H17. Een dokter die zijn afspraak niet nakomt

H17. Een dokter die zijn afspraak niet nakomt

~+~+~+~+~

'Een uitnodiging. Kan het nog ouderwetser?,' smaal ik terwijl Sander mij de straat van Luke inrolt. Sander snuift even spottend. 'Jij wilde een berichtje naar hem sturen. En hoe wilde je dat doen, dan? Je hebt zijn nummer niet eens!' Ik pers mijn lippen op elkaar en haal mijn schouders op. Voor de rest zwijg ik en Sander grinnikt achter me. 'Mijn beste vriend die niks weet terug te zeggen? Dat is wereldnieuws,' klinkt het plagend en ik rol met mijn ogen. 'Bedankt,' mompel ik zacht en het is voor even heel stil achter me. 'Wat? Ik kon je niet goed verstaan.'

Ik draai me om en kijk Sander verontwaardigt aan die geamuseerd terugkijkt. 'Haha! Erg lollig. We weten allebei wel dat je me best hoorde.' Sander grijnst breed en ik steek mijn middelvinger naar hem op. 'Soms vraag ik me echt af waarom jij mijn beste vriend bent,' mompel ik en draai me weer om in de rolstoel. 'Nou,' begint Sander, maar ik schud mijn hoofd. 'Bespaar me je uitleg,' brom ik en Sander grinnikt weer.

Uiteindelijk rolt hij me het tuinpad op van de familie Priller en automatisch komt er een glimlach op mijn gezicht. 'Goed, en nu?' mompel ik wanneer we voor de voordeur stilstaan en ik hoor Sander lachen. 'Nou, nu douw je die brief door de brievenbus heen en gaan we weg.' Zo gezegd, zo gedaan, al gaat het wel lastiger dan ik dacht en steekt hij er nog half uit. We maken er geen probleem van en een paar minuten later rolt Sander me het tuinpad weer af. Er nestelt een tevreden gevoel onder in mijn buik. Ja, dit komt goed. Vanavond zullen Luke en ik een perfecte date hebben.

Had ik nou nog maar even achterom gekeken.

☺♪☺

Wat onzeker zit ik die avond om een uur of half zeven op een picknickkleed op het gras in het park. De zon gaat al wat onder en met een onbestemd gevoel kijk ik naar de mensen die al vertrekken. Sommige mensen kijken me raar aan, andere met een tedere blik in hun ogen. Net kwam er ook al een troep meiden op me af om voor de grap te vragen of dit voor hen was, maar toen ik zei dat het voor mijn -of nou ja, bijna- vriendje was, dropen ze snel af.

Het waren vast vriendinnen van Madelon.

Ik zucht zacht en haal mijn mobiel tevoorschijn. In de brief had ik gezegd dat ik hem graag zes uur hier verwachtte, maar ben ik dan ongeduldig als ik al een uur op hem wacht? Ik dacht dat hij echt een man van de klok was, maar blijkbaar is dat niet zo. Of... is er misschien iets met hem gebeurd?

Ik bijt op mijn lip en twijfel of ik Sander moet bellen. Hij zei dat ik altijd mocht bellen als er een probleem was. Is te laat zijn een probleem? Voor mensen die ongeduldig zijn, zoals ik, is dat zeker een probleem. Maar wat als ik Sander bel en Luke net aan komt lopen? Ik frons en overleg even in stilte met mezelf, maar druk dan op het groene horentje.

Ja, te laat zijn IS een probleem!

'Tim?' klinkt het na twee keer overgaan vertrouwd in mijn oor en ik slik even. Waar komt die enorme brok in mijn keel nou weer vandaan? 'Hé Sander,' mompel ik en ik haal even diep adem. En sinds wanneer klinkt mijn stem twee octaven hoger? Het blijft even stil aan de andere kant en dan klinkt bezorgd zijn stem. 'Tim? Ben je oké? Je klinkt zo ontdaan.' Ik sluit mijn ogen en masseer met twee vingers mijn neusbrug. 'Ja. Nee. Ik weet het niet,' zeg ik zacht. Ik open mijn ogen weer en kijk het pad af, in de hoop dat Luke tevoorschijn zal komen en zeggen dat dat uur te laat zijn gewoon één hele grote grap was.

Maar natuurlijk komt hij niet.

'Je kan het me vertellen. Heeft het met Luke te maken? Zit je nog wel in het park?' Ik knik, maar bedenk dan dat hij dat niet kan zien en open mijn mond. 'Ja, ik zit nog in het park en ja, het heeft met Luke te maken. Maar Sander, ik denk dat Luke niks meer met mij te maken wil hebben. Hij is niet komen opdagen.' Het blijft lang stil aan de andere kant, en net wanneer ik bang word dat Sander heeft opgehangen, klinkt zijn stem weer door de hoorn. Dit keer boos en verontwaardigt.

'Wat een klootzak, zeg! En ik dacht nog wel dat hij een geschikte vent was! Jou een beetje daar laten zitten.' Hij snuift verontwaardigt als een stier en een klein, zwak glimlachje vormt zich rond mijn lippen. Daarna zakken mijn mondhoeken als zwaartekracht weer naar beneden. 'Ik had het gewoon niet moeten doen. Het was een slecht plan,' mompel ik zacht en ik voel me diep triest.

'Nee, Tim. Dat was het niet!' protesteert Sander meteen. 'Hij is gewoon een... een... varken dat hij jou daar laat zitten! Je bent geweldig, Tim, dat je die picknick voor hem organiseert en daar blijft wachten en erop vertrouwt dat hij nog komt. Je verdient beter dan hij.' Het blijft doodstil na zijn redenatie en ik heb zin om in huilen uit te barsten. Misschien doe ik dat zo meteen ook wel. Ik heb het gevoel alsof ik op het randje van een afgrond sta, naar beneden kijk en twijfel of ik zal springen of niet.

'B-bedankt,' krijg ik nog net uit mijn strot en dan begint de eerste traan over mijn wang te rollen. Razend op mezelf veeg ik hem weg en haal diep adem. Hoe kon ik met mijn domme hoofd ook ooit bedenken dat hij op mij zou vallen? Ik ben echt een sukkel. Een grote, domme sukkel.

'Zal ik je komen ophalen?' klinkt het lief in mijn oor en dat is het moment dat Nederland officieel overstroomt. Sander hangt op, en ik weet dat hij nu meteen in de auto springt en me komt ophalen.

Misschien klinkt het raar, maar ik hou van Sander. Op een vriendschappelijke manier.

■▬■

Een kwartier later zit ik bij Sander in de auto. Ik ben stil en dat is Sander niet gewend. Hij stuurt me steeds bezorgde blikken en ik kan het hem niet kwalijk nemen. Ik zucht zachtjes en kijk met een afwezige blik naar buiten. Het is nu in de vroege avond nog best warm buiten en je ziet dan ook nog kinderen spelen en buurvrouwen met elkaar kletsen en roddelen. De mannen zullen vast voetbal aan het kijken zijn bij elkaar.

Ik laat mijn ogen verveeld over de huizen dwalen, als ik opeens wat herken. Deze buurt. Die herken ik. De buurt van Luke.

Mijn adem stokt in mijn keel en ik zet grote ogen op. Met een ruk ga ik rechtop zitten en mijn ademhaling gaat gejaagd. Lukes huis is hier in de buurt. We zouden langs kunnen gaan. Ik zou hem kunnen vragen waarom hij niet is gekomen. Ja, dan kan ik wel. Toch? Als ik daarvoor tenminste geen hartaanval krijg van angst en zenuwen.

'Tim? Alles oké?' Sander heeft de auto aan de kant gezet en kijkt me nu onderzoekend en bezorgd aan. Ik knik snel. 'Ja, ja. Jawel. Maar we... uh.. moeten echt langs Luke. Nu meteen!' Ik kijk hem nerveus aan en Sander trekt een wenkbrauw op. Hij heeft een twijfelachtige blik in zijn ogen. 'Ik weet niet... Ik denk niet dat dat-' Hij houdt abrupt zijn mond wanneer ik hem een moordende blik geef en knikt snel. 'Oké,' piept hij en ik glimlach tevreden.

Kijk, zo manipuleer je dus je beste vriend.

Het duurt minder dan twee minuten dat we de straat van Luke vinden en inrijden, en ik krijg nu al kotsneigingen. Ik kruis mijn vingers en vraag me bij mezelf af of ik wil dat hij thuis is, of niet. Als hij thuis is en vertelt dat hij niet wilde komen, omdat hij gewoon niet wilde, dan komt het uit op een teleurstelling. Maar als hij niet thuis is, terwijl ik met hem erover wil praten, dan kan ik alleen maar wachten en, nou ja, ik hou dus niet van wachten.

'We zijn er. Zal ik meegaan of niet?' Sander heeft de auto weer stil gezet, deze keer voor het huis van Luke, en hij kijkt me vragend aan. Ik haal diep adem en schud mijn hoofd. 'Nee, dat hoeft niet. Ik kan het zelf,' mompel ik zacht en Sander knikt. 'Goed. Ik laad je rolstoel wel even uit,' zegt hij en wil uit de auto stappen, als ik mijn hand op zijn arm leg om hem tegen te houden. 'Nee,' zeg ik en schud opnieuw mijn hoofd en glimlach dapper naar hem. 'Ik ga lopend.' Sander lijkt even te twijfelen, maar knikt dan en zakt terug in de stoel. 'Oké, maar als die vent je iets aandoet, bel dan meteen. Of -in jou geval-  schreeuw het hele huis bij elkaar. Dan weet ik dat ik je moet komen redden.' Hij kijkt me indringend aan en ik lach. 'Dat beloof ik.'

Na deze prachtige liefdesscène, stap ik uit en loop nog wat wankelend het tuinpad op, naar de voordeur. Wanneer ik die na twee eeuwen en een aantal lichtjaren eindelijk heb bereikt, leun ik er vermoeid tegenaan. Mijn benen trillen en ik voel me alsof ik net mee heb lopen doen met de Nijmeegse vierdaagse, maar druk dan toch op de bel. Ik wil nu niet opgeven. Maar wanneer ik al na een minuut een schaduw zie achter het ribbelige glas, raak ik vanbinnen in paniek.

Oké, misschien wil ik het toch wel opgeven!

De deur gaat open en een tel later verschijnt Jolijn. Ze kijkt me even bevreemd aan, maar lacht dan. 'Hé Tim! Wat kom je hier doen?' Ze kijkt me nieuwsgierig aan en ik glimlach wat verlegen. 'Ik.. uhm... ik kom eigenlijk voor Luke. Is hij misschien thuis?' Ik kijk haar hoopvol aan. Jolijn glimlacht wat zwakjes naar me en schudt haar hoofd. 'Nee, sorry. Hij is met vrienden uit.' Ze kijkt even op haar horloge en kijkt dan weer op naar mij. 'Hij zal rond een uur of elf wel weer thuis zijn.' De woorden komen aan als een klap in mijn gezicht. Hij is met vrienden uit? En ik dacht... ik dacht dat hij wel wilde komen!

Ik voel mijn wangen rood worden van schaamte en ik sla snel mijn ogen neer, zodat Lukes moeder mijn opkomende tranen niet ziet. 'M-maar... de brief! H-heeft hij die niet g-gezien?' hakkel ik en ik kan wel door de grond zakken. Mijn benen trillen gevaarlijk en ik zak door mijn knieën op de grond. Jolijn kijkt me geschrokken aan en helpt me aan mijn arm overeind. 'De brief? Welke brief?' Ze kijkt me verward aan en ik kijk net zo onthutst terug. Ik sta met een mond vol tanden en weet even niets te zeggen. 'Ik heb hier een brief afgegeven. Vanmiddag,' komt het schor uit mijn mond en ik schraap zacht mijn keel. Jolijn schudt alweer haar hoofd en ik voel me misselijk worden. Is hij niet aangekomen? Maar hoe kan dat? Ik weet honderd procent zeker dat ik hem in de brievenbus heb geduwd.

'We hebben geen brief van je ontvangen, Tim. Maar kom eerst even binnen, wil je? Dan geef ik je wat te drinken en kan je me precies even uitleggen hoe het zit.' Ze kijkt me met haar donkerbruine ogen vriendelijk en warm aan en ik knik, terwijl ik mijn tong even vluchtig over mijn droog geworden lippen laat gaan. 'Ja... Sander,' murmel ik verward. Jolijn heeft hem blijkbaar al in de auto zien zitten, want ze maakt een wenk-gebaar en ik hoor een autodeur dichtslaan.

'Kom maar. Dan gaan we even zitten,' zegt Jolijn moederlijk en ze leidt me liefdevol naar binnen, gevolgd door Sander.

♂♥♂

'...en daarom ben ik nu dus hier,' eindig ik vermoeid mijn verhaal en ik sluit voor kort even mijn ogen. Ik heb net mijn hele verhaal uit de doeken gedaan. Jolijn heeft geen kik gegeven tijdens mijn verhaal, en dat vind ik wel fijn. Mijn eigen moeder zou allang opgesprongen zijn en het hele huis bij elkaar hebben gegild. Maar Jolijn doet dat niet. Ze luistert eerst en geeft daarna een oordeel.

'Hmm,' mompelt ze en vouwt haar handen in elkaar, terwijl ze me onderzoekend aankijkt. 'En je weet dus niet waar die brief gebleven is?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, ik heb echt geen idee,' mompel ik en laat een diepe zucht horen. Ondertussen klinkt het geluid van Sander die krakend een koekje eet, en ik rol met mijn ogen. Die jongen kan ook nooit iets eten zonder stil te zijn.

Jolijn kijkt me medelijdend aan. 'Ik weet het ook niet, jongen. Ik heb niks gezien en Luke ook niet. Anders had ik het zeker weten wel geweten van hem.' Ik bloos licht en glimlach aarzelend. Dan haal ik mijn schouders op. 'Ach, het maakt nu toch niks meer uit. Die hele date is nu al verpest.' Ik zucht nog eens. 'Ik maak geen kans bij hem.' Ik bijt op mijn lip en knipper met mijn ogen tegen de tranen. Stomme rot tranen.

'Natuurlijk wel!' klinkt scherp Jolijns commentaar, en eerlijk gezegd schrik ik er een beetje van. Ongemakkelijk staar ik haar aan, terwijl haar donkerbruine ogen verontwaardigt terug kijken. 'Luke is nog nooit zo vrolijk geweest sinds jij in zijn leven bent. Hij kletst me de oren van m'n hoofd over jou en ik heb hem nog nooit zo verliefd gezien! En hij ruikt elke ochtend aan die sok van jou, die Kees, omdat hij jouw geur in zich wil opnemen. Ik ben vroeger ook verliefd geweest op mijn Levi, en ik herken het allemaal.' Ze kijkt me met een warme blik in haar ogen aan. 'Alsjeblieft, lieve schat, twijfel niet aan jezelf.'

Ik slik moeilijk. Mijn keel voelt om de één of andere manier droog aan en ik knik. 'Ik... ik zal erover nadenken,' fluister ik zacht en kijk Sander vermoeid aan. Die staat op en glimlacht. 'Ik geloof dat we moeten gaan.' Hij knikt naar Jolijn en geeft haar een vriendelijke blik. 'Bedankt, Jolijn, voor je uitleg en je tijd. En natuurlijk voor het lekkers.' Jolijn knikt hem met een lach toe. 'Geen dank, jongens.' Ze richt zich tot mij. 'En Tim, zorg goed voor jezelf. Luke wilt niet dat je wat overkomt.' Ze geeft me een knipoog en ik bloos diep. 'Zal ik doen,' brom ik verlegen.

We nemen afscheid van mevrouw Priller en Sander loopt arm in arm met me naar de auto om te ondersteunen. Hij toetert nog een keer voordat we weg rijden en ik haal diep adem.

Het komt goed. Zeker weten.

;*;

Een paar meter verderop ligt een envelop bij een put, vertrapt en slap. Volkomen vergeten ligt hij daar. Sander en ik zien hem allebei over het hoofd.

*******

A/N

Eyo! Weer een nieuw hoofdstukje! ^^ Super bedankt trouwens voor de al bijna 9K! :D

#Heppie! :)

K heb wel medelijden met Tim, hoor, de arme stakker.

H18 wordt ook erg leuk gehehe :')

Voor alle mensen die nog een shipnaam willen voor Sander en de mysterieuze toonbank jongen; ik heb een plannetje bedacht!

Iedereen mag één leuke jongensnaam bedenken, en ik zal er dan vier kiezen waarop je kan stemmen in het volgende hoofdstuk ^^

Dus verzin maar een leuke naam!

Dit was het dan voor nu :3

Doeg!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top