Hoofdstuk twee




Iets kriebelt er aan mijn gezicht. Met mijn hand wrijf ik even over de plek waar het zo juist kriebelde. Nog geen paar seconden later, voel ik weer wat aan mijn gezicht. Met een diepe zucht breng ik mijn hand opnieuw naar mijn gezicht en wrijf het gevoel weg.

Daarna open ik langzaam mijn ogen en rek ik mij even uit. Ik moet heel even de tijd nemen om wakker te worden. Dan komt alles van de dag ervoor weer weer langzaam boven drijven. Geschrokken schiet ik overeind en werp een blik op mijn wekker. Als ik zie dat het net 09.00 uur is voel ik mijn hartslag verhogen.

'Welke dag is het ook alweer' zeg ik hardop tegen mijzelf.

'Het is zaterdag vandaag, geen zorgen je hoeft niet naar school' klinkt een stem heel zachtjes.

Een diepe zucht laat ik uit mijn longen ontsnappen. Ik dacht even dat ik mijzelf had verslapen en ik weer eens te laat zou komen op school. Dan zou ik denk ik meteen geschorst worden.

'Dankjewel' geef ik antwoord aan de stem.

'Geen dank hoor'.

Met een glimlach sta ik op van mijn bed en loop naar mijn spiegel die in de kamer hangt. 'Pff, dat ik zo in slaap gevallen ben is een ramp, kijk mijn haar' jammer ik zachtjes. 'Het lijkt op een vogelnest'

'Zei je nu vogelnest!' Waar?' Klinkt het ineens heel enthousiast.

Met een grijns rond om mijn lippen, draai ik mij weer om en plaats mijn handen in mijn zij. 'Nee Boncuk geen echt vogelnest, maar ik bedoel mijn haar. Kijk maar' zeg ik terwijl ik er naar wijs.

'Oh dat is wel jammer' krijg ik teleurgesteld als antwoord terug.

Een giechel kan ik niet binnen houden. 'Je bent een slome huiskat, jij kan geen eens een vogel pakken.'

De blik die ik nu terug krijg van Buncuk, is bijna menselijk.

Het feit dat ik met katten kan praten is onmogelijk uit te leggen. Ik weet zelf niet eens waarom ik dat kan. Elk woord dat deze huiskat spreekt, kan ik verstaan. Maar naast Buncuk versta ik elke kat die ik tegen kom. Andere dieren versta ik niet. Ik heb het wel eens geprobeerd, om te praten met de hond van mijn tante. Alleen dat was geen succes.

Nadat ik mijn kleding van gisteren in de was heb gegooid, spring ik snel even onder de douche  om mijzelf  op te frissen. Omdat het zaterdag is trek ik mijn favoriete huispak aan, ik heb vandaag toch geen plannen. Mijn haar dat ik gewassen heb draai ik snel in een slordige knot, uiteindelijk zal dat van zelf wel drogen als ik toch de hele dag binnen blijf.

Met twee treden tegelijk vlieg ik de trap af naar beneden. Mijn maag hoor je rommelen van de honger. Gisteren nadat ik naar boven was gegaan, heb ik niks meer gegeten. Mijn ouders zijn ook niet naar boven geweest om mij wat te brengen, dus ik heb nu wel zin in een lekkere tosti met ham en kaas. Of een schaaltje met yoghurt en fruit zou ook al een goed ontbijt zijn.

Boncuk rent mij voorbij als ik de trap af loop en schiet daarna snel richting de keuken. Ik grinnik even, ook voor haar is het tijd om wat te eten. Ik neem mijzelf voor haar als eerst wat te geven voordat ik aan tafel ga.

Als ik de keuken binnen loop, zie ik dat mijn vader al aan de keukentafel zit en dat mijn moeder net haar kopje onder het koffieapparaat zet. Ik huiver even bij het idee van koffie drinken, ik snap niet dat mijn ouders er zo gek op zijn.

'Goedemorgen' begroet ik mijn ouders tegelijk. Daarna doe ik mijn routine rondje voor Boncuk. Eerst gooi ik het water van gisteren weg en vul haar bakje met vers koud water. Als ik dat heb neergezet loop ik naar de kast om een blikje met voer voor haar te pakken. Maar zo als altijd, blijft ze voor mijn voeten heen draaien en mauwt ze luid.

'Abby schiet eens op, ik heb honger' hoor ik haar stem naar mij roepen.

'Stel je niet aan poes' zeg ik lachend 'Je komt echt niet om van de honger'.

Snel pak ik een blikje met voer voor haar uit de kast en loop vervolgens terug om haar bakje te pakken. Normaal zal ik het bakje eerst even schoonmaken, maar omdat mevrouw Boncuk zo luid loopt te mauwen om eten, sla ik die stap over en gooi ik na het open snel haar eten in het voerbakje. Onderweg naar haar plekje gooi ik het blikje in de vuilnisbak en plaats dan haar bakje met voer naast haar bakje met vers water.

'Nou eetsmakelijk mevrouw de koningin' zeg ik lachend tegen haar.

Antwoord krijg ik niet meer. Boncuk stort zich als een uitgehongerde leeuw op haar eten.

Snel was ik even mijn handen en neem dan tegenover mijn vader plaats aan de keukentafel. Zin in een tosti maken heb ik nu niet meer, dus ik pak maar een bruine boterham uit het zakje dat al op tafel staat. Vlug besmeer ik het broodje met boter, pak een plakje kaas uit de verpakking die ook op tafel staat en schenk vervolgens een glas melk in. De tafel dekt mijn moeder altijd in het weekend, dat is standaard bij ons.

Zo kunnen wij toch nog even gezellig samen zijn voordat ieder zijn eigen weg gaat in het weekend.

Net als ik eindelijk een hap van mijn brood wil nemen, begint mijn vader met praten.

'Heb je lekker geslapen Abby?'

Ik wil even diep zuchten. Maar ik kan het nog net tegen houden. Snapt mijn vader dan niet dat ik ook verga van de honger en wil eten. In een gesprek heb ik nu helemaal geen zin.

Zeker niet na gisteren.

'Ja ik heb prima geslapen' beantwoord ik de vraag van mijn vader. Net als ik wil vragen of mijn ouders goed geslapen hebben, is mijn vader mij weer voor.

'Fijn lieve schat, wij ook. Trouwens je moeder en ik hebben gisteren nog even met elkaar gesproken'.

Van schrik hou ik mijn adem in. Oh hier heb je het hoor, een preek. Waarom ik gisteren weer vroeg thuis was. Wat er nu weer aan de hand was en natuurlijk de vraag waarom ik ze niks heb vertelt.

Mijn moeder is intussen naast mijn vader komen staan en geeft hem nog een kop koffie aan.

'Wij weten dat je vandaag ook vrij bent schat, maar je vader en ik ontvangen vandaag bezoek voor ons bedrijfje dat wij willen opstarten. Dus wij willen je eigenlijk vragen of je vandaag nog wat ging doen?'.

'En als dat niet het geval is, of je misschien naar een vriendin kan gaan? Tineke bijvoorbeeld?' Oppert mijn vader.

Even staar ik mijn ouders met open mond aan. Geen beschuldigingen? En al helemaal geen vragen over gisteren.

Ik zie dat mijn vader merkt dat ik in de war ben. Snel geeft hij mij een knipoog en schud dan zijn hoofd zachtjes, zodat mijn moeder het niet merkt. Waarschijnlijk heeft mijn vader tegen mijn moeder dus niks vertelt over gisteren.

Gelukkig maar.

Het opgeluchte gevoel dat ik heb, duurt eigenlijk voor maar even. Ongeloofwaardig staar ik mijn ouders aan. 'Wacht even?, ik moet vandaag het huis uit omdat jullie een of andere bespreking hebben?'.

Als antwoord knikt mijn vader mij toe.

'Ik wil helemaal niet van huis, ik was van plan lekker een serie te gaan kijken' zeg ik zo rustig mogelijk. 'Als ik boven ben, dan hebben jullie toch geen last van mij?'.

'Lieverd, wij willen het graag zo rustig mogelijk hebben in huis. Dit gesprek is heel belangrijk voor ons. Als dit financieel door kan gaan kunnen je vader en ik serieus naar een winkelpand gaan kijken'.

De stem van mijn moeder klinkt rustig als ze dit tegen mij zegt. Ergens begrijp ik haar ook wel weer. Maar dat gevoel geef ik geen plekje, ik ben het hier helemaal niet mee eens.

'Ik ben verdorie jullie dochter' mopper ik boos. 'Die stuur je toch niet weg voor een of andere gare bespreking'.

'Abby!' Klinkt de strenge stem van mijn vader dan. 'Doe nu gewoon alsjeblieft wat je gevraagd wordt, ook al kijk je serie dan nog is er veel kabaal'.

'Ik kijk wel met een koptelefoon' probeer ik nog. Maar opnieuw schud mijn vader zijn hoofd. Hopeloos kijk ik mijn moeder aan, maar dit keer kan ze mij niet helpen.

Verontwaardig wijs ik naar Boncuk die de keuken net uitloopt 'En dit beest mag wel bij jullie bespreking zijn?' Zeg ik boos tegen mijn ouders.

'Abby.., Boncuk is een kat, geen mens' zegt mijn moeder nu ook wat geïrriteerd.

Mijn troeven heb ik nu allemaal opgemaakt. Ik heb geen verweer meer over dus ik geef mij maar gewonnen. Nijdig pak ik mijn broodje met kaas van mijn bord en schuif luid mijn stoel naar achteren. Mijn beker melk pak ik van tafel en drink het in een keer helemaal op. Met een klap zet ik het glas op tafel.

De waarschuwende blik van mijn vader, negeer ik. 'Prima zoek het maar uit met die fijne bespreking. Ik eet mijn brood zo wel op en ga mij daarna omkleden, daarna verdwijn ik hoor'.

'Misschien kan je bij Tineke blijven slapen' zeg mijn moeder met een glimlach.

Ik draai met mijn ogen en loop zonder wat te zeggen de keuken uit. Mijn ouders sturen mij zonder pardon het huis uit. Het huis waar ik ook woon. Maar goed dan, ik ga mij wel omkleden en zie dan wel wat ik ga doen. Maar eerst ga ik mijn broodje met kaas eten, anders val ik zometeen om van de honger.

Na ongeveer een halfuurtje ben ik helemaal klaar. Ik heb mijn favoriete spijkerbroek aan gedaan met mijn knal groene sweater. Heerlijke kleding voor een dagje buiten rondzwerven. Mijn beste vriendin Tineke is niet thuis, ze is dit weekend weg samen met haar ouders en broer. Ik had dit wel kunnen zeggen tegen mijn ouders, maar dan had ik waarschijnlijk als nog de deur uit moeten gaan. Ik gris nog snel een paar sokken uit mijn la en probeer ze staand aan te doen.

Natuurlijk gaat dat niet. Dus met een gefrustreerde kreet laat ik mij op het bed zakken en trek mopperend mij sokken aan. Ik had mij dit weekend wel heel anders voorgesteld.

Met opgeheven staart komt Boncuk mijn kamer binnen gelopen.

'Waar ga je eigenlijk naar toe Abby' vraagt ze zachtjes aan mij.

'Nog werkelijk geen idee' zeg ik schouderophalend tegen haar.

'Doe je wel voorzichtig' na die woorden voel ik dat Boncuk haar kopje tegen mijn been aan duwt.

Glimlachend trek ik mijn tweede sok aan. Als ik dat heb gedaan pak ik haar op. Zachtjes zet ik haar op mijn bed neer en aai lekker door haar vacht. Ik geef haar een kus op haar kopje en kriebel dan nog even achter haar oor.

'Natuurlijk doe ik voorzichtig lieverd' beantwoord ik haar vraag. 'Wees daar maar niet bang voor.'

'En kom je aan het einde van de middag wel thuis?.'

'Ja ik kom thuis Boncuk, maak je maar geen zorgen.' Wil je alleen een beetje voor mij uithoren waar mam en pap het over gaan hebben?.'

Als antwoord geeft Boncuk een kopje tegen mijn hand.

Een grote glimlach verschijnt er op mijn gezicht. 'Als ik jou toch niet had lieve Boncuk.'

Ik heb dan geen broer of zus. Maar deze lieve kat voelt voor mij als een kleine zus. Gelukkig is er nog een iemand tegen wie ik alles kan vertellen.

-

Ik ben heel benieuwd wat jullie toe nu van het verhaal vinden. Het is misschien nu nog niet heel spannend, maar ik beloof je dat in de aankomende hoofdstukken het verhaal meer gaat leven :).

Laat vooral weten wat je er toe nu toe van vindt. Daar ben ik heel benieuwd naar.

Tips  zijn natuurlijk altijd welkom :)

Liefs,

LoveWriting18

Esmée

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top