Wedstrijd verhaal
Ik ben TOTAAL NIET NIET NIET NIET niet goed in horror, dus heel erg sorry alvast. Mijn verhaal lijkt meer paranornaal/actie ofzoiets...
Schrijfwedstrijd van: gewoon_norah
Genre: Horror
Woorden: 863
Inleverdatum: 3 Mei 2018
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Mijn ogen zijn gevuld met tranen en mijn ademhaling is onregelmatig. Ik kijk naar het graf voor me, met een blik die onscherp en wazig is door de tranen. De tekst lees ik vijf keer, zonder echt te weten wat er eigenlijk op staat.
Gabriel Blart
1-4-2018
Magie is niet echt
Magie is niet echt...magie is niet echt...magie is niet echt. Daar zijn wij op een wrede manier achter gekomen.
Ik leg een paar vergeet-me-nietjes op het graf. Gabriel hield totaal niet van rozen, ze vond het altijd zo cliché. Heel even grinnik ik in mezelf. Als iemand ook maar één roos op haar graf gaat leggen, dan zou ze woest worden, dat weet ik zeker. Rozen vond ze stom en Gabriel zal ze altijd stom blijven vinden. Zelfs nu ze dood is.
"Ik ben thuis!" Roep ik hard. "Hey schat, waar was je?" Klinkt er vanuit de keuken. Het is mijn moeder. Ik geef geen antwoord, de waarheid was te hard om hardop te zeggen. Gelukkig heeft mijn moeder door dat de stilte een reden heeft en vraagt ze niet verder. Ik loop naar de woonkamer en plof neer op de bank. Mijn gedachten dwalen af naar een maand geleden.
Ik loop naar de bank, maar net als ik wil gaan zitten, gaat de telefoon. Verbaast en zwetend van de plotselinge stress loop ik naar de telefoon en neem ik op. "Ehh...hallo?"
"Goedenavond, spreek ik met Abigal Lirt?"
"Ehm...eh...ja...ja...dat ben ik."
"Ik ben Sherrif Rels, van de politie in onze stad. Ik heb iets vervelends mee te delen."
"Oh...eh...iets...wat?" Antwoord ik zenuwwachtig en stotterend.
"Gabriel Blart, uw vriendin had ik gehoord, is een paar uur geleden dood aangetroffen in een berm. Langs een snelweg. Waarschijnlijk is ze gesprongen van de heuvel die boven de snelweg zit."
"Abigal! Eten!" Door die woorden schrik ik uit mijn gedachten. Ik kijk op naar de stem, maar zie niemand. Ik besluit dat de stem uit de keuken komt en ik zucht. Dat betekent altijd dat ik de tafel moet dekken. Ik loop de keuken in en een gil ontsnapt uit mijn mond. De keuken is vol met bloedvegen, kapotte tegels en er hangt een zwarte mist. En...daar staat niet mijn moeder. Daar staat zij, Gabriel. Maar het is niet de Gabriel die ik ken. Niet de vrolijk uitziende Gabriel.
Gabriels knalblauwe haren zijn slierterig, vol met klitten en er zitten een paar takjes in. Haar huid is vies en op sommige plekken zitten wonden, waar zelfs bloed uit komt. Haar groene ogen kijken leeg voor zich uit en haar neon-oranje T-shirt zit vol met bloedvlekken en scheuren. Er is iets mis met haar linkerarm...het zit in een vreemde hoek, gebroken dus.
"Abi...," klinkt er door de keuken. Haar stem, zo gebroken en het klinkt als een echo. "Abigal...," zegt ze weer. Ik kijkt volledig in shock naar haar, wankel een paar stappen achteruit en stop met moeite met gillen. "Abi...wat is er?" Vraagt ze met een flauwe glimlach. Het enige wat haar nu nog echt Gabriel maakt, haar glimlach. "Ik...ik...jij...G...Ga..bri...," stotter ik met grote ogen. "Rustig Abi. We weten nu tenminste dat magie echt nep is. Ik wilde vliegen, maar het lukte niet." En opeens verandert haar glimlach in een grijns. De grijns is gemeen, helemaal niet iets wat Gabriel als grijns zou hebben. Ik blijf als versteend staan en kijk haar aan. Niet in staat om iets zinnigs te zeggen. "Wraaaaaak...," zegt ze dan kil en gemeen. Haar stem klinkt van heel ver weg. Gabriel verdwijnt alsof ze door een windvlaag wordt weggeblazen. Mijn beeld draait. "Gabriel!!" Roep ik wanhopig. Dan wordt het zwart.
Met een enorme schok word ik schreeuwend, trillend en helemaal in paniek wakker. Ik moet moeite doen om te stoppen met schreewen en kijk mijn kamer rond. Niets te zien. Haar verminkte lichaam in de horror keuken staat op mijn netvlies gebrand. Haar woorden spoken door mijn hoofd. Pas na een tijdje weet ik mezelf een beetje te kalmeren.
Ergens in de middag kijk ik op mijn telefoon. Vijf gemiste oproepen van Gabriel, negen uur geleden. Ik zucht opgelucht. Ze was dus niet dood! En dat de oproepen van een uur of half vijf waren, maakt voor mij niets uit. Ze leeft nog, dat was het aller belangrijkste. De nachtmerrie was niet echt.
Pas in de avond loop ik naar beneden. Ik had mezelf geen één keer laten zien vandaag. Ik had niets gegeten vandaag. Ik had niets gedronken. Ik had niet eens de moeite genomen om mezelf aan te kleden. Mijn moeder kijkt me bezorgt aan, maar zwijgt verstandig. Ik zwijg en loop naar de bank, maar net als ik wil gaan zitten, gaat de telefoon. Verbaast en zwetend van de plotselinge stress loop ik naar de telefoon en neem ik op.
"Ehh...hallo?"
"Goedenavond, spreek ik met Abigal Lirt?"
"Ehm...eh...ja...ja...dat ben ik."
"Ik ben Sherrif Rels, van de politie in onze stad. Ik heb iets vervelends mee te delen."
Ik kijk met plotselinge paniek naar de kalender die aan de muur hangt. 4-1-2018 vertelt de kalender. Ik raak volledig in shock.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top