43.

First of All, haii! Bedankt voor alle reacties op de best wel zware hoofdstukken, in ieder geval Las ik in de comments dat het heftig was.

Jammer genoeg kan ik er niet om heen draaien, het staat immers in de beschrijvingen van het boek, It is there.. Soo, ja.. In ieder geval, nog twee of drie hoofdstukken. Ik verzoek jullie om het verhaal nog niet te verwijderen erna, ik moet nog iets belangrijks kwijt. Bedankt alvast iedereen :)
___________________________________

Steven

Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Het eerste wat me opvalt is het licht. De ramen staan open en het witte gordijn danst door de kamer heen. Het geeft een fris en open gevoel.

Ik draai me om en zie dat Emiel er niet is. Ook Amy en Danny zie ik niet.

Wanneer ik mijn lichaam laat zakken zie ik hem. Ik stop, ga rechtop zitten en laat mijn ogen op Aiden rusten. Hij ligt met gesloten ogen en zijn mond een klein stukje open. Het voelt alsof hij slaapt en hij ziet er heel rustig uit.

De slangen zijn gisteravond weg gehaald toen Aiden is gestorven. Voor het eerst merkte ik de kleine littekens en gaten in zijn lichaam door alle medicatie die hij heeft gehad. De slangetjes hebben diepe kleine wonden achtergelaten op zijn lichaam.

Ik laat me weer naast Aiden zakken en sla mijn arm om zijn lichaam heen. Hij is koud.

Voorzichtig duw ik mijn gezicht tegen de zijne aan. Ik streel zijn zij en ik voel mezelf heel rustig van binnen. Het is fijn om hem zo dicht mogelijk bij me te hebben. Toen mijn oma stierf kreeg ze na een paar uur donkere plekken op haar lichaam. Aiden niet. Hij heeft een prachtig lichaam. Gisternacht heb ik met de ouders van Aiden gepraat en meteen was er actie ondernomen voor Aidens laatste wens voor het donor zijn. Mila had ons verzekert dat we ons niet hoefde te haasten. Vele organen en weefsels konden ze al niet meer gebruiken, in verband met de kanker. Maar andere delen wat in het algemeen wel kon, hoefde niet met spoet. We mochten wachten en kregen de tijd. Aiden werd niet bij ons weg gerukt, waar ik juist zo bang voor was.

"He vent," ik laat mijn vingers door zijn blonde haren strelen. Hij is zo mooi. "Je bent zo stil."

Ik sluit mijn ogen en streel zijn koude lichaam. Ik vind het zo bijzonder wat er de afgelopen paar nachten is gebeurt dat ik niet zo goed weet wat ik nu moet. Gelukkig heeft Aiden het me laatst nog vertelt.

"Je gaat gewoon douchen en aankleden. Eten als het lukt. En dan zie je wel verder." Had hij gezegd.

Op dat moment had ik mijn ogen gedraaid en gezegd dat het makkelijk zeggen was voor hem. Maar nu heb ik nergens anders zin in dan Aiden te strelen en daarna te gaan douchen. En dat is wat ik deed.

Na een half uur was ik opgestaan, naar de badkamer gelopen en deed ik de douche aan. Ik douchede mezelf, scheerde me en liep dan aangekleed en al terug de kamer in. Aiden lag er nog altijd bij zoals eerst.

Ik kniel bij hem neer op bed en sla de dekens van zijn lichaam aan. Hij heeft een pyjamabroek aan en Emiels shirt.

Voorzichtig pak ik hem beet en trek ik Aiden tegen me aan. Ik duw mezelf overeind en loop naar de deur, met Aiden in mijn armen. Zijn hoofd steunt tegen mijn schouders aan. Zijn armen hangen laveloos langs zijn lichaam. Toch voelt het fijn om hem zo dicht tegen me aan te hebben.

Ik schuif de deur open en loop de woonkamer in. Vanuit mijn ooghoeken zie ik zijn ouders en Emiel.

Ik loop vooruit, recht naar waar ik moet zijn en leg Aidens lichaam op het bed in de kamer. Het is een normaal uitziend bed, met Aidens vertrouwde dekens van thuis. Maar het bed is speciaal voor overleden mensen. Het heeft een bepaald temperatuur waardoor het lichaam mooi blijft en geen rare plekken krijgt.

Als ik voor het bed sta laat ik Aiden van me af glijden en op het bed zakken. Pas wanneer hij ligt wordt de stilte verbroken.

"Mijn kindje!" Amys hoge stem schiet recht door mijn hart heen. Ik neem een paar stappen afstand wanneer Aidens moeder huilend naar haar zoon toe stapt. "Mijn kindje." stamelt ze.

Mijn hart is in duizenden stukjes gescheurd en weg gegooid.

Ik neem afstand van zijn ouders en loop naar Emiel toe. Hij zit achter in de woonkamer, tegen de muur aangeleund. Hij heeft een wit gezicht en doorlopende ogen. Pas wanneer ik voor hem sta zie ik de tranen over zijn wangen lopen. Ik sla mijn armen om Emiel heen, die zichzelf tegen me aandrukt en met lange uithalen huilt.

De dag op zichzelf werd een enorme Rollercoaster. Er werd om de seconde post gebracht. We waren bezig met de rouwadvertenties en Aidens lichaam werd weer meegenomen naar het ziekenhuis om te kijken wat ze nog konden doneren. Het raakte me gisteren toen hij zei dat hij dat graag wilde. Hij gunde iedereen beter te leven, zelfs wanneer hij er niet was. Ik hoopte ook dat ze Aidens lichaam konden gebruiken. Ook al was het iets kleins.

Dezelfde avond werd Aiden thuis gebracht. Het was niet meer met de ambulance, zoals hij altijd werd opgehaald of thuisgebracht. Maar met een lijkwagen. Het was lastig om aan te zien, maar ook mooi met hoeveel respect ze het deden.

Terwijl ik alles mooi en bijzonder vind hoe het gaat, komt alles als een klap in Emiels gezicht aan. Ik wil niet zeggen dat ik geniet, alles behalve dat. Het sloopt me. Maar ik vind het mooi hoe iedereen afscheid neemt en dat Aiden nog bij ons is. Het maakt me warm en sterker dan wanneer dit er niet zou zijn geweest. Emiel heeft daarentegen heel veel last en wilde er liever niet bij zijn wanneer Aiden werd opgehaald of gebracht. Emiels ouders zijn langs geweest en hielpen Amy en Danny met de nodige dingen. Toen Emiel begon over te geven van ellende hadden ze hem meegenomen naar huis.

Ik had het zo ontzettend te doen met Emiel.

En tegelijkertijd vroeg ik me af of er wat mis was met me. Ik huilde niet, maar ik vond het bijzonder. En dat maakt me moe. Sinds wanneer vind ik het bijzonder. Het is alsof het lege gevoel van binnen niet iets is zoals ik had verwacht. Het voelt niet als pijn of ellende. Enkel leegte.

Danny loopt naar me toe en legt zijn hand op mijn schouders. "Bedankt voor je hulp," hij glimlacht gemeend naar me. "Zal ik je thuis brengen?"

Dat wilde ik niet. "Ik wil even bij Aiden zijn." Had ik toen gemompeld.

Danny knikte en samen gingen we bij Aiden staan. Met Amy. Uiteindelijk bleef ik na een half uurtje over. Amy was naar huis gegaan om spullen te halen en Danny was niet meer in de woonkamer te bekennen. De pijn die ze hadden was voelbaar. Maar dat kon ook niet anders. Ik keek naar Aiden en voelde me op dat moment ellendig. Ik was naast hem gekropen en had het koude lichaampje tegen me aangedrukt. Er was nog weinig van hem over. Hij was mager en heel klein. "Wat doe je ons aan," ik duwde mijn gezicht dicht tegen Aidens gezicht aan. Zijn koude neus duwde tegen de mijne. "Ik hou van je." Zei ik.

De volgende ochtend had Danny me ook weer opgehaald samen met Emiel. Eerst gingen we met zijn drieën wat eten. Emiel had weinig trek op dat moment. Vervolgens gingen we mee naar Dannys huis. Ik was meteen naar Aiden toegelopen en had hem zacht gekust. Vandaag zag hij er iets anders uit dan gisteren. Zijn lichaam leek wat lichter van kleur. Maar het bleef Aiden. Ik zou er niet eens raar van opkijken als hij zou glimlachen.

Eerder gisteren, toen we afscheid van Aiden namen, snapte ik meteen waarom ik verliefd was geworden op hem. Aiden was sterk en tegelijkertijd nog iemand die humor kon hebben ook. Hij maakte alles een heel stuk lichter, ondanks deze dagen heel donker lijken.

Nadat hij voor de laatste keer zijn ogen had open gedaan, begon hij heel diep te ademen. Het leek er bijna op dat hij het hele apparaat niet nodig had, maar zelf kon ademen. Het duurde twintig minuten tot hij langzamer begon te ademen. Hij begon te glimlachen. Het was geen moeilijke glimlach maar een gemeende. Zonder enige moeite. Dat was de laatste keer dat ik hem zag glimlachen, want al snel erna stierf Aiden.

"De krant is er."

Ik went mezelf van Aiden af en loop naar Amy toe, die de krant in haar handen heeft. "Ik denk dat het heel mooi is geworden." Zegt ze zacht wanneer ze de krant open slaat.

Haar blik verandert meteen als ze bij de rouwadvertenties aankomt.

Ik verwacht dat ze zou gaan huilen of misschien woest zou worden. Maar ze begint te lachen en schudt haar hoofd. "Wie heeft dit gedaan?"

Danny haalt de krant uit haar handen en ik zie hem diep fronsen, de pagina omslaan en zijn hoofd schudden. "Maar hier staat de rest."

Ik frons mijn wenkbrauwen. "Wat is er?"

"Hier," Danny geeft de krant en ik Bekijk de pagina samen met Emiel. Het ziet eruit als een dood gewone pagina, maar wanneer ik goed kijk staat heel de pagina vol met alleen maar advertenties van Aiden. "Met verdriet nemen we afscheid van onze koning, redder, DJ, danser, wonderkind en vriend Aiden Anderson.. Oké, wie heeft deze leugens opgeschreven." Brom ik.

Emiel schiet in de lach, wat me doet opkijken. "Oké, zie deze." Hij schraapt zijn keel. "Steven, wanneer je een nieuwe liefde krijgt moet je iets vaker glimlachen."

Ik ruk de krant uit Emiels handen. "Wat?! Dat is niet eens een rouwadvertentie!"

Mijn ogen schieten over de advertenties heen en het benauwd me werkelijk waar dat geen enkele advertentie ergens op slaat. Wanneer ik ze allemaal heb gelezen begin ik te grijnzen. "Lees de laatste." Ik duw de krant terug naar Danny.

"Ik ga jullie missen kusjes Aiden," leest Amy dan voor. Op haar gezicht zit een grote glimlach.

Ik begrijp niet hoe dit is gebeurt. Maar Aiden heeft op een een of andere manier een hele pagina voor zichzelf weten af te huren met berichten over zichzelf. Het ziet er zo belachelijk uit dat het erop lijkt dat Aiden heel dicht bij is op dit moment.

Op de volgende pagina staan de normale rouwadvertenties. Het valt me op dat Aiden hier ook al de halve pagina bezit. Vele familieleden of kennissen hebben van zich laten horen en ik merk dat het voor Danny en Amy een grote troost is.

Ik sta op en schud mijn hoofd vervolgens. "Dat joch is echt knettergek."

Danny laat een zucht horen. "Ja, dat is mijn vent hè."

Ik loop naar Aidens bed toe en laat mezelf naast hem zakken. Het is ook mijn vent. En zelfs in zijn dood laat hij nog van zich horen.

De volgende dag was een drukke dag. Vele familieleden kwamen langs en Emiel heb ik pas weer in de avond gezien. Hij had weer een wit gezicht en ik merkte aan hem dat hij echt heel veel moeite had. "Wil je hem zien?"

Emiel schudt zijn hoofd en durft me niet aan te kijken wanneer ik het hem vraag.

"Durf je niet?"

"Ik wil niet," ik hoor hem diep ademhalen. "Ik wil dat beeld niet voor me hebben als ik later aan hem denk."

"Ik snap je punt, maar het lijkt alsof hij slaapt en hij ziet er echt goed uit." Ik sla een arm om zijn schouders als ik hem voor de zoveelste keer in tranen zie. "Maar je hoeft niet."

Emiel schudt zijn hoofd opnieuw en dit keer lopen de tranen over zijn wangen. "Ik weet niet wat ik moet. Ik wil hem bij me hebben." zijn stem slaat over en ik trek hem dichter tegen me aan. "En dat kan nooit meer."

"Hij ligt hier nog," stel ik hem gerust. "En het is niet helemaal het zelfde maar je kan tegen hem praten en bij bem liggen. Misschien helpt het je."

Emiel haalt zijn schouders op, die schokken van het huilen. Hij wendt zijn blik van me af wanneer ik hem probeer te bekijken. "En jij?" Vraagt hij schor. "Wat ga je straks doen. Als dit allemaal achter de rug is?"

Ik haal mijn schouders op. "Met je broer auto's maken denk ik. Wie weet komt er weer een gestoorde vent langs met opmerkingen over me reet."

Emiel laat voor een korte duur een scheve grijns zien. "Aiden had wel mooi gelijk, hij zweerde me die dag dat jij van hem werd."

Ik grijns om de gedachte. "Typisch Aiden."

Emiel knikt en dan loopt hij door de kamer heen. Er is niemand op ons twee na en het lichaam van Aiden. "Ik voel me echt lusteloos man." Mompelt hij. Hij blijft voor Aidens bed stilstaan en ik zie hoe hij zijn hoofd schudt. "Hoe kan dit nou, waarom lig ik hier niet?" zijn schouders beginnen te schokken en ik voel een steek door me hart. Emiel schokt en legt zijn hand op Aidens arm. Hij streelt er trillend over en vervolgens maakt hij ingehouden, huilende geluiden.

Ik knipper een paar keer met mijn ogen en weet nu niet of ik Emiel even alleen zou moeten.

Emiel zijn handen veranderen in vuisten en dan zakt hij door zijn knieën. Hurkend tegen het bed aan begint hij met lange uithalen te huilen.

Na een paar minuten was ik op hem afgestapt en nam ik Emiel in mijn armen.

Hij schokte tegen me aan. "Dit kan gewoon niet," kreunde hij tussen het huilen door. "Het voelt alsof er een heel stuk van mij mee is gestorven."

Troostend streelde ik zijn rug. Mijn ogen waren op het bleke lichaam van Aiden gericht en ik voelde me opnieuw heel leeg van binnen. "Kom," ik duw Emiel naar het bed en ging erop zitten. Emiel twijfelt zichtbaar.

Ik kruip over Aiden heen en laat dan mijn lichaam dicht tegen de zijne zakken.

"Ik mis hem." Emiel gaat langzaam bij ons zitten en pakt vervolgens Aidens hand beet. "Aiden, ik mis je. Ik weet niet wat ik moet," hij trilt. Slaat zijn ogen neer en staat op.

Emiel nam afstand, terwijl ik die dag zo dicht mogelijk bij Aiden bleef.

"He lieverd," mijn moeder komt naar me toe als ik de voordeur open doe. Ik kijk op, trap mijn schoenen uit in de hal en loop dan langs der heen de woonkamer in. "Heb je honger?"

"Nee, we hebben daar gegeten. Het was aangebrand en smerig. Ik zit vol." Ik laat me op de bank zakken.

"Hoe was het daar?" Ze volgt me.

"Een volledige grafstemming." Ik ga erbij liggen. "Echt man, iedereen flipt hem."

Mijn moeder komt bij me zitten en ze legt een hand op mijn arm. Ik duw der weg en draai mezelf op mijn zij. Met mijn rug naar der toe. "Je bent chagrijniger dan ooit wanneer je thuis komt."

"Dan ga je toch lekker weg." Ik heb hier totaal geen zin in. "Ik heb vandaag al genoeg aan liefdadigheid gedaan."

"Dat weet ik. En hoe verwerk jij het?" Ik voel hoe ze mijn arm opnieuw begint te strelen. Ik duw der weg maar dan gaat ze over mijn rug. "Ik heb geen idee. Ik doe het goed zo."

"Je mag best hier stoom afblazen. Als je maar over een tijd iets blijer kijkt. Ik weet dat het moeilijk is voor je Steven. Misschien merkt de rest het niet, maar ik wel."

Ik knipper een paar keer met mijn ogen en besluit er niet op in te gaan.

"Je hield van Aiden en Aiden van jou. Dat is iets heel moois." Ze gaat door mijn haar heen en staat vervolgens op. Ik hoor dat ze weg loopt en iets pakt. Dan komt ze terug. "Kijk, heb je het al gezien?"

Ik draai me om en zie dat ze een kaart in haar handen heeft. Langzaam kom ik overeind en neem ik hem over.

Het is een rouwkaart. Een hele mooie en kleurrijke kaart, dat wel. De voorkant heeft een trap naar de hemel, die er wit uit ziet. Eromheen zijn vlinders, lichte vrolijke kleuren en zelfs op de achtergrond een regenboog. Het ziet er levendig uit, precies wat Aiden beschrijft. Eronder staat een kleine tekst.

"Het liefst klim ik op de trap, voorbij de maan, naar de plek waar jij heen bent gegaan."

Wanneer ik de kaart open klap zie ik nog wat staan.

"Je weet niet hoe sterk je bent. Tot sterk zijn de enige keuze is die je hebt.

Met verdriet nemen wij afscheid van onze dappere zoon en vriend, Aiden Alexander Anderson.

14-02-1998 - 1-09-2016

Danny en Amy

Emiel
Steven"

Daaronder staat nog kleine informatie over afscheid nemen en de begrafenis.

Hoe langer ik ernaar kijk hoe lastiger ik het vind. Mijn naam staat erop, wat ik heel erg waardeer.

Mijn moeder streelt mijn rug en drukt me dichter tegen haar aan. "Ik wist niet eens dat Aiden een tweede naam had," zeg ik zacht.

"Wat een mooie foto."

Ik kijk op de volgde zijde van het blad, waar een foto van Aiden op staat. Het moet een foto zijn geweest van langer dan een jaar geleden want hier had hij de neustampons niet. Maar het is een mooie foto. Aiden lacht, zoals altijd, en hij ziet er oprecht vrolijk uit. Niet dat dat iets nieuws is. Maar de foto laat precies zien hoe Aiden in elkaar steekt. Mooi, vrolijk maar ook een kleine opdonder.

"Hij is mooi hè?"

Mijn moeder knikt en ik merk hoe ze me dichter tegen haar aanschuift. "Ja."

Ik kijk naar de foto en sluit uiteindelijk mijn ogen. "Ik ben doodsbang voor de begravenis."

Mijn moeder houdt me stevig tegen der aan en wrijft over mijn rug heen. "Ik ben bij je," zegt ze zacht. "En Aiden ook."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top