H11. Luke, de redder in nood
H11. Luke, de redder in nood
A/N Dit hoofdstuk is vanuit Luke. En waarschijnlijk ook het enigste.
~+~+~+~
Van ergens ver weg klinkt er een doordringende piep die zich steeds weer opnieuw herhaalt. Ik kreun geëgerd en zwaai met mijn hand in de lucht om het onding uit te zetten. Er klinkt een harde klap, en het dringt langzaam tot mijn nog slapende hersenen door dat het de wekker is die van mijn nachtkastje is gelazerd, doordat ik hem er vanaf heb geduwd.
Ik zucht even en kom langzaam overeind. Met moeite open ik mijn ogen en buig me voorover om het irritante voorwerp weer terug op mijn nachtkastje te zetten. Dan kijk ik naar de rode cijfers die me een prachtig tijdstip laten zien.
7:32 uur in de ochtend.
'Grmbl' grom ik en ik haal een hand door mijn verwarde haar. Dan sta ik kreunend als een oude man op en kleed me langzaam aan. Lopen naar de badkamer gaat wat sneller en binnen een kwartiertje zit ik met een kop thee en een bruine boterham met kaas voor de tv naar teletekst te kijken.
Ik zapp wat en zet hem dan met een zucht uit. Het is niet dat ik mijn stage in het ziekenhuis niet leuk vind, het is meer de vroege tijd.
Ik zet mijn ontbijt spullen weg, doe in de gang mijn schoenen en jas aan en brul naar boven dat ik ga. Dan knal ik de deur in het slot en pak mijn oude, trouwe en gammele fiets uit de garage en ga op weg.
*#*
Een kleine tien minuten later loop ik de hal van het ziekenhuis binnen en kijk vrolijk om me heen. Al zo vroeg in de ochtend zijn er al mensen die op het bezoekuur wachten. Of ze zitten in het restaurant rustig een kopje koffie te drinken voordat ze aan het werk gaan.
Met mijn rugzak over een schouder geslingerd loop ik richting de lift en druk daar aangekomen op het knopje van verdieping twee. Wat zenuwachtig trommel met een paar vingers op mijn been en wacht ongeduldig tot de lift op de gewenste verdieping is aangekomen.
Als ik de lift uitloop, realiseer ik me dat het alweer donderdag is. En dat betekent dat ik morgen alweer afscheid moet nemen. Van het personeel, de patiënten en van een persoon die heel veel voor me is gaan betekenen.
Tim.
Man, wat ga ik dat mannetje missen als ik hier weg ben. In deze twee weken heb ik al best veel met hem beleefd en eerlijk gezegd zou ik dat nog best meer met hem willen doen.
Bij de gedachten aan hem, vliegen de vlinders door m'n buik. De eerste keer toen ik hem zag was ik meteen op slag verliefd.
En dinsdag heb ik bekend dat ik homo ben. Ik ben er toch wel een beetje bang voor dat hij nu niks meer met me te maken wil hebben. Maar misschien is hij het wel vergeten. Bij Tim weet je het nooit.
Ik loop met een blije glimlach de afdeling op en begroet zuster Mika, die net Lars' kamer uitkomt. 'Hoi Luke! Je kan gelijk doorlopen naar Tim. Die voelt zich niet zo lekker vandaag, dus misschien kan jij hem wat opvrolijken.' Ze kijkt me vragend aan en ik knik. 'Ik zal mijn best doen,' glimlach ik en ga snel op weg naar zijn kamer.
Met een bezorgde frons boven mijn ogen klop ik op zijn deur en doe hem op een kiertje open. Vervolgens kijk ik om het hoekje en zie Tim in bed liggen met de dekens over zich heen. Alleen een paar plukjes blond haar steken boven de dekens uit.
Zacht sluip ik naar hem toe en por hem in zijn zij. Een zachte kreun komt van onder de dekens vandaan en dan verschijnt het hoofd van Tim. Ik bijt op mijn lip en kijk hem bezorgd aan. Hij ziet wit en heeft wallen onder zijn ogen. 'Goedemorgen,' begroet ik hem zacht. Hij kijkt op en bevriest. 'Wat doe jij nou hier?' Zijn stem klinkt schor en hees en mijn hart maakt een klein sprongetje.
Ik glimlach. 'Nog steeds hier voor stage,' mompel ik terwijl het nare gevoel van daarnet weer opkomt. Morgen geen stage meer.
Hij kijkt me verward aan en gaat langzaam overeind zitten. 'Maar.. is het dan geen vrijdag? Geen einde van de wereld?' Ik knipper even met mijn ogen en kijk hem bevreemd aan. Zijn wangen worden knalrood en hij kijkt weg. 'Euh.. nee. Het is donderdag,' brom ik terwijl ik een hand door mijn donkere haar haal. Tim kijkt me weer aan en zegt dan zacht: 'Oh.' Dan blijft het even stil en ik kuch ongemakkelijk. Wilt hij me misschien weg hebben of zo?
'Voel je je wel goed? Je ziet wit.' Ik kijk hem bezorgd aan en hij haalt even zijn schouders op. 'Ik voel me goed, hoor,' bromt hij, maar hij ziet er juist het tegenovergestelde uit. Ik schud mijn hoofd. 'Je moet maar in bed blijven vandaag.' Hij kijkt me met zijn prachtige blauwe ogen verschrikt aan en slaat dan de deken terug. Hij slingert zijn benen over de rand van het bed en gaat staan. Ik pak hem gelijk vast en kijk hem met een diepe frons boven mijn ogen aan. 'Ik blijf niet in bed,' murmelt hij eigenwijs en kijkt me koppig aan.
'Ik weet niet of dat zo'n goed idee is,' mompel ik en ik hou mijn hoofd wat scheef. Tim schudt zijn hoofd en ik geef me over. 'Goed dan. Anders vraag ik wel even of ik met je naar buiten mag. Dan zie je eens wat anders dan spuiten en groene ziekenhuis hemden.'
Met die woorden ga ik op zoek naar zuster Mika.
*-*
Een kwartier later heb ik Tim opgehaald en staan we buiten. Ik heb hem mijn jas gegeven, want die sukkel heeft zijn jas thuis liggen en het is dus nog niet bij hem opgekomen om er naar te vragen bij zijn moeder.
Gelukkig heeft zuster Mika toestemming gegeven om naar het park te gaan, want ik denk niet dat Tim het nog langer zou hebben uitgehouden tussen die muren. De jongen kijkt vrolijk om zich heen en met een gelukkige glimlach geniet ik ervan. Het is fijn om Tim vrolijk en blij te zien. Daar krijg ik zelf ook een goed gevoel van.
Dan draait hij zich naar me om en kijkt me nieuwsgierig aan. Ik schrik er een beetje van, hij mag natuurlijk niet merken dat ik hem leuk vind. 'Heb je brood mee? Dan kunnen we de eendjes voeren,' grijnst hij. Ik schud langzaam mijn hoofd. 'Nee, sorry. Als je dat eerder had gezegd had ik het wel meegenomen.'
'Oh..' mompelt Tim teleurgesteld. Dan glimlacht hij alweer. 'Goed, oké. Dan gaan we wat anders doen. We gaan toch wel wat doen?' ratelt hij vrolijk. Ik grinnik even.
We komen langs een voetbalveldje waar een paar jongens aan het voetballen zijn. Ik hou de rolstoel stil en we staan zwijgend naar de jongens te kijken. Dan kijkt er één van hen op en kijkt me met een grote grijns aan. 'Hey! Wil je ook meedoen?' roept hij naar me. Vanuit mijn ooghoek zie ik het gezicht van Tim betrekken. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, ik blijf hier,' roep ik terug. Tim kijkt me aan. 'Ga maar, hoor. Ik gun je ook wat plezier. Anders zit je maar aan me vastgeplakt.' Ik kijk hem geïrriteerd aan. 'Nee, ik laat je niet in de steek.'
'Toe nou. Jij verdient ook wat plezier,' mompelt Tim en hij kijkt me bijna smekend aan. Ik zucht en haal een hand door mijn haar. 'Goed dan. Heel even. Doe geen rare dingen terwijl ik eventjes weg ben.' Ik kijk hem streng aan en hij knikt met een glimlach. Ik kijk hem nog even aan en ren dan het veld op.
;-;-;-;-;
Na een kleine tien minuten heb ik al geen zin meer in het voetballen. Ik zeg de jongens gedag, draai me om en blijf als aan de grond genageld staan.
Waar is Tim?
De plek waar de rolstoel nog net stond, is leeg. En als ik om me heen kijk zie ik hem nergens. De paniek stijgt en ik loop met een naar voorgevoel het brede pad op. Ik kijk wild om me heen, maar de rolstoel met de patiënt erin vind ik niet. Ik begin zijn naam te roepen, maar ik krijg geen gehoor en het paniekgevoel wordt nu echt groot.
Ik ga verder het park in en kijk met een bonzend hart om me heen. Ik moet Tim vinden. Wat als ik zonder hem terug moet keren naar het ziekenhuis? Ik kan toch geen dokter worden als ik nu al mijn patiënt kwijt raak?
'F-fuck! ...facking k-klootzak!' klinkt er dan een stem. Ik sta met een schok stil en voel mijn hart in mijn keel bonzen. Was dat niet Tim? Het moet hem zijn! 'Tim?' roep ik aarzelend. Bij het ingevallen schuurtje waar ik nu voor sta wordt het doodstil. 'Luke? Luke, he-' Er klinkt een klap en daarna een kreun. Ik kom met een schok uit mijn trance en ren naar de achterkant van het schuurtje.
Ik blijf stilstaan en met grote ogen kijk ik naar het tafereel dat zich voor me afspeelt. De rolstoel ligt een klein eindje van me af op zijn kant op de grond. Er zijn twee jongens bij hem. Één van de twee jongens houdt Tim vast en de andere staat op hem in te slaan. Er zit een grote, blauwe plek op zijn kaak en het bloed stroomt uit zijn neus.
Een enorme woede komt bij me omhoog en ik ren naar de jongen die Tim nu in zijn maag zit te stompen. Ik ruk hem van Tim af en maak een vuist. 'Vuile klootzak!' schreeuw ik voordat ik mijn vuist in zijn oog plant. De jongen wankelt achteruit en probeert zich af te schermen, maar hij krijgt geen kans want ik stomp steeds sneller op hem in. Bloed stroomt rijkelijk uit zijn neus en zijn oog wordt langzaam dik en blauw.
Zijn vriend laat Tim los en probeert hem te helpen. Ik pak hem bij zijn keel en druk hem tegen de muur. Hij gorgelt en trapt naar me, maar ik geef niet toe en geef hem een dodelijke blik. 'Rot. op,' sis ik. De jongen knikt snel en ik laat hem los. Hij pakt zijn vriend vast en met z'n tweeën rennen ze er als twee angsthazen vandoor. Ik kijk ze kwaad na.
Er klinkt een zachte kreun achter me en ik draai me gelijk om. Tim zit in elkaar gezakt tegen het muurtje en heeft zijn handen voor zijn ogen geslagen. Zijn hele lichaam trilt en ik hoor hem zacht snikken. Ik laat me naast hem op de grond vallen en neem hem in mijn armen. Hij verstijfd even, maar ontspant dan en kruipt nog verder in mijn armen weg.
'Sshht. Het is al goed, ik ben bij je,' fluister ik zacht en streel hem troostend over zijn rug. Zijn lichaam begint langzaam minder te trillen en hij snikt nog wat na. Ik haal een hand door zijn haar en bewonder hoe zacht het is. Tim kijkt op en kijkt me aarzelend aan. Dan kijkt hij naar mijn T-shirt en zijn wangen worden rood. 'Nu h-heb ik je s-shirt verpe-hest,' hikt hij zacht. Ik kijk naar beneden en zie een bloedvlek zitten van zijn bloedneus. Ik haal mijn schouders op en haal een zakdoek uit mijn broekzak.
'Hou deze maar tegen je neus,' mompel ik. Tim knikt, houdt de doek tegen zijn neus en kijkt me verlegen aan. Ik glimlach naar hem en streel weer over zijn rug. 'Waarom was je opeens weg? Hoe kwam dat?' vraag ik dan en ik kijk hem vragend aan. Zijn wangen worden rood en slaat zijn ogen neer.
'Er was een vijver dichtbij en ik wou even bij de eendjes kijken,' mompelt hij gesmoord vanachter de doek. 'En toen kwamen die twee jongens eropeens aan en gingen me uitschelden voor gehandicapte. Ik pikte dat niet en toen ging ik ze terug uitschelden voor klootzak. Maar dat pakte niet zo goed uit, want ze namen me mee hiernaar toe en gingen me eventjes verbouwen.' Hij lacht even bitter en kijkt me boos aan. 'Ik kan me niet eens fucking verdedigen,' mompelt hij er dan zachtjes achteraan.
Ik glimlach en trek hem dicht tegen me aan. Het liefst zou ik hem nu ook nog zoenen, maar ik weet niet zeker of Tim dat wel waardeert. Hij kijkt weer op en glimlacht kleintjes. 'Bedankt Luke. Voor het in elkaar hakken van die sukkels.' Ik grijns. 'Geen dank, joh. Ik vond het eigenlijk wel leuk. Beetje training kan geen kwaad.' Tim grinnikt zacht en propt de zakdoek dan in zijn broekzak. 'Weer een zakdoek erbij,' zegt hij met een tevreden glimlach. Ik trek verbaasd een wenkbrauw naar hem op en zijn wangen worden rood. 'Voor.. euh.. voor mijn verzameling. Zakdoeken van leuke mensen, weet je wel,' stamelt hij zacht en na die woorden wordt zijn hele hoofd knalrood.
'Oh? Ben ik leuk?' vraag ik geamuseerd en ik kijk hem grijnzend aan. Tim kijkt snel weg, krabbelt overeind en leunt tegen de muur. 'Kom, we moeten weer.. euh.. naar het ziekenhuis. Ze missen je vast, want je moet nog veel dingen doen. Zoals helpen met.. met dingen,' ratelt hij. Ik glimlach en kom ook overeind. Ik zet zijn rolstoel weer rechtop en rol hem naar hem toe. 'Dingen zoals?' vraag ik plagend terwijl Tim de vuiligheid eruit veegt en zich erin laat zakken. Zijn wangen worden alweer rood. Hij haalt zijn schouders op. 'Dingen,' bromt hij en daarmee maakt hij duidelijk dat hij het niet weet. Ik grinnik en knik. 'Oké, ik doe dingen. Duidelijk.'
♡¤♡¤♡
Ik rol hem het park uit en ga met hem terug naar het ziekenhuis. Dan draait Tim zich half om in zijn stoel en kijkt me wat ongemakkelijk aan. Ik trek vragend een wenkbrauw naar hem op. 'Ik.. uhm.. ik heb een vraagje,' mompelt Tim zacht. Ik glimlach. 'Vragen is gratis.' Tim grinnikt zacht, maar trekt dan weer een moeilijk gezicht. 'Nou, het zit zo...' Het blijft even stil.
'Sanne die wilt dat we daten,' flapt hij er dan uit en hij wordt weer knalrood. Ik kijk hem stomverbaasd aan terwijl ik hem de straat van het ziekenhuis induw. 'Wij, daten?' vraag ik dan onhandig. Tim knikt en bijt op zijn lip. 'Ja. Sanne vind dat we heel veel met elkaar omgaan en nu heb ik een soort weddenschap afgesloten met haar.' Ik trek een wenkbrauw op. 'En wat houdt die weddenschap dan in?' vraag ik langzaam. Tim fronst, ten teken dat hij nadenkt. Ondertussen ga ik met hem door de draaideur het ziekenhuis in.
'Ze.. ze zei dat ik het nooit zou durven jou op date te vragen. En ik vond natuurlijk van wel, dus toen hebben we er een weddenschap van gemaakt. En de verliezer die moet zijn wenkbrauwen afscheren.' Ik frons en grinnik dan. 'Nou, ik zie jou niet graag zonder wenkbrauwen. Dus dan denk ik dat ik maar ja zeg.' Tim grijnst breed en gaat weer normaal zitten.
'Mooi. Zij gaat zo verliezen,' hoor ik hem nog zacht mompelen voordat mijn gedachten met me op de loop gaan hoe onze date dan ooit gaat verlopen. En hoe ik dan ooit mijn gevoelens ga verbergen.
Dat gaat me waarschijnlijk niet lukken.
A/N Yess, weer een hoofdstuk af :) K vond het echt moeilijk deze keer. Volgend hoofdstuk een date ^^
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top