16
- - - - -
Pap vraagt me niet waarom ik zo laat ben. Eigenlijk lijkt hij me zelfs amper op te merken als ik thuiskom. Hij mompelt wat over spaghetti maar houdt zijn ogen en zijn aandacht gericht op de televisie.
Ik ga naar mijn kamer en besluit de schrijfopdracht dan maar in het net uit te schrijven op papier. Hopelijk wordt dat ook aanvaard. Zonder computer en zonder internet heb ik niet veel andere keuze.
Al snel voel ik de rillingen in mijn lijf. Het raam van mijn kleine kamertje is nog enkel glas. Alleen beneden zijn de ramen van dubbel glas voorzien. Ik trek een extra trui aan en vind nog een dikke muts die ik ook gelijk op zet. Mijn handen wrijf ik warm en met veel inspanning rond ik mijn schrijfopdracht zo snel mogelijk af.
Als ik beneden kom is het al avond. Binnen een uurtje moet pap aan de shuttle staan.
Pap snurkt. Ik zie een vuil bord op het salontafel staan, samen met drie lege blikjes bier. Ik besluit hem nog maar even te laten liggen en neem de afwas mee naar de keuken.
Pap had de spaghetti al vermeld. En zo tref ik de keuken ook aan. Op het aanrecht staat een grote pot waarin ik aan elkaar geplakte pastaslierten vind. In de gootsteen vind ik een lege pot spaghettisaus, samen met een leeg blik 'ertjes en peekes' en de lege plastiekverpakking van een pakje voorgebakken servela's. Alles samen vormt dat een goedkope versie van huisgemaakte spaghettisaus. Het doet me prompt weer terugdenken aan die lasagne die nu in de vuilbak bij Felix ligt en hoe oneerlijk de wereld verdeeld is.
Het kan mijn eetlust niet opwekken.
Snel ruim ik de keuken op en doe ik de overschot van het eten in de koelkast. Da's dan maar voor morgen. Dan kan pap er nog eens van eten. Daarna maak ik pap wakker en begeleid ik hem naar de shuttle.
Als de bus uit het zicht verdwenen is, draai ik me om en kijk naar het café. Eigenlijk wil ik graag alleen zijn. Ik voel me miserabel omwille van wat er bij Felix gebeurd is vandaag. Ik zou me liefst willen opsluiten in mijn kamer, me onder de dekens tot een bolletje rollen en slapen. Ik weet niet goed hoe ik mezelf moet uitdrukken als ik bij hem ben. Waarom heb ik daar toch zoveel moeite mee?
Langs de andere kant zou ik me alleen maar schuldig voelen als ik Tom een avond alleen zou laten. Wat als hij mij nodig heeft? Wat als het ondertussen nog slechter gaat met zijn moeder en hij een vriend nodig heeft? Dan zet ik liever mijn eigen behoeften opzij.
Berustend over mijn beslissing, stap ik het café binnen. Er zitten zoals gewoonlijk enkele klanten binnen, een paar aan de toog en enkelen aan een tafeltje. Maar Tom zie ik nergens. Aarzelend nader ik de toog. Plots hoor ik een harde 'bang', en volgt er een luide "Au" vanachter de toog.
Als ik achter de toog stap zie ik net hoe Tom gehurkt van onder de toog uit kruipt. Hij wrijft over zijn hoofd en knijpt één oog dicht. Dan ziet hij me staan en lacht hij me toe "Hey jij."
"Hoi Tom. Alles ok daar?" vraag ik hem.
"De druk op het vat is weg. Dus probeer ik dat te fixen," zucht hij. "Kan je mij dat zakje daar eens geven?"
Tom wijst naar een verpakking op de toog met daarin een opgerolde plastieken darm. En dus reik ik het hem aan.
Tom zet zijn tanden in de verpakking en trekt die open.
"Dat is slecht voor je gebit," merk ik op. Ik weet dat, want ik heb op mijn twaalfde blokjes gehad. En de orthodontist heeft er meermaals op gehamerd dat ik mijn gebit enkel mocht gebruiken waar het voor diende. "Je tanden zijn geen gereedschap." Hoor ik ze nog op gebiedende toon zeggen. Dat kwam omdat er toen een hoekje van mijn tand was afgebroken omdat ik altijd mijn tanden gebruikte om mijn legoblokjes uit elkaar te krijgen. Mam was toen enorm boos geweest. Pap voelde zich vooral schuldig omdat hij me die slechte gewoonte aangeleerd had.
Tom rolt met zijn ogen en kruipt terug onder de tap.
En terwijl Tom in de weer is en de tap terug aan de praat probeert te krijgen, bedien ik de klanten. Ik maak twee cappuccino's, vul drie glazen Duvel (tja, sommigen kunnen echt niet zonder bier), en verkoop een paar porties borrelhapjes.
Tom zijn toewijding is enorm. Ik zou het zelf al lang hebben opgegeven en een technieker gebeld hebben. Maar Tom gaat door. Ik hoor hem een paar keer vloeken, iets waar ik eigenlijk heel verbaast over ben. Maar uiteindelijk komt hij van onder de toog gekropen.
"Het is terug inorde normaal." Tom neemt een glas en opent de tap. En ja, er stroomt terug bier uit.
Ik staar Tom aan. Behalve het feit dat er zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd prijken, heeft hij ook een grote zwarte veeg op zijn rechterwang. En met die moersleutel in zijn hand ziet hij er eigenlijk enorm stoer uit.
"Je hebt daar," giechel ik, "op je wang. 't Is vuil."
"Wat? Hier?" reageert hij meteen. Automatisch veegt hij met zijn mouw over zijn wang. Maar dat maakt het alleen maar erger. De veeg wordt groter omdat zijn hemd ook duidelijk vuil is.
Ik proest het uit, "Nu is het erger!" lach ik. In neem een schotelvod en dop een hoekje in het afwaswater.
Ik ga op mijn tippen staan om er goed bij te kunnen, en begin Toms wang proper te maken. Mijn andere hand leg ik op zijn schouder om mijn evenwicht te bewaren.
"Zo. Terug proper," besluit ik even later. Ik doe een stap achteruit om mijn werk te bewonderen. Maar de uitdrukking op Toms gezicht doet me twijfelen of hij er wel tevreden mee is. Zijn voorhoofd is gefronst en zijn blik geschrokken. Hij houdt zijn mond open alsof hij iets wil zeggen maar er komt geen geluid. Dan grijpt hij met zijn hand naar zijn wang alsof hij wil voelen of die nog vuil is, danwel proper is.
"Euh ... ik ...," Tom draait 360° rond en ik zie zijn ogen alle kanten opkijken. "Mijn gereedschapskist. Die moet ik nog opbergen." Hij bukt zich naar zijn gereedschapskist die vlakbij staat, legt de moersleutel die hij nog steeds vast heeft erin en klikt de kist dicht. "Die moet," Tom doet een stap in mijn richting. Hij gaat met zijn hand door zijn haar en kijkt naar de grond. "De trap onder de berging, ik bedoel de berging onder de trap. Daar bewaar ik mijn gereedschap."
Als Tom geen aanstalten maakt om verder te stappen, begin ik te twijfelen. Wil hij nu dat ik die kist opberg? Dat ding is veel te zwaar voor mij. Dat moet hij toch wel in zien. Ik begrijp er helemaal niets van. Hij kijkt me ook nog steeds niet aan. Dus hoe kan ik nu weten wat hij bedoelt?
Dan doet hij traag nog een stap dichter en zegt hij terwijl hij zijn gezicht afwendt, "Mag ik even door?"
Alhoewel er meer dan genoeg ruimte is achter de toog om elkaar te passeren, maak ik plaats door me zijdelings tegen de toog te draaien zodat hij erlangs kan. Van zijn aarzelende gedrag merk ik niets meer als hij in sneltempo naar de deur met privé stapt en hij erachter verdwijnt.
Ik blijf staren naar de deur omdat ik verwacht dat hij meteen weer terug zal komen. Maar na tien minuten begin ik ongerust te worden. Ik overweeg om hem achterna te gaan. Misschien is er wel iets gebeurd. Misschien is er een boormachine van een plank gevallen of zo. Recht op zijn voet. Je weet maar nooit. Maar ik durf het café niet onbewaakt achterlaten. Er zitten zeven mensen, en hoewel het waarschijnlijk allemaal vaste klanten zijn, en de kans dus klein is dat ze niet te vertrouwen zijn, durf ik het toch niet. Ik voel mijn hartslag in mijn vingers en ik merk dat ik het schotelvod nog steeds vasthou. Pas als ik het wit op mijn vingers zie, besef ik dat ik die half aan het vermoorden ben en los ik mijn grip. Prullend aan een uitgerafelde rand probeer ik mijn hartslag onder controle te krijgen. Maar elke minuut bedenk ik weer een ander rampscenario.
Ik voel grote opluchting als Tom nog eens tien minuten later terug binnenkomt. Hij heeft een proper hemd aan en zijn haar is nat. Ik wil mezelf wel voor de kop kunnen slaan! Hij is zich natuurlijk gaan douchen! Hoe stom kon ik zijn. Ik kan niet begrijpen dat ik zo in paniek was. Natuurlijk wou hij zich gewoon even verfrissen na het klussen!
Ik lach naar Tom als hij terug achter de toog stapt. Hij schraapt zijn keel en vraagt me "Heb je nog huiswerk?"
"Nee, alles is al af," antwoord ik hem. Ongeveer dan toch. Dat ik het eigenlijk online moest maken verzwijg ik.
"Thee?" vraagt hij dan.
"Graag."
Wat er daarstraks ook met hem was, nu lijkt er niets meer aan de hand. Tom houdt, sinds hij binnenkwam, zijn ogen terug op mij gericht. Hij staart me terug aan, zoals ik van hem gewoon ben. Het stelt me gerust.
Tom doet teken dat ik aan de toog moet gaan zitten, waarna hij zich omdraait en mijn thee klaarmaakt. Als hij die voor me schuift, staart hij terug in mijn ogen. En ik doe hetzelfde bij hem. Zijn ogen hebben nog steeds de kleur van een stormlucht. Maar er is iets bij gekomen. Een schittering, zoals een sterrenbeeld dat fonkelt.
"Ben ik dan nu terug klant? En geen hulpje meer?" vraag ik spottend.
"Ik heb je nooit gezien als een hulpje."
Ik lach, "Wat ben ik dan?"
"Daar moeten we het misschien nog eens over hebben. We hebben niets afgesproken over hoeveel ik je zou betalen."
Ja dat is waar. Dat hebben we nooit besproken. Want het mag allemaal niet echt officieel zijn. Dus hebben we al die formele dingen gewoon overgeslagen.
"Ik weet het niet." Ik haal mijn schouders op. Ik weet het echt niet. Ik heb geen idee wat redelijk zou zijn. En ik wil niet te veel vragen. Ik bedenk dat ik gewoon wel zal aanvaarden wat hij me ook zal betalen.
"50 euro per avond?" Tom wrijft over zijn voorhoofd, "plus extralegale voordelen."
Ik sper mijn ogen wijd open. Aan twee avonden per week, kan ik zo elke week 100 euro extra verdienen. Dat is mega veel. Dat is bijna een verdubbeling van het leefloon dat we nu krijgen!
"50 euro?" zeg ik vragend. "Dat is toch veel te veel."
"Da's ongeveer 10 euro per uur. Een normaal bedrag denk ik." De toon die Tom houdt, klinkt heel vastberaden.
Ik kan me nooit inbeelden dat het minimumloon in België zo hoog is. Maar ik laat het maar zo. Ik denk toch niet dat ik Tom van gedachten kan veranderen.
"Wat betekenen die extralegale voordelen?" merk ik nog op.
"Thee," reageert Tom terwijl hij naar mijn kopje wijst. "En een warm café om je huiswerk te doen 's avonds, een warme douche, ... ."
Het voelt alsof er nog iets komt, maar hij stopt zijn opsomming. Ik denk dat ik die extralegale voordelen eigenlijk fijner vind dan de 50 euro.
"Ok," zeg ik.
"Ok," kopieert Tom me. Ik zie een grote glimlach verschijnen op zijn gezicht, waarop ik meteen reageer door ook naar hem te glimlachen.
- - - - -
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top