De waarheid

Zo snel als we konden rende we door de gangen. Met zo veel ondersteuning als Mina me gaf voelde ik me echt alleen maar een last voor haar. We hielden onze adem in bij elk zuchtje wind wat we hoorde en schaduw die leek te bewegen. Het zou niet lang meer duren voordat een van de andere meesters behalve Raphael er achter zou komen wat er met Minory was gebeurd. Hierna zou het nieuws zich als een lopend vuurtje door het kasteel verspreiden en zouden alle meesters natuurlijk met me willen spreken. Ook hoopte ik echt dat niet al eerder iemand bij mijn woonkamer zou aankloppen, om er vervolgens achter te komen dat ik verdwenen was. Dan zouden we de ingang van de lift waarschijnlijk niet eens meer halen.

In de verte zag ik al de grote opening naar de vertrekhal en haastig rende we voort. Terwijl we half struikelend de hal binnen holde activeerde ik de lift. Het was pas een paar jaar na mijn laatste uitstapje naar de stad en de grote stadsbrand dat ik de lift kon activeren op eigen kracht. Het was moeilijk uit te leggen maar het was alsof ik de lift kon voelen en het met mij gedachten kon aansporen om te verschijnen. Onder de tegel begon het licht te gloeien. De metalen kooi verscheen en voordat Mina iets kon zeggen sleurde ik haar naar binnen. Mina bleef een beetje ongemakkelijk in een hoekje staan. Ze had waarschijnlijk wel geweten dat er een ondergrondse lift was maar nooit hoe het te activeren of waar het naartoe kon leiden. Bediening kreeg eigenlijk nooit informatie over dit soort dingen. Het enige contact wat Mina zeer zeker met de lift had gehad, was als ze bezoekers moest ophalen, wat nogal zeldzaam was.

Met een harde klap sloeg ik met mijn vuist tegen de knop die ons naar het arbeiders gedeelte zou leiden en meteen sloten de deuren. Ik liet me zelf op de grond zakken en adviseerde Mina om hetzelfde te doen. "Hou je vast, dit word een wild ritje."

Zoals voorspelt werd ons alle hoeken van de lift laten zien voordat we uiteindelijk aankwamen in het arbeidersgedeelte. Toen de deuren opende stroomde de nostalgie als een golf over me heen. Ik was weliswaar nog geen week geleden in de stad geweest maar nu ik al die jeugdherinneringen had opgehaald keek ik er toch met een heel andere blik naar. Ondanks de brand was het straat beeld niets verandert vergeleken met vroeger. De saai gekleden mensen gemengd met in overal lopende, met kool besmeurde figuren. Ondanks hun vermoeide houdingen hadden vele het vuur in hun ogen nog niet verloren.

Er was geen tijd om bij te komen van de misselijkmakende rit. Snel rende we samen naar Mina's huis toe, hopend dat we niet te veel aandacht zouden trekken. Pas nadat ze de deur achter zich had gesloten en de gordijnen had dicht getrokken konden we enig sinds op adem komen. Meteen trok ik de hoed en het doek van mijn hoofd en liet me langzaam vallen op haar bank. Ik was al wel een paar keer bij Mina thuis geweest maar het voelde alsof ik er zelf al jaren had gewoond. Als ik me niet vergiste hing er zelfs nog een oude regenjas van me aan de kapstok.

Mina zocht een paar dekens terwijl ik het me comfortabel maakte op de bank. Vandaag was zeker weten de ergste dag geweest in relatie tot het ziek zijn, maar ik voelde me al lang niet zo beroert meer als vanochtend. Toen was ik er van overtuigd dat ik niet lang meer zou leven, maar tot mijn verbazing en opluchting ging het nu al een stuk beter, wat raar was aangezien de dingen die vandaag allemaal gebeurd waren. Eerst de meesterkandidaat's optredens die niet niet helemaal vlekkeloos verliepen, wat uiteindelijk resulteerde in mijn eigen vrije keus maken qua meesters waarvan er nu een in de best bewapende kerkers zat voor iets wat hij niet had gedaan. Ook was ik bijna verdronken, wat als ik er nu aan terug dacht misschien ook wel de schuld was geweest van de dader die mij zo graag weg wilde hebben. En dan nog de vergiftiging van Minory en het erachter komen wie mij zoveel leed had bezorgd. Vandaag was zeker weten te veel geweest voor iemand van mijn leeftijd.

Mina legde de dekens over de leuning van de bank en ging in een comfortabele stoel zitten waar ik haar precies vanuit mijn lig positie kon zien. Ze keek ernstig dus ik vroeg haar wat er was. Ik kon zo al duizenden dingen bedenken waar ze mee zou kunnen zitten maar haar antwoord had ik niet verwacht.
"Ik ben zo bang dat als ik dadelijk ga slapen, je morgen er niet meer zult zijn."
"Als ik verdwijn vinden ze vast wel een nieuwe sinm, of wie weet, misschien word dit koninkrijk dan wel eindelijk een democratie."

"Je moet jezelf niet zo onderschatten majesteit. Je bent net zo als iedereen een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren."

Dat was het mooiste wat iemand ooit tegen me had gezegd. Ik voelde een warm gevoel opwellen van binnen en snel verschool ik mijn ogen achter mijn arm.

Mina zei vragend met een vleugje angst:" sinm? Het alles nog goed met je?

"Sam. Noem me alsjeblieft Sam."

Ik kon haar reactie niet zien maar aan het vragende geluidje dat ze maakte was te horen dat ze duidelijk verbaasd was.

"Bedankt voor die prachtige woorden", zei ik terwijl ik mijn tranen droogde. "Als iedereen een kind van het heelal is, dan zouden we dus allemaal gelijk aan elkaar zijn, toch? Waarom ben ik dan nog steeds sinm en jij een bediende? Noem me alsjeblieft Sam. Dat brengt ons in ieder geval dichter naar persoonlijke gelijkheid."

Mina gaf me een warme lach en zei zacht:"Het werd tijd. Ik heb hier al zo lang op gewacht. Vroeger dacht ik dat je door het koningschap je naam niet mocht zeggen maar toen ik erachter kwam dat je echt geen naam had wilde ik dat niet geloven. Nu heb je jezelf na al die jaren weer een identiteit gegeven."

"Eigenlijk moet je Mo daarvoor bedanken." Antwoordde ik en opnieuw keek Mina me vragen aan. "Moïse. Hij was de laatste jongen bij de meesterkandidaten. Hij vond dat ik een naam nodig had en heeft deze dan ook aan me gegeven. Ik ben hem erg dankbaar voor alles wat hij alleen al vandaag voor me heeft gedaan. Ondanks alle verdenkingen weet ik zeker dat hij onschuldig is.

"Ik heb ook zekere geruchten gehoord, maar als jij in hem gelooft, zal ik dat ook doen."

Ik zag dat Mina meer wilde zeggen maar toch kwam er niks. Ze staarde naar de grond en zei uiteindelijk aarzelend:"Misschien is dit niet het goede moment, maar ik moet het weten....Wie was het die je heeft vergiftigd? Ik heb zo'n mijn vermoedens maar ik moet het van jouw horen. Jij weet wat hier gaande is, toch?"

Ik ging recht op zitten. Ondanks haar angstige houding keek Mina me strak aan. Ik kon er niet omheen draaien nu. Als ik dat zou doen zou ik dingen alleen maar erger maken. Maar als ik wel vertelde wie het was zouden er alleen maar meer vragen komen om te beantwoorden. Misschien was het ook maar beter als Mina het hele verhaal wist.

"Mina.." zei ik zacht en zachtjes pakte ik haar had vast. "Alles wat ik je nu ga vertellen moet tussen deze vier muren blijven. Pas als er een goede tijd komt om dit verhaal door te vertellen, mag je er over spreken."
Mina knikte en ik zuchtte diep.
"Degene waarvan ik zeker van ben die mij heeft vergiftigd, is Samuel."
Haar reactie was niet zo erg als ik had verwacht maar nog steeds was ze in shock. De tranen stonden in haar ogen en een hand hield ze voor haar mond terwijl ze met de andere zacht in de mijne kneep. Toen haar hand weer langzaam omlaag ging zeiden haar lippen zonder geluid: "Ik wist het."

"Mina luister." Begon ik opnieuw. "Ik weet niet wat voor reden Samuel heeft gehad om me dit aan te doen, maar het was ook deels mijn schuld dat het heeft kunnen gebeuren. Ik ben meegegaan in zijn plan, iets wat ik nooit had moeten doen. Als ik dat niet had gedaan zouden zoveel bediende, net zoals Minory nog gezond zijn, en zouden Mo en Luna een rustig leven hebben kunnen lijden.

"Sam, waar heb je het over? Welk plan? En wie is Luna?"

De rest van de avond heb ik haar alles verteld. Van het plan om meer met mijn onderdanen in contact te komen staan tot Luna die Mo had geholpen het paleis binnen te komen. Hoe meer ik vertelde hoe groter Mina's ogen werden. Toen ik eindelijk klaar was rolde de zoveelste traan van haar wang en zei snikkend: "hoe heb je zo tegen me kunnen liegen? Ik heb nachten wakker gelegen omdat ik bang was dat ik je niet meer zou zien de volgende dag, en nu vertel je me dat dat je plan al heel de tijd was?!"

Bedroefd sloot ik mijn ogen. "Ja het was mijn originele plan om ziek te worden, maar niet zo erg, en zeker niet met zoveel gevolgen voor de mensen om me heen. Dat was allemaal Samuels toedoen. "

Mina stond woedend op en ik verwachte een harde klap in mijn gezicht, maar in plaats daarvan voelde ik twee zachte armen me omhelzen. "Toch, ik ben blij dat je me dit hebt verteld. Ik had geen idee wat je wel niet door maakte deze week."
Even bleef ze nog zo zitten maar stelde daarna weer voor dat ik ging liggen. Ondanks mijn protest stond ze erop om wat te drinken te maken. Toe ze terug kwam had ze een grote pot thee bij zich. Ze schonk eerst een kopje voor mij en daarna voor haarzelf. De heerlijke geur gaf me geen andere keus dan er toch van te drinken. Ook was Mina's moeite anders voor niks geweest. Ik pakte het kopje voorzichtig op en blies erin. Het roze water rimpelde zachtjes. Langzaam nam ik een slok, bang dat het nog altijd te heet zou zijn.
Ik kon de smaak niet goed beschrijven maar voor een seconden was het fris en licht. Ik wilde haar vertellen dat de thee zoals altijd weer geweldig was, maar toen veranderde het opeens naar een bittere en maar al te bekende smaak.
Het kopje viel uit mijn handen terwijl ik probeerde op te staan, maar mijn hele lichaam deed niks meer wat ik wilde. Als een zoutzak viel ik naar voren, recht voor Mina's voeten. Ze zei niks en bleef stil in haar stoel zitten, nog altijd met een betraand gezicht.

"Hoe kon je!" Beet ik haar toe en langzaam keek ze met haar rode ogen naar beneden, alsof ze nog niet volledig had beseft wat je zojuist had gedaan.
"Sinm, hij dwong me, ik had geen enkele keus. Dit was al die tijd al zijn plan geweest en......"

De rest van haar woorden werd mee opgenomen in de ruis. Ik zag nog net twee mensen binnen komen die me op pakte en naar buiten droegen maar ik kon niks meer doen. Ik voelde niks, ik hoorde niks. Ik kon alleen maar toekijken, totdat ook het zicht van me werd ontnomen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top