vast. En als ik met mijn andere hand hem weg probeer te duwen, grijpt hij ook die en duwt hij mijn beide armen achter mijn rug.
Ik probeer aan leuke dingen te denken. Aan die reis naar Italië toen ik dertien was en pap en mam nog samen waren. Ik denk aan toen ik acht was en de maaltafelkampioen van de klas was, en een hele week de gouden medaille mocht dragen. Ik ben vijf en ben weer samen met opa in de tuin aan het werken. Hij woelt met de riek de aardappels los in de grond en ik verzamel ze. En 's avonds maakt hij dan gebakken aardappeltjes met spek.
- - - - -
Als met veel kabaal de wc-deur wordt opengetrokken, verdwijnt opa uit mijn gedachten. In een waas zie ik hoe Tom en Marc, Felix van me afsleuren. Het geroep is loeihard en ik duw mijn handen op mijn oren om het te doen stoppen. Ik knijp mijn ogen dicht in een poging terug in mijn gedachten weg te zinken en alles terug af te blokken.
Ik voel een aanraking op mijn billen en ik raak opnieuw in paniek. Ik sla wild om me heen. De handen moeten weg. Het geroep moet weg. Laat me alsjeblieft alleen!
"Nee, nee, nee!" Ik herhaal dit korte woord telkens weer. Misschien als ik het duizend keer roep, een miljoen keer, dat het dan uiteindelijk gehoord wordt.
Dan hoor ik een zachte stem me toespreken "Ssh, rustig maar. Ik ben het." Het is een vrouwenstem. Ze houdt mijn polsen vast, net zoals Felix dat ook deed. Maar de aanraking is zacht en niet dwingend. Ze wrijft met haar duimen over mijn huid.
"Ik ga even ... niet verschieten he." Ik voel haar handen terug op mijn billen. Ik verstijft terug, maar mijn paniek is minder. Ik open mijn ogen tot spleetjes en zie de wilde haarbos van Sarah. Ze kijkt naar beneden. Ik volg haar blik en zie hoe ze mijn jeans, die op mijn knieën hangt, ophoog trekt.
Als ze mijn rits probeert dicht te doen word ik teruggeworpen naar dat vreselijke moment van even geleden. Ik duw haar van me af, "Niet doen". Ik weet niet of ik dat luidop zei, danwel het enkel in mijn hoofd was, maar ze stopt haar poging. Dan legt ze haar arm om me heen en trekt me het toilethokje uit.
Sarah neemt me mee de trap op. Als we voor de deur van Toms appartement staan, haalt ze een rammelende bos sleutels uit haar zak. Ik herken het stenen papegaaitje.
Ik zie haar handen trillen als ze een eerste sleutel in het sleutelgat probeert te wringen. Het is de verkeerde sleutel en ik hoor haar vloeken.
"Vierkant," fluister ik.
"Wat zeg je?" Sarah kijkt naar me op en ik wijs naar de sleutelbos.
"Vierkant," herhaal ik.
"Wat deze?" vraagt ze me en ik knik.
- - - - -
Eindelijk is het stil. Sarah heeft de deur dicht gedaan en duwt me verder het appartement in.
"Wil je thee?"
"Of rusten?"
"Zal ik een deken voor je zoeken?"
"Zet je even in de zetel."
Het is allemaal heel lief. Maar het liefst wil ik gewoon alleen zijn. Ik krijg het niet over mijn hart om haar weg te sturen.
En ik ben vuil. Mijn wangen voelen stijf van de opgedroogde tranen. Er hangt iets plakkerigs op mijn buik. En ik denk dat mijn handen nooit meer proper zullen geraken.
Ik strompel de badkamer binnen. Mijn benen voelen als pudding, en als ik de deur achter me in het slot draai, zak ik op de grond neer.
Ik kijk naar mijn handen. Er zit bloed onder mijn nagels. Is dat mijn eigen bloed of van Felix? Pas als ik mijn buik wil inspecteren, merk ik dat mijn T-shirt helemaal gescheurd is. Ik denk weer terug aan waar Felix me allemaal heeft aangeraakt en ik wil zo snel mogelijk al mijn kleren uit. Ze ruiken naar Felix. Ik ruik naar Felix en die geur moet weg!
Mijn gescheurde T-shirt, mijn beha die half scheef hangt, mijn jeans die nog altijd open staat, mijn onderbroek en mijn kousen. Alles gooi ik in een hoek van de badkamer. Maar het is niet voldoende. Ik moet douchen! Ik moet die geur weg krijgen. Ik moet naar bloemen ruiken. Of naar peche of naar vanille. Het maakt niet uit. Maar die vieze geur moet van mijn lijf.
- - - - -
Ik zit in de badkuip en laat het water op mijn rug kletteren. Ik heb geen idee hoe lang ik hier al zit. Maar ik kan geen reden bedenken om er uit te gaan.
Ik wou dat mijn hoofd leeg was.
Ik hou mijn ogen dicht. Het liefst zou ik gewoon willen slapen. Dan kon ik doen alsof het allemaal maar een droom was. En dan kon ik morgen wakker worden en terug verder gaan alsof er niets gebeurd is.
Mijn hoofd bonkt. Het lijkt alsof een hamer om de paar seconden met een harde klop op mijn voorhoofd valt. Ik hoor ook elke keer de bonk. De hamer zegt mijn naam: "Joke."
Kan ik niet gewoon iemand anders worden? Iemand die een normaal leven leidt? Met een vader en een moeder? Met hobby's en vriendinnen? Met chatgroepjes met klasgenoten? Met toekomstplannen en ambities? Met me zorgen maken over studiekeuzes?
Ik hoor nog steeds mijn naam.
Het gebonk blijft ook aanhouden.
"Joke?"
Traag dringt het tot me door dat het Tom is. Ik draai de kraan dicht en spits mijn oren.
"Joke?"
Ik zeg niets. Wat zou ik moeten zeggen?
"Ik heb hier wat andere kleren. Ik dacht misschien ...," Tom maakt zijn zin niet af.
Mijn eigen kleren kan ik sowieso nooit meer aan. Ik stap uit de badkuip. Mijn rug doet zeer als ik een handdoek om me heen sla. De spiegel is aangedampt en ik ben blij dat ik niet naar mezelf moet kijken. Ik weet niet of ik dat ooit nog wel wil.
Ik open de deur op een kier, waarop Tom meteen het stapeltje kleren erdoor steekt. Ik mompel een "dank je," en doe de deur snel weer dicht.
Een paar minuten lang staar ik naar het stapeltje kleren in mijn handen. Ik herken ze niet. Onder een zwarte yogabroek, vind ik een zwarte katoenen onderbroek en een grijze sportbeha. En als laatste gaf Tom me nog een Zalmroze wollen trui.
Eigenlijk wil ik gewoon blijven waar ik ben. Als ik hierbuiten stap, dan betekent dit dat de wereld weer verder gaat. Dan betekent dit dat ik geconfronteerd zal worden met alles wat er gebeurd is.
Maar ik kan Tom niet eeuwig laten wachten. Dit is zijn huis en ik kan het niet tot mijn schuilplaats claimen.
De deur kraakt als ik de badkamer uit stap. Tom zit in de zetel en veert recht van zodra hij me ziet. Hij komt naar me toe. En plots voel ik al mijn emoties terug opkomen. Ik val hem in de armen en voel hoe mijn tranen terug beginnen stromen.
- - - - -
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top