Reactie

We liepen terug langs de leger vleugel waar ik Tias en Lotus al in de verte zag staan. De leger vleugel was het enige deel van het kasteel waar meerdere meesters bij elkaar zaten en er liepen dan ook altijd wel mensen rond. Toen ze me opmerkte bogen ze en liepen op me af. "U hoort rust te nemen majesteit!" zei lotus bezorgd en ook Tias keek me verontwaardigd aan. "Het spijt me", zei ik schuldig. "Maar ik kon gewoon niet langer stil zitten. Jullie weten ook wel hoeveel er nog moet gebeuren voor dat de verjaardag van start kan gaan." Beide knikte ze maar aan hun gezichten kon ik zien dat ze het er nog steeds niet mee eens waren. "Eigenlijk was ik net mijn bezoek aan alle vleugels aan het afronden. Aangezien jullie hier nu toch allebei zijn, kunnen we net zo goed de besprekingen nu houden. Zijn jullie het hier mee eens?"

Zowel Lotus en Tias stemde in en we begaven ons naar Tias studeerkamer. Ook daar stonden comfortabele sofa's maar we besloten toch maar aan de hoge koffietafel te gaan zitten.

"Hoe staat het met de troepen?"

Tias schraapte zijn keel en zei:" Tot nu toe is alles rustig. Er word ook niet verwacht dat daar binnenkort enige verandering in zal komen. Ook zijn er op het bevel van Xavier maatregelen genomen om het nieuws over uw gezondheid binnen de kasteelmuren te houden. Extra mensen zijn bezegeld om geruchten zo veel mogelijk te beperken."

"Ik hoop voor die mensen dat deze hele situatie snel weer voorbij zal zijn" zuchtte ik. "Hoe staat het trouwens met de zoektocht naar de meesterskandidaten?"

"Tot nu toe zijn de aantallen hetzelfde gebleven maar er zijn nog extra soldaten naar de heilige tempel in het westen gestuurd omdat er geruchten gaan dat daar een van de laatste afstammelingen van de maanpriesteres woont. De andere kandidaten zullen morgen middag aankomen in het paleis."

De maanpriesteres... Ik had er vroeger alleen maar in boeken over gelezen. Heel lang geleden zouden twee heilige priesteressen hebben geleefd in twee tempels aan de randen van het koninkrijk. In de tempel aan de oostkant waakte de priesteres van de zon; een figuur van ongekende kracht om de toekomst te kunnen voorspellen en de balans van de wereld aan te voelen. Haar stam, het zonnevolk, leefde nog steeds voort. Aria, meester van de sterren, was een afstammeling van het zonnevolk en had als een van de weinige ook de kracht van de priesteres van de zon geërfd.

In de tempel aan de westkant waakte de priesteres van de maan; een simpele ziel met mysterieuze krachten die nooit precies achterhaald waren. Er was ook al meer dan honderden jaren niks meer vernomen van het maanvolk en men had altijd gedacht dat alle maanlingen waren uitgeroeid in de grote rijken oorlog. In vele documenten werd de kracht van het maanvolk beschreven als iets magisch en niet voor menselijk begrip vatbaar. Het feit dat er nu misschien een afstammeling van de maanlingen aan de oorlog was ontkomen zou werkelijk een wonder zijn. Ik keek er nu al naar uit om deze persoon met eigen ogen te ontmoeten.

"Trouwens Tias.." begon ik weer. "Weet je misschien waar Mina zich verschuild? Ik heb haar al de hele dag niet gezien, net nu ik juist naar haar opzoek ben." Tias schudde zijn hoofd. "Nee het spijt me majesteit, ik ben haar vandaag ook nog niet tegengekomen. Gisteren zag ik haar wel snel langs rennen. Ze leek nogal overstuur maar ik was te laat om haar tegen te houden. Ik begin me zelf ook al zorgen te maken over haar. Als u wilt kan ik Mina wel na ons gesprek gaan zoeken."

"Als dat je gerust zou stellen geef ik je er zeker toestemming voor maar je hoeft haar niet speciaal te gaan zoeken voor mij. Als ze me wilt zien kon ik haar vanzelf vast weer tegen."

"Zoals u wilt."

Ik merkte dat Lotus al heel de tijd rustig op haar beurt had zitten wachten en aandachtig had mee geluisterd.

"Hebt u trouwens al gehoord van Raphaels nieuwe vinding majesteit?" vroeg ze enthousiast. "Ik had van Samuel gehoord dat het super revolutionair was in de medische branch."

"Oh ja dat klopt! Ik kwam hem toevallig net tegen en toen heeft hij mij het meegegeven. Samuel zei dat het een 'pil' genoemd word en dat het even goed werkt als de normale medicijndrankjes die hij tot nu toe heeft gebruikt." Ik haalde het pakketje uit mijn zak, legde het op tafel en opende het. Gefascineerd keek Lotus naar het groene bolletje. "Oh wat is het klein!"

Ik was niet verbaasd over Lotus' enthousiasme. Als het aankwam op de verandering van natuur en nieuwe technieken om deze te bewerken moest je bij Lotus zijn. Als alchemist Probeerde ze elke dag weer opnieuw met innoverende ideeën te komen om het de samenleving nog makkelijker te maken. Ook kon je haar kracht ermee vergelijken aangezien ze het ene product in het andere kon veranderen of kapotte producten weer kon herstellen naar hun originele staat. Het was interessant om te zien maar nog interessanter om te leren. Als sinm moest je van alles kennis hebben en het was een feit dat elke generatie van sinm hun eigen speciale vaardigheid had. De vorige sinm was een meester in alchemie geweest en had hier dan ook vele levens mee gered. Ik wist nog steeds niet wat mijn sterkte punt was maar Alchemie had me altijd al geboeid. Ik was er echter nooit heel goed in geweest.

"Waarom proberen we hem niet nu meteen uit?" Stelde ik voor en iedereen, zelfs Nesc, keek me verbaasd aan.

"Is dat wel veilig?" vroeg Tias. "Wie weet is er tijdens de formulering toch nog iets mis gegaan. U kunt nooit te voorzichtig zijn op het gebied van dat soort dingen in nemen."

"Nee het komt wel goed", antwoordde Lotus vol overtuiging." Samuel en Raphael weten echt wel wat ze doen. Ze zouden nooit enig risico nemen om het leven van de sinm in gevaar te brengen."

Ik knikte instemmend en vroeg Lotus om een glas water voor me klaar te maken. Ik had me aan het begin van het gesprek al wat duizelig gevoeld dus dit was waarschijnlijk een goede tijd om het medicijn in te nemen, voordat de kruiden geen werking meer zouden hebben. Lotus pakte wat bladeren van een kamerplant die in de hoek stond en stopte deze in een schone beker die Tias haar aanreikte. Ze legde haar hand over de bovenkant en er was een vaag licht door haar vingers te zien. Toen ze haar hand weer van de beker afhaalde zat hij tot aan de rand toe gevuld met water. Ik pakte de kruiden pil op en stopte hem in mijn mond. Het proefde zo bitter dat ik niets anders dan een vies gezicht kon trekken en beide meesters keken me bezorgd aan. Snel spoelde ik de vieze pil weg met een grote slok water en na nog een paar slokken was ook de smaak al weer redelijk weg getrokken. Met een mengeling van angst en nieuwsgierigheid voelde ik het drie paar ogen op mij gefocust, maar nadat een hele minuut verstreken was ontspande de sfeer weer een beetje.

"Merkt u al verschil majesteit?" vroeg Nesc, maar ik had eigenlijk nog niet echt iets gemerkt anders dan dat mijn duizeligheid weer redelijk was weg getrokken.

Ik vervolgde mijn gesprek met Lotus die niet veel meer aan me te melden had. Na nog een kwartier van praten overhandigde ook Tias me zijn papierwerk en was het weer tijd om te gaan. Terwijl lotus de kamer al had verlaten en Tias net wilde opstaan wilde ik eigenlijk nog iets aan hem vragen. Ik had liever niet dat Nesc er ook bij was maar dat moest nou eenmaal. Als ik nog een keer de deur achter hem zou dicht slaan zou hij al helemaal boos worden en ik wilde nou op het moment niet echt opzoek zijn naar een nieuwe meester van bescherming.

"Tias", begon ik, "Kan ik je met iets vertrouwen?"

Tias knikte met vastberaden blik.

"Je weet dat ik erg gesteld ben op mijn volk. Je komt vast wel eens in de stad toch? Kan ik je vragen om aan me te rapporteren over de welgesteldheid van het volk? Als je ook maar iets vreemds of aparts ziet, zeg het dan alsjeblieft. Ik wil graag voorkomen wat vroeger is gebeurd..."

Ik zag Tias schrikken over het feit dat ik het verleden weer terug haalde, maar die gedachte maakte hem wel zekerder van zijn zaak. "Ik zal kijken wat ik voor u kan doen majesteit. Uw veilheid gaat voor maar u heeft gelijk de problemen onder de bevolking vroeg aan te pakken." Hij stond op en boog en ik gaf hem een hoofdbuiging terug.

Ik wist bijna zeker dat ondanks Tias vastberadenheid en liefde voor de bevolking, hij toch geen problemen zou rapporteren. Het zou hem verboden worden door andere autoriteiten of hij wilde er mijn geweten niet mee belasten. Dit was mijn test om te kijken of de bond van meesters ook echt zo corrupt was als ik dacht dat ze waren.

Ik gaf het eerdere papierwerk van Tias door aan Nesc en wilde net zelf opstaan toen ik mijn bloed sneller voelde gaan stromen. Wankelend liep ik naar voren terwijl Nesc en Tias al op me af rende om me op te vangen. Mijn hart klopte in mijn keel en ik kon nauwelijks mijn adem onder controle houden. Beide meesters grepen me vast en zette met langzaam op een van de sofa's die het dichtst bij stond. Terwijl Nesc nog altijd naast me zat zag ik Tias naar de noodlijn rennen om waarschijnlijk Samuel en Raphael erbij te halen. Mijn hartslag daalde langzaam weer en het drukkende gevoel op mijn ademhaling verdween. Hijgend zakte ik onderuit in de stoel en Nesc boog zich over me heen met een bleek en bezorgd gezicht. "Majesteit, kunt u me horen? Gaat het-"

"Het is al weer goed...de aanval is al weer over."

"Dit was alles behalve goed hoogheid! Blijkbaar werkt die pil dus toch niet zo goed als Samuel zei dat het deed."

In Samuels defensie probeerde ik omhoog te komen maar mijn hele lichaam trilde van de vermoeidheid door de plotselinge aanval. Tias was ondertussen terug gekomen en rapporteerde dat zowel Samuel als Raphael onderweg waren en stelde voor dat we ondertussen maar naar de koningsvertrekken zouden moeten gaan.
Ieder nam een van mijn armen over zijn schouder en zo bewogen we langzaam terug richting mijn kamer.

Eenmaal aangekomen stond Samuel al te wachten en hielp me voorzichtig samen met Tias en Nesc terug in bed. Blijkbaar hadden de andere meester ook lucht gekregen van het 'verraad' want Xavier en Lotus arriveerde bijna direct nadat ik zelf in mijn kamer was aangekomen. Een paar minuten later kwam ook Raphael half binnen gestormd, nog steeds met zijn kruidentas over zijn schouder. Meteen gingen er beschuldigende blikken rond de ruimte.

"Klopt het dat de toestand van de koning door jullie 'uitvinding' nu nog slechter is geworden?" Vroeg Xavier streng terwijl hij Samuel en Raphael strak aan bleef kijken.

"Zoals ik al eerder tegen Nesc zei," begon ik," het gaat al weer beter. Ik had waarschijnlijk gewoon te weinig gegeten of zo. Echt, het is niks."

Ik wilde ze geen van beide de schuld geven. Dit zou alleen maar roet in het eten gooien voor hun revolutionair idee.

"Ondanks wat u beweerd, kan ik niet ontkennen dat u er alles behalve gezond uit ziet." Gebaarde Raphael. "Toch weet ik zeker dat ik de juiste hoeveelheden heb doorgevoerd."

"Kan iemand dat bevestigen?" Vroeg Xavier.

Raphael bleef stil maar ik zag hem voor een seconden richting Samuel kijken. Deze zei niks maar liep in plaats daarvan naar mij toe en vroeg of ik de verpakking nog had.

"Nee ik zou niet weten waar het nu zou zijn. Het zou goed kunnen dat deze nog in Tias' werkkamer ligt."

Samuel knikte begrijpelijk. "Het kan zijn dat de samenstelling van de pil en de ware inhoud niet goed met elkaar samen gingen en dat het daarom een reactie op uw lichaam gaf. Als ik de verpakking mag onderzoeken kan ik de verhoudingen controleren."

Ik knikte en gaf Samuel toestemming om een bediende naar Tias' kamer te sturen. Ondertussen bleven de aanwezige meesters door speculeren.

"We moeten alle opties open houden" zei Xavier. "Misschien heeft er wel iemand het kasteel geïnfiltreerd en uw op een of andere manier vergiftigd."

"Dat is onmogelijk" antwoordde Nesc. "Ik ben de hele dag bij de koning geweest. Als er iemand verdachts zou rondlopen of zelfs maar in de buurt van de koning zou zijn geweest had ik het geweten. Des al niet te min controleren mijn mannen altijd alles wat voor de koning bestemd is. Twijfel je aan mijn kwaliteiten als meester van bescherming?"
Hij stapte dreigend naar voren maar Lotus kwam tussen beide.

"Hou op jullie twee! Dit is niet de manier om deze zaak op te lossen."

"Oh, en wat is dan wel de manier?" Vroeg Tias. "Als ik het me correct herinner was jij degene die de koning water gaf om het medicijn in te nemen. Misschien ligt daar de boosdoener van dit probleem wel!"

De twee begonnen te bekvechten en Nesc en Xavier werden er al snel genoeg in meegevoerd. Al dit lawaai deed mijn hoofd pijnlijk doen kloppen en het liefste wat ik nu wilde doen was gewoon rustig slapen. Ik probeerde er overheen te schreeuwen maar er kwam niet meer dan een klein stemmetje uit mijn keel. Ik kon gewoon niet meer, ik was dood op.

"KUNNEN JULLIE NIET EVEN VOOR 5 MINUTEN JULLIE MOND HOUDEN!?" schreeuwde tot mijn verbazing Raphael uiteindelijk uit.
Hij was de laatste van wie ik zo'n uitbarsting had verwacht aangezien hij altijd gebarentaal gebruikte. Hij weerhield zichzelf eigenlijk zo veel mogelijk van met andere bemoeien en bleef graag op de achtergrond.
Nu waren zijn ogen gevuld met woede en keek vuil naar de andere meesters die meteen gestopt waren met ruzie maken.

"Ongelooflijk. Hebben jullie wel door wat voor schade jullie hier aanrichten met dat geschreeuw? Mijn oren doen er al zeer van, laat staan die van de koning! Iemand in zo'n slechte conditie kan echt niet nog meer stress en onrust gebruiken. Als jullie het zo graag willen uitvechten vind ik dat prima, maar doe het dan wel buiten deze vertrekken, zodat de koning te minste kan rusten."

Schuldig keken de meesters weg, beschaamd om hun kinderlijke gedrag. Raphael zuchtte, waarschijnlijk blij dat de rust weer was terug gekeerd. Samuel was ondertussen al weer druk bezig met een van zijn oude drankjes te maken en had zich niet zo veel van de commotie aangetrokken.

"Misschien is het beter om het maar nu even te laten voor wat het is." Zei ik. "Wanneer de bediendes de verpakking hebben terug gebracht en deze is onderzocht speculeren we wel weer verder. Wees tot die tijd op je hoeden maar maken jullie je maar niet al te veel zorgen hoor. Voor je het weet ben ik weer de oude."

Ik hoestte zachtjes. Al deze drama was wel weer genoeg geweest voor één dag. Samuel gaf me zijn drankje, onder de druk van de strenge en argwanende blikken van de anderen, en Raphael zei dat ik beter maar kon gaan liggen. Voor deze ene keer gaf ik maar in aan de vermoeidheid. Ik sloot mijn ogen maar het duurde verrassend nog een hele tijd voor ik echt in slaap viel. In die tijd hoorde ik de meesters zachtjes overleggen hoe het nu verder ging. Ze zouden de bewaking verhogen en Nesc zou nu ook 24 uur per dag aan mijn zijde zijn totdat ze de dader hadden gevonden. Blijkbaar waren ze toch wel van het idee afgestapt dat een van de meesters het had gedaan, wat me weer een beetje gerust stelde. Ik wist zeker dat de meesters, hoe gemeen en streng ze ook wel niet konden zijn, me nooit zoiets aan zouden doen. Daarvoor waren ze allemaal veel te nederig tegenover mij en te trots op hun eigen baan voor. Het was wel minder om te horen dat de bewaking weer vermeerdert zou worden. Hopelijk zou alles snel weer terug gaan naar zoals het van oudsher altijd was geweest zodat de nieuwe meesters goed konden worden onthaald en goed hun taak zouden kunnen uitvoeren die ik voor hun in gedachten had. Dan zou ik eindelijk mijn volk kunnen gaan helpen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top