6 - Boekenkast

Niet veel later zit ik bij hem thuis.
Dat was makkelijk.

Hij stond erop om wat sterks voor me in te schenken en ach, als je überhaupt geen hersencellen hebt kun je ze tóch niet kwijtraken, dus stemde ik in.

Nu nip ik zo nonchalant mogelijk aan mijn rum-cola en lach veel te hard om alles wat hij zegt.
Onderzoekend staart hij me aan.
Ik staar terug, begin de sproetjes op en rond zijn neus te tellen, en bestudeer zijn ruwe gelaatstrekken.

Langzaam staat hij op uit zijn versleten leunstoel en komt op me afgelopen. Hij strijkt met zijn hand langs mijn gezicht.

'Je bent zo móói...'

Grijnzend wankelt hij heen en weer.
Mijn hemel, hoe snel kun je wel niet dronken zijn?

Met een glimlach spied ik de kamer rond, mijn blik valt op de boekenkast.
Als ik nou ervoor zou kunnen zorgen dat dat loodzware ding op hem viel...

'Hé Jack, Jackie Jack-Jack', giechel ik.
Zijn die acteerlessen toch nog ergens goed voor geweest.

'Wil je misschien een boekje voor me pakken?'

De sul zwalkt naar de boekenkast toe.

'Túúrlijk, schat, welke wil je?'

Hij doet z'n best om verleidelijk tegen de planken aan te leunen.
Het mislukt grandioos.

'Die dáár, dat kóókboek!'

Ik sta op, en met een zwaai wijs ik naar de bovenste plank, voordat ik weer bulderend van het lachen achterover val in mijn stoel. Klasse.
Jack grijnst een beetje en begint vervolgens, zo voorzichtig als een dronken sul maar kan, via de gammele planken naar boven te klimmen.

Dit is mijn kans.

Zo onopvallend mogelijk sluip ik naar de achterkant van de boekenkast.

'Een eer om je gekend te mogen hebben, Jack!'

En met een glimlach geef ik een duwtje tegen de zeer instabiele kast.

Een krijs, een klap, en mijn eerste slachtoffer is er geweest.

Wonderful.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top