13. Ruzie
Terug van weggeweest! Laatste update was van 2018. En laat ik nou eens vannacht klaarwakker in bed liggen en denken.. lets go!
Ik ben ook heel benieuwd hoeveel publiek dit boek nog trekt.. Maar anyway!!
Aanvraag van: -
De persoon in kwestie bestaat niet meer kwam ik na het schrijven achter.
Iets over ruzie en drama;). Wees voorbereid.
___________________________________________
"Dus, je bent niet blij voor mij?" Ik trek mijn wenkbrauw op.
Geïrriteerd gooit Aiden zijn armen over elkaar heen. Toen ik thuis kwam, zag ik het al zijn gezicht. Die is kwaad. En ik weet precies waarover dit gaat. Alweer. "Heb je mij dat horen zeggen, Steven?" Hij snuift diep door zijn neus. Het is een kwestie van tijd tot zijn neustampons door zijn hersenen schieten met die zuigkracht. "Of ben je soms doof?"
"Ik zie je anders niet blij zijn." Ik leg mijn handen op tafel waaraan Aiden zat te studeren en ik leun naar voren. Ik zie hem zijn kaken op elkaar klemmen. "Je ziet wel meer dingen niet." Mompelt hij tussen zijn kiezen door. Hij raapt wat boeken bij elkaar en begint ze te stapelen. De laatste tijd gaat Aiden best goed. Eigenlijk geweldig. De uitslagen zijn goed, hij heeft meer energie en zijn levenslust is meer dan ooit. Hij is afgelopen maand begonnen met school. En ijverig dat hij is, is hij begonnen met leren. Een kant van Aiden waarvan ik wel gehoord had; goed in leren. Alleen had ik nooit geweten dat dat joch razendsnel is in lezen en alles meteen onthoudt en begrijpt. Blijkbaar doen die hersenen het nog prima ondanks de tumoren.
Maar waarom komt er dan nooit een normaal woord uit hem?
"Dus nu vind je me ook nog blind?" Ga ik in op zijn woorden.
Aiden stapelt zijn laatste boek en schuift vervolgens de bende aan de kant. Ik kan zien dat hij zijn kalmte probeert te bewaren. Gevaarlijk; want als Aiden kwaad is, kan je maar beter uit de buurt blijven.
Maar wie ben ik om dat te doen. Het kan mij dus mijn reet roesten waar hij last van heeft. Hij moet zich niet zo aanstellen.
"Je had het beloofd." Begint hij weer.
"Ja en daar is wat tussen gekomen. Goed nieuws zelfs." Herhaal ik mijn voorgaande woorden. "Dus nu ga je stoppen met kwaad zijn en gedraag je je gewoon normaal. Ik hoef toch verdomme niet voor ouder te spelen?"
"Ja, word eens volwassen." Aiden snuift weer wat lucht in en staat op. "Je bent gewoon te slap om toe te geven dat je fout zat." Sist hij. Hij grijpt zijn mobiel van tafel en loopt vervolgens naar de gang.
"En jij bent te slap om hier te blijven staan om het uit te praten."
Aiden stopt met lopen. Ik kan zien dat ik hem kwaad heb gemaakt. Goed kwaad. Ik kan het niet helpen, maar als we ruzie krijgen voel ik een soort adrenalinekick door mijn lichaam heentrekken. Ik moet winnen. Ik laat mezelf niet zomaar overlopen, en al helemaal niet door hem.
Daarnaast weet ik, dat als ik mijn kalmte bewaar, Aiden volledig uit zijn plaat schiet.
En soms is dat ontzettend sexy.
"Je moet je bek houden," Snauwt Aiden. Hij draait zich met een ruk om.
Oh shit..
Dit is niet goed.
En niet sexy.
Ik zie rode vlekken in zijn nek en gezicht, zijn ogen staan tot spleetjes. Hij stapt naar mij toe, zo dicht mogelijk dat ik bijna zijn lichaamswarmte kan voelen. Ik heb mezelf weer zo ver gekregen. Ik heb Aiden weer zo ver gekregen. Hij is woest. En als Aiden woest is, kan ik mezelf niet in bedwang houden.
Ik buig mezelf naar hem toe, onze ogen verlaten elkaar niet. Een duidelijke spanning is voelbaar tussen ons beide. En voor de verandering is dit geen goede spanning. "Praat niet zo tegen mij." Mijn stem verlaagd zich. "Anders blijf ik morgen nog langer weg. En dan kun je het wel vergeten dat ik tijd voor je vrijmaak."
Aiden trekt zijn lippen tot een spleet. "Ja? Ga je het zo spelen? Want jij had beloofd dat we verdomme vanavond tijd zouden hebben!"
"Er is toch tijd."
"Het is half elf en ik moet morgen vroeg!"
"Je hoeft niet te schreeuwen." Antwoord ik rustig. "Ik ben niet doof."
Het blijft stil, op onze ademhaling na. "Stop met aanstellen, morgen weer een dag." Voeg ik toe.
"Ik stel mij niet aan!" Aiden grijpt me bij mijn schouders beet en trekt me naar zich toe. Zijn ogen lijken in vuur te staan. "Ik wacht op jou, elke avond. De laatste weken zie ik je amper. Je laat mij stikken!"
Ik grijp zijn handen beet en trek ze van me af. Vervolgens duw ik Aiden naar achteren. "Ga lekker tegen iemand anders lopen schreeuwen, ben je hond niet."
"En ik ben niet zomaar iemand die je even afzegt! Je belooft me al weken dat we wat gingen doen. Elke avond moet ik wachten, en nu uitgerekend deze avond laat je niks weten en kom je te laat." Aiden haalt diep adem en haalt zijn handen over zijn gezicht. Mijn mond wordt droog en ik schud mijn hoofd. "Ik had toch niet kunnen ruiken dat Rick goed nieuwsbericht had. Ik kan toch niet ruiken dat er opeens een vertegenwoordiger voor de deur staat met champagne?"
"Nee, want jij kan niks!" Aiden loopt driftig de gang op, de trap op.
En nu wordt 'ie mooi.
Ik raas achter hem aan de trap op. "Morgen nemen we de tijd," snauw ik. "Maar nu ga je normaal doen, want anders ga ik naar huis en kan je lekker alleen zitten kniezen."
Aiden draait zich om, zijn ogen zijn rood. Maar ook hij laat zich niet zomaar winnen. Hij scant mijn lichaam en kijkt me vervolgens recht aan. "Doe dan. Ik ben het inmiddels wel gewend, eikel."
"Mooi." Ik draai me om en dender de trap af. "Dan kan je hem krijgen ook." Ik grijp mijn jas van de kapstok en loop naar buiten. De deur trek ik met een klap dicht. Het kan me allemaal mijn reet roesten.
~(^-^)~
De volgende ochtend check ik mijn mobiel. Een gemiste oproep van Emiel. Tuurlijk. Aiden heeft weer lopen snitchen bij zijn BFF en nu mag ik het weer aanhoren. Ik gooi mijn mobiel aan de kant en sta op. Vandaag mag Aiden het even zelf oplossen.
Ik kleed mezelf aan en vervolg mijn weg naar de werkplaats. Binnen aangekomen begroet ik Rick vluchtig. En daarmee bedoel ik niet.
"Hey," Roept Rick naar me.
Ik pak mijn aantekeningenboek erbij en begin er driftig in te bladeren. Ondertussen haal ik mijn mobiel uit mijn broekzak en check ik weer mijn berichten. Niks gehoord. Aiden mag denken dat hij overal mee wegkomt, maar nu mag hij het eerst zelf een stap zetten.
"Hallo?" Rick komt naast me staan.
"Ben druk." Mompel ik, terwijl ik mijn rug iets meer naar hem toedraai. Dan leg ik mijn telefoon weg als ik een hand zie verschijnen.
"Ja? Met.." Rick duwt zijn vingers in het boek. "De aantekeningen van de Peugeot van Douma die ik in 2016 naar de sloop heb gebracht."
Ik knik. "Ja. Dat wilde ik even weten."
"Waarover hebben jullie nu weer ruzie?" Rick leunt over het kastje heen waar het boek op ligt. "Na jaren weet ik inmiddels wel wanneer jij echt pissed bent."
Ah, shit. Nu moet ik ook nog met Rick een emotioneel gesprek gaan hebben.
"Zeg, ik vind het allemaal leuk en aardig dat jij voor psycholoog wil spelen. Maar ik voel hem niet zo." Ik sluit het boek en knik even, alsof ik genoeg heb gelezen. "Ik ga aan het werk."
"Je telefoon gaat." Rick wijst naar het kastje waarop ik mijn mobiel heb gelegd. Als ik de naam 'Emiel' zie staan, word ik echt knettergek. Verdomme. Waarom laat niemand mij met rust?!
"Wat moet je," snauw ik als ik opneem.
"Verdomme Steven, waar ben je?!" Emiel klinkt nog driftiger dan dat ik ben. "Ik pr-"
Ik druk hem weg.
Rick kijkt me met gefronste wenkbrauwen aan. "Die klonk aardig overstuur."
En daar gaat meneer de psycholoog ook weer. "Ja, dat hoor je goed." Ik knik naar hem en leg mijn hand op zijn schouders. "Wellicht moet je toch echt aan de studie beginnen, je hebt het in je."
Rick grinnikt en haalt zijn schouders op. Het lijkt bijna alsof hij gaat blozen. "Nou, ik heb er altijd wel een beetje talent voor gehad. Mensen lezen."
Ik staar naar Rick. Rick is een topgozer, maar hij heeft geen gevoel voor mensen. Het is dat we elkaar nu jaren kennen en dat hij weet wanneer Aiden en ik ruzie hebben, want anders had ik allang aan het werk gekund en was deze onzin niet nodig geweest. "Ja Rick. En daarom ben je nu ook al 29 jaar alleen."
Rick glundert. "Is het leven niet mooi, heerlijk alleen?" Dan mept hij mij op m'n rug. "En daar ben jij momenteel het levende bewijs van."
Schiet me af, alsjeblieft.
"Dit helpt niet," mok ik. Op de achtergrond klinkt telefoon. Rick kijkt mij nog even tevreden aan voor hij naar achteren loopt om de telefoon op te nemen. "Het is voor jou, het is Emiel." Klinkt het nog geen 10 seconden later.
"Hang op," sis ik. Dàt joch wil ik niet spreken. "Verdomme, ik heb het aan de stok met Aiden. Ik hoef Emiel er niet bij te hebben." Die heb ik al eens kwaad aan de deur gehad en dat doen we niet nog een keer. "Als Aiden wat te melden heeft dan doet hij het mooi zelf."
Rick fronst zijn wenkbrauwen en begint als een soort van tolk de boodschap over te brengen. "Steven zegt dat hij niet aanwezig is."
Mijn god, Rick.
Rick moet hoogswaarschijnlijk nodig naar de wc, want hij zucht diep en trekt zijn wenkbrauwen nog dichter tegen elkaar aan. Nog even en je geeft hem 50 jaar erbij op.
Zou hij dan 80 zijn en als maagd sterven?
"Steven, het is serieus." Rick wenkt me.
Ditmaal begin ik ook te fronsen en stap ik naar Rick toe. Ik neem de telefoon, die nog vastzit aan een kabel, over van hem en schraap mijn keel. "Wat moet je." vraag ik op mijn meest lieve manier.
"Het is Aiden," ratelt Emiel meteen. "Hij heeft een aanval gehad en ligt in het ziekenhuis."
Het laatste beetje gevoel van kwaadheid wat ik in mij had maakt plaats voor bezorgdheid. "Hoe ernstig is het?"
"Hij komt er niet uit. Je moet komen."
Onderweg naar het ziekenhuis voel ik mij misselijk. Emiel had al snel opgehangen, hij wilde terug naar Aiden en kon mij niet veel vertellen over de situatie. Wellicht wilde hij dat niet, omdat ik dan als een randebiel over de snelweg zou gaan rijden. Rick had dat ook al ingeschat, want hij rijdt en houdt mij nauwlettend in de gaten. Terwijl ik zijn rijskills nauwlettend in de gaten hou. Waar het kan, maan ik hem om sneller te rijden.
Dit is niet goed. Dit is alles behalve niet goed. Mijn hart bonst en vragen denderen door mijn hoofd heen. Hoelang zit hij al in die aanval? Heeft het veel schade aangericht? Was hij alleen?
Bij de laatste vraag begin ik te zweten. Verdomme, alsjeblieft niet.
We stoppen bij het ziekenhuis. Als een gek ren ik bijna naar binnen toe en ga ik opzoek naar Aidens kamer. Die is redelijk snel gevonden, alleen mag ik nog niet naar binnen. Op de gang loop ik heen en weer, terwijl Rick zich in de stoelen laat zakken. "Moet ik zijn ouders bellen?" Ik word niet goed bij het idee. Ze gaan me vragen stellen waar ik geen antwoord op kan geven. Wat moet ik ze uberhaupt vertellen? Dat ik Aiden in de steek heb gelaten?
"Nee," beslist Rick. "We wachten tot we meer weten."
"Het is hun zoon." Ik wrijf zenuwachtig in mijn handen. "Wat als het niet goedkomt. Ze moeten nog terug kunnen." De afgelopen dagen is Danny vertrokken op zakenreis naar Griekenland en heeft Amy een midweek gepland met een vriendin in Duitsland.
"Dan bel ik." Rick staat op. "En zeg ik alleen dat ik weet dat we geen nieuws hebben en Aiden een aanval heeft gehad. Oké?" Hij klopt op mijn schouders en neemt vervolgens afstand om te gaan bellen.
Ik sluit mijn ogen. Als ik had geweten dat Aiden een aanval zou krijgen, was ik nooit weg gegaan. Wat als die aanval mijn schuld was geweest? Ik duw mijn tanden tegen mijn onderlip. Had de stress hem getriggerd? Had ik niet gewoon moeten toegeven dat het een rotstreek was? Ik had Aiden op z'n minst kunnen be-
"Steven," Emiel staat plots voor mijn neus. Ik weet het zeker.
Hij maakt me af, en terecht.
"..Hoe is Aiden?" Breng ik uit.
Emiel slaat zijn armen om mij heen en geeft me een knuffel. Nu pas merk ik dat ik tril. Ik laat mezelf tegen Emiel aanleunen en schud mijn hoofd. "De doktors zijn binnen. Ik hoor zo meer." Emiel wrijft over mijn rug heen, hij klinkt kalm.
"Wat is er gebeurd. Was je erbij?" Vraag ik hoopvol.
Het blijft stil. Langzaam maar zeker trek ik mij terug en laat ik mijn blik op Emiel rusten. Eigenlijk had ik dat maar beter niet kunnen doen, want mijn hoop vaart weg.
"Aiden belde me op, huilend." Emiel haalt zijn schouders op. "Hij wilde niet zeggen waarom, maar ik wist genoeg. Hij was ook niet heel subtiel.. Hij had het erover dat je nooit je afspraken nakomt en dat je op een zwerver leek."
Ik zou al bijna vergeten waarom ik hier was.
"Maar tijdens zijn uitbarsting werd hij wat stiller. Ik had het eerst niet door, want Aiden.. heeft soms tijd nodig. Maar hij gaf geen antwoord meer. Ik had de hoop dat jij thuis was gekomen of iets in die trant, dus ik had opgehangen." Emiel fronst zijn wenkbrauwen. "Maar dat voelde niet goed. Ik belde terug, maar Aiden nam niet op. Toen belde ik jou, maar jij nam ook niet op." Emiel was uiteindelijk naar Aidens huis gegaan. "Overal brandde licht, ik ben naar binnen gegaan en vond Aiden op bed. Hij was volledig weg in de aanval."
Ik staar naar Emiel en knik langzaam. "Ik hoop dat hij er niks van heeft gevoel." Mijn stem klinkt vaag, er zit een brok in mijn keel. De laatste keren dat Aiden een aanval kreeg, was hij bij en volledig in paniek. Terwijl zijn lichaam zich samentrok en spastische bewegingen maakte, kwamen er zachte geluidjes van angst uit zijn mond. Op zulke momenten ben ik sterk, bel ik 112 en hou ik hem veilig waar hij is. Maar achteraf merk ik de angst die ik heb gehad. Als de aanvallen komen ben ik alert. Als de aanvallen voorbij zijn ben ik vol adrenaline. Ik wil zeker zijn dat er geen nieuwe aanval komt. En als die komt, wil ik timen. Het mag niet te lang duren, want zo'n aanval kan na een aantal minuten gevaarlijk worden.
Vaak duren de aanvallen kort en hoeven we niet door naar het ziekenhuis. Dan eindig ik met een oververmoeide en verdrietige Aiden. Weer iets wat ons weerspiegelt. Ik duw mijn angst aan de kant. Aiden niet, hij laat vaak weten hoe bang hij is en eindigt meestal huilend tegen mij aan.
De dokters, waaronder Aidens vaste dokter, komen de gang op en manen ons bijeen. Eerst willen ze weten of Aidens ouders ingelicht zijn. En dan vragen ze of er iemand van ons bij Aiden wil zitten. "Hij is er nog niet helemaal uit, maar hij lijkt wel alert. We kunnen hem niet testen, hij trekt volledig samen bij aanrakingen.. We denken dat hij een stem moet horen. Iemand die hem dierbaar is."
Ik twijfel geen moment en steek mijn hand op. "Ik heb dit veroorzaakt, dus ik ga naar binnen."
Aidens dokter kijkt me even verwonderd aan. "Steven, je weet dat de tumoren dit veroorzaken." Ik knik. "Maar stress waarschijnlijk ook. En ik ben daar een factor van."
Hij schudt meteen zijn hoofd. "Geen sprake van. Het zijn de tumoren, die drukken verkeerd en geven Aiden kortsluiting."
Ik wil hem geloven, maar ik kan het niet. Uiteindelijk laten ze me de kamer in. Waar opnieuw het welbekende beeld mij in het netvlies beland. Een klein mannetje met een blauwe muts in een groot wit bed, inclusief bedrading. Aiden zou het zijn eigen hotspot noemen. Ik loop naar Aiden toe en kom bij hem aan bed zitten. De dokter van Aiden is me gevolgd. "Ik ben van mening dat hij alles voelt en ziet. We kunnen het niet meten, zijn hersenen maken overuren. Hij zit er nog in." Legt hij uit.
Als ik naar Aiden kijk zie ik hoe zijn lichaam zich onregelmatig aanspand. Ik hoop dat Aiden geen pijn heeft en voorzichtig pak ik zijn hand beet. "He," mompel ik zacht. Ik doe mijn best om niet toe te geven aan mijn emoties, maar ik voel me een verschikking. "Had je dit niet even op een ander moment kunnen plannen? Dan was ik bij je geweest.." Ik leun naar voren en duw zacht mijn lippen tegen zijn wang aan. Ik voel hem hard knijpen in mijn hand, het lijkt bijna alsof hij er een stuiptrekking van krijgt. Ik weet bijna zeker dat het een reactie is op mij, bewust van Aiden. "Sst," fluister ik tegen zijn huid. "Niet doen. Het is oké. Ik praat en jij luistert. Niet bewegen Aiden."
Ik hoor een zachte kreun en ik ben er meteen van overtuigt dat de dokter gelijk heeft. Aiden hoort me.
"Oké, oké." Fluister ik. Opnieuw kickt de adrenaline in. Ik moet dit goed doen, ik moet er nu voor Aiden zijn. Zijn lichaam verzwakt en ik voel de spanning afnemen. "Goed, zo ja." Ik kus zijn wang zacht en ik voel tranen opkomen. "Het spijt me dat ik weg ging. Ik weet dat we gisteren zouden vieren dat het beter ging met je.." Verdomme, ik had bij hem moeten zijn. Ik had hem moeten helpen tijdens de aanval. Hoelang heeft hij er ooit gelegen? Hoe alleen had hij zich moeten voelen.
De tranen beginnen te stromen en nog nooit heb ik mij zo schuldig gevoeld. Als Emiel niet met Aiden had gebeld, was hij daar nu nog. Dan had hij daar helemaal alleen gelegen in zijn aanvallen. Of was hij dan al gestorven? Gestikt in zijn eigen spuug of puur uitgeput van zijn eigen lichaam? Had ik hem dan gevonden? Had Danny of Amy hem gevonden?
"Steven?"
Ik kijk op en zie een wazig beeld voor mijn ogen. Snel knipper ik met mijn ogenleden en veeg ik de tranen die over mijn wangen stromen weg. Aiden kijkt mij vol verbazing aan. Zijn ogen zijn blauw en helder, zijn wangen lijken weer wat kleur te krijgen. "Wat doe je?" Vraagt hij zacht.
"Ik.." Mijn stem klinkt zwak en ik voel me betrapt. Ik schraap mijn keel en wrijf nogmaals over mijn gezicht. "ik had een stofje in mijn oog."
"Wow," fluistert Aiden. "En ik heb Gerard Joling gepaald."
Mijn mond klapt open.
Dit joch is net uit een aanval gekomen van een lange tijd en heeft nu al zijn filter uitstaan. "Die reset van jou heeft niet geholpen." Kreun ik.
Aiden lacht zacht en duwt zijn armen om mijn nek. Kriebels schieten door mijn lichaam heen als hij mij tegen zich aantrekt. "Was je aan het huilen?"
Ik kijk naar de jongen die onder me ligt. Zijn lichaam heeft meer kleur gekregen en ik merk aan alles dat hij bij is. Ik twijfel, duw dan mijn gezicht in zijn nek en haal diep adem. Ik begrijp zijn verwondering, het aantal keer dat ik gehuild heb is te tellen op een hand. Het aantal keer dat Aiden gehuild heeft, staat gelijk aan de personen die ik niet mag. Veel dus.
"Waarom ben je niet in paniek?" Vraag ik terug.
"Ik vroeg jou eerst."
Ik knik. "Goed geconstateerd."
Aiden grinnikt zachtjes en wrijft met zijn hand over mijn rug heen. "Ik was heel bang thuis. Ik voelde het, ik kon alleen niets." Ik knik, terwijl ik het eigenlijk helemaal niet wil horen. "Ik dacht; dit is mijn straf. Omdat ik niet blij was geweest voor jou."
Verdomme.. "Aiden.." Mompel ik, terwijl ik niet probeer te huilen. "Dit mag je niet eens denken."
"En toch dacht ik dat. Ik ga dood en ik laat jou achter met onze eeuwige ruzie."
Mijn maag keert om en ik duw mezelf overeind. "Stop, voor ik ga overgeven." Zeg ik dreigend. Dat is mijn grootste angst. Mijn moeder behoedt me vaker voor dit soort dingen, dat ik nooit boos weg moet gaan bij Aiden. "Ik ben gewoon zo bang dat er ooit wat gebeurt als jullie ruzie hebben. Dat ga je jezelf nooit vergeven." Zei ze dan. Ik heb dat altijd beschouwd als vrouwengezijk. Maar nu weet ik beter. Ik zou kapot gaan van het idee dat Aiden daar alleen had gelegen, terwijl ik hem.. "Ik had jou beloofd dat ik er gisteren zou zijn. Ik heb jou laten hangen."
Aiden knikt. "Zei ik toch.."
Ik staar eventjes naar mijn vriend.
"En toen dacht ik tijdens de aanval, niet doodgaan. Want dan voel ik mij alsnog schuldig in de hemel.. Ik heb-"
Ik onderbreek Aiden met luid gelach. "Jij denkt dat je nog in de hemel komt? Welke vrijkaart heb jij getrokken?!" Dit keer begin ik bijna te huilen van het lachen. Dit joch is zo hypocriet, het mag een wonder heten dat hij zelfs denkt dat hij in de hemel terecht komt.
"Zó, even?" Aiden trekt zijn armen over elkaar heen. "En nu mijn vraag. Was je aan het huilen?"
"Shit, Aiden." Ik pak zijn gezicht beet. "Ja. Ja, idioot. Ik vergeef het mezelf nooit dat ik jou daar heb laten creperen. Ik ben zo blij dat Emiel je vond. Ik ben zo blij dat je.. bij bent." Ik bijt mijn lip en sluit even mijn ogen. "ik heb echt spijt. Ik heb spijt dat ik niet bij je was."
"Maar.. Heb je spijt omdat ik die aanval kreeg. Of omdat je echt vindt dat ik gelijk heb gehad?"
Ik open mijn ogen en knipper opnieuw de waas voor mijn zicht weg. "Ik weet dat ik fout zit." Mijn boosheid is inmiddels weg. "Ik had het je beloofd. Ik had je op z'n minst kunnen bellen.. Maar mijn God.. Aiden." Ik streel zijn wangen. "Dit heeft me echt wakker geschud."
Aiden knikt en laat zijn armen om mijn lichaam wringen. "Ik hoorde jou. En ik werd zo ontspannen," laat hij weten. Hij kruipt langzaam tegen mij aan en duwt zijn gezicht dit keer in mijn nek. "Ik wil geen ruzie meer."
Ik sla mijn armen om zijn lichaam en hou hem zo dicht mogelijk tegen mij aan. "Maar dan moeten we beiden stoppen met competitief te zijn."
"Als jij daar nou eens mee begon." Ik voel Aiden zijn grijns tegen mijn nek aan drukken. Op mijn beurt duw ik een paar vingers zijn zij, wat mij min of meer een aardbeving oplevert. Aiden schiet 104 meter in de lucht en komt lachend tegen mij aan. "Doe niet!" Beveelt hij.
Dat laat ik mij geen tweede keer zeggen.
Ik duw hem onderuit en pin zijn armen boven zijn hoofd. Aidens ogen worden groot, maar hij kan zijn lachen al niet onderdrukken. "Nee, nee!" Roept hij uit. Ik grijns, laat mezelf wat dichter tegen hem aanleunen en kus zijn voorhoofd. "Wat ruik ik.. Angst?" Vraag ik.
"Nou, zoals ik al zei. Ik heb inderdaad even angst gehad vandaag." Zegt Aiden wijs.
"Sterf." Antwoord ik terug. Na een aantal seconden heb ik dan ook een gillende Aiden onder me van het lachen. "STOP?!" Gilt hij uit. Nadat ik hem goed te grazen heb genomen, trek ik hem tegen mij aan en duw ik mijn lippen op de zijne. "Stop je nu met je eeuwige opmerkingen?" Vraag ik.
"Nu wel eventjes." Geeft Aiden toe.
En anders had ik het ook niet gewild.
Ik knik tevreden en begin hem te zoenen. Het kan me niet schelen dat het in een ziekenhuisbed is. Het kan me niet schelen dat elk moment iemand binnen kan komen. Het kan mij alleen maar deren dat ik Aiden zo dicht mogelijk bij mij heb.
Zijn lippen proeven zalig en ik voel mezelf helemaal opleven in het moment. Zijn handen strelen mijn rug, benen zijn gestrengeld om mijn lichaam. Ik kus hem zacht en teder. Eventjes stop ik. "Ik hou van je." Fluister ik. "Ik van j-" veel tijd geef ik Aiden niet, want ik wil zijn lippen proeven. En vanavond de rest....
----------------------
Thanks voor het lezen!!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top