Mo

Ik liep zo snel als ik kon de trappen af. Ergens halverwege zag ik rode krassen op de muur en even aarzelde ik. Als Xavier, Nesc en Tias nog steeds beneden waren zou ik ze nu zoiezo tegenkomen.
Zacht drukte ik mijn vingertoppen tegen de muur en bewoog mijn hand langzaam naar beneden. Ik voelde hoe mijn vingers open sprongen en zag hoe ze langzaam rood kleurde van het bloed. Dit zou genoeg moeten zijn.
De grond onder mijn voeten begon te trillen en er ontstond een opening in de muur waar ik net mijn vingers had opengehaald. Snel stapte ik naar binnen en meteen schoof de muur weer terug.
Je kon de geheime gangen van het kasteel alleen betreden door een bloed offer te maken. De muren wisten zo op een of andere manier wie je was. Zo hoefde de Sinm een veel kleiner offer te maken dan bijvoorbeeld een bediende, ook al betwijfelde ik het of iemand anders dan ik er van af wist. Vroeger gebruikte ik de gangen erg vaak om de meesters te kunnen ontwijken, maar de oude koning had me uiteindelijk op het hart gedrukt om ze alleen maar te gebruiken als het nodig was. Door het overmatige gebruik kon ik nauwelijks nog een normale schrijfveer vastpakken.
De koning had me ook beloofd dat hij me op mijn 16e verjaardag een andere manier zou leren om de gangen te kunnen betreden. Helaas heeft hij die dag niet meer kunnen meemaken.

Nu ik wist dat ik geen meesters meer onderweg zou kunnen tegenkomen, liep ik een stuk rustiger. Er waren verschillende lagen binnen de kerkers. Eerst had je de ondervraagcellen, dan de krijgsgevangenissen en als laatste de zwaarbewaakte cellen. Er was ook een aparte gevangenis buiten de muren van het paleis waar de normale criminelen naartoe gingen. In de kerkers van het kasteel werden alleen de grootste bedreigingen tegen de koning gevangen gehouden (wat ik nogal ironisch vond). Op dit moment had het kasteel nauwelijks gevangenen, wat fijn was aangezien ik zo makkelijker Mo kon vinden. Omdat er al een voorlopig oordeel was uitgesproken ging ik er van uit dat hij nu in een van de laagste cellen zat.
Ik opende de muur die op de gang van de zwaarbewaakte cellen uitkwam en stapte voorzichtig naar buiten. Voor zover ik kon zien was er geen mens te bekennen maar toch zette ik voor de zekerheid mijn masker maar op.

Verderop brandde licht en ik hoorde zacht geroesemoes uit dezelfde richting komen. Langzaam sloop ik veder naar het licht toe en kon nog net twee bewakers voor een grote ijzeren cel zien zitten voordat ik weer wegdook om de situatie door te nemen. Ik had niet gezien of het Mo was die daar in zat maar tot mijn opluchting waren de meesters al wel vertrokken. Ik rechtte mijn rug en stapte achter de muur vandaan. Rustig liep ik op de wachters af, die toen ze me opmerkte, meteen opstonden en diep bogen.

"Majesteit, wat een eer om u te mogen ontvangen! Wat komt u hier doen als ik het vragen mag? Deze gevangene heeft net zijn oordeel uitgesproken gekregen en er word gewacht op nieuw bewijsmateriaal. Het is dus niet nodig voor u om hier te zijn... tenzij u hem zelf nu al wilt veroordelen tot de doodstraf?"

Zonder het te laten merken keek ik langs de bewakers. Mo had zich omgedraaid in zijn cel en keek me nu met grote ogen aan.

"Voor nu wil ik alleen maar onder twee ogen met de gevangene spreken", zei ik met een onderdrukte walging in mijn stem. Ik kon er niks aan doen, de bewakers oordeel over mij was het zelfde als die van de meeste mensen. "Kunnen jullie in die tijd op de gang de wacht blijven houden? Ik wil hier niemand binnen totdat ik met hem heb gesproken."

De wachters knikte hevig en bogen opnieuw. "Natuurlijk majesteit!"

Ik keek ze nog even na, maar gelukkig hielden ze zich aan hun belofte. Zuchtend ging ik in kleermakerszit voor de tralies zitten en Mo kwam aan de andere kant tegenover me zitten.

"Sam, ik... je weet dat ik niet.."

Ik knikte maar Mo's gezicht bleef droevig staan.

"Maak je geen zorgen," zei ik en ik probeerde hem een beetje gerust te stellen. "Raphael heeft je toch voorlopig vrijgesproken? Voor je het weet ben je weer uit dit ijzeren hok. Daar ga ik persoonlijk voor zorgen. De meesters kunnen toch niet veel meer dan dit doen zonder mijn goedkeuring."

Dat laatste was gelogen. De meesters konden makkelijk ergens mijn toestemming voor geven ondanks dat ik er nooit mee had ingestemd. Ook stond er in de wet dat als de sinm door een of andere omstandigheden niet instaat was om zijn koninkrijk te regeren, zijn macht overgedragen zou worden aan de prins. Als er geen prins was aangesteld zouden de meesters de macht in handen krijgen totdat er een nieuwe sinm was gevonden.
In de positie waar ik nu in zat zou het niet lang meer duren voordat ik te ziek zou zijn om te kunnen regeren en de meesters dus mijn macht zouden krijgen. Dan zou alle hoop verloren zijn voor zowel Mo als Luna. Ik mocht dat niet laten gebeuren.

Mo wende zijn blik af en focuste zich nu op de stenen vloer voor zich. "Hé... hoelang ben je eigenlijk al ziek? Er is toch wel een medicijn tegen... toch?"

Verbaasd door de plotselinge vraag keek ik Mo aan. Was dat waar hij zich zo'n zorgen om maakte? Was dat de reden dat hij zo droevig keek?
"Ik ben pas sinds het begin van deze week ziek" zei ik eerlijk. "Maar het is nu al zo erg geworden dat ik nauwelijks nog op mijn eigen benen kan staan. Zelfs de meester van genezing heeft geen idee van wat het kan zijn. Hij blijft me maar deze drankjes geven maar ik heb het gevoel dat hij ook wel weet dat ze dit niet kunnen verhelpen. Het verlicht te minste wel de symptomen, wat al erg fijn is."

Ik haalde het flesje dat ik eerder van Samuel had gekregen uit mijn zak en zette het voor me op de grond. Mo gaf het een korte blik maar richtte zich al snel weer op mij. "Weet je nog wat je in de gang tegen me zei?"

Ik knikte stilletjes.

Mo ging in een knielende positie zitten en boog. "Koning Sam sinm, ik, Mo, zal ervoor zorgen als uw meester van vermaak dat u weer met plezier in het leven zult staan. Ook al kost het mijn leven, ik zal u wakker maken als u in slaap valt. U kunt op me rekenen."

Verrast door deze plotselinge beleefdheid wist ik niet wat ik moest zeggen. Dit was de eerste keer dat Mo zijn respect voor mij toonde, wat ik juist omdat het Mo was, voor deze ene keer niet erg vond.

Zonder dat ik iets hoefde te zeggen ging hij zelf weer recht zitten en wachtte op mijn antwoord.
 
"Het is voor mij ook een ware eer om je als meester en als vriend te hebben. Ook al zit je nog hier opgesloten, vanaf vandaag is het officieel."

"Ik zou willen zeggen, 'laat het feest maar beginnen' maar misschien is dit niet de beste plek daarvoor. Als ik hier ooit uit kom zal ik je eens meenemen naar goede bar in de arbeidersring. Dat word de hele avond volksmuziek zingen, verhalen vertellen en zuipen tot je er bij neervalt!"

Ik kon het niet ontkennen dat dat inderdaad wel erg aantrekkelijk klonk maar er was alleen een klein probleem: "... ehh, maar ik ken geen volksliedjes.."
Mo's ogen werden groot van verbazing.
"Nee! Echt? Nou dan heb ik je nog heel wat aan te leren dus!"
We lachte beide en ik wilde het liefste dat ik hier nog de hele avond kon blijven. Toch merkte ik al wel aan het geroesemoes in de hal dat de wachters ongeduldig werden. We waren ook al best wel een tijd aan het praten geweest.
Mijn teken  om te gaan kwam een paar minuten later toen een van de wachters terug kwam gelopen.

"Gaat alles goed hier majesteit?"

"Jazeker. Ik ben net klaar met mijn zegje."

Ik stond op en wilde het flesje van de grond pakken toen Mo me opeens door de tralies bij mijn pols greep.
"Wees voorzichtig Sam", zei hij op een donkere toon. "De meester die de drankjes voor je maakt is niet wie jij denkt dat hij is."

"Wat bedoel je?" Kon ik nog net uitbrengen voordat de wachter snel tussen ons beide kwam en Mo hard sloeg met de achterkant van zijn speer. Meteen liet Mo los en greep met beide handen zijn hoofd vast, waar hij net op was geslagen. Ik wilde protesteren maar de wachter leidde me weg van de tralies en de andere wachter was ondertussen ook haastig naar ons toe gerend. 
"Gaat het majesteit? Zullen we een van de meesters halen? Moeten we u helpen met terug te gaan naar boven?"

Hevig schudde ik nee, boog naar de wachters en liep snel de gang uit. Ik kon mijn emotie niet meer in stand houden en Mo's uitspraak raasde door mijn hoofd.
Eindelijk binnen de veilige muren van het geheime gangenstelsel kwam ik langzaam weer op adem.

Mo was ons hele gesprek kalm en nonchalant geweest maar die laatste opmerking had hij vol overtuiging gezegd. Mo wíst gewoon dat er iets gaande was wat te maken had met Samuel, wat me alleen maar meer liet twijfelen. Samuel was altijd een goede vriend van me geweest en zou nooit iets doen om me opzettelijk pijn te doen.
Misschien was Mo hier wel degene die niet te vertrouwen was. Dat hij ons expres tegen elkaar op probeerde op te zetten om later van de onrust te kunnen profiteren.
Beide klonken even ongeloofwaardig. Mo had zijn laatste bewering niet gelogen en Samuel zou het niet in zijn hoofd halen om me iets aan te doen. Hij had me altijd geholpen een goede gezondheid te behouden en ook al had hij wel slechte intenties, dan zou hij het meteen moeten opnemen tegen de andere meesters.

Van al dat denken begon mijn hoofd zeer te doen en ik besloot maar om terug te gaan zodat ik dit allemaal wat beter kon overwegen. Mijn benen voelde zwaar en ademen ging ook weer een stukje slechter waardoor ik er aan dacht om het medicijn te nemen wat Samuel me had gegeven. Na een paar meter veder te zijn gekomen pakte ik het flesje uit mijn zak. Het had nog steeds (voor zo ver ik kon zien) dezelfde gele kleur maar mijn instinct zei dat ik het maar beter niet kon drinken. Ik stopte het weer terug in mijn zak en vervolgde mijn klim naar boven weer. Ook al wist ik dat Samuel nooit zoiets zou doen; ik kon beter het zekere voor het onzekere nemen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top