Naar huis
"Het varken vliegt naar de top van de berg, dus het paard kan haar niet opeten." Nyanjura zwaait het plastic varken door de lucht en ronkt zoals een ruimteschip. Eswari springt recht en probeert het varken uit haar handen te grissen, maar Nyanjura houdt het hoog boven haar hoofd en Eswari is niet zo groot als zij.
"Varkens kunnen niet vliegen!" protesteert Eswari en ze staat op de tippen van haar tenen en schudt Nyanjura's schouder.
Nyanjura steekt haar tong uit. "Hoe weet jij dat? Heb jij ooit al een varken gezien?" Ze kijkt naar Andre, maar hij blijft stil en wandelt zijn olifant van zijn linkerbeen naar zijn rechterbeen.
Eswari pruilt. "Waarom staat dat niet in mijn boek, als ze konden vliegen?"
"Misschien staat het in een ander boek."
Eswari bestudeert het varken in Nyanjura's handen en dan het paard dat ze zelf vasthoudt. "Oké." Haar gezicht klaart plots op. "Het paard springt en vliegt ook naar de top van de berg."
"Niet eerlijk! Paarden kunnen niet vliegen!"
"Jawel!"
"Ik heb al een paard met vleugels gezien", zegt Andre. "Het was helemaal wit. Het heette Pe- Pesus."
Nyanjura kijkt naar het bruine paard in Eswari's bruine hand en haalt haar schouders op. "Oké. Maar het varken vliegt sneller." Ze loopt weg, met het varken boven haar hoofd, en klautert de trap van het klimrek op met één hand. Andre en Eswari roepen en lachen en wanneer ze bijna boven zijn, springt Nyanjura naar beneden. "Het varken ontsnapt!"
Ze kijkt op van de mat en in de deuropening staan mama en papa. Ze lachen breed en Nyanjura krabbelt recht en rent naar hen toe. Papa vangt haar en zwaait haar rond in een cirkel.
"We kunnen naar huis gaan, Abwoli! Is dat geen fantastisch nieuws?" Nyanjura haalt haar schouders op en kijkt naar mama, die haar voorhoofd en haar wangen kust. Ze gaan toch elke dag naar huis?
"Eerst dag zeggen aan Andre en Eswari."
"Natuurlijk", zegt mama. "Ga maar snel. We moeten nog veel doen vanavond."
Nyanjura huppelt terug naar de mat waar haar vrienden rondjes lopen met de olifant en het paard. "Ik ga naar huis!"
"Oké", zegt Eswari. "Het paard zal het varken morgen opeten."
"Neeee! Het varken zal morgen nog hoger vliegen! Hoger dan het paard." Ze steekt het varken in haar broekzak, zodat het veilig is tot morgen.
***
Ze kopen eten onderweg naar huis en Nyanjura blijft vragen of ze ook maïskoekjes mag hebben als dessert, tot mama toegeeft. Ze spreiden de dozen uit op hun lage tafel en papa schept een bord uit met vlees en posho en saus.
"Amooti", zegt hij, "hoelang denk je dat we zullen nodig hebben? Moeten we schoonmaken voor we vertrekken?"
"Dat stond niet in het contract toen we huurden. Pas op dat je niet morst." Mama veegt saus van de rand van Nyanjura's bord met een stuk chapati. Nyanjura knikt met haar mond vol.
"Ja", zegt papa, "maar we hebben hier meer dan twee jaar gewoond. Dat is anders dan enkele maanden." Nyanjura kauwt op een groot stuk vlees. Het is saai als mama en papa tegen elkaar praten en het niet aan haar uitleggen. Komen er morgen misschien mensen op bezoek?
"Zolang we geen vuile borden achterlaten, zullen ze wel niet klagen. Pak jij alle koffers? Ik zal beginnen met de dossiers en administratie." Ze kijkt naar Nyanjura. "Heb jij gisteren al je speelgoed in de dozen gestoken?"
"Ja! Mama, je hebt het gezien!"
"Sorry, Abwoli, ik was het even vergeten. We moeten plots aan heel veel denken. We hadden niet verwacht dat de belangrijke mensen hier, die de baas zijn op Suong, vandaag akkoord zouden gaan."
"Gaan ze nu stoppen met dingen weg te gooien in de ruimte?" Mama en papa hebben uitgelegd dat veel planeten zomaar dingen weggooien in de ruimte en dat dat gevaarlijk is, en zij proberen de bazen van de planeten te overtuigen om te stoppen. Ze moeten daarvoor met belangrijke mensen praten, en soms moeten ze naar een andere stad, maar ze komen altijd terug naar hier, want hier wonen de belangrijkste mensen van Suong.
"Ja! Dat hebben ze toch gezegd, en ze hebben hun naam eronder gezet, dus nu moeten ze wel, als ze niet gestraft willen worden."
"Tenzij ze liegen!"
"Tenzij ze liegen." Mama fronst en perst haar lippen samen. "Maar dit is al een hele grote stap, want ze zijn de allereerste leiders van een planeet die hebben beloofd om geen dingen weg te gooien in de ruimte."
"En gaan ze ook opruimen?"
Mama en papa wisselen een blik uit. "Dat hebben ze niet opgeschreven. Wij zouden dat wel willen, maar het is niet zo gemakkelijk. En het kost veel geld, en ze willen dat geld voor andere dingen gebruiken."
"Kunnen ze niet gewoon geld bij maken? Zij zijn toch de baas?"
Papa lacht. "Het zou heel gemakkelijk zijn, als geld zo werkte. Eet je bord leeg en ik zal je een paar maïskoekjes geven." Nyanjura wil nog verder vragen want dat is geen antwoord, maar ze wil liever maïskoekjes. Misschien zal papa het morgen uitleggen. Of na de maïskoekjes.
Mama en papa eten geen dessert en laten haar alleen met haar stapeltje koekjes terwijl zij kasten openen en dozen en koffers op de grond zetten. Moeten ze dat morgen allemaal aan de bazen van Suong tonen? Gaan ze dingen meten? Mama en papa praten niet alleen met belangrijke mensen, ze hebben ook speciaal speelgoed waardoor ze dingen weten en kunnen zeggen of iets goed of slecht is. Soms nemen ze bladen mee waarop woorden staan, maar het zijn moeilijke woorden die Nyanjura nog niet goed kan lezen. Ze mag er ook niet aankomen, dus het zijn heel belangrijke bladen, voor de belangrijke mensen.
Nyanjura likt haar vingers af en klimt op het krukje om haar handen te wassen. Eraf klimmen is veel moeilijker en ze stapt bijna op de tafel, en de dozen die daar nog staan. Er zit nog eten in en Nyanjura kijkt al uit naar morgen. 's Middags krijgt ze altijd eten van de mensen in de speeltuin, maar dat is niet zo lekker.
"Abwoli! Ben je klaar?"
"Ja, mama!"
"Heb je je handen gewassen?"
"Ja!" Ze toont haar handpalmen en mama pakt haar handen vast en zwaait ze heen en weer als in een dans.
"Kun je vanavond tekenen of naar je boeken kijken op de tablet? Dan kunnen wij vanavond alles opruimen en kunnen we jouw dozen al klaarzetten voor morgen." Ze gaan haar speelgoed meenemen naar de speeltuin morgen? Alles? Ze moet altijd één klein iets uitkiezen en dat is veel te weinig. Vandaag had ze niks mee, want mama en papa hadden haar veel te vroeg wakker gemaakt en ze had geen tijd om iets te nemen. Het varken in haar broekzak is van Andre. Hij heeft heel veel plastic dieren, en boeken over dieren, en met de dieren spelen vindt ze het allerleukste.
Hij heeft zelfs een koe, maar die had hij niet meegenomen vandaag. Ze speelt veel liever met de koe dan met het varken, want de koe is groter en ziet er liever en zachter uit. In haar boek met foto's van echte koeien staat iemand die een koe aait en Nyanjura kijkt heel vaak naar die foto. Ze zou zo graag een koe willen aaien, maar er zijn geen koeien op Suong, dus ze heeft alleen Zwartoog, waarmee ze slaapt en die heel zacht is en niet zo groot als een echte koe. Zwartoog is zo groot als haar gezicht, en echte koeien zijn minstens twee keer zo groot als zij, zegt mama.
"Ik ga mijn boek over koeien lezen!"
Mama streelt haar hoofd. "Dat klinkt goed. Ik kom je halen als het bedtijd is."
***
Nyanjura is in de war. 's Ochtends komt er iemand met een speciale machine om alle dozen en koffers te dragen. Hun appartement is kaal en lelijk, want alle mooie dingen zijn weg. Ze stappen niet op dezelfde trein zoals elke ochtend. Gaan ze via een andere weg naar de speeltuin? Zoals gisteren toen ze eten haalden?
"Waar gaan we naartoe?" Ze kijkt omhoog langs papa's benen naar zijn gezicht. Het is altijd druk op de trein en ze moeten meestal rechtstaan, zij tussen de benen van mama en papa.
"Naar de haven", antwoordt papa. "Er was nog plek op een schip dat ons naar huis kan brengen."
"Maar we komen van thuis!"
"Ik bedoel ons echte huis. Op Aarde. Jij hebt er ook nog gewoond toen je twee was." Op Aarde? Maar dit is thuis! Ze hebben altijd hier gewoond, zolang Nyanjura zich kan herinneren. Ze heeft haar bed in haar kamer, en haar lamp in de vorm van een bloem, en soms kijkt ze een hele avond naar de bloemen op de muur en bedenkt ze namen voor elke bloem. Andre en Eswari zijn hier!
Ze schudt haar hoofd en knijpt haar ogen dicht. "Ik geloof je niet! Je maakt een grapje."
"We gaan echt naar huis", zegt mama. "Waarom dacht je dat we gisteren alles inpakten?"
"Weet ik niet." Er zit een grote stekelige bol in haar keel en het is moeilijk om te praten. "Jullie liegen. Stop met liegen! Het is niet grappig!" Ze draait zich om, want ze wil niet naar mama en papa kijken. Tussen de benen van de mensen kan ze de deuren van de trein zien. Misschien kan ze afstappen en zo naar huis gaan.
Mama grijpt haar arm voor ze meer dan drie stappen kan zetten. Nyanjura probeert zich los te trekken, maar mama is veel sterker dan Andre of Eswari.
"Laat me los! Ik wil naar huis!"
"Sssh", zegt papa, en hij heft haar op. "Dat is niet ons huis. We woonden daar maar zolang we met de bazen van Suong aan het praten waren. Nu kunnen we echt naar huis. Je gaat echte koeien zien, Abwoli! Is dat niet leuk?"
"Ik wil geen koeien! Ik wil mijn bed en mijn lamp en Zwartoog en Andre en Eswari!"
"Zwartoog is mee", zegt mama. "Ik kan hem straks aan je geven, op het schip."
Nyanjura wriemelt in papa's armen en probeert los te komen. "Nee! Nee nee nee nee nee!" Bij de laatste nee slaat ze op papa's schouder en ze blijft slaan, maar hij laat niet los. Nyanjura hijgt en schreeuwt, zo luid ze kan. Papa's armen spannen zich even op.
"Dat is niet zo lief. Dat deed pijn aan mijn oren, en je doet de andere mensen hier ook pijn."
"Jij doet mij pijn!" Nyanjura schreeuwt opnieuw, één lange klank zonder woorden die schraapt in haar keel. Haar wangen zijn nat en ze kan niet goed zien en haar gezicht doet pijn. Ze snuift zodat het snot niet uit haar neus druppelt. "Jullie zijn gemeen!"
Papa streelt haar rug en Nyanjura haat het. Ze wil niet dat mama en papa lief zijn, want ze zijn niet écht lief. Ze wil alleen zijn en ze wil mama en papa niet zien en ze wil met Andre en Eswari spelen. Het paard mag zelfs het varken opeten. Dat stomme varken. Ze voelt het in haar broekzak, waar papa haar vasthoudt.
"Laat me gaan!" Ze hikt. "Ik moet Andre zien!" Ze moet het varken teruggeven. Mama en papa zijn zo – Waarom geven ze niet toe? Ze moeten terugkeren! Ze moeten ... ze moeten ...
Er is een groot gevoel in Nyanjura, alsof ze een zak is die te vol is gepropt, maar de zak scheurt niet. Als ze schreeuwt, is haar huid minder dun, maar zodra ze stopt met schreeuwen, vult het weer haar hoofd en haar borst, haar hele lijf. Ze balt haar vuisten en haar nagels bijten in haar handpalm en dat helpt. Ze balt haar vuisten harder, tot haar hele hand pijn doet, klemt haar tanden op elkaar zodat ze niet schreeuwt en blijft schreeuwen.
***
De trein stopt en ze stappen uit. Papa draagt haar naar het ruimteschip en staat bij het raam met haar. Nyanjura knijpt haar ogen dicht zodat ze de gangen niet ziet, het tapijt op de vloer en de tekeningen op de muur en de winkels en buiten de sterren. Ze wil papa niet zien, mama niet zien, de mensen niet zien die niet Andre of Eswari zijn. Er is hier niemand die ze leuk vindt. Niemand met een paard of een olifant, niemand om mee rond te lopen en op de matten te springen.
Papa zet haar neer wanneer het schip vertrekt en Nyanjura laat zich langs het raam zakken tot op de grond. Ze draait zich om, met haar rug naar de kamer, en steekt haar hoofd tussen haar benen zodat ze niks moet zien van de sterren die zeggen dat dit niet Suong is, dat ze nooit nog Andre of Eswari zal zien. Ze heeft niet eens verteld aan Andre en Eswari dat ze niet meer komt. Misschien wachten ze nu op haar. Andre mist zijn varken. De olifant en het paard zijn even groot, dus ze kunnen elkaar niet opeten.
Een snik wurmt zich omhoog en haar hele lijf schokt. "Abwoli", zegt mama achter haar en Nyanjura schudt de hand van haar rug. Ze wil haar empaako niet horen, haar speciale naam die betekent dat mama en papa van haar houden, want dan zouden ze dit niet doen.
"Laat me met rust!" roept ze tegen het vlees van haar armen, gedempt. Haar gezicht plakt en nu haar mouwen ook. Het voelt slecht en dat voelt goed. Ze wil zich slecht voelen. Er is een holte in haar borst, en het is beter om zich slecht te voelen dan leeg. Ze voelt zich leeg nu, van te schreeuwen daarnet. Het grote gevoel is er nog, maar het is niet genoeg. Ze moet méér in de zak steken, want als de zak leeg is ...
Ze tast naar het varken in haar broekzak. Als ze kon vliegen zoals het varken, zou ze lopen en lopen en helemaal naar Andre en Eswari vliegen en mama en papa kunnen haar niet inhalen, want het varken kan sneller en hoger vliegen dan iedereen. En ze zal rondjes lopen op de mat en omhoog klimmen en springen en klimmen en springen en klimmen en springen tot ze de zak niet meer voelt, de jeukende extra laag aan de binnenkant van haar huid. En dan wil ze maïskoekjes eten, de hele dag.
Hebben ze maïskoekjes op Aarde? Zeker niet.
Een nieuwe snik golft door haar lijf. Het voelt niet alsof het echt van haar is, de snik, het lijf. Ze knijpt in haar armen, want de pijn is van haar. De pijn is echt; zij is niet hier. Ze is nog op Suong, in haar bed, en straks staat ze op en gaat ze naar de speeltuin en Andre en Eswari wachten op haar. Ze zal zeggen: "Ik had zo'n slechte droom." Eswari zal haar een knuffel geven en misschien zal het paard het varken niet opeten. Ze kunnen een bal vragen, of op de glijbaan klimmen, of koprollen tot ze duizelig is en op het plafond ziet ze duizend sterren, niet echt.
Nyanjura kijkt door een spleet boven haar armen en sluit haar ogen weer, tegen de diepe zwarte ruimte en de echte sterren.
De pijn is echt.
Was het maar een droom.
***
Het huis op Aarde is niet in een stad en het is te groot, te leeg. Het is te warm en de kleren die mama en papa haar geven, zijn te dun en licht op haar huid. De lucht ruikt vreemd. Niks smaakt hetzelfde. Ze krijgt een nieuwe lamp in haar kamer, in de vorm van een bloem, maar de kleur is anders. Niks is juist. Niks is echt. Of is zij niet echt?
Mama neemt haar mee om echte koeien te zien. Ze hebben grote ogen en ze zijn zacht. Nyanjura vraagt of ze elke week kunnen gaan. Dan zit ze en staart ze naar de koeien en voelt het stugge gras onder haar handen, de bloemen die ze wil plukken, maar als ze dat doet, sterven ze. Je kunt bloemen geen ander thuis geven zonder ze dood te maken.
Er is een speeltuin, en een school, met andere kinderen, maar ze praat niet met hen. Ze zijn gestopt met vragen of ze mee wil spelen. Het varken steekt ze ver weg in een doos, maar soms haalt ze het 's avonds uit en draait het rond in haar handen, het ronde lijf en de korte poten, de kop en het grappige staartje.
"Het varken vliegt", fluistert ze. "Het paard kan het varken niet opeten en vliegt nooit meer. Het paard en de olifant zijn heel verdrietig. Soms huilen ze. Het varken is heel blij en denkt nooit meer aan het paard en de olifant."
***
Noot van de auteur: Dit verhaal is, zoals eerdere verhalen in deze bundel, geschreven voor een lokale wedstrijd, voor de opdracht "Oost west thuis best?!" Het is bedoeld als "prequel" op een sciencefictionboek dat ik gepland heb (en in het Engels zal schrijven). Je kan de korte inhoud van dat boek al op mijn profiel vinden (link in de reacties). Als je het boek toevoegt aan je bibliotheek of mij volgt, zal je een melding krijgen als ik het eerste hoofdstuk publiceer!
Als iemand dit leest in de 2 weken na publicatie (29 december 2023), zou ik heel graag feedback horen, voor ik het indien voor de wedstrijd! En uiteraard hoor ik in het algemeen graag wat je denkt.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top