2
Wij stapten de koets in en we reden naar het dorpje Scynia, in de provincie Glanesau.
Toen we de straten binnenkwamen waren er niet veel mensen, 1 of 2 meisjes liepen rond.
'Mama, ik voel me echt niet goed,' zei James, op een toon waardoor je gelijk medelijden met hem kreeg. Mijn moeder ging met haar hand door zijn haar, maar hij duwde haar arm weg.
'Uwe Majesteit,' zei een meisje die langsliep, buigend. Ik zag dat James bleker werdt en dat hij begon te trillen. Mijn vader glimlachte naar haar.
'Mam, ik...' zei James met een brekende stem, en hij viel neer. Abrupt liet het meisje haar werk vallen en zette ze haar rechterhand op zijn rug, en greep ze met haar linkerhand zijn pols vast.
'Gaat het?' vroeg ze bezorgd. Ze trok James omhoog en vroeg aan mij: 'Kunt u er misschien voor zorgen dat hij rechtop blijft staan? Dan regel ik zo snel mogelijk een stoel.' En ze rende de bakkerij in.
En 10 seconden later kwam ze met een houten stoel naar buiten. Ze schoof hem door tot ze er was. 'Dankjewel!' zei ik dankbaar. 'Wij gaan weer naar het paleis,' zei mijn moeder.
Het meisje knikte en liep weer naar de bakkerij. Ik snelde haar achterna. 'Hé, hé, hé! Waar ga je naartoe?' Het meisje draaide zich om en zei: 'Naar huis.' 'Nee, kom met ons mee! Je hebt de prins gered, daar moeten we dankbaar voor zijn.' Ze glimlachte en liep met ons mee.
Ik liet haar met James op de achterbank zitten. Ik hoorde ze praten. 'Gaat het wel met je?' vroeg het meisje. James haalde zijn schouders op en zei: 'Soort van. Hoe heet jij eigenlijk?' Het meisje stelde zich voor. 'Ik ben Alice.'
Ze stak haar hand uit en schudde James' hand. Terwijl ze verder praatten, zag ik hoe ze naar elkaar keken, en wist ik dat daar iets was.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top