Wedstrijdverhaal
JustLikeLovegoodd
Woorden: 801
Pov: Regina
Bijzonderheden: OUAT. Voordat Emm kwam.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
"Henry!" Roep ik naar boven. "Mhm?" Was het antwoord. "Kom je uit bed als je nog niet uit bed bent? School is over een half uur en je bent nog steeds niet beneden!"
"Oh shit!" Klinkt er geschrokken van boven. "Let op je woorden Henry!" Zegt ik zuchtend. "Jahaa!" Wat geschuifel en gestommel en hij staat binnen de kortste keren naast me. Oke, hij was blijkbaar al aangekleed.
"Henry, wat was je toch aan het doen boven?"
"Euhm..."
Stilte. Hij wilt dus niet antwoorden.
"Laat ook maar. Er staat ontbijt op tafel en je lunch voor school heb ik gesmeerd," zeg ik dan. Hij knikt en loopt zwijgend naar de eettafel. Ik loop achter hem aan en kijk naar hem. Kleine baby'tjes worden groot. Groter. Hij is nu op de leeftijd dat de puberteit kan gaan beginnen. Dan wordt hij echt volwassen, maar toch, ik verbaas me elke keer weer hoe volwassen hij al kan zijn. Maar voor nu blijft hij mijn Henry. Mijn Henry Mills en hij is van niemand anders.
Dagen worden weken. Henry doet vreemder. Ik vraag me af wat er aan de hand is, doe ik iets fout? Ik weet dat ik overkom als harteloos, maar ik geef om hem. Ik doe alles voor hem! Ik ga dood zelfs voor hem, maar zelfs dan zal hij waarschijnlijk mijn dood niet eens erg vinden. Ik zie hem als mijn zoon, hij ziet mij als The Evil Queen. Hij ziet iedereen hier als een sprookjesfiguur. Ik stuur hem sinds een tijdje naar Archie, maar ik weet dat hij gelijk heeft. Iedereen is hier komt uit een sprookje en ja, ik ben The Evil Queen.
Ik word uit mijn gedachtes gehaalt door de bel. "Ik kom al! Ik kom al! Even wachten!" Snel loop ik naar de deur en doe ik open. Graham. "Oh...ehm...hey," zeg ik verbaast. "Sherrif, wat doe jij hier?"
"Noem me toch Graham, Regina! Hoevaak heb ik al gezegt dat je me Graham mag noemen?" Hij glimlacht. Ik kan niet meer doen dan onhandig terug glimlachen. "Oh, ja, tuurlijk. Kom binnen. Wil je blijven lunchen?"
"Als het kan en ik niet stoor?"
"Nee, nee. Tuurlijk stoor je niet!" Ik loop snel naar binnen. Mijn hakken tikken snel op mijn snelheid mee. Ik ga onderaan de trap staan, terwijl Graham het huis binnenloopt en de voordeur sluit.
"Henry! Kom eens naar beneden?" Roep ik naar boven. "Mhm?!"
"Henry!"
"Jaaaahaaa!!"
"Wat heb jij toch, doe eens niet zo brutaal jij!" Zeg ik tevergeefs. Ik krijg een grote zucht als antwoord. Top. Die is humeurig...
"Weet je wat. Blijf maar boven. Ik roep wel als het eten klaar is. Enne, Graham eet mee!"
Mijn antwoord: Zucht.
Ik loop weer naar Graham toe, die in de keuken zit. "Wil je wat drinken?" Vraag ik, terwijl ik begin te koken. Één Tosti met twee keer zo veel kaas voor Henry. Twee broodjes gezond voor Graham en mij. Tuurlijk nog een fruitsalade die bestaat uit appel, appel en appel.
"Ja, doe maar wat. Zware dag gehad. Die vervloekte gevangene blijft maar zeuren!" Ik verstijf even bij het woord vervloekte, maar lach dan alsof er niets is. "Ach. Dat doen alle gevangenen denk ik wel," zeg ik bemoedigend. Ik geef hem zijn drinken, wijn dat bestaat uit, natuurlijk, appels. Hij lacht. "Ik denk het. Gelukkig is het lekker rustig voor de rest." Ik knik, te druk bezig met de broodjes om antwoord te geven.
"Henry! Eten! Tosti staat klaar, speciaal met twee keer zoveel kaas!" Roep ik, terwijl ik de drie borden op tafel neerzet. Één met de tosti voor Henry. Op de andere twee borden, staan de broodjes voor Graham en mij.
"Dankje, Regina. Je bent veelste vriendelijk," zegt hij glimlachend. "Nee joh. Het is niets," wuif ik het meteen weg. "Henry!" Roep ik er gelijk achteraan. Geen antwoord.
"Jemig Henry, wat is er toch met jou aan de hand deze week?!" Ik wil opstaan, maar ik wordt tegengehouden door een stevige hand van Graham. "Laat mij maar." Ik knik met lichte tegenzin. Hij staat op en loopt naar boven. Ik hoor zijn voetstappen trap bonken, terwijl hij, "Henry!" Roept.
Ik begin me nu toch wel een beetje zorgen te maken. Waarom doet Henry zo? Waarom gaf hij geen antwoord? Waarom, waarom, waarom?
"R- Regina!" Klinkt Grahams stem geschrokken. "Wat is er?!" Ik loop meteen naar boven. Naar Henry's kamer. Ik zie Graham staan, midden in de kamer, maar Henry? "Hij...hij...is weg," zeg ik met moeite en geschrokken. Graham knikt en wijst naar het raam; Een open raam.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top