Hoofdstuk 2

NU

Koudbloei zat op één van de rotsen op de heide. Een warm briesje woei over de heide en verdween tussen de sparren richting LindeClangebied. Met zijn ogen gesloten genoot hij van het warme weer. Geritsel deed zijn oren recht overreind staan. Vlindervleugel kwam naast hem zitten. De zilveren poes drukte zich tegen Koudbloei aan en de blauwgrijze kater ademde haar geur in. 'Wat was je aan het doen?' Vroeg ze plagend. Koudbloei keek haar geïrriteerd aan. 'Mijn standaard ritueel.' Bromde hij. De blauwgrijze kater sprong van de rots af en begon aan zijn terugweg naar het kamp, hoeveel hij ook van zijn partner hield, het irriteerde hem als zijn rituelen werden verstoord. Hij was zojuist contact aan het maken met zijn zusje. Het was manen geleden dat ze stierf maar hij voelde haar aanwezigheid nog steeds. Sinds die noodlottige dag wist hij dat de Clan hem anders aannam, iedereen deed een stuk voorzichtiger. En dat was mischien wel zijn eigen schuld. Hij miste Onweerpoot. Nee ze heet Onweerflits. Verbeterde hij zichzelf. Het voelde nog altijd raar dat Paddenstoelster zijn overleden zus een krijgersnaam had gegeven, en hij vroeg zich of de SterrenClan haar ook aansprak met die krijgersnaam, of gewoon met haar leerlingennaam. Een warm gevoel drong de blauwgrijze kater binnen toen hij had kamp in kwam. De SchimmenClan had misschien niet de vrolijkste naam, voor hem gaf de Clan een warm gevoel. En dat vonden alle SchimmenClankatten, ze stonden bekend als de meest barmhartige katten in het woud. Paddenstoelster was aan het samentongen met Libellezoem, en zijn ouders, Hittevlam en Esdoornblad zaten samen een haas te eten. Koudbloei liep naar de prooihoop en koos voor zichzelf een kraai uit. Hij ging in een hoekje zitten waardoor de zon nog net op zijn rug scheen. Toen de kraai op de helft was kwam Vlindervleugel het kamp in. De zilveren poes had een merel met zich mee. Ze heeft vast een excuus geprobeerd te vinden waarom ze bij me kwam. Dacht Koudbloei grimmig. Maar hij wuifde die gedachte meteen weg. Zonder Vlindervleugel was zijn leven niet mogelijk.

Gekrijs vulde Koudbloei's oren en katten vlogen om hem heen. Wolfhart schoot langs hem en stortte zich op een rode kater. In de verte zag hij Paddenstoelster en Strovleugel in een heftig gevecht bezig. Een gil deed al zijn haren overreind staan. Onweerpoot! Hij snelde tussen de katten door en ontweek alle klauwen, tot hij bij de grijze poes aankwam. Een grote gouden kater duwde haar tegen de grond en had zijn klauwen in haar schouders gezet. Koudbloei werd woest en stortte zich op zijn zusjes aanvaller. Pijn schoot door zijn lichaam toen hij de klauwen van de gouden kater in zijn vel schoten. Hij dwong zijn lichaam om door te gaan terwijl de gouden kater ondertussen hem tegen de grond had gedrukt. In zijn ooghoeken zag hij Kraaienkras en Scheeurweb Onweerpoot van het slagveld halen. Koudbloei hield zich slap, zoals zijn mentor had gleerd. Hij voelde de gouden kater veranderen van houding, klaar om in zijn keel te bijten, en op het moment dat de gouden kater wou toeslaan gaf Koudbloei hem een klap tegen zijn snuit. De gouden kater was afgeleid en Koudbloei sloeg zijn klauwen uit. Gekrijs van de gouden kater vulde zijn oren toen hij hem twee grote krassen had gegeven boven zijn ogen. 'Ik ben blind!' Gilde de gouden kater terwijl het bloed zijn zicht verpeste. Koudbloei draaide rondjes om de gouden kater en gaf hem om de zoveeltijd een kras over zijn schouder. Na een tijdje rende de kater weg. Voldoening vulde Koudbloei's poten tot hij een afgrijselijke gil hoorde. Paddenstoelster stond over een lichaam gebogen, je kon zien dat de tranen in haar ogen stonden. Voor haar lag het lichaam van Hittevlam, roerloos. Koudbloei kon niet geloven wat hij zag. Paddenstoelster stond woest tegenover Vogelster. 'Moordenaar!' Siste de schildpadpoes. Vogelster keek alleen maar koel naar Hittevlams lichaam. 'Hij had het ook niet overleefd als ik hem niet een klap op zijn kop had gegeven.' Siste ze. Paddenstoelster stortte zich op de WeideClanleider maar de gouden poes was sneller. Met een snelle haal van haar klauwen scheurde ze de nek en buik van Paddenstoelster open. Bloed en leven gutste uit de SchimmenClanleider. Vogelster keek naar Koudbloei. Haar blik riep maar één ding: jij bent nu.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top