1.4 | door het donkere bos
Geschreven op 13 november 2019, 23 maart 2020 en 15 november 2020
H O O F D S T U K 8
Schrammen van de uitstekende takken die keer op keer langs de huid van Tara snijden laten hun bebloede stempel achter. De eens schoongewassen haren zitten weer flink door elkaar heen met vastzittende bladeren van de bomen om het meisje heen. Druppels zweet staan op haar voorhoofd en het luide gehijg vult de stilte.
Vogels vliegen verschrikt op en wilde dieren trekken zich terug in hun hol. Bladeren die een ritselend geluid maken en voetsporen die in de grond worden gedrukt. Echter, dat is niet wat Tara verraad. Het bonzen van haar hart is als een kruimelspoor voor de Alpha die jacht op haar maakt.
Maar het is tevergeefs, hoe hard Tara ook zal rennen, het zal haar niet helpen. Nooit dat ze sneller zal zijn dan de Alpha op wiens territorium ze zich nu bevindt. Een achterdochtig gevoel bekruipt Tara, iets wat ze snel probeert te verdringen. Ze kan het haar nu niet veroorloven om met iets anders bezig te zijn dan het bemachtigen van haar vrijheid.
Gezien Tara volledig moet steunen op haar Menselijke zintuigen en krachten heeft ze geen idee hoe ze dit moet zien te overleven. Haar richtinggevoel, waar ze ooit zo op kon vertrouwen, laat haar volledig in de steek. Kriskras rent ze door het bos, hoewel het net zo goed grote rondjes kunnen zijn.
Het idee dat Tara warme lucht van iemands ademhaling in haar nek voelt, laat haar het laatste restje van de adrenaline kick gebruiken. Haar benen bewegen net wat sneller en net wat vlotter. Haar wat wazige zicht wordt weer op scherp gesteld en de aansporing die ze nodig had om overtuigd te zijn van het idee dat ze het 'misschien wel zou halen', wordt geactiveerd.
Klimmend over gevallen boomstronken, ontwijkend van grote uitstekende takken en diepe kuilen, beweegt Tara haar voort. Het besef van tijd is helemaal weggevaagd. Voor haar idee rent ze al uren in de kou, maar het kan ook pas een kwartier bezig zijn.
Vidar had haar meegebracht naar buiten, naar de achtertuin van zijn landhuis. Die grenst aan een rijk bos van donkere, grote bomen. Tara had geen idee gehad van Alpha Vidar Thorvald zijn bedoelingen: er werd geen woord gesproken tijdens het lopen. En deze man is niet het soort waarbij het van zijn gezicht is te lezen.
Buiten had hij Tara op een stoel neergezet. Vervolgens was hij tegenover haar gaan zitten. Zijn ene been had hij hoog over de ander geslagen terwijl hij met doordringende ogen Tara aan bleef kijken. Zijn blik wende hij af bij het pakken van zijn sigarettendoosje uit zijn zak.
Zonder Tara iets aan te bieden, stak de Alpha een sigaret op en stopte de verpakking terug. Tara durfde niets te doen. Haar blik bleef hangen waar het al die tijd was geweest: richting de grond. De rookgeur afkomstig van de man in haar buurt deed haar niets, haar longen waren verpest door de kerkers van de Pugna Vincula.
'Ik ben geen oneerlijke man,' sprak Vidar op. Doodgewoon, alsof er niets aan de hand was. 'Ik wil je een kans bieden.' Zonder oogcontact te maken met Tara deed de man zijn zegje. Hierbij had de jongedame de neiging om op te kijken, haar ogen over het gezicht en het lijf van de man te laten gaan. Te zien hoe zijn lippen de woorden vormende.
'Een kans om je eigen vrijheid te verdienen.'
Tara spitste vrijwel meteen haar oren. Haar kaken klemde zich hard op elkaar en ze voelde haar spieren aanspannen. Haar handen knepen zacht in de zijkant van de stoel. Tara wilde vragen hoe ze dat kon. Wat het addertje onder het gras was. Maar ze deed geen van de twee. Ze hield, zoals geleerd, haar mond. Ze was stil, keek naar beneden en luisterde gehoorzaam naar de persoon boven haar.
'Ik laat je zo gaan,' legde de Alpha uit. Hij wees hierbij richting het bos. 'Als je daaruit weet te komen, ben je vrij om te gaan en staan waar je wilt.' Voorzichtig bewoog Tara haar hoofd iets omhoog, om te kunnen zien waar de arm van Vidar Thorvald heen gericht was.
Het bleef stil hierna. Tara verwachtte dat er nog iets achter deze uitspraak zou aankomen, maar dat was niet zo. Vidar had gezegd wat hij wilde zeggen en liet het daarbij. In rust rookte hij zijn sigaret op. Deze drukte hij vervolgens krachtig uit in het asbakje op een buitentafel voor hem.
Hij stond op, bekeek Tara nog een keer en pakte haar vervolgens bij de haren vast. 'Lopen,' was alles wat hij uitbracht. Meer was ook niet nodig voor het meisje. Zonder een kik te geven deed ze wat gezegd werd. Stap voor stap probeerde Tara mee te komen in het tempo waarin Vidar Thorvald richting het bos liep.
Door de verzwakking in haar spieren, en het hoge tempo van de man, lukte het Tara niet om in hetzelfde ritme te lopen. Dit zorgde voor een pijnlijk gevoel op haar hoofd, doordat ze nog steeds aan de haren werd meegetrokken.
Bij de grens van de bosrand stopte de Alpha met lopen. De haren van het meisje liet hij los en keek op haar neer. Zijn linker mondhoek krulde kleintjes omhoog, waardoor er nauwelijks zichtbare grijns ontstond op het gezicht van de man. Als Tara had durven opkijken, had ze de twinkeling gezien die nu in zijn donkere ogen stond te dansen.
'Om het eerlijk te houden, geef ik je een voorsprong.' Ondanks dat deze woorden rechtvaardig klonken, wisten beide heel goed dat er van eerlijkheid geen sprake was. Hoe kon iemand zo verzwakt, ongetraind en Wolf-loos, kans maken tegen een Alpha? Een Alpha die bekend stond om zijn kracht?
'Op staan,' beval de man tegen Tara. Hoewel het lichaam van Tara wilde weigeren om op te staan, om überhaupt te bewegen, gehoorzaamde ze toch. Ze wist haar zelf weer op twee benen te krijgen en haar hoofd omhoog te doen. Haar ogen gleden over de aangrenzende bosrand, hopend op een wonder die haar door het bos zou leiden en misschien wel tot haar vrijheid.
Het idee was van vrijheid was gek. Tara wist haar gevoel daarbij ook niet goed te plaatsen: wat moet zij met haar vrijheid? Maar toch was er iets in haar, hoe klein dan ook, dat haar liet beslissen dat ze deze kans wel met beide handen wil gaan grijpen.
'Je krijgt vijf minuten.' De stem van de Alpha haalde Tara uit haar gedachten. 'Beginnend vanaf nu.' Vidar keek naar het horloge om zijn pols en gaf hierbij een klein knikje. De ogen van Tara werden groot als schoteltjes en binnen een paar seconden bewoog zij zich dichter naar het dichtbegroeide bos toe.
* * *
Tara lijkt de warme ademhaling van de Alpha op haar hielen te voelen in haar nek. Zweetdruppeltjes lopen over haar voorhoofd, een aantal die in haar ogen weten te komen. Verwoed probeert ze het weg te vegen om haar zicht helder te blijven houden. Haar ogen werken al niet al te best en dit zal ook niet bijdragen aan een beter resultaat.
'Ren meisje, ren,' galmt de angstaanjagende stem van Alpha Vidar. Een valse lach volgt. Tranen van frustratie ontstaan bij Tara. Ze wil ook sneller rennen, harder, maar haar lijf laat haar in de steek. Ze wil het uitschreeuwen van boosheid. Boosheid die zij alleen naar haar zelf toe voelt. Boosheid om het feit dat zij dit alles zelf veroorzaakt heeft.
'Ik heb je bijna.' De woorden zijn zacht, bijna fluisterend, maar toch komt het luid en duidelijk aan bij Tara. 'Ren meisje, ren!' Het laatste beetje kracht dat Tara voelt in haar benen, geeft ze. Hopend dat die twee meter die zij extra in het bos aflegt verschil zal maken op hoe dit kat-en-muis-spelletje zal eindigen.
Tara is niet dom, zij weet dat het niets zal veranderen. Ze weet dat binnen een paar seconden – als ze geluk heeft een hele minuut - de man wiens eigendom zij is, weer achter haar zal staan. Ze kan zijn handen die zich om haar keel vouwen al voelen.
'Ik heb je,' klinkt het dan. Licht gehijg is zacht te horen. Kippenvel ontstaat op Tara's ledematen en haar ogen vallen dicht. Het was tevergeefs. Het gespierde lijf van de man voelt Tara vanachter tegen haar aangedrukt worden. 'Dat was enerverend,' fluistert Vidar en bijt zacht in Tara haar nek. 'Maar nu ben ik klaar met dit spelletje.'
In één beweging draait de Alpha Tara om, borst tegen borst. Met zijn handen streelt hij langs de wang van Tara. Automatisch probeert Tara haar gezicht weg te draaien van de fysieke aanraking. Hierbij bijt ze op de binnenkant van haar wang tot het punt waarop ze een ijzeren smaak in haar mond proeft.
'Meisje toch,' klinkt de neerbuigende stem van Vidar, 'dat is nergens voor nodig.' Hij pakt de kin van Tara vast en laat haar omhoog kijken, zodat zij oogcontact maken. Een siddering van afschuw trekt door het lijf van Tara. Het liefst zou ze haar ogen nu dichtknijpen, haar hoofd weer naar beneden doen en zich tot een balletje oprollen op de grond. Maar iets in haar zegt dat ze moet proberen om te voorkomen nog zwakker te lijken in de ogen van deze man.
*******************
Lieve lezers, dat is lang geleden! Maar geen zorgen; ik heb naar mijn idee weer de smaak te pakken :) Hopelijk valt dit (korte) nieuwe hoofdstuk in de smaak.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top