11.
POV Liv:
De gang voelt plotseling veel kouder aan. Ik ben niet gek, ik weet dat Jax niet zomaar zal ophouden met zijn spelletjes. En als er één ding is waar ik goed in ben, dan is het wel het in de gaten houden van mensen die gevaarlijker zijn dan ze lijken. Vandaag is die persoon dus Jax. Hij wil niet alleen winnen. Hij wil laten zien dat hij altijd de baas is.
De avond is gevallen, en ik heb mijn training bijna gehaald toen ik een rumoer in de verte hoor. Het klinkt als geschreeuw, als iets wat ik niet kan negeren. Ik zet een stap naar achteren en stop even, de adrenaline begint door mijn aderen te gieren. Mijn lichaam voelt het al, als een reactie op de spanning in de lucht. Dit is niet zomaar iets.
Het geluid komt van de gang verderop, en mijn buik maakt een draai van onbehagen. Er is iets aan de manier waarop Jax praat, de jongens om hem heen lachen, alsof ze een misplaatste show opvoeren. Maar iets in hun stem zegt me dat dit niet zomaar een grap is. Dat dit iets ernstigs is.
Ik ren naar de hoek, mijn hart klopt sneller. En daar, in het midden van de gang, staan ze. Jax, Zach, en de rest van zijn vrienden. En in het midden van de cirkel, geknield op de grond, ligt Finn. Zijn gezicht is geslagen, zijn kleren vuil en gescheurd. Hij probeert zich te verzetten, maar ik zie de paniek in zijn ogen. Dit is niet de eerste keer dat Jax zoiets doet, maar het is wel de eerste keer dat het zo ver gaat.
"Kom op, Finn!" hoor ik Zach schreeuwen. "Je dacht echt dat je hier een kans had? Je hebt niks, man."
Finn probeert zichzelf omhoog te krijgen, zijn handen trillen, maar hij is te zwak, te bang om tegen deze klootzakken op te staan. En ik voel mijn bloed koken. Ik kan niet meer toekijken.
"Hey!" roep ik, mijn stem steekt scherp door het gelach van de jongens heen. "Wat de fuck denken jullie dat jullie doen?"
De groep draait zich om, hun gezichten verraden verrassing, maar ook amusement. Jax kijkt me met die arrogante grijns aan, zoals altijd. Zijn ogen zijn glinsterend van de spanning, maar er is iets in zijn houding dat me waarschuwt: hij is niet van plan me zomaar te laten gaan.
"Liv," zegt hij, zijn stem zo kalm dat het me doet twijfelen of hij echt beseft hoe ver dit kan gaan. "Wat is dit? Wil je ook een beurt krijgen?" Hij kijkt naar Finn, dan naar mij, en zijn glimlach wordt breder. "Kom, doe een stap terug. Dit is tussen ons en hem."
"Niet als je hem zo behandelt," antwoord ik koel. Mijn handen balanceren, klaar voor actie. "Hij had nooit een kans tegen jullie."
Zach lacht vals. "Als je denkt dat je hier iets kunt doen, denk dan nog eens goed na, Liv," zegt hij, terwijl hij een stap naar voren zet. "Je zult niet winnen van ons."
Ze willen me uitdagen, en dat is precies wat ze gaan krijgen. Maar ik ben niet van plan om Finn in de steek te laten, zelfs als dat betekent dat ik de strijd moet aangaan. Mijn handen beginnen te branden van de adrenaline. Dit is mijn moment.
"Laat hem met rust," zeg ik, mijn stem nu veel steviger. "Dit is geen gevecht dat jullie willen winnen."
Ik zie het moment waarop ze begrijpen dat ik serieus ben. De grijnzen verdwijnen van hun gezichten, vervangen door een vastberaden blik. Dit is geen wedstrijd die ze van plan zijn te verliezen, en ik ben niet van plan om hier zonder slag of stoot weg te lopen.
Zach komt als eerste op me af, zijn handen balancerend om een vuistslag te leveren. Maar ik ben sneller. Ik draai mijn lichaam, voel de kracht in mijn benen als ik mezelf afzet tegen de muur en met een krachtige trap Zach uit evenwicht breng. Hij valt op de grond, verbaasd, maar snel weer op de been.
"Jax!" roept hij terwijl hij naar me toe komt, kwaad. Maar het is al te laat. Ik ben al in beweging, mijn focus volledig op de strijd.
Jax komt dichterbij, zijn gezicht serieus. "Je hebt geen idee waar je aan begint, Liv." Hij komt op me af met een snelheid die ik niet had verwacht, maar het is niet genoeg. Mijn linkerhand raakt zijn borst, mijn rechter komt omhoog en plant zich recht in zijn gezicht. Hij wankelt, maar hij blijft staan. Hij is sterker dan hij eruitziet, maar hij onderschat me.
Mijn vingers sluiten zich om zijn pols, en ik draai snel, hem met kracht naar de muur duwend. Hij probeert zich los te trekken, maar ik heb de controle. Terwijl hij zich probeert te herstellen, sla ik zijn handen weg, en in een beweging die ik uit duizenden gevechten ken, zet ik mijn knie tegen zijn buik en duw hem naar beneden. Jax is niet van plan zich te geven, maar hij begrijpt nu dat ik niet bang ben om dit uit te vechten.
Zach probeert me opnieuw aan te vallen, maar ik ben al bezig met Jax. Ik draai me snel om, mijn knieën raken zijn ribben met zo veel kracht dat hij zijn adem verliest. Zach valt achterover, hijgend van de impact.
Wanneer de stilte valt, sta ik boven Jax, die op de grond ligt, ademloos. Finn staat op de achtergrond, zijn gezicht een mengeling van verbazing en opluchting. De jongens rondom ons zijn stil, hun ogen groot van verbazing.
"Jullie hadden niet moeten beginnen," zeg ik kalm, terwijl ik mijn handen afveeg, alsof ik het niet eens waard vind om verder in dit gevecht te blijven. "Ik geef niet op."
Ik kijk naar Finn, die nog steeds verstijfd staat, maar langzaam zijn schouders ontspant. Hij knikt stil naar me, een soort stille dankbaarheid in zijn ogen.
"Kom op," zeg ik zacht, terwijl ik mijn hoofd naar de uitgang draai. "We gaan."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top