29.
POV Jax:
Ik heb geen idee waarom ik me zo'n zorgen maak over Liv. Ze is niet mijn verantwoordelijkheid, ze is een gevaarlijke, onberekenbare kracht, en toch kan ik haar niet uit mijn hoofd krijgen. Misschien is het de manier waarop ze altijd zo'n muur rondom zich heeft, haar ongenaakbare houding, alsof ze nooit bang is. En misschien is dat wel het probleem. Misschien is ze niet bang, omdat ze alles al heeft gezien, alles al heeft gedaan.
Maar vanavond... vanavond is anders.
De jongens en ik hebben al een paar dagen niets van haar gehoord. Geen schreeuwende gevechten, geen gewelddadige scènes, niets. Het voelt raar. Ik voel het in mijn buik, een soort spanning die me niet loslaat. Normaal zou ik haar gewoon met rust laten, maar vanavond heb ik een slecht gevoel, alsof ik haar moet vinden, haar moet zien. Er is iets mis.
Mijn vrienden en ik staan voor haar deur, en ik kijk even naar de andere jongens. We weten dat we haar niet zomaar kunnen volgen. Dit is haar persoonlijke ruimte, en ik weet dat als ze hier was, ze ons zou laten merken dat ze dat niet goedkeurt. Maar vanavond is anders. Er is iets niet goed. Het is stil. Te stil.
Ik besluit de deur in te trappen.
We dringen haar kamer binnen, en voor een moment is er niets dan stilte. Dan staren we allemaal naar de kamer, naar het tafereel voor ons, en ik voel mijn maag zich omdraaien.
Liv ligt op haar bed, haar gezicht lijkwit, haar lichaam totaal verkrampte in de pijn. Het bed is een grote plas bloed, en haar kleren zijn doordrenkt. Ik kan het niet eens begrijpen. Het is alsof ik naar iets kijk wat niet echt kan zijn, wat te veel is voor mijn brein om te verwerken.
Ze ademt zwaar, haar borst op en neer, maar het ziet er niet goed uit. Haar handen liggen langs haar lichaam, haar vingers zijn helemaal rood van het bloed. De geur van ijzer vult de kamer, en voor het eerst zie ik de kwetsbaarheid van haar. Dit is niet de onoverwinnelijke Liv die ik dacht te kennen. Dit is een meisje dat helemaal kapot is, zowel van binnen als van buiten.
"Wat de fuck is er gebeurd?" Zach fluistert, zijn stem vol ongeloof. Zijn ogen zijn groot van shock, en ik weet dat ook hij niet had verwacht dit te zien. Dit is geen vechtpartij, dit is iets veel ernstigers. Dit is niet iets wat je kunt negeren.
Ik stap langzaam naar voren, mijn hart begint harder te kloppen. "Liv," zeg ik zacht, mijn stem klinkt onherkenbaar in mijn eigen oren. "Liv, kijk me aan."
Ze beweegt niet. Geen reactie. Haar ogen zijn gesloten, haar ademhaling zo onregelmatig dat ik niet weet of ze bij bewustzijn is of niet.
Ik buig me dichter naar haar toe, maar iets in me weet dat dit geen normaal gevecht was. Dit is iets anders, iets wat ze niet van ons heeft kunnen verbergen.
"Ze moet naar het ziekenhuis," zegt Finn, zijn stem nu strakker, zenuwachtig. Maar ik weet dat we haar niet zomaar weg kunnen nemen. De indruk die ze achterlaat, is dat ze niet wil dat iemand dit weet, niet wil dat iemand dit kan zien. En ik wil niet dat ze zich nog meer kwetsbaar voelt.
Ik wil niet dat ze denkt dat ik haar probeer te redden, maar dat is precies wat ik wil doen. Wat ik moet doen. Want hoe ik het ook draai, hoe ik haar ook probeer te begrijpen, een deel van mij weet dat ik niet kan negeren wat er voor me ligt. Ik moet iets doen.
Ik moet ervoor zorgen dat Liv niet doodgaat.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top