26.

POV Liv:

De nacht is donkerder dan normaal, de lucht zwaar van de regen die in de verte dreigt. Het voelt alsof de tijd zichzelf uitrekt, de uren zich steeds verder van elkaar verwijderen. Dit is de tweede keer deze week dat ik moet optreden, en deze keer moet het 's nachts. De opdracht is simpel genoeg: iemand die zich heeft verraden, iemand die mijn naam in de mond heeft genomen. De boodschap moet duidelijk zijn, en ik ben degene die dat moet overbrengen.

Het internaat is stil, en het voelt alsof ik elke stap die ik zet, de stilte verder verstoort. Ik glip door het raam van mijn kamer, mijn hart klopt in mijn keel terwijl ik mijn handen strak om de regenjas trek. Het voelt als een routine, maar de spanning in mijn buik is niet te negeren. Er is iets anders vanavond. Iets dat ik niet kan plaatsen.

De straten zijn leeg, maar de regen die begint te vallen, maakt alles nog donkerder. Het pad naar mijn doelwit is kort, maar gevaarlijk. Hij zit vaak in een bar in de buurt – een plek die ik goed ken. Zodra ik de deur van de bar opentrek, voel ik al dat het niet helemaal goed zit. Het is te stil voor de gebruikelijke drukte, de geur van alcohol en tabak bedekt alles. En daar is hij, aan de bar, zijn gezicht bedekt door de schaduw van de lichten.

Ik ben snel, de bewegingen geolied van herhaling. Voordat hij kan reageren, heb ik hem al vast, mijn handen om zijn nek, klaar om hem neer te slaan. Maar dan voel ik iets koels tegen mijn zij drukken – een wapen, een pistool. In een fractie van een seconde zie ik zijn ogen oplichten van paniek. Hij wil niet vechten, maar ik ben al in beweging, en voordat hij het weet, heb ik zijn handen vast en hem tegen de muur gedrukt.

In een flits is er chaos. Er komt een schot, het geluid van een zware knal die door de bar schalt. Ik voel iets brandends langs mijn schouder scheren, maar de pijn die ik voel, is niets vergeleken bij de klap die ik krijg. Iets slaat tegen mijn hoofd een object, een stoel, ik weet het niet en de wereld draait als een wervelwind. Het volgende moment ben ik op de grond, mijn hoofd bonkend, mijn zintuigen verdoofd door de impact.

Ik probeer op te staan, maar mijn lichaam werkt niet mee. De adrenaline die me net in beweging hield, slaat nu om in uitputting. De pijn in mijn buik en mijn schouder is ondraaglijk, en als ik naar beneden kijk, zie ik het bloed op mijn handen. Mijn vingers trillen terwijl ik mezelf omhoog probeer te duwen. Mijn tegenstander ligt bewusteloos op de vloer, maar ik ben verre van veilig.

Mijn handen voelen zwakker aan, en het enige dat ik wil is de situatie beëindigen, de klus geklaard krijgen, en weg uit hier. Maar dan komt de scherpe pijn in mijn zij weer op, het bloed dat blijft stromen en de mist in mijn gedachten die alles steeds moeilijker maakt.

De wereld vervaagt, mijn benen geven onder me toe. Ik kan niet blijven, niet hier. Ik moet naar het internaat, weg van deze situatie. Weg van alles wat hier gebeurde. De regen buiten helpt me niet; het voelt alsof elke stap die ik zet zwaarder wordt. Mijn zicht begint te vagen, maar ik blijf doorgaan. Ik moet terug.

Als ik het gebouw uiteindelijk bereik, voel ik de pijn in mijn lichaam nog intenser. Ik strompel naar mijn raam, de regen die me zo nu en dan in mijn gezicht slaat als een pijnlijke herinnering aan mijn falen. Mijn handen zijn nat, maar ik forceer mezelf naar binnen. Ik val neer op mijn bed, mijn ademhaling kort en snel, mijn ogen sluitend terwijl de pijn door mijn lijf raast.

De volgende dagen ben ik een schim van mezelf. Ik doe mijn best om de wonden te verzorgen, maar het bloed blijft zich verzamelen in een plas onder mijn zij, mijn schouder voelt zwaar van de impact. Ik mis lessen, ik blijf uit de buurt van iedereen. Niemand weet dat ik gewond ben, niemand weet wat er in die bar gebeurd is. En dat wil ik zo houden. Ik moet herstellen of tenminste doen alsof.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top