14 | "IF YOU WANNA START A FIGHT, YOU BETTER THROW THE FIRST PUNCH."
MET ZIJN ENE hand op de stuur van zijn fiets rustend, wacht Cialan. Hij heeft hier al enkele minuten gestaan, kijkend naar de onbekende gezichten van leerlingen die blij zijn vrij te zijn. Het gehele weekend heeft hij gewacht op dit moment, gepland tot op de kleinste detail. Het zal niet verkeerd mogen gaan.
Ongeduldig tikt de jongeman op zijn stuur. Het geluid van de laatste bel galmt over het schoolplein heen, en laat hem ietwat zenuwachtig opkijken, op zoek naar een bekend gezicht. of gezichten. Het is moeilijk in te schatten hoe de situatie uit zal lopen, maar natuurlijk hoopt hij dat het voordelig voor hem zal zijn.
De situatie kennende zal het niet gebeuren.
Het gehele weekend heeft hij wakker gelegen, denkend over de gehele situatie. Waarom heeft Artan dit nu gedaan? Kan hij helemaal niets alleen doen? Waar heeft hij dit allemaal aan verdiend?
Aan Artan zal hij het niet vragen. Dus heeft hij wakker gelegen, op zoek naar logica in de chaos. Hij heeft het niet kunnen vinden. Wat hij echter wel heeft kunnen vinden, is de moed om Medow een berichtje te sturen. Het is niet veel geweest, slechts een uitleg over hoe hij zich voelt over de situatie. Hij zal het contact niet stoppen met hem, dat is namelijk precies wat Artan wil dat er gebeurt. En hij zal hem dat dus niet geven.
Medow heeft terug gereageerd, wat later is geweest dan hij heeft gedacht. Toch is de reactie geweest wat hij nodig had om een plan te bedenken.
En nu staat hij hier, toe te kijken hoe Artan aan komt lopen, zoals hij heeft ingeschat. Zoals gewoonlijk is hij niet alleen; zijn vrienden lopen haast beschermend om hem heen. Iedereen lijkt zich te willen omringen met mensen die hen aanbidden, alsof het een verschil zal maken. Misschien zal het het ook doen, maar wat weet hij er nou van? De enige persoon die normaal rond hem heen hangt, heeft zijn gezicht vandaag niet laten zien.
Zuchtend verplaatst Cialan zijn gewicht naar zijn andere been, terwijl hij zijn ogen strak op de vriendengroep houdt die steeds dichterbij komt. De gedachte komt in hem op dat nu hij hier staat, hij het plan op het schoolplein zal moeten uitvoeren, en het aantal problemen dat hij zichzelf geeft, is dan een stuk groter. Toch kan het niet anders. Artan zal zich niet van het plein af laten lokken en hij weet dat de ander in de meeste problemen komt als alles hier gehouden wordt.
'Als we daar Cialan niet hebben." Het is niet Artan die met een bijdehante toon Cialan op laat kijken. Het is Rick. Rick die met een uitdagende grijns Artan aantikt en wijst naar Cialan. Rick die nog steeds grijnzend zijn handen in zijn zakken doet. Rick die Cialan een rare smaak in zijn mond bezorgd om verschillende redenen; hoe heeft Medow ooit iets in hem kunnen zien?
Artan volgt Ricks vinger en er verschijnt eveneens een glimlach op zijn gezicht, voor zover het mogelijk is. Met zijn armen over elkaar heen geslagen stopt hij uiteindelijk voor Cialan. 'Ik dacht eigenlijk dat je thuis zou blijven,' begint hij op zijn bekende toon te praten. 'Medow heeft namelijk hetzelfde gedaan.' Alsof het een goede grap is, begint hij te lachen, een lach die Cialan het liefst zal onderbreken door hem op zijn bek te slaan.
Hij kan zich echter beheersen door enkele keren adem te halen, daarop zijn focus te leggen. Als hij een ding heeft zien aankomen, is het wel dat het Artans schuld is dat Medow vandaag niet op school is verschenen. De tafel naast hem is tijdens elk moment van de dag leeg gebleven, waardoor hij de hoop al na de tweede les heeft opgegeven. Medow is niet naar school gekomen om zo het commentaar en opmerkingen te ontwijken.
Cialan, echter, is alleen naar school gekomen om Artan te grazen te nemen.
'Ik ben Medow niet,' sist hij, al naar voren leunend om Artan in zijn ogen te kijken. 'En ik zal me maar vereerd voelen als ik jou was, want de enige reden dat ik hier ben gekomen, is om jou duidelijk te maken dat er grenzen zijn.'
En zonder enige waarschuwing springt Cialan naar voren en drukt zijn gehele gewicht tegen Artan aan.
Voor kort voelen ze beiden hoe ze vallen. Dat, en Cialan voelt iets dat gevaarlijk dicht in de buurt van paniek komt. Zijn plan is nooit waterdicht geweest, er zo over denken heeft hem wel geholpen. Daarnaast, Artan is niet de persoon die zal luisteren naar woorden. Al helemaal niet zijn woorden.
Met een luide klap komt Artans rug in contact met de grond. Hij hapt naar adem, al krijgt hij niet de kans het alweer te doen. Zijn handen proberen naar Cialans haren te grijpen, een poging om nog iets van zijn val te maken.
Cialan, echter, ontwijkt de handen makkelijk en begint te slaan. Zijn gehandschoende handen bewegen zonder een plan door de lucht heen en raken Artans gezicht keer na keer. Cialan heeft door hoe makkelijk het is om zichzelf te verliezen in het ritme die zijn vuisten maken.
'Ik dacht dat je beter kon vechten,' fluisterde hij laag. Artan nog een keer rakend. 'Blijkbaar ben je alleen goed in toekijken hoe anderen het vuile werk voor je opknappen.'
Een glinstering verschijnt in zijn vrije hand. Het komt hen beiden bekend voor, te zien aan grijnzen die ieder een andere betekenis hebben. Artan lijkt te proberen om weg te komen, maar Cialan drukt zijn knie tegen zijn kruis aan en dwingt hem zo naar het zakmes te kijken. Vaak genoeg heeft Artan ermee bedreigd, nu is het zijn beurt.
Lang duurt zijn beurt echter niet. Koudheid is te voelen tegen zijn nek aan wanneer hij over Artan heen buigt. Zijn nekharen beginnen overeind te springen. Een rilling loopt over zijn rug heen en een diepe zucht ontsnapt tussen zijn lippen door. Artans grijns begint zelfvoldaan te worden zodra hij de herkenning in Cialans ogen opvangt.
'Laat dat mes maar vallen.' Ricks zware stem galmt door Cialans oren heen en zorgt ervoor dat hij zijn spieren aanspant uit frustratie. Traag haalt hij het mes van Artan vandaan; de jongeman scherp in de gaten houdend. Hij lijkt hem altijd een stap voor te zijn. Altijd. Blinde woede begint langzaamaan plaats te maken voor zijn eeuwige wraakgevoelens.
'Ik zei, laat het vallen.' Ongeduldigheid is in zijn stem te horen, wat Cialan met zijn ogen laat rollen. Toch legt hij het mes sloom op de grond neer.
En besluit Artan eens goed te slaan.
Het zal zeker een blauw oog worden voor Artan, zoals hij verdient.
Gelijk wordt hij aan zijn schouders naar achteren geduwd, weg van Artan af, richting de muur. Nog voordat iemand een mes - zowel zijn eigen als die van Rick - tegen zijn keel kan houden, staat hij de belager vol in zijn gezicht. Adrenaline begint weer door zijn lichaam heen als een andere vriend van Artan hem in zijn buik probeert te schoppen. Hij gooit zichzelf naar achter toe terwijl twee paar handen naar hem grijpen.
Instinctief baalt Cialan zijn handen tot vuisten. Hij heeft al heel lang niet gevochten; de laatste keer was voordat hij in het ziekenhuis belandde. De gevechten toen waren niets anders dan meningsverschillen, hij kon zijn woede niet inhouden en mensen konden hem niet met rust laten. Nu is het echter erger geworden; Artan wil hem niet met rust laten en kan zeker ook nog vechten. En hij heeft vrienden die hetzelfde doen.
Een vuist begint weer zijn kant op te komen. Simpelweg duikt hij weg. Een andere vuist komt zijn kant op, een die hij niet kan ontwijken en hem recht op zijn wang raakt. Hij begint bloed te proeven, en hij spuugt evenveel bloed op de grond.
Pijn voelt Cialan amper. Wanneer hij naar voren springt, richting de twee jongens die hem irriteren. De een kan hij nog net bij de blonde haren grijpen, waardoor hij hem een rake klap in zijn gezicht kan geven. Gelijk als hij hem loslaat, valt de jongen op de grond, al grijpend naar zijn neus dat begint te bloeden. Zodra Cialan hem echter niet langer aankijkt, dringt tot hem door dat hij dit niet zal winnen. Hij is in zijn eentje en Artan is met minstens vier anderen.
Hij kan echter nu niet weglopen. Hij is hier gekomen om Artan een lesje te leren, en dus zal hij dat ook doen. Het is niet het ergste gevecht dat hij heeft gehad en het zal hem dus niet tegenhouden.
Toch voelt hij de twijfels opbouwen als hij zijn aandacht richt op de andere jongen. De gehele tijd heeft Artan zich nergens mee bemoeit en zoveel schade heeft hij hem niet aangedaan. De jongen is zeker iets van plan en het bezorgt hem de zenuwen.
Een rake klap wordt hem gegeven als hij uithaalt naar de jongen. Zijn wang begint weer pijn te doen, zoveel dat hij naar achteren struikelt, tegen het hek aan. 'Verdomme,' sist hij, toekijkend hoe Artan eindelijk weer in beweging komt. Soepel staat hij op en gooit zichzelf haast tegen Cialan aan, die niet op tijd weg kan komen. De klap zorgt ervoor dat hij klem raakt tussen het hek en Artan. Verschrikt hapt hij naar adem, de pijnscheuten negerend. Op momenten zoals deze realiseert hij zich hoeveel brandwonden hij heeft opgelopen.
Tot nu toe heeft hij nooit gevochten terwijl de wonden zijn rug versierden. Hij heeft wel door hoe langzaam hij beweegt, hoeveel bewegingen bijna onmogelijk zijn om te maken. Artan lijkt het nog niet op te merken.
Tot nu toe dan.
Zwijgend pakt de bruinharige jongeman Cialans mes aan van Rick en besluit zijn gehele aandacht aan Cialan te geven. Grijnzend buigt hij naar voren toe, hem dwingend hem recht aan te kijken. Het kost Cialan moeiten niet omdat hij er een hekel aan heeft, maar omdat hij een hekel heeft aan Artan aankijken. Hij hoeft niet te zien hoe weinig leven te vinden is in die donkere ogen.
Wanneer hij Artan echter niet aan kan kijken, pakt Artan hem bij zijn kaak vast en dwingt hem op die manier. De grip is sterk, te sterk, waardoor hij zeker weet dat hij nog meer blauwe plekken zal krijgen. 'Waarom moet alles zo moeilijk gaan?' begint Artan op een neerbuigende toon te mompelen. Zijn gezicht is zo dichtbij dat Cialan besluit te spugen, wat geen goede zet is geweest. Een rake klap wordt recht in zijn gezicht gegeven, een die de ander tranen in zijn ogen bezorgd, niet doordat hij verdrietig is, maar het doet gewoon teveel pijn.
'Kan er soms niet één dag voorbijgaan waarin je de gevechten niet opzoekt? Wil je dit jezelf echt constant aandoen? Ik zal er moe van worden, maar zo te merken ben je dat nog lang niet.' De greep op Cialans kaak wordt minder als Artan een korte blik op het mes werpt en vervolgens om zich heen kijkt. Hij lijkt door te hebben dat het schoolplein niet de juiste omgeving is om een gevecht te houden, waardoor zijn vrije hand ruw afdwaalt naar Cialans krullen.
Te laat heeft de jongen door wat de ander van plan is. De grip op zijn haren is te sterk; ertegen vechten levert hem alleen het gevoel op alsof zijn haren uit zijn hoofd getrokken worden.
'laat los,' weet hij nog te sissen, al luistert Artan er natuurlijk niet naar. Hij voelt zijn benen slepen over verschillende stoeptegels. Wanneer hij langs het hek wordt getrokken, weet hij een van de ijskoude stangen vast te pakken. Een schop van Rick is echter genoeg om het even snel weer los te laten.
Cialan haat het gevoel van machteloosheid dat hem begint te overspoelen. Het doet hem teveel denken aan de eerdere gevechten, gehouden op zijn vorige school. Waarom moet hij er nu aan denken? Hij wil zich niet zo voelen, alleenstaand tegenover een vijand die onverslaanbaar lijkt te zijn. Voelend hoe hij steeds kleiner en kleiner wordt totdat hij zeker weet dat hij vertrapt kan worden of in het niets op kan gaan. Hij heeft vijanden en die vijanden blijken vaak genoeg met te velen te zijn.
Voor de zoveelste keer probeert hij los te komen, deze keer door om zich te schoppen. Een van zijn voeten raakt Artan, die in plaats van zijn grip verzachten, besloten heeft dat ze ver genoeg zijn gekomen en gooit Cialan op de grond.
Gelijk krabbelt de jongeman overeind. Hij wil naar voren springen, totdat een mes gevaarlijk dicht bij hem beland.
Het volgende moment voelt hij Artans gewicht op zich belanden. Een vage schreeuw verlaat Cialans mond, voordat er een hand op wordt gelegd. Hij probeert erin te bijten, iets dat zo vaak bij zijn tweelingbroer heeft gewerkt, maar Artan lijkt het te kunnen negeren.
'Ik denk dat als je je vriendje wil beschermen je echt beter moet vechten.' Artans stem heeft een gevaarlijke en waarschuwende toon. Zijn ogen worden samengeknepen, alsof hij niet kan geloven dat hij een gevecht tegen Cialan gewonnen lijkt te hebben.
Het bezorgt Cialan een licht gevoel in zijn hoofd dat niet weg lijkt te gaan. Met moeite kan hij zijn woede binnenhouden; zijn handen zijn gebaald tot vuisten die hij niet kan gebruiken, zowel door vermoeidheid als Artan zelf. Hij haat zichzelf, hij haat hoe zwak hij is geworden, hoe makkelijk hij te verslaan is. Alles. Hij haat op dit moment alles.
Toch kan hij er niets aan doen, dat heeft hij zelf wel door, en het irriteert hem mateloos. Zelfs al zal hij Artan van zich af kunnen gooien, dan zijn zijn vrienden er nog die hem gelijk neer zullen halen. Waarom kan niemand hem helpen?
Artan eist zijn aandacht weer op wanneer hij naar voren buigt; hun gezichten raken elkaar bijna aan. 'Heb je je tong soms verloren? Normaal heb je zeker al een grote mond opgezet,' en hij trekt vragend een wenkbrauw op.
Dat is hetgeen wat Cialan nodig heeft om te exploderen. Sissend probeert hij naar voren te leunen om hem een kopstoot te geven. Artan grijpt hem echter bij zijn schouders vast om hem gelijk tegen te houden. 'Hij is mijn vriendje niet,' mompelt hij, er nu wel echt klaar mee.
'Natuurlijk, natuurlijk,' schudt Artan zijn hoofd. 'Iedereen denkt er wel anders over en anders zijn er de foto's nog, of niet soms?' Hij weet dat hij de winnaar is. De foto's zijn inderdaad een probleem, en de reden waarom hij Artan heeft opgezocht en zich nu in deze situatie bevindt.
Zijn ogen laten zijn gedachten blijkbaar zien, want Artan begint te lachen. Het geluid wordt opgevangen door zijn vrienden en voordat Cialan het weet, wordt hij omringd door het ergste geluid ooit.
Lang duurt het niet. Het lijkt mee te worden genomen door de wind. Dat, of Artan heeft door dat er niets grappigs is gezegd en wil een einde maken aan het gehele gevecht. De glinstering in zowel zijn ogen als in zijn hand komt terug. Deze keer lijkt hij vastbesloten te zijn om Cialan zijn verdiende loon te geven. Eindelijk laat hij zijn schouders los, hem de ruimte gevend zijn ademhaling onder controle te houden. In en uit, vertelt de zwartharige zichzelf, intussen Artans bewegingen goed in de gaten houdend. Hij wil gewoon naar huis gaan, hij weet nu wel dat hij verloren heeft, maar zo te merken wil de ander het er eens goed in wrijven. Zowel met woorden als met daden.
'Je hebt al zoveel wonden,' begint Artan weer neerbuigend te praten. Zijn zakmes komt in Cialans blikveld, en hij moet enkele keren knipperen om de opkomende spanning onder controle te houden. Ergens hoort hij een klik, wat hem moeizaam op laat kijken om te ontdekken dat hij gefilmd wordt. Natuurlijk.
Zijn aandacht wordt er niet voor lang aan besteedt. Artans stem eist het genadeloos op, waardoor hij niets anders kan doen dan ernaar luisteren. 'Medow zal het vast zonde vinden als ik je zal verpesten.' Waarschuwend beweegt hij het mes voor Cialans ogen, die het scherp in de gaten probeert te houden. Hij vertrouwt het niet, al weet hij zeker dat Artan hem niet veel zal doen, te bang dat Cialan het zal vertellen aan iemand die hem en zijn vrienden tegen kan houden. Daarnaast zullen zijn ouders erachter kunnen komen, maar zo te merken is dat voor hem nog geen groot probleem geweest.
'Nog steeds niets te zeggen?' Hoofdschuddend drukt Artan Cialans kin omhoog. Zijn bruine ogen lijken haast zwart te zijn geworden. Gedwongen staart Cialan hem woedend aan, net zolang totdat een pijnscheut door zijn rechterarm heen schiet. Vel wordt uit elkaar gesneden. Instinctief knijpt Cialan zijn ogen dicht en schudt zijn hoofd, terwijl paniek door zijn aderen raast. Net als hij weer wil schreeuwen omdat de pijn teveel wordt, legt Artan gehaast een hand op zijn mond en begint sussend verder te praten. 'Niet nu gaan huilen, Cialan, aan die tranen heeft niemand wat. Of heb je dat soms ook gedaan toen de brand over was en de schade bekend was gemaakt. Mist kleine Cialan zijn familie dan zo erg?'
here is living proof that i cant write fight scenes pls forgive me
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top