Hoofdstuk 4 Zoë Lykos

Mijn wekker stond om vijf uur, maar ik was al om vier uur wakker. De vroege ochtend doet me altijd goed. Alle tijd voor mezelf en de rust kan ik erg waarderen. Niemand stoort me, want iedereen slaapt rond deze tijd nog. Mijn zus verklaart me al jaren voor gek en protesteert dan ook hevig om mijn vroege wekkers. Ze wordt er zogenaamd altijd wakker van. Ze slaapt aan de andere kant van het huis en een verdieping hoger, maar die afstand zou mijn alarm overbruggen. Dacht het niet, maar goed ze woont niet meer thuis dus kan ik met gerust hart om vier uur uit m'n bed stappen. Mijn zus, Yara, werkt als secretaresse aan de kust en woont samen met haar vriendin Seraphina. Ze zitten al in hun tweede huis door een klein magisch ongelukje. Sera heeft heus niet het huis aangestoken. Iedereen weet dat dat wel het geval is, maar dat zou na de magieschool helemaal niet zo makkelijk mogen gebeuren. Er zou dan controle moeten zijn over je krachten. De enige reden zou dan ook open vuur en lucifers kunnen zijn, niet magie. Dat is wat iedereen ook ''gelooft''.

Ze staat me niet aan. Vertel dat haar maar niet, ik wil graag nog wat langer in leven blijven. Ze heeft sowieso het huis in brand gezet en ik twijfel als het echt een ongeluk was. Zo lang mijn zus gelukkig is, breng ik deze mening niet naar buiten. Ik wil haar geluk niet wegnemen, maar ik hou m'n hart vast. Haar veiligheid is niet verzekerd als wat ik denk waarheid is.

Nadat ik uit de douche stap en me omkleed is het half vijf en heb ik nog 2,5 uur voordat ik opgehaald word door academie Zandberg. Ik heb ervoor gekozen om een blouse aan te doen met een bruine geruite pantalon. Ik draag ook een riem, want eigenlijk is de pantalon net iets te groot voor m'n taille. Onder m'n pantalon draag ik nette instappers. Mijn bruine haar heb ik in een knot vandaag met een paar plukjes voor, zodat het er speels uitziet. Na het klaarmaken loop ik stilletjes naar beneden voor ontbijt. Ontbijt betekent bij ons pap en een glas melk of water. Sinds moeder verdwenen is, is het inkomen minder geworden en het ontbijt daardoor ook. Ik kan gelukkig zelf jagen, maar daar heb ik vandaag geen tijd voor.

De boeken van eergisteren liggen nog op tafel en mijn ontbijt verdwijnt snel in m'n maag. Ik wil zoveel mogelijk kunnen lezen voor de Academie komt. Stel ze hebben deze boeken niet, dan moet ik een jaar wachten tot ik ze weer kan lezen. We mogen helaas geen boeken mee of films, alleen het noodzakelijke. De rest heeft de academie wel.

Ik ben benieuwd wat voor lessen we er krijgen en hoe het er uitziet. Een berg van zand lijkt me niet zo stevig voor een school, maar het is nog niet ingestort dus veilig genoeg.

Na een uur lezen besluit ik een cappuccino te maken om te vieren dat ik vandaag begin aan de magieschool. Ik ben de grootste kluns ter koninkrijk. Het is officieel zo, want er ligt overal opgeschuimd melk naast de koffiemachine. Hier heb ik dus echt geen zin in, wat een troep! Ik wil het opruimen, wanneer ik geritsel hoor of was het gegrom? Het geluid zorgt ervoor dat ik het melk laat voor wat het is. Het geluid is nu overduidelijk sterk gegrom en wanneer ik naar onze glazen deuren loop, kijk ik recht in de gele ogen van een weerwolf. Ik weet dat het nog maar half zes is en dat ik waarschijnlijk heel wat mensen wakker heb gemaakt met mijn gegil, maar ik wil absoluut niet opgegeten worden. Ik draai me om en ren naar boven om m'n vader te wekken. Met elke trede naar boven voel ik mezelf steeds meer trillen. Hoe kan het dat er een weerwolf in onze achtertuin staat? Die vraag spookt door mijn hoofd nu ik voor de kamer van m'n vader sta. Ik klop niet aan, maar open de deur met veel vaart om ... om een leeg bed te zien?! Een moment sta ik perplex stil in de deuropening. Ik heb nog steeds de deurklink vast en besluit om de deur weer dicht te doen. Ik controleer de badkamer, maar nee. Die is ook leeg, geen middernacht bezoek aan de wc dus. Ik besluit om zijn slaapkamer te inspecteren. Zijn schoenen staan er nog en zijn pyjama is ook nergens te bekennen. Ik besluit om langs het bed te lopen naar de kant waar mijn moeder vroeger lag, wanneer er een rilling door mijn lijf gaat. Een vlaag ijskoude wind zorgt voor die rilling. Het raam staat nog open. Ik doe het raam dicht om verrassend genoeg beschadigingen te zien aan het raamkozijn. Ik buk naar voren om de beschadigingen beter te zien. Het zijn vier dunne ondiepe lijnen. Ik hoop dat er niks gebeurd is met mijn vader, maar zijn afwezigheid maakt me bezorgd.

Ik heb besloten om terug te keren naar de glazen deuren om meer uit te kunnen vinden over dit verschijnsel. Maar dan sta ik oog in oog met het schepsel van eerder. Ik kan op het moment niet bewegen. Starend naar de gele ogen herken ik iets wat ik niet wil herkennen. Ik sla mijn handen voor mijn mond en ik voel de tranen opwellen. Dit kan niet waar zijn. Dit kan absoluut niet waar zijn. Is moeder daarom weggegaan?

Ik kijk recht in de ogen van mijn vader. Hij heeft voor die beschadigingen in zijn eigen raamkozijn gezorgd. Hij staarde me een kwartier geleden aan en heeft naar me gegromd. Ik probeer de stoel achter me te pakken, maar ik grijp mis. Deze hele situatie heb ik niet nodig voordat de Academie komt. Bij de tweede keer lukt het me om de stoel te pakken en naar me toe te schuiven. Ik moet gewoon even zitten en bijkomen. Het gegrom voor me klinkt hoog, bijna piepend. Ik zou zweren hem bijna te kunnen verstaan, maar de zoutige smaak van m'n eigen tranen op m'n lippen leidt me af. Ik zie door de tranen heen dat mijn vader nu als mens voor me staat. Ik weet niet hoe en wanneer die verandering plaats heeft gevonden, maar dat ging snel. Ik kijk op naar de man voor mij en kan niet begrijpen dat hij dit zolang geheim heeft gehouden. Mijn vertrouwen in hem is gebaseerd zonder de hele waarheid te kennen.

Het is lang stil, tot mijn verstand opeens scherp is.

'' Wat voor een nachtendiensten had je, Pa?'' vraag ik met een bepaalde kilte in mijn stem, die me verrast. Ik kijk hem aan in zijn nu donkere ogen. Het valt me nu pas op dat mijn vader aardig behaard is. Een hele volle baard, terwijl hij zich meerdere keren in de week scheert. Komt dat hierdoor? Ik heb te veel vragen en te weinig antwoorden.

'' Zoë, ik had de nachtdiensten niet moeten doen. Ze zijn niet gevaarlijk, althans niet voor mij. ''

'' Hoezo niet voor jou? Wees duidelijk. Wat doe je precies?''

'' Dat mag ik niet zeggen. Het is een speciale opdracht van de koning.''

'' De koning weet hiervan! Ongelooflijk, dat betekent dat onze achternaam geruïneerd is.''

'' Meisje, toch. Dit betekent niet dat jij net zoals ik word.''

Hij loopt naar me toe en veegt mijn tranen van mijn wangen af. Hij geeft me een knuffel, die niet hetzelfde meer aan voelt. Ik voel me leeg en overdonderd. De warmte van zijn knuffels worden overschaduwd door zijn leugen. Ik hoop dat ik mijn moeder haar genen heb. Ik zou ook wel willen verdwijnen op het moment.

Wanneer de Academie me ophaalt zwaait mijn vader me uit. Mijn koffer sleur ik met me mee en alle energie die ik had komt vandaag absoluut niet terug. Het enige wat ik voel is leegte, zelfs wanneer ik Will zie. Naast hem zitten lijkt me op het moment beter dan thuis zijn met mijn vader. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top