•1•

Het schelle geluid van de bel klinkt. Ik voel lichtelijke paniek opkomen en werp nog één snelle blik in de spiegel. Waarom ben je zo zenuwachtig? Hij is al jaren je vriend Katy, stel je niet aan. Bovendien is het toch maar één date? Ik strijk mijn donkerblauwe jurkje glad en betrap een paar kattenharen. Misschien had ik Mo, onze kat, niet moeten knuffelen met dit jurkje aan. Snel wrijf ik ze eraf en loop naar beneden.

Ik open de deur en zie Daimon staan. Hij heeft een witte blouse aan en een bos rode bloemen in zijn hand. Er verschijnt een lichte blos op zijn wangen. Ongemakkelijk staren zijn hazelbruine ogen me aan.

"H- Hoi, ik dacht ik koop wat bloemen. Dat hoort toch bij een date? Geen idee eigenlijk maar ik heb het maar gedaan. Ik hoop dat je van rode bloemen houdt. Ik weet dat je lievelingskleur roze is maar die hadden zie niet meer dus vand-."

Ik onderbeek zijn geratel. "Ze zijn prachtig Daimon, bedankt."
Ik neem de bloemen aan en zet ze in een vaas. Mam zal wel denken dat ik een of andere aanbidder heb. Als ze hoort met wie ik op een date ben zal ze er niet meer over ophouden.
'Daimon?! Ach wat leuk! Hoeveel kinderen willen jullie? Zorg je dat je Red Velvet cake op jullie bruiloft hebt? Ik moet het Mariëlle vertellen!'
Zodra Mariëlle, de moeder van Daimon, het weet wordt het nog erger. Die twee samen... je wilt het niet eens weten.

Zachtjes sluit ik de deur achter me zodat ik Fay, mijn zusje van acht, niet wakker maak.
Daimon staat uitnodigend met zijn arm klaar en ik sluit mijn arm om de zijne. Zo lopen we arm in arm naar het restaurantje waar we af hebben gesproken.

Na tien minuten lopen zijn we er. Grote verlichte letters lichten de voorgevel op. Restaurant Chung, lees ik. We lopen naar binnen en een ober snelt naar ons toe. Met een afkeurende blik kijkt hij ons aan. Snel bekijk ik mijn jurk, zit er een vlek op ofzo?

"Welkom in Restaurant Chung, hebben jullie gereserveerd?" Vraagt hij terwijl zijn bekakte accent doorklinkt. "Nee", antwoord ik twijfelend. Met een zichtbaar geërgerde blik kijkt hij me aan. "Ik zal kijken of ik nog een plekje heb", zegt hij waarna hij met grote stappen wegloopt. Ik kijk Daimon aan en trek mijn wenkbrauwen op. "Okeeeee", fluister ik.
De ober komt weer aangelopen.

"Jullie hebben geluk, er is een plekje vrij."
Hij begeleidt ons naar de tafel terwijl ik zijn snelle stappen probeer bij te houden. Hij trekt de stoel voor me naar achter en ik ga onhandig zitten. "Eh, dankje", mompel ik. Ik schuif zelf mijn stoel aan. Ik hoor hem een diepe zucht slaken en dan loopt hij weg.
Vragend kijk ik Daimon aan.
"Deed ik iets verkeerd?" Vraag ik. "Volgens mij is het de bedoeling dat hij je stoel aanschuift", zegt Daimon schouderophalend.
"Maar, dan zit ik en dan moet hij mijn hele gewicht naar voren schuiven?"
Daimon grinnikt en pakt de menukaart.

"Ik moet eerlijk zijn", begint hij langzaam.

Mijn hart slaat een slag over en nieuwsgierig kijk ik hem aan.

"Ik heb geen idee wat dit allemaal betekent. Welke taal is dit? Is het uberhaupt wel een taal?", zegt hij verslagen.

Een harde lach ontsnapt mijn mond en meteen draaien alle hoofden boos naar ons toe. Ik mompel 'sorry' naar een aantal mensen en kijk Daimon met grote ogen aan. Hij rolt met zijn ogen en trekt een raar gezicht.
Glimlachend pak ik de menukaart.

"Het is frans", zeg ik sarcastisch.

"Sorry hoor", zegt hij lachend, "Hoe zeg je pizza in het frans?"

Ik kijk om me heen en zie iemand een slak uit zijn schelp pulken.
Ook dit keer kan ik mijn lach niet onderdrukken en lach ik voluit. Iedereen begint weer geïrriteerd te zuchten. Ik sta op en pak Daimon's hand vast.

"Laten we gaan. Voor pizza zijn we hier toch op de verkeerde plaats."
"Ja en ze waren achterlijk duur, heb je die prijs gezien?" Mompelt Daimon.
"Echt hè! Veertig euro voor een pizza! Daar moet dan wel magische kaas op zitten", fluister ik terug. De ober komt aangelopen en trekt zijn wenkbrauw op.

"Lopen", giechel ik terwijl ik Daimon tussen de stoelen doorduw. Hij valt bijna over de tas van een vrouw en ik begin rare geluiden te maken om mijn lach in te houden. Snel lopen we naar de deur en sprinten het laatste stukje naar buiten. Daar houden we het allebei niet meer. We proesten het uit van het lachen waardoor ik over de stoeprand val. Daimon probeert me op te vangen maar knalt met zijn elleboog tegen een lantaarnpaal aan. Met een doffe knal kom ik op de grond terecht en kan niet meer overeind komen.

"M-mijn buikspieren doen te veel pijn van het lachen", piep ik tussen mijn gelach door. Daimon pakt mijn hand en trekt me lachend overeind.
"Pfoeh", zucht ik als ik bijgekomen ben.
Hij slaat zijn arm om me heen waarna een warm gevoel me overstroomt. Ik leg mijn hand op zijn rug en druk me tegen hem aan. Ik kijk hem aan.

"Waar zullen we dan maar heen gaan? Iets minder chique's denk ik?"

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top