In werking stellen
Ik voelde een zware last op mijn borst drukken. Het drukte me fijn en ik dacht dat ik zou stikken! Ik probeerde weg te rennen maar het hield me in zijn greep. Het was op dat moment dat ik wakker werd.
Nog steeds had ik het benauwd en ik gooide de dekens van me af. Wat gebeurde er? Mijn hart ging als een razende tekeer en mijn lichaam bewoog vanzelf. Ik sprong uit bed, haastte met het kleine beetje lucht wat ik had naar de woonkamer en zocht naar iets wat de wachters kon alarmeren.
Geen tijd! Ik voelde mezelf beginnen te vallen. Mijn oogleden werden zwaar en ik zag nog net de vaas die op het bureau stond. Met mijn laatste restje kracht zwaaide ik mijn arm in zijn richting. Terwijl ik de grond raakte hoorde ik de vaas aan scherven spatten. Zouden ze het hebben kunnen horen?
Voor een lange tijd was het alsof ik in de ruimte zweefde. Ik hoorde niks, zag niks en voelde niks. Was dit het einde?
Een klein lichtpuntje scheen in het donker en riep mijn naam. Was dat mijn naam? Wat was mijn naam? Ik kon het me niet meer herinneren.
Het geschreeuw werd luider en veranderde in gekrijs. huilend en berouwend gekrijs. Wie was daar? Huilde ze om mij? Het lichtpuntje werd als maar groter en uiteindelijk werd ik er door omgeven. Met een schok voelde ik pijn, warmte en de druk weer tot me komen en werd weggetrokken uit de leegte.
Geschrokken deed ik mijn ogen open. De rode ochtendzon scheen door het raam naar binnen. Elf bedroefde gezichten keken me treurig aan...
Alle meesters waren er: Nobel, Lotus en Roxy hadden een van de sofa's de kamer in gekregen en zaten daar nu samen zachtjes op te fluisteren. Bij de deur hielden Tias en Nesc geluidloos de wacht. Raphael zat bij het raam en keek afwezig naar buiten met naast hem Xavier, gesmoord met een zakdoek voor zijn mond. Aan mijn bed zaten Aria en Minory, beide proberend een zachtjes huilende Mina te troosten. Samuel liep snel naar me toe en keek me met onderzoekende ogen aan.
"Hoe voel u zich?" vroeg hij bezorgd en hurkte naast het bed neer.
Dat was de laatste vraag die ik wilde beantwoorden. Mijn hoofd bonsde als een gek en ik had het gevoel alsof ik net de marathon had gelopen. Ik was dood op. In plaats daarvan vroeg ik: "Wat is er gebeurd?"
Even keek Samuel aarzelend naar Mina en verklaarde toen;
"U was flauwgevallen door een gebrek aan zuurstof. Mina had u als eerste gevonden nadat ze gestommel had gehoord in uw kamer. Het is maar goed dat iemand u zo snel had gevonden want uw ademhaling was helemaal gestopt. Voor het zelfde geld had u daar nog de hele nacht gelegen en waren we te laat geweest."
Mina, die net een beetje tot bedaren was gekomen, barstte opnieuw weer in tranen uit.
Dus dat was er gebeurd. Geen wonder dat iedereen me zo'n bezorgde blik gaf. Toch had ik liever niet gehad dat Mina me als eerste had gevonden. Misschien was ze dan iets minder overstuur geweest over deze hele toestand. Zij was tenslotte de laatste persoon die ik dat wilde aandoen aangezien ik...
Oh laat ook maar.
Samuel gebaarde naar Xavier dat hij moest komen en met trillende handen kwam hij van de stoel af. Ondanks dat keek hij wel dood serieus. Toen hij ook plaats had genomen naast het bed zei hij langzaam; " Aangezien uw gezondheid zo drastisch verandert is, is er een voorstel naar voren gekomen om twee nieuwe meester aan te stellen. Deze zullen u meer zekerheid geven bij de goden, om zo te hopen dat uw... laten we zeggen 'situatie'... zal verbeteren. Ook zal het ons meer zekerheid geven in geval van het ergste."
Ik zag dat hij het niet wilde zeggen maar natuurlijk bedoelde hij voor in het geval in dood zou gaan.
"Niet te min is dit wel een erg grote stap, aangezien we geen meesters voor een nieuwe positie in opleiding hebben, en dus uit het volk zouden moeten gaan selecteren. We hebben het besproken in de meester raad maar de meningen zijn hier erg over verdeeld. Natuurlijk kan u voor of tegen gaan maar als adviseurs hebben wij geen goed advies om u mee te geven in uw beslissing."
Het idee dat Xavier zich ongemakkelijk voelde met dit voorstel, deed me vanbinnen doen lachen. Opeens dacht ik aan wat Samuel had gezegd: gelukkig voor jou heb ik zo'n wonder...
Ik keek hem vragend aan en onopvallend gaf hij een knipoog terug. Het was Samuel geweest die het plan had voorgesteld!
Ik probeerde mijn vreugde niet te laten zien en zei met een uitdrukkingloos gezicht:" Dan moet het maar. Het volk gaat vóór mij eigen veiligheid. Als ik te overlijden kom zullen twee extra meester goed zijn voor het welzijn van het koninkrijk. Stuur onmiddellijk scouts door het hele land maar laat ze zich zo normaal mogelijk kleden. Ik wil de mogelijke kandidaten niet afschrikken door de formaliteiten."
Ondanks het acteerwerk waren mijn woorden gemeend. Het volk ging altijd voor.
Xavier knikte en samen met Tias liep hij de kamer uit.
Een soort zucht ging door de kamer en langzaam stonden de meesters één voor één op. Ze bogen naar me en vertrokken uit de slaapkamer, waarschijnlijk om weer verder te gaan met hun werk. Alleen Nesc, Raphael en Mina bleven achter. Raphael stond op en liep naar de woonkamer. Ik hoorde aan de holle voetstappen dat hij de trap naar beneden nam. Nesc was zacht snurkend tegen het portier in slaap gevallen en zou niet snel meer wakker worden.
Mina staarde met rode ogen en een behuild gezicht uitzichtloos naar de grond. Haar hele lichaam trilde en haar handen lagen rusteloos op de rand van het bed. Zachtjes legde ik mijn hand op die van haar en geschrokken keek ze omhoog.
"Het spijt me dat ik je zo liet schrikken. Ik weet zeker dat dit allemaal snel genoeg weer achter ons zal liggen en dan zullen we er allemaal om kunnen lachen." Ik gaf haar een geruststellende blik en ik zag dat ze weer een beetje ontspande.
Ze gaf me een zwak lachje. "Dat was toch wat je altijd al wilde? Kunnen lachen met je bediende, de meesters en je onderdanen?"
Mina bleef me maar lachend aankijken en rillingen begonnen over mijn rug te lopen. Haar lach was koud en het was duidelijk geforceerd.
"Alsjeblieft, Mina, stop..." zei ik op smekende toon en langzaam veranderde haar lach in een rechte lijn.
"Misschien kun jij dit ooit grappig vinden, maar ik kan er niet om lachen. We hebben het hier over je leven! Als je doodgaan grappig vind ben ik niet langer geschikt als je dienstmeid... nog als vriend!!"
Ze trok haar hand weg en wilde de kamer uit rennen maar bleef aarzelend bij de deur staan.
"Ik wou dat het weer zoals vroeger kon zijn... wij met z'n drieën..."
Na deze laatste woorden verdween ze uit het zicht.
Net zoals vroeger...
Ik dacht nog lang na over wat ze had gezegd. Eerlijk gezegd had ik al zó lang niet meer teruggedacht aan vroeger dat ik mijn kinderjaren helemaal was vergeten. Hoe langer ik er over na dacht hoe meer flodders uit mijn verleden terug kwamen fladderen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top