Hoofdstuk 5
KILLING ME SOFTLY
Hoofdstuk 5: Mi amore
Het hoofd van Veda bonst. Het voelt alsof haar schedel elk moment uit elkaar kan barsten. Tranen van angst, schrik en pijn blijven stromen. De tranen voelen warm aan op haar wangen. De getatoeëerde man is voor haar geknield en dept met een nat, koud doekje tegen de plekken aan waar Veda is geslagen. Nadat hij Enzo eruit had gestuurd, was hij hem gevolgd buiten de kamer. Buiten het zicht van Veda. Ze had stemmen horen schreeuwen tegen elkaar en harde knallen hadden gevolgd. Daarna was het verradelijk stil gebleven. De angst die Veda had gevoeld, was vergroot. Haar lichaam verkeerde in een overlevingsstaat en de adrenaline van haar radeloosheid was het enige wat haar bij bewustzijn hield. Voor een aantal lange minuten was het enige wat Veda had kunnen horen haarzelf. Tot het moment dat de deur open ging en de getatoeëerde man met een flesje water, een handdoek en een zakmes in zijn hand binnen was komen lopen. Voorzichtig was hij met het doekje naar haar gezicht bewogen. Veda had niet geprobeerd van hem af te wenden of haar gezicht zo weg te draaien dat hij er niet gemakkelijk bij komt. Ze had haar adem ingehouden terwijl hij zijn arm naar had uitgestrekt, nerveus afwachtend wat hij zou gaan doen. Tot haar verbazing was hij voorzichtig met de doek tegen haar gezicht aan gaan deppen.
'Mi amore toch,' mompelt de man. Hij schudt zijn hoofd en stopt met het deppen van de brandende plekken op Veda haar gezicht. Met zijn handen pakt hij teder de kin van Veda vast. Voorzichtig laat hij Veda haar hoofd naar links draaien en kijkt met mengeling van emoties die zij niet goed kan plaatsen, naar haar wand. Hij doet dit ook bij de andere kant van haar gezicht. Veda stribbelt niet tegen, zegt niets en laat het gebeuren. Haar hoofd kan niet bevatten wat zich de afgelopen uren heeft afgespeeld en hoe verder de tijd verstrijkt, hoe meer in shock ze lijkt te raken. 'Enzo had dit niet mogen doen.' Veda fronst haar wenkbrauwen en kijkt met een verbaasde blik naar de man voor haar. Speelt hij een spelletje van the good cop versus the bad cop met haar? 'Ik zal je handen losmaken,' spreekt de man. 'Maar ik heb een pistool en zal deze gebruiken als het moet,' waarschuwt hij Veda, '-hoe mooi je ook bent.' Veda slikt en knikt naar hem dat ze hem heeft begrepen. De man staat op en gaat achter Veda staan. Ze kan haar hoofd niet zo ver draaien dat ze hem blijft zien, maar voelt de warmte van zijn lichaam achter haar. Met minimale inspanning snijdt de man de touwen door die Veda's polsen bij elkaar hadden gebonden. Een zucht, waarvan Veda niet doorhad dat ze deze had ingehouden, van opluchting ontsnapt aan haar lippen. Haar schouders hoeven niet meer in de nare hoek gedraaid te blijven en dit voelt zo een stuk prettiger aan.
Veda weet niet zo goed wat de man nu van haar verwacht. Moet ze blijven zitten? Of juist gaan staan? Veda vertrouwt er niet op dat met het lichte gevoel in haar hoofd het opstaan een goed idee is. Ze blijft zitten en wacht tot de man iets tegen haar zal zeggen. Hij gaat weer voor haar staan en kijkt haar aan. Zijn indringende blik doet Veda rillen. 'Geef mij één goede reden waarom ik je niet zou uitleveren aan de Lucchese's.' Nu was het Veda die niet het oogcontact verbreekt en de man voor haar indringend blijft aankijken. 'W-werk je niet voor he-,' Veda kan haar zin niet afmaken of de man begint met lachen. 'Heb je enig idee wie ík ben, mi amore?' Veda wil haar hoofd schudden, als antwoord op zijn vraag, maar heeft meteen spijt als ze beweegt. Een stekende pijn schiet door haar hoofd heen en haar zicht wordt wazig. Met haar hand grijpt ze naar haar hoofd en een golf van misselijkheid overvalt haar. Voorovergebogen en met haar ogen dichtgeknepen zit Veda op de stoel. 'N-nee,' weet ze half mompelt, half kreunend van de pijn uit te brengen. Nadat ze antwoord heeft gegeven, krijgt ze spijt. Wat als dit het verkeerde antwoord was? Wat als ze deze grote, gespierde maar vooral bedreigende man nu had beledigt?
'Mijn naam is Domenico.' De naam klinkt Veda bekend in de oren. Domenico. Dom. Waar herkent ze het van? Waar had ze het gehoord? In haar hoofd probeert Veda te plaatsen waar ze deze naam mogelijk eerder tegen is gekomen, maar door de bonkende pijn aan haar gezicht kan ze niet helder nadenken. 'Als het aan de anderen ligt, hadden we je nu achterin de auto gegooid en richting Osvaldo Lucchese gereden.' Veda haar hart lijkt vergeten dat het in een constant ritme moet blijven kloppen en ze hapt naar adem. 'N-nee, nee alsjeblieft,' begint Veda smekend. Als ze niet zo doodsbang was geweest, dan had Veda zich geschaamd voor hoe ze nu jammerend voor deze man had gezeten. Aan alles wat ze tot nu toe van deze man had gezien, schreeuwt het "maffia".
Een klop op de deur klinkt. Zowel Veda als Domenico kijken naar de deur. 'Ik ben zo terug,' zegt Domenico geïrriteerd en hij loopt naar de deur. Hij stapt naar buiten en Veda probeert te zien wie er aan de andere kant van de deur staat. Het enige wat ze kan zien is een man, in zwarte kleding. De deur blijft op een kier staan en Veda ziet dat de twee mannen met elkaar in gesprek zijn. Aan hun lichaamstaal te zien, gaat het niet over iets positiefs. Een aantal duidelijke scheldwoorden weet Veda uit het gesprek op te vangen, maar verder praten de mannen te zacht om te kunnen achterhalen waarover het gaat. Domenico knikt en pakt zijn pistool vast. Hiermee begint hij ongeduldig tegen de zijkant van zijn bovenbeen aan te tikken. Het gesprek stopt. De ander loopt haastig weg en roept een aantal bevelen. Veda zit te ver weg om te horen welke. Domenico draait zich om en kijkt Veda recht in de ogen aan. Een kleine grijns lijkt zich op zijn gezicht te vormen als hij het pistool richting Veda houdt. Hiermee maakt hij het gebaar dat ze moet opstaan van de stoel. Zonder weerwoord doet Veda wat Domenico van haar vraagt. Veda moet de stoel vast blijven houden om overeind te blijven. Haar ogen knijpt ze voor een aantal tellen dicht en ze haalt diep adem. Veda blijft zich duizelig voelen, maar ze wil niet weer flauwvallen en ergens onbekend wakker worden. Zeker niet nu ze omringd wordt door mannen die duidelijk in opdracht met óf van haar stiefgrootvader werken.
Terwijl ze haar ogen dicht heeft, hoort Veda wel dat er voetstappen richting haar gezet worden. Een grote, warme hand pakt haar kin weer vast. 'Mi amore, open je ogen,' fluistert Domenico. Weer beweegt de man haar hoofd omhoog, dit keer zodat ze elkaar in de ogen kijken. 'Er lijkt een klein probleempje te zijn met onze huidige locatie,' spreekt Dom zachtjes tegen Veda. Ondertussen blijft hij haar kin vasthouden en dwingt hij haar om hem aan te blijven kijken. 'Dat betekent,' gaat hij verder, met zijn mondhoeken die iets omhoog krullen, '-dat jij met mij meegaat zolang ik nog geen antwoorden op mijn vragen heb gehad.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top