10 - Veronica
Ik snap niet waaraan ik dit heb verdiend.
Eerlijk.
Het is niet alsof ik de jongen heb gemarteld, weet je. En hij rookte, dus erg veel langer zou hij het nou ook weer niet hebben volgehouden.
Denk maar niet dat ik volledig harteloos ben.
Plotseling trapt de man hard tegen een zware, ijzeren deur, die met veel gepiep openzwaait. Onhandig loodst hij me een muffige ruimte in en duwt me snel richting een ietwat ruimer vertrek, waar een miniem straaltje zonlicht een oude krakkemikkige stoel belicht. Ruw schampt mijn schouder langs de deurpost als we de ruimte binnentreden.
Ik klem mijn tanden op elkaar als de man me grijnzend neerdrukt en ik haast door het versleten stoeltje heen zak. Voorzichtig wrijf over mijn pijnlijke polsen en wang, waar rode nagelafdrukken staan.
Ik kijk op, om in het gezicht te staren van een oude vrouw die voor me staat.
Met een licht gebaar van haar hand zendt ze de man weg, die zich met een knikje omdraait.
'Vertel me eens, meisje, hoe heet je?'
'Lyra'
'Niet liegen.'
Ik zucht.
'Veronica.'
De vrouw knikt goedkeurend en vouwt haar handen in elkaar. Man, denkt ze serieus dat ze met zo'n dom trucje me mijn naam kan ontfutselen?
'Ik wil je een voorstel doen, Veronica. Ik heb gehoord van je praktijken met Jack.'
Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, maar voordat ik de kans krijg sust ze me al.
'Ja, ik weet en zie alles. Hij was een goede jongen Veronica, en het zal moeilijk zijn om een vervanger voor hem te zoeken. Daarom vraag ik je om Jack te vervangen tijdens zijn opdrachten.'
Tuurlijk, túúrlijk, dat moet ik weer hebben. Per ongeluk een of ander ganglid dat drugs dealt vermoorden. Wat denkt deze vrouw wel niet? Dat ze zomaar het eerste beste meisje van straat kan plukken om haar vuile zaakjes op te knappen? Oké, misschien ben ik niet helemaal 'de eerste de beste', maar het gaat om het idee.
Loom sta ik op en pak de hand van de vrouw vast.
'Ik zal erover nadenken.'
Meteen geef ik een felle trap tegen haar scheenbeen en duw met beide handen hard tegen haar schouders. Stomverbaasd wankelt ze achterover en ploft neer op de koude grond.
Snel grijp ik het stoeltje stevig vast en hef het boven mijn hoofd.
'Het antwoord is nee.'
Dan laat ik met al mijn kracht het stoeltje neerkomen op het hoofd van de vrouw, die een ijselijke gil slaakt. Het stoeltje valt door de de klap meteen uit elkaar en ik laat de stukken hout die ik nog vast heb op de grond vallen. Er sijpelt een dun straaltje bloed uit haar neus en haar open ogen staan dof.
Als ik een klap uit een nabije kamer hoor begin ik naar de deur te rennen.
Ik moet weg hier.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top