Vertrouwen - Het Meer
Na een tijd hielden de sporen op bij een meer. Het meer werd omringd door grotten en bergen. De zon scheen fel op het water en liet het glinsteren. Mort pakte de zadeltas van zijn paard en gooide hem over zijn schouder. 'Waarom neem je die hele tas mee.' vroeg Claws wantrouwend. 'Weet ik niet. Hij kan altijd van pas komen.' zei Mort droog. 'Ik ga hier naar binnen ga jij dan daar.' Mort wees naar twee verschillende ingangen van de grot. 'Oke.' zei Claws en hij liep naar de ingang, die Mort had aangewezen. De ingang was hoog en breed en liet wat licht binnen vallen. Claws keek naar de grond van zand, maar zag geen voetsporen of iets dat op leven wees. Hij liep de grot verder in. Het pad werd smaller. Donker, het werd donkerder. Steeds donkerder. Claws hoorde een steentje vallen en keek geschrokken om. Niks. De grond, hij kon de grond niet meer zien. Hij kon niks meer zien. Hij besloot dat het nutteloos was om door te lopen. Hij wilde zich net omdraaien toen hij geschreeuw hoorde. Hij zocht om zich heen naar het geluid, maar kon niks zien. Het was zo donker. Hij zag alleen maar zwart. Nog een schreeuw. Claws snapte het niet. Het was geen gegil. Het was dus niet Jane. Het was een jongensstem. Hij tastte om zich heen op zoek naar een muur. Hij voelde iets harigs en trok zijn hand snel terug. 'Hallo?' riep hij in de hoop om antwoord te krijgen van de schreeuwende persoon. Hij begon de richting van het geluid op te lopen. 'CLAWS!' de jongensstem riep hem. Hij begon door het donker te rennen. Zijn armen zaten onder de schaafwonden, omdat hij een aantal keer tegen de muren van de grot liep. Hij zag licht. Hij begon harder te rennen. De zon, hij zag de zon. Hij was bij de ingang van de grot. 'CLAWS KOM!' Het geschreeuw kam uit de andere grot. Claws rende naar binnen en zag Mort staan. Hij werd woedend. Hoe had Mort hem zo kunnen laten schrikken. 'Hoe kon je! IK dacht dat ik misschien Jane had gevonden en dan blijk jij het te zijn met je geschreeuw. Ik heb mijn armen opengehaald omdat ik begon te rennen. Allemaal om jou hier gewoon te zien staan!' viel Claws uit. Hij wilde Mort een klap verkopen, maar toen zag hij waar Mort op wees. Op de muur stonden letters geverfd. Nee, het was geen verf. Het was geschreven in bloed. Oh god, het was geschreven in bloed. Claws sloeg zijn handen voor zijn mond. Net als rozen bloeien we en sterven we. Net als rozen vallen we uit elkaar. Claws las de zinnen opnieuw en opnieuw. 'Hoe weet je dat dit- Dat dit van Jane is?!' vroeg hij geschrokken. Mort tilde een lap stof op. Claws begreep niet wat het was tot hij beter keek. Het was Jane's nachtjapon. 'Oh goeie god. Hoe ga ik dit aan de graaf vertellen? Ik ga mijn baan kwijt raken! Wie heeft dit gedaan?' Mort wees naar een kleine tekening onder de letters. Twee groene ogen. 'Green-eyed Gerard.' zei Claws.
Green-eyed Gerard, heette helemaal geen Gerard. Hij was een rover en niemand wist eigenlijk hoe hij eruit zag omdat hij altijd een zwarte mantel en een doek voor zijn neus en mond droeg. Het enige wat mensen konden zien waren zijn ogen, die zo groen waren als gras. 'Misschien moeten we het van de muur af halen?' suggereerde Mort. 'Ja.' zei Caws zacht. 'Als jij nou water pakt.' zei Mort en wees naar het meer. 'Dan ga ik het er afwassen.' Claws stopte de japon in zijn zadel tas en pakte zijn waterzak om te vullen. Hij liep naar het water en bukte om de waterzak te vullen. Het water liep langzaam in de zak. Claws wilde net opstaan toen hij twee handen op zijn schouder zag. Op de vingertoppen van de vinger zag hij opgedroogd bloed. Hij wilde net omkijken toen hij werd geduwt. Hij viel in het water. Het water zoog hem naar beneden. Claws sloeg met zijn armen om zich heen in de hoop boven te komen. Het lukte hem niet om boven te komen. Hij keek omhoog de zon glinsterde in het water. Hij zag een gedaante met blonde krullen en zijn armen over elkaar staan toekijken. Mort. Mort had hem geduwd. Waarom? Hij wilde schreeuwen, maar dat kon niet. Hij opende zijn mond om te schreeuwen, maar het water stroomde zijn mond binnen en vulde zijn longen. Hij verslikte zich en moest hoesten waardoor hij nog meer water binnenkreeg. Het werd wazig voor zijn ogen. Hij knipperde en keek naar Mort. Naast hem stonden nu nog twee gedaanten. Een jonge vrouw in een japon met lang bruin haar en een jongeman met een zwarte mantel. Voor een seconde dacht hij dat het Jane was. Hij voelde zich licht in zijn hoofd. Hij keek nog een keer naar boven. Het was Jane. Ze was niet dood. Toen werd alles zwart.
Nick Mort omhelsde zijn vriend. 'Dat verdiende hij. Hij wilde je ophangen.' 'Nou "Kapitein Mort" dat heb je goed opgelost.' zei Mike. 'Die oogjes onder het bloed van die kip had ik aan het einde zelf nog bedacht anders zou hij er nooit achter komen dat jij het was. En ik bedoel hij kent je alleen onder de naam Green-eyed Gerard.' Jane lachte. 'Dat klinkt toch dramatischer dan Mike.' Mike gaf haar een vriendschappelijke duw. 'Ik heb trouwens nog wat sieraden uit je kamer mee genomen.' zei Nick en hij begon allerlei kettingen en ringen uit zijn zakken te halen. 'Zijn vast veel geld waard.' 'Jullie zijn echt rovers.' zei Jane zuchtend. 'Niet meer.' verbeterde Mike haar. 'Nu ga ik met jou ergens op een boerderijtje wonen en leven we ons leven.' Als jullie niet worden gepakt.' zei Nick en hij glimlachte onzeker. 'Wie kan ons nou vinden hij is de enige die wist dat ik Jane had.' Mike wees naar het water. 'Hij zal niks meer zeggen.'
'Zullen we eens wat gaan drinken.' zei Jane om het niet over de dingen te hebben die fout kunnen gaan. 'Ja, maar niet hier. Ik denk dat we eerst maar eens het land van je vader moeten verlaten.' zei Mike. 'En dat jij dat kippenbloed van je handen moet wassen.' Hij doelde op Nicks vingertoppen, die rood kleurde van het bloed dat hij had gebruikt om de letters op de muur de zetten. Nick lachte en pakte de waterzak van Claws en begon het bloed van zijn handen te wassen.
Mike tilde Jane op en begon rondjes te draaien. 'Ik ben zo blij dat ik kan schreeuwen! En er is nergens anders in de wereld waar ik liever zou zijn dan hier met jou. Het is perfect. Het is alles wat ik ooit wilde Ik kan bijna niet geloven dat het echt is. Zeg dat het altijd zo zal zijn.' Jane lachte. Haar saaie leventje als dochter van een graaf was voorbij. Ze zou een avontuurlijk leven leiden met één van de meest gezochte mannen van het land! Ze keek Mike aan in zijn groene ogen en zei; 'Het zal altijd zo zijn voor altijd en altijd...'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top