Hoofdstuk 3
Nadat ik een kleine tas heb gepakt met de spullen die ik altijd meeneem, kan ik van huis gaan. Ik kijk nog even naar de klok om te zien hoe laat het is. 11 uur is een mooie tijd om de stad in te gaan.
Ik werp nog even een blik richting mijn bed en zie dat Boncuk zich heeft opgerold als een kleine bal. Zachtjes loop ik er naar toe en buig voorover om haar een kusjes te geven op haar koppie. 'Tot later' zeg ik nog tegen haar voordat ik de kamer verlaat. Soms wil ik ook een kat zijn, gewoon de hele dag slapen en niet zomaar zonder pardon je eigen huis uit geschopt worden. Als kat heb je daar geen last van.
Met veel tegenzin loop ik de trap af en loop meteen door richting de kapstok. Ik pak mijn warme jas en trek hem vervolgens aan, nu nog mijn schoenen. Besluiteloos kijk ik even naar de rij met schoenen (ik heb er echt te veel) en besluit dan voor makkelijk te gaan. De gympen die ik nu aan trek zijn toch bijna aan vervanging toe. Misschien vind ik in de stad wel een paar nieuwe gympen.
Voordat ik het huis verlaat, loop ik nog even naar de keuken om mijn ouders gedag te zeggen. Dit doe ik ook met veel tegen zin, maar als ik zomaar de deur uitloop dan is de kans op een ruzie nog veel groter. En daar staat mijn hoofd nu echt niet naar.
'Nou tot vanmiddag dan' roep ik naar mijn beide ouders. Mijn mobiel die ik nog op tafel had laten liggen, pak ik rustig op en laat hem dan in mijn jaszak glijden.
'Doe voorzichtig en let goed op je zelf hè' mompelt mijn vader mijn kant op.
Ik vind het heel jammer, dat mijn vader niet even het fatsoen heeft om mij aan te kijken. Zijn ogen hebben zich vast gepind op zijn laptopscherm en wijken daar niet van af. Ik schud even mijn hoofd, deze dag wordt er ook niet beter op.
Blijkbaar merkt mijn moeder mijn teleurstelling op. Ze schuift haar stoel naar achteren en legt haar pen op tafel naast het notitieboekje, waarin ze aan het schrijven was. Met een paar stappen is ze bij mij en slaat dan haar armen om mij heen.
'Tot vanmiddag lieverd, doe je de groetjes aan Tineke?' haar stem klinkt ondanks de situatie vrolijk.
Ik moet moeite doen om te glimlachen. 'Komt goed mam' daarna wurm ik mij uit haar omhelzing en stap naar achteren. 'Tot vanmiddag of vanavond dan' zeg ik nog snel.Daarna loop ik naar de achterdeur, maak de deur open en stap naar buiten. Ik zucht opgelucht als ik eindelijk de deur achter mij dicht kan doen.
Een aantal minuten later, zit ik op de fiets. Langzaam trap ik de trappers rond en probeer te bedenken waar ik naar toe kan gaan. Tineke is dus niet thuis en voor de rest heb ik geen vrienden. Ik kan wel de hele dag doelloos rondjes fietsen, maar ook daar word geen mens vrolijk van.
Ik zucht even diep en vervloek stilletjes mijn ouders. Ze hebben mijn dagje relaxen afgepakt en dat neem ik ze niet in dank af. Gelukkig is het droog, anders was deze dag nog dramatischer geworden. Ik schud even mijn hoofd en probeer mijn gedachten op een rij te krijgen.
Voordat ik bij de kruising kom en een kant moet kiezen, besluit ik toch naar de stad te gaan. Ik heb nog een nieuwe spijkerboek nodig, dus dan ga ik daar maar voor kijken. Ik steek mijn hand netjes uit en sla dan links af richting de stad.
Als ik na 10 minuten fietsen de stad bereik, stap ik van mijn fiets af en ga opzoek naar een plekje voor mijn fiets. Het is eigenlijk heel gek, mensen noemen de plaats waar ik woon een stad. Maar vroeger was het nog een dorp. Nu wonen er wel wat meer mensen, maar de winkels zijn nog steeds om te huilen. De meeste hippe winkels zitten niet in deze winkelstraat, dan moet je echt met de trein of de auto op pad en buiten onze stad of dorp (of hoe je het ook wil noemen) zijn.
Als ik eindelijk een plekje voor mijn fiets heb gevonden, prop ik mijn fiets er gewoon tussen. Mijn fiets zet ik op slot en maak voor de zekerheid de fiets nog eens extra vast met een hangslot. Ik wil niet dat mijn fiets straks verdwenen is wand, naar huis lopen zie ik niet zitten. Daarna draai ik mij om en zet ik de wandeling in naar de enige broekenwinkel die wij hier hebben.
In de winkel is het vrij stil voor de zaterdag. Maar dat vind ik gelukkig niet erg, zo kan ik rustig de tijd nemen om rond te kijken. Met een vriendelijke glimlach komt er een medewerker op mij af om te vragen of ze mij kan helpen.
'Oh nee hoor, ik kijk gewoon even rond' zeg ik met een glimlach tegen haar.
'Dat is helemaal goed, als je mij nodig hebt dan roep je maar' haar stem is vrij zacht als ze tegen mij spreekt.
Ik knik haar toe en bedank haar. Daarna draait de dame zich om en loopt weer terug naar de kassa en hervat haar werk waarmee ze bezig was voordat ze mij aan sprak.
Na ongeveer een klein kwartiertje, verlaat ik de winkel toch met een nieuwe spijkerbroek. Ik glimlach tevreden als ik buiten de winkel nog snel mijn aankoop bekijk. Precies wat ik zocht. Een spijkerbroek met wat gaten er in, maar niet dat het meteen zo asociaal over komt. De gaten in de broek zijn aan de achterkant dicht gemaakt met een stukje stof, dus mijn knie zie je niet. Ik grijns al bij het idee als mijn oma deze broek ziet, die wordt meteen gek en vraag vast aan mij of ik ben gevallen.
'Nog een fijne dag verder!' Hoor ik iemand achter mij roepen. Verast draai ik mij om en zie dat de vriendelijke medewerkster in de deuropening staat.
Glimlachend steek ik mij hand op 'Bedankt en u ook een fijne dag' daarna draai ik mij snel om en loop ik weg van de winkel.
Als ik richting mijn fiets loop, ruik ik ineens een heerlijke geur. Het water loopt mij meteen in de mond. De geur is afkomstig van de enige snackbar die wij hier hebben. Ben & Miep's heerlijke friet en snack's (De snackbar staat onder de dorpelingen ook wel bekend als B&M) ze hebben de snackbar al jaren lang. Als kleine meid kwam ik hier al met mijn ouders. Bij de gedachte aan hun overheerlijke cheeseburger, begint mijn maag te rommelen.
Niet veel later loop ik met een cheeseburger, met extra kaas en saus, de deur weer uit. Terwijl Ben de burger voor mij ging klaarmaken, kletste miep de oren van mijn hoofd. Ben had zorgvuldig mijn burger ingepakt in papier, zodat het niet koud zou worden. Miep had wel verwacht dat ik het bij hun in de zaak zou op eten, maar ik bedankte daar vriendelijk voor. Als je met Miep aan de praat komt, dan kan je zo uren blijven praten.
Als ik net de snackbar uitloop en aan het papier begin te pulken, om mijn hamburger te voor schijn te toveren, hoor ik gelach en daarna een harde klap. Nog net zie ik dat een paar jongens een fiets een trap verkopen, voordat de fiets op de grond valt. Ze lachen luid en een van de jongens verkoopt een andere kleinere jongen een een trap tegen zijn been.
Verbaast kijk ik toe en schud even mijn hoofd. 'Jongens' mompel ik zachtjes. Maar net als ik wil weg lopen van het tafereel voor mij zie ik dat de kleinere jongen hard op de grond wordt geduwd.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top