36.
POV Liv:
De pijn is allesomvattend, maar het is niet nieuw voor mij. Mijn lichaam is een verzameling van littekens, zowel fysiek als mentaal. De steken van het mes in mijn buik, de schotwond die mijn schouder nog steeds doet branden... ze zouden me moeten breken. Maar ze doen het niet. Het enige wat ik voel, is de vastberadenheid om niet op te geven. Niet nu. Niet hier.
De kamer is stil, op het geluid van mijn ademhaling na. Ik voel de bloedvlekken op mijn kleding, het plakkerige vocht dat zich langzaam verspreidt. Elke beweging van mijn lichaam is een herinnering aan mijn zwakte. Maar de waarheid is: ik ben nooit zwak geweest. Alleen gedwongen om te vechten, om door te gaan.
Jax blijft daar staan, zijn aanwezigheid een constante die me doet beseffen dat ik niet zomaar kan verdwijnen. Hij heeft gezien wat ik kan. Hij heeft het in dat filmpje gezien, en nu weet hij wat voor soort persoon ik ben. Hij heeft mijn kracht gezien, maar ook de reden achter mijn harde schil.
"Liv," zegt hij zacht, zijn stem klinkt anders. Geen arrogantie, geen uitdaging, maar... bezorgdheid? Het maakt me ongemakkelijk. Ik wil niet dat hij zich om me bekommert. Ik wil niet dat iemand dat doet. Dat maakt me zwak.
"Wat wil je dat ik zeg, Jax?" vraag ik, mijn stem rauw van de pijn. "Dat ik stop? Dat ik alles loslaat en mijn leven op een dienblad aanbied voor de eerste de beste die het wil? Ik ben geen slachtoffer, Jax. Niet nu. Niet ooit."
Ik voel zijn ogen op me, maar ik kijk niet op. Ik kan het niet. Zijn blik is te intens, en ik weet dat hij iets probeert te begrijpen wat ik zelf niet altijd begrijp. Waarom ik zo ben. Waarom ik niet kan stoppen. Het is makkelijk om mensen te laten denken dat je het in je hebt om te overleven, maar de waarheid is veel donkerder dan dat.
"Je hebt niet alles verloren," zegt Jax, bijna als een geruststelling, maar het voelt niet als iets dat ik kan aannemen. Want ik heb wel alles verloren. Wat heb ik anders nog? Wat is er nog over voor mij als ik elke keer weer door moet vechten, als ik geen uitweg meer zie?
Ik wil hem niet aansteken met mijn onzekerheid, maar ik kan het niet helpen. Ik kan mezelf niet meer vinden. De gevechten, de opdrachten, de mensen die ik moet vermoorden... Ik weet niet meer wie ik ben zonder die angst en dat geweld.
"Jax," zeg ik, mijn stem nu zachter. "Je hebt geen idee hoeveel ik heb gezien. Hoeveel ik heb gedaan. Dit leven... dit is alles wat ik ken. En je denkt echt dat ik het kan achterlaten?"
Hij blijft stil. Ik weet niet wat hij denkt, maar ik voel dat er iets in hem is veranderd. Hij kijkt me niet langer aan met de harde blik van de jongen die altijd alles weet. Nee, nu lijkt hij te twijfelen, zelfs een beetje bang voor wat hij in me ziet. Hij heeft me gezien vechten, heeft gezien hoeveel ik bereid ben te doen om te winnen. Maar wat als ik verlies? Wat als dit alles is wat ik ben? Geweld? De onderwereld?
"Ik wil niet dat je het opgeeft," zegt Jax eindelijk, zijn stem is zacht. "Maar je hoeft niet alles alleen te doen, Liv. Je hebt mensen die om je geven. Je hebt mij."
Dat is het moment waarop ik me moet verzetten. Niet omdat ik niet weet dat hij het goed bedoelt, maar omdat ik het niet kan toelaten. Ik kan het niet. Als ik hem geloof, als ik hem laat denken dat ik niet alles in mijn eentje kan doen, geef ik mezelf prijs. En ik ben niet bereid om dat te doen.
"Als ik iets heb geleerd," zeg ik, mijn woorden zwaar van de pijn, "is het dat niemand me kan redden. Alleen ik kan dat."
Met die woorden draai ik me om en probeer te staan. Mijn schouder brandt van de pijn, maar ik blijf doorgaan. Alles wat ik wil, is weg. Weg van deze kamer, weg van de mensen die zich zorgen maken. Ik ben niet hier om gered te worden. Ik ben hier om te overleven.
Maar het voelt niet langer hetzelfde. Het voelt alsof ik steeds verder verdwijn in iets waar ik geen controle over heb. En dat maakt me bang.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top