Hoofdstuk 5 Caellum Grijs
De avond van de herdenkingsdag van de witte ramp was beter dan de speech. Alles is beter dan een speech geven, die geschreven is door mijn eigen vader. Het voelde als een extra straf bovenop alle uren extra training en extra beschadigingen aan mijn lichaam. Hopelijk leveren de beschadigingen geen littekens op. Ik heb al zoveel littekens op mijn lichaam en ik wil er niet meer bij. Elk litteken heeft een verhaal en een emotie. Het overweldigd me vaak en laat me twijfelen of ik ooit wel liefde ga ervaren. Hoe gaat iemand mij knap vinden als ze al die littekens gaan zien? Als ze erachter komen dat ik niet die perfecte kroonprins ben waar ze over schrijven? Ik vraag me zoveel af, maar ik weet niet als ik de antwoorden wil weten. Die antwoorden kunnen mij wel eens breken en aan een gebroken koning heeft het koninkrijk niks.
Mijn vader is in een opperbeste stemming door alle positieve meningen over mijn optreden, die natuurlijk te danken zijn aan zijn speech. Hij gaat er de hele avond over door, maar ik hoor liever zijn gebazel dan dat ik weer voor zoveel mensen moet staan. Ik laat hem lekker op zijn roze wolkje, totdat ik hem na drie jaar ervan schiet. Geen idee hoe, maar ik heb nog drie jaar dus daar maak ik me geen zorgen over. Ik maak me wel zorgen over wat m'n moeder zonet aankondigde.
'' Caellum, vanochtend word je opgehaald door de Academie om half acht. Zorg dat je er goed uitziet, want je rijdt mee met de andere leerlingen.''
'' Moeder, dat kan u niet maken!'' zeg ik, wanneer ik opsta uit mijn stoel in de woonkamer. Ik had beter in mijn slaapkamer kunnen blijven, maar die wordt nu schoongemaakt. Dus vandaar dat ik nu bij mijn ouders zit, want naar buiten gaan is geen optie. Nou het kan wel, maar dan raak ik opgegeven moment onderkoeld.
'' Dat kan ik wel maken. Als zoon luister je naar je moeder en respecteer je haar bevelen. Ook dit bevel moet je serieus nemen. Het is een goede kans om je medeleerlingen te leren kennen en zo zit je meer op één niveau met ze. Niemand wil vrienden worden met een arrogante prins.''
Wauw, ze durft vanavond wel. Wat nou als ik gewoon later kom, doordat ik uitgerust wil beginnen aan school. We moeten niet vergeten dat ik de afgelopen dagen afgeranseld ben op training. Mijn lichaam houdt dit echt niet voor altijd vol. Nu ik hier zo over nadenk, was naar buiten gaan een betere keuze dan de woonkamer.
'' Ik ben niet arrogant, maar ik ben uitgeput. Ik kom mijn bed niet uit voor zeven uur en ik verwacht een ontbijt om mee te nemen. Een halfuur is genoeg om gewassen te worden en om aangekleed te worden. Meer heb ik niet nodig.''
Mijn moeder reageert positievere dan verwacht.
'' Dat kan geregeld worden, Caellum. Ik zorg ervoor dat de kok wat fruit, yoghurt en cruesli voor je heeft, wanneer je vertrekt.''
Ze loopt naar de luxueuze groene stoel bij het raam met gouden kozijnen en draait zicht, net voordat ze gaat zitten, naar me toe om nog even iets tegen me te zeggen.
'' Verwacht niet dat men op school naar jouw bevelen gaat luisteren. Gedraag je normaal en respectvol. Als er ook maar klachten binnenkomen over jouw gedrag, dan komt vader om training met je af te ronden. Een paar hechtingen meer ga je niet dood van. En voordat je gaat, bedank je vader even voor zijn speech, wil je?''
Dit is een inkoppertje, een hele makkelijke.
Ik zucht om mijn aanwezigheid te benadrukken en zeg '' Vader, bedankt voor de speech. Over drie jaar maak ik een betere, beloofd.''
Het gezicht van mijn vader is goud waard. Hij is geschokt en het levert een komisch plaatje op. De kamer waarin we ons bevinden is donkergroen met goud tinten. Niks komisch aan, maar juist super chic. Maar met een koning in shock maakt de kamer het plaatje af.
Na mijn vertrek kan ik mijn vader horen schreeuwen tegen mijn moeder. Ik wil dat het me iets doet, want normaal gesproken kan ik heel goed met haar. Alleen de laatste tijd is ze echt knetter. De speech, haar afwezigheid en nu dit. Ze verdient het en ik verdien mijn rust.
᷈
Mijn wekker gaat af, helaas. Het is dus al zeven uur, negen uur na mijn moeders aankondiging. Mijn humeur is verschrikkelijk en mijn lichaam herinnert me eraan dat het nog steeds half blauw is. Dat krijg ik niet in een half uur weg dus mijn medeleerlingen moeten het doen met de werkelijkheid. Het afgeschetste plaatje van de media is de waarheid, maar niet als het gaat om mijn privé leven. Dan zie ik er uit als een alledaagse jongen met dure kleding en blauwe plekken. Mijn huid is nooit niet blauw ergens dus zo gaan ze me ook leren kennen had ik besloten toen ik mijn wekker zette. Het uniform van de school staat me goed en bedekt gelukkig goed. De blauwe plekken in m'n hals en op m'n gezicht zijn alleen te zien en daar ben ik best wel opgelucht over. Het uniform is een donkerblauw pak met een wit overhemd. Op het jasje van het pak staat het rode logo van de school. Het logo is geborduurd en ziet eruit als een kasteel. Ook is er een stropdas bij geleverd in het blauw met schuine rode strepen. Ik heb die in mijn koffer gedaan om mijn nek te sparen. Mijn haar heb ik in een midden scheiding en door de conditioner van gister is het extra zacht. Dat zou een goeie indruk moeten maken op mijn medeleerlingen. Ik kan wel wat vrienden gebruiken en die kunnen best in de koets naar school zitten.
Met mijn lunch en koffer loop ik richting de koets voor het paleis. Ik ga het paleis achter me niet missen en ik ga gebruiken maken van drie jaar zelfstandigheid en vrijheid.
Ik ga in de koets zitten en kijk om me heen, voordat ik hallo zeg. Het meisje voor me, die ik herken van de herdenkingsdag, zegt zacht hallo terug en de jongen naast haar knikt alleen maar naar me. Heel even denk ik dat dit misschien wel de ergste reis van mijn leven wordt, totdat de jongen naast me mij een hand geeft en begint te praten.
'' Hallo, ik ben David en het spijt me voor de sfeer. De twee voor ons hebben of een zware ochtend gehad of kennen elkaar op een niet zo'n leuke manier. Ik gok dat het beide is, Jij?''
Moet ik ook mijn naam zeggen of gewoon antwoord geven? Ik besluit om gewoon antwoord te geven.
'' Ze kennen elkaar sowieso, maar ik denk niet dat hij een zware ochtend heeft gehad. Daar zit z'n stropdas te goed voor.'' Ik lach om mezelf en David lacht gelukkig met me mee. Ik besluit dat hij m'n beste vriend gaat worden voor de komende jaren.
We praten over van alles en nog wat. Waar hij vandaan komt, hobby's en onze verwachting van de school. De twee voor ons blijven stil, maar opvallend is dat het meisje voor me droevig lijkt. Alsof ze op het punt van een mentale instorting staat door iets heel erg verdrietigs. Ik wil haar vragen wat er is, maar de pijnlijke stilte om haar heen voelt aan als een waarschuwing, '' Doe het niet, laat haar met rust. Breek haar niet!''
Na twee uur rijden zijn we bij de Academie en het ziet er net zo uit als het logo van ons uniform. Een bruin kasteel met meerdere torentjes en verdiepingen. Aan de linker- en rechterkant waaien rode vlaggen met het logo. De koets komt tot stilstaand voor de poort in het midden van het gebouw. De deuren staan wagend wijd open en ook de deuren van de koets worden geopend. Ik stap als eerste naar binnen en wacht op de rest. We krijgen allemaal onze koffer terug en worden verteld hoe we naar de rode zaal moeten lopen voor de opening. Ik sta even stil om het gebouw in me op te nemen, wanneer er een koffer over mijn voet word gerold.
'' Au, shit man. Dat doet pijn. Kan je niet een beetje oppassen?'' flap ik er uit op een iets te agressieve toon. Dat besef ik me wanneer ik in de ogen van het enige meisje om me heen kijk.
'' Het spijt me. Mijn ochtend was niet zoals verwacht dus mijn gedachten zijn niet helemaal hier. Dat is natuurlijk geen goed excuus om u pijn te doen.'' Zegt ze.
'' Je hoeft me niet aan te spreken met u. Ik ben even oud als jij en dat je gedachten niet hier zijn had ik al opgemerkt door hoe stil je wel niet bent. Net zo stil als op de herdenkingsdag.'' Ik heb een hekel aan hoe zakelijk mijn stem klinkt in plaats van geïnteresseerd. Ik wil juist weten wat er gebeurd is in de ochtend en ik wil haar absoluut niet afschrikken. Maar ze kijkt me wel geschrokken aan, helaas.
'' Ik was niet stil met herdenkingsdag. Ik heb gewoon meegezongen met het volkslied, net als iedereen. '' zegt ze.
Dan opeens spreekt de jongen, die ook de hele rit niks heeft gezegd.
'' Ha, Zoë. Lieg je nu al tegen de prins? Iedereen weet dat jij al jaren niet meezingt, omdat de koning niet zo regeert als jij zou willen. ''
Ze heet dus Zoë, mooi dat ik haar naam nu weet. Maar die jongen mag wel weer z'n mond dicht houden. Net wanneer ik wil spreken, spreekt Zoë.
'' Will, niemand heeft gevraagd om jouw gedachten. De prins hoeft ze al helemaal niet te weten.''
'' Z, kom op. Nu is de kans om jouw ideeën te delen met iemand van het koningshuis. Wil je dat niet? Na al die jaren over het beleid zeuren, moet je gewoon je kans pakken.
Dit gesprek voelt oncomfortabel en ik zie aan het gezicht van Zoë dat dat ook het geval is voor haar. Ze schudt haar hoofd en draait zich om. Met een flink tempo loopt ze door de poort en laat ze ons achter. De stilte in de koets was beter dan deze rare sfeer. Ik loop nu ook naar de rode zaal samen met David en Will. Ik kan de stilte waarderen, want zodra we in die zaal zijn is het voorbij met de stilte. Dan zijn er constant prikkels. Daar heb ik absoluut geen zin, want mijn sociale batterij is nog maar halfvol.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top