Herrezen

In een schok deed alles opeens weer  pijn en in de verte hoorde ik iemand zachtjes huilen. Meteen kreeg ik een dejàvú gevoel. Langzaam opende ik mijn ogen en zag een huilende Mina naast me zitten, berouwend met haar hoofd en armen op me liggend.
"Oef ik krijg bijna geen lucht. Als je zo op me blijft liggen ga ik dadelijk nog werkelijk dood."
Geschrokken schoot Mina overeind en voor een paar seconden zag ik de schok in haar ogen. Toen sprong ze opnieuw op me af en knuffelde me zo hard dat ik er overtuigd van was dat ik een paar ribben had gekneusd. "Je leeft nog! En je hebt je kleur ook weer helemaal terug! Maar hoe is dat mogelijk?!"
"Tja het is 'n gaven."

Ik kon het zelf niet zien maar te zien aan Mina's verbaasde blik moest ik het wel geloven. De oude sinm had me genezen, ondanks dat ik me nog steeds verreweg van goed voelde.

Zachtjes gaf mina me een tik op mijn arm. "Je zou me niet meer zo laten schrikken weer je nog!"

"Het spijt me, het spijt me! Volgende keer blijf ik wel dood."

Verwijtend keek ze me met een rood gezicht aan.

"Praat alsjeblieft niet zo. Ik ging zelf ook bijna dood van verdriet."

Even was er een kleine glimlach op haar gezicht te zien. Ik was stom verbaasd. "Maakte je nou een grap over de dood?"

"Je kunt het niet echt een grap noemen.." antwoordde Mina."Ik was dood ongerust"

"Zie nu doe je het weer!" Zei ik lachend. "Ik ben trots op je." Voegde ik er zacht aan toe.

Mina verloste me van de touwen en snel verwijderde ik de zegels. Op de plekken waar ze zich hadden bevonden zaten nu rood- en zwartgeschroeide brandplekken. Het zou me niks verbazen als ik daar littekens aan over zou houden.

Langzaam begon ik weer terug te denken aan wat er precies was gebeurd. Ik voelde mijn borst maar er was alleen maar een beurse plek te vinden waar ik was geraakt. Wel was er er nog een groot en bloederig gat te zien in mijn kleding. Ik zag de rijkeluis jongen nog steeds roerloos op de grond liggen en vroeg aarzelend aan Mina:"Is hij dood?"

Langzaam schudde ze haar hoofd. "Nee maar ik denk dat hij nog wel een tijdje buiten bewustzijn zal blijven."
Aan haar gezicht te zien was Mina nog steeds niet helemaal gerust. Ze bleef maar naar de deur kijken, alsof ze bang was dat er elk moment iemand naar binnen zou komen stormen. Ik wilde haar vragen wat de reden was achter alles wat ze had gedaan tot nu toe maar ze begon zelf al te praten.

"Hoe had ik zo dom kunnen zijn. Weet je, het was nooit mijn bedoeling om jou of wie dan ook pijn te doen, maar Samuel speelde met mijn hoofd. Hij liet me geloven dat alle armoede in het koninkrijk door de sinm kwam. Hij vertelde me over hoe de branden niet door de hitte kwamen maar waren aangestoken in opdracht van de sinm om de populatie in te krimpen en het land welvarender te maken. Dat jij eigenlijk op mensen zoals mij neerkeek en me je bediende had gemaakt om dit niet te laten doorschemeren. Hij zei dat als hij sinm zou worden, hij iedereen uit de armoede zou helpen. Voor lange tijd geloofde ik hem. Hij had tenslotte als kind in even slechte omstandigheden geleefd als dat ik had. Nadat je mij je bediende had gemaakt was er een lange tijd dat je maar weinig met me praatte, wat Samuels verhaal alleen maar meer waar maakte. Pas toen ik jou hoorde praten over hoe je dichter tot het volk wilde komen, juist betrokken wilde zijn en ze zo probeerde te helpen het koninkrijk te verbeteren ging ik weer twijfelen. Je werd weer steeds opener naar me en ik ging steeds meer tegen Samuel in. Het was toen dat Samuel me ging bedreigen. Hij zei dat hij Tias en de andere zou doden als ik niet deed wat hij zei. De eerste paar dagen wist ik niet eens wat het precies was wat ik in je eten stopte maar toen ik je de eerste keer buiten bewust zijn op de grond vond begon het me te dagen. Ik wilde je het vertellen, je waarschuwen, maar Samuel hield me overal in de gaten. Uiteindelijk dwong hij me dat flesje met gif in Mo's zak te stoppen. Gelukkig had Raphael enig idee van wat er aan de hand was en verklaarde Mo toch onschuldig. Samuel ging me echter wel wantrouwen en begon me ergere bedreigingen te sturen. Bediendes, wachters en Minory die ziek werden, het waren allemaal waarschuwingen naar mij bedoeld. Het is allemaal mijn schuld. Toen ik je vroeg naar de dader wist ik eigenlijk allang het antwoord maar ik moest het acteerwerk hoog houden."

Bedroefd keek Mina naar de grond en tranen begonnen weer geluidloos over haar wangen te stromen.
De schade die Samuel had aangericht  bleef maar oplopen. Ik kon hem hier niet mee weg laten komen.
"Ik vergeeft het je. Ik had er grotendeels geen idee van maar ook ik heb je duidelijk veel leed bezorgd. Dat maakt het alleen maar erger. Je kon er niks aan doen. Samuel had je in zijn macht en ik denk dat je niet enige bent. Het spijt me."
Mina hield haar handen voor haar mond en boog tot op de grond. "Ik weet niet waar je de vergiffenis vandaan haalt maar ik ben je eeuwig dankbaar."

Nadat ze haar tranen had gedroogd keek Mina me aarzelend aan. "Wat doen we nu? Samuel is vast en zeker al begonnen met het opeisen van de troon. Terugreizen naar de stad zal te lang duren. Dan zou de officiële koningsceremonie allang afgelopen zijn voordat we aankomen en zijn we te laat om Samuels heerschappij te stoppen."

Mina had gelijk. Zelfs als we op een wonderbaarlijke manier wel nog op tijd zouden komen zou het volk ons toch niet geloven. Degene in de koninklijke kleren zou voor hun altijd de waarheid spreken en een of andere jongen in een bloederig tuniek zou daar bij lange na niet tegenop kunnen. Ook had Samuel zeker een manier om de andere meesters in bedwang te houden, anders had hij dit niet eens durven te proberen. We moesten iets doen, anders zouden Mo en de anderen snel genoeg hun leven verliezen. Was er maar een manier om iedereen ervan te overtuigen dat ik de echte Sinm was, dan kon ik het volk tegen Samuel opzetten en zou hij gestopt kunnen worden.
Ik keek toe hoe Mina mijn bloed van haar handen probeerde af te vegen en opeens schoot me iets te binnen.
"Mina, hoelang duurde het voordat ik weer bij bewust zijn was?"
Mina dacht even na en antwoordde: "mmm... dat is lastig te zeggen aangezien ik zo in paniek was. Ik denk toch zeker wel een paar minuten."
"Dan heb ik een plan."

Nadat we de rijkeluis jongen hadden vast gebonden grepen we de benodigde spullen die nodig zouden hebben. Tot mijn verbazing waren er erg veel huishoudelijke benodigdheden te vinden. Het was duidelijk dat dit vroeger iemands huis was geweest. In een zijkamer vond ik twee paar stro bedden en een berg met papier waarop aantekeningen waren gemaakt. Ze zagen er oud uit maar alles was erg goed in tact gebleven. Ondanks dat kon ik er niet veel uit opmaken. Het handschrift was simpelweg onleesbaar. Uiteindelijk besloot ik maar wat stro van een van de bedden en twee dekens mee te nemen om onze rit iets warmer en comfortabeler te maken.

Toen we buiten kwamen merkte Mina op dat er spullen uit de kar miste. Na een betere inspectie te hebben gedaan concludeerde we dat er alleen spullen miste die herleid konden worden naar Samuel. Het was vast en zeker de derde gemantelde die hiervoor had gezorgd. Gelukkig voor ons had hij de kaart en lantaarn niet meegenomen. We spande het paard weer voor de wagen en Mina deed nog snel wat gedroogd eten wat ze had gevonden had in een kleine schoudertas. Terwijl we langzaam steeds veder van de hut vandaan reden probeerde we ook de gebeurtenissen die zich daar hadden voorgedaan te vergeten. Toch ging het gespreksonderwerp al snel weer terug naar wat er hierna zou moeten gebeuren. Ik legde Mina mijn plan uit, hoe het volk aan onze kant zou komen te staan. Onze aankomst zou op de "nieuwe dag" zijn, twee dagen na de sinm's verjaardag, waarbij de koning altijd een uitgebreide speech aan het volk gaf over zijn nieuwe plannen. Ik wist zeker dat Samuel dat moment zou gebruiken om zichzelf officieel in te lijven in het koningschap. Waarschijnlijk zouden Mo en de anderen dan ook als voorbeeld worden gebruikt voor de rest die niet wilde gehoorzamen, ook al betwijfelde ik of de mensen enige weerstand zouden geven. Voor hun was  Samuel gewoon weer de volgende sinm. Ik hoopte gewoon dat ik niet te laat zou komen. Dan zou ik mezelf nooit vergeven.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top