Hoofdstuk 9 Caellum Grijs

Ik kijk in een paar ogen, die onmogelijk van Zoë kunnen zijn. Ze zijn niet donkerbruin meer, geen enkel deel van haar ogen is donker meer. Behalve haar pupil.

Het is heel stil tussen ons en ik voel de lucht om ons heen zwaar worden. Ik weet niet hoe ik hier mee om moet gaan. En kan zij omgaan met hoe ze eruitziet? Haar magie is zo duidelijk aanwezig en haar pijn ook. Ondanks dat haar ogen open zijn, heeft ze nog niet gepraat. Nog geen ander deel van haar heeft zich bewogen. In de rode zaal was ze nog zo ondeugend en pittig geweest. Het meisje voor me is een schijnvoorstelling van het meisje in die zaal. Ze weet hoe ze haar woorden moet gebruiken, als ze het wil.

Hij kijkt weg van haar ogen naar haar kamerdeur. Hoort hij hier wel te zijn? Dit wat hier met haar gebeurd is, is abnormaal. Ik kijk dan ook weer terug in haar ogen met die roze kleur en blauwe en paarse strepen erin. Ik laat haar gezicht los en sta op vanuit mijn gehurkte houding. Dit is niet mijn plaats om te zijn. Ik draai me om.

''Caellum,'' zegt een zachte stem. Ze herkent me dus ook als ik met mijn rug naar haar toe sta. Ik draai me twee keer zo snel om als zonet en hurk naast haar neer. Ik kijk in haar vochtige ogen en herken mezelf erin. Zo intens veel onmacht over de situatie, zoveel vragen en geen antwoorden. Ik vergeet te antwoorden op haar stem wanneer ik haar mond zie bewegen en de woorden die ze zegt doen me pijn.

''Ik weet niet... wat er gebeurd is,'' hoor ik haar zeggen. Haar mond trilt en net voordat ze weer wat wil zeggen zie ik haar gezicht van pijn vergaan. Dat beeld gaat voor altijd op mijn geheugen gegrift staan. Zag ik er ook zo uit tijdens mijn trainingen? Hoe deed dat niks voor mijn vader? Deze pijn is onmenselijk.

Ik moet wat terugzeggen tegen haar, maar ik weet niks over wat er daadwerkelijk gebeurt. Dit heb ik ook nog nooit meegemaakt.

''Ik ook niet,'' fluister ik haar toe. Dat is de waarheid en geen verzachtende leugen. Daar heeft ze voor mijn gevoel niks aan. Haar trillende lichaam voor me doet me pijn. Waarom kan ik haar niet helpen? Waarom heb ik hier geen les over gehad? Inleiding magische aanvallen had best een ding kunnen zijn en zou zeer nuttig geweest zijn.

Ik hoor haar grommen en uit haar mond steken snijtanden. Ik weet niet als ze het door heeft, maar het deed zo te zien meer pijn dan de verandering van haar ogen.

''Cael,'' kan ik haar horen zeggen en verder komt ze niet. Ik wil niks te maken hebben met magie als het mij ook zo gaat verslinden. Wat heeft ze gedaan om dit te verdienen? Niks.

Ik kom dichter naar haar toe en raak haar rechterhand aan. Haar nagels zijn veranderd in klauwen en net wanneer ik weer mijn focus wil leggen op haar gezicht kijkt ze in de spiegel. Wat een slechte timing, ongelooflijk.

Haar hand schiet uit de mijne en ze begraaft haar gezicht in haar handen. De zware lucht is nu ook gevuld met zoveel emoties. Ze laat haar handen langzaam zakken en voordat ik het zie, hoor ik haar snikken.

Ik wil haar vasthouden. Dat is zeker, waardoor ik langzaam naar haar toe ga. Ze is tijdens de transformatie wat meer gaan zitten dan liggen, waardoor het omhelzen makkelijker gaat. Ik sla mijn linkerarm om haar heen en met mijn rechterhand streek ik haar haar. Ze moet weten dat ik het begrijp. Dat haar angst er mag zijn en dat verstoppen nu geen zin heeft.

''Meis, laat maar gaan,'' zeg ik. Haar snikken wordt heftiger en haar tranen maken mijn uniform nat. Dit was te intens voor een dag zoals vandaag en mijn stille tranen smaken zoutig op mijn lippen. Ik had niet willen weten dat ze zoveel pijn had, dit moment en alle andere pijnlijke momenten in haar leven. Ervaring hebben in pijn gun ik niemand. Nou ja mijn vader wel, maar dat is een ander verhaal.

Ze heeft uren in mijn armen gelegen, terwijl langzaamaan de transformatie weg ging. Eerst haar klauwen, toen haar tanden en als laatst haar ogen. Ik kon toen eindelijk weer in haar donkere ogen staren. Ze zijn mooi, maar die andere ogen ook. Het past eigenlijk wel bij haar. Ze laten haar ondeugende kant meer zien en die kant waardeer ik.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top