12. Nieuwjaar
Speciaal voor nieuwjaar! Het lijkt wel een beetje op lief moet ik zeggen, maar goed.
Met een liefdevolle blik kijkt ze hem aan. Hij is nog steeds prachtig, zoals hij altijd al is geweest.
Zijn chocoladebruine ogen, groot als die van een hert dat vol schrik in de felle autolichten kijkt vlak voordat het geraakt wordt en met een klap op de weg belandt.
Zijn gebruinde huid van de zon voelt zacht onder haar lange, slanke vingers, zelfs zijn stoppelbaard bestaat uit zachte haartjes die haar vingertoppen kietelen.
Zijn stevige kaak, zijn strakke neus, zijn scherpe jukbeenderen...
Zijn warme lippen, die haar wisten te kussen als geen ander, zijn open. Een laatste smeekbede rolt nog net niet uit zijn mond. Ze suste hem maar net op tijd, voordat hij zou gaan praten, door een zachte kus op zijn warme lippen te drukken.
Oh en zijn geur, zijn heerlijke geur, citroen en het woud. De geur die haar nog altijd doet denken aan thuis.
Weldra zal ze weer naar huis gaan, dat zal niet lang meer duren. Hij zal voor altijd onwetend blijven. Hij zal het niet eens merken, dat ze hem verlaat om terug te gaan naar haar twaalf zusters. Niemand zal het merken, ze zal oplossen in de lucht.
Zelfs nu, met nieuwjaar, merkt niemand haar afwezigheid op, terwijl ze toch altijd iemand van de feestjes is geweest.
Nee.
Nu is iedereen te druk bezig met de goede voornemens en lekker eten. Straks zullen ze met zijn allen kijken naar de explosies van vuurwerk in de lucht. De donkere lucht waarin zij zal oplossen.
Het zal niet lang meer duren, ze is bijna thuis.
Ze werpt nog een laatste blik op hem, hij vertrouwde haar onmiddellijk toen ze hem vroeg haar te ontmoeten in de oude loods, vlakbij het grote woud.
Een grote fout aan zijn kant.
Zijn donkere haren zitten lichtelijk in de war, mede door hun laatste vrijpartij in de koude avondlucht in de loods. Zelf strijkt ze haar nachtzwarte gewaad los en steekt ze haar lange rode haren op met een klip. Haar bloedrode lippen vormen een glimlach op haar strakke, buitengewoon mooie gezicht terwijl ze hem achterlaat en naar buiten loopt, om met een enkele spreuk in een zwarte rookwolk te verdwijnen.
De donkere kring van bloed die een grote plas om zijn nek vormt, laat ze maar voor wat het is. Ze is te blij dat ze zich na haar dertiende moord eindelijk weer bij haar twaalf zusters kan voegen.
Die nacht giert de macht door de lucht als de wind. De mensen kijken op, zijn angstig, gaan in groepjes bij elkaar zitten in de hoop veilig te zijn voor hun wraak.
De wraak van de dertien heksen die eindelijk weer herenigd zijn.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top