35.

POV Liv:

De lucht is zwaar, te zwaar voor mijn vermoeide longen. Mijn hoofd voelt nog steeds zwaar en de pijn in mijn zij brandt elke keer als ik beweeg. Maar ik ben hier, met Jax en Finn die zich om me heen verzamelen. Ze wachten op iets, maar ik weet niet op wat. Misschien verwachten ze dat ik ga instorten. Misschien hopen ze dat ik het niet meer trek. Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat ik niet ga vallen. Niet nu.

"Waarom blijft ze maar vechten?" Ik hoor Jax zijn vraag stellen. Het klinkt niet boos, niet beledigend. Het klinkt... verbaasd. Zoals hij niet helemaal begrijpt wat er in mijn hoofd omgaat. Ik hoor Finn zuchten, maar ik focus me niet op hun woorden. Ik moet me concentreren. Ik moet sterker worden.

"Liv," zegt Jax, en ik voel zijn hand even op mijn schouder. Het voelt zwaar, maar het is niet geruststellend. "We moeten je helpen. Maar je moet wel luisteren. Wat gebeurt er nu met je? Je bent niet oké."

Hij heeft gelijk, maar ik wil niet toegeven. Ik wil niet dat ze me als zwak zien. Niet nu, niet na alles wat ik heb meegemaakt. Dus knik ik, maar niet omdat ik weet wat ik moet doen. Het is meer een reflex, iets dat ik uit gewoonte doe. 

Ik kijk op, mijn blik wordt wazig, maar ik zie de gezichten van Jax en Finn. Jax kijkt me niet aan zoals ik verwacht. Hij kijkt naar mijn wonden, naar de plek waar ik ben geraakt, maar niet met afkeer of medelijden. Er is iets anders in zijn ogen. Iets dat ik niet helemaal kan plaatsen.

"Je hebt alles op het spel gezet, Liv," zegt Finn, maar ik kan hem niet volledig volgen. Mijn gedachten zijn als een storm, alles draait in duizend verschillende richtingen. De stilte voelt op dit moment zo beladen. Alsof we allemaal wachten op iets dat niet komen zal.

"Ik heb alles al verloren," zeg ik, mijn stem klinkt scherper dan ik had gewild. Maar het is de waarheid. Alles wat ik had, alles wat ik wist... het is in rook opgegaan. Wat voor leven heb ik nu nog? Wat blijft er van me over als ik niet meer kan vechten?

Jax blijft stil, zijn ogen rusten op mij, maar hij zegt niets. Ik zie dat hij probeert te begrijpen wie ik ben, maar ik ben niet iemand die in simpele woorden past. Ik ben de gevaarlijke, de vechter. De persoon die zich nooit laat vangen door haar eigen zwaktes. Maar wat als dat alles was wat ik ben? Wat als ik mijn kracht al had opgebruikt?

"Ik ga niet opgeven," zeg ik, en deze keer klinkt mijn stem sterker. Het voelt als een belofte die ik mezelf geef. Mijn lippen trillen, maar ik weet wat ik moet doen. Er is geen ruimte voor twijfel. Niet als ik nog een kans wil. Mijn ogen richten zich opnieuw op Jax, die iets in zijn blik heeft dat ik niet kan ontcijferen. Misschien is het bezorgdheid. Misschien is het nieuwsgierigheid. Maar ik weet dat ik hem niet kan laten zien hoeveel ik aan het breken ben.

"Wat nu?" vraagt hij, en ik kan het niet negeren. Het is alsof hij echt bezorgd is. Zoals hij mijn pijn ziet, zelfs als ik probeer het te verbergen.

"Nu?" Ik glimlach, maar het voelt niet als een echte glimlach. Het is een manier om mezelf op te krikken, om iets van controle terug te nemen. "Nu ga ik door. En jij... jij hebt geen idee van wie ik ben als ik alles geef."

Zijn blik verandert, maar ik kan niet helemaal lezen wat er in zijn ogen gebeurt. Misschien is hij verrast. Misschien denkt hij dat ik niet zo hard ben als ik mezelf voordoe. Maar ik weet wie ik ben. En ik weet wat ik moet doen.

De nacht is nog niet voorbij. En ik ben nog niet klaar.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top