34.
Steven pov
"Wat zie jij er slecht uit." Mam kijkt me onderzoekend aan. Ze heeft haar haar door de war en slobberkleding aan wat betekent dat ze vandaag lui gaat doen. En dan vindt ze dat ik er slecht uit zie. "Wat heb je vanacht gedaan op je kamer?'
Ik kijk der aan en kouw op mijn broodje kaas. Hier doe ik extra lang over want ik wil een moment stilte voor haar stomme vraag.
"Aiden heeft uitgevonden hoe een mobiel werkt," zeg ik uiteindelijk als ik alles door me strot heb. "Hij blijft maar berichten sturen."
"Maar die heb je toch twee maanden geleden gegeven?"
Ik knik. "Toen boeide het hem blijkbaar niet maar nu wel." Het is inderdaad twee maanden geleden dat Aiden en ik op date waren. In de tussentijd is er weinig veranderd, Aiden is nog altijd even aanwezig en had soms zijn dagen dat het minder was maar daar bleef het ook bij.
Mam kijkt me verast aan en pakt mijn mobiel over. Toen ik met Tiffany had, had ik al moordnijgingen als ze een blik om mijn mobiel richtte. Het gesprek met Aiden loopt een beetje anders dan mijn vorige relaties. "Och," hoor ik mijn moeder zeggen. "Hoeveel selfies zijn dit wel niet?"
"Dat is alleen het gedeelte die ik vanochtend binnen kreeg, hij is gelukkig drie uur geleden gestopt." Ik schud mijn hoofd. "Vanacht heb ik er al een stuk of honderd verwijdert." Ik richt mijn ogen op mijn moeder die een grijns over haar gezicht heeft. Ik hoop dat Aiden nu geen naaktfoto heeft gestuurd..
"Wat is dit?" Mam draait haar hand om en ik richt mijn ogen op het mobieltje. Ik frons erna en krijg al snel door dat dit nog erger is dan een naaktfoto. "Geef hier!" Snauw ik. Ik trek de telefoon uit haar handen en geef haar een blik. "Nou, nou." Mam kijkt me aan en geeft een knipoog. "Had je lol?"
Ik geef haar een dodelijke blik. Typisch Aiden om een foto van mij te maken op de glijbaan.
"Ik had hem ook zo'n lelijke muts moeten geven. Dat had me ellende gespaard." Ik sta op en laat mijn telefoon in mijn zak vallen. "Ik ga naar Aiden. Ruim het huis op vrouw, het stinkt."
Mam draait haar ogen naar me. "Bye," ik slof naar de hal toe en schop mijn afgetrapte schoenen aan. Dan loop ik naar buiten toe en stap in mijn auto. Die date van twee maanden terug was geweldig, ondanks ik het een oudelullen tent vond voor oude mensen heb ik me vermaakt. Aiden ook, dat weet ik zeker. Het viel me op hoeveel energie hij had aangezien het al avond was. Tijdens de terugweg is hij in slaap gevallen en heb ik hem naar binnen gedragen.
Ik parkeer bij Danny's huis, nu Aiden een paar dagen bij zijn vader is, en stap uit. De auto draai ik op slot en ik loop naar de voordeur waar ik aanbel. Ik haat aanbellen, dan voel ik me net een klein kind die kinderpostzegels verkoopt. Ik schopte al die postzegels altijd de sloot in zo leuk vond ik het dus.
De voordeur gaat open en ik zie Danny staan. "Hè," begroet hij mij terwijl hij opzij stapt. Ik knik naar hem en kom verder de hal in. Elke keer als ik naar de trap staar voel ik me agressief worden. Aiden en ik hebben van die trap Emiel laten vallen en zijn ook nog voor niks naar boven gelopen aangezien meneer beneden sliep.
"Aiden is in z'n slaapkamer, hij is een beetje chagrijnig." Zucht Danny. Ik richt me op de man en kijk hem met een beetje nieuwsgierigheid aan. "Aiden en chagrijnig?"
Danny knikt en ik loop hem achterna de woonkamer in. "Het komt door de medicijnen. Ze hebben weer het een en ander aangepast en dat heeft vaak wat bijwerkingen." Laat Danny weten. Ik knik en kijk naar Aidens vader. Het valt me nu pas op dat hij totaal niet op Aiden lijkt, hij heeft donkere ogen en is erg breed gebouwd. Daarnaast heeft hij een bruin tintje en donker haar. Als je Aiden naast hem zou zetten zou je haast denken dat hij een albino is. "Hij moet namelijk nog langs het ziekenhuis voor een korte controle maar ik krijg hem het bed niet uit." Zucht Danny
"Ik kijk wel even bij hem." En daarmee beloof ik plechtig, en zwijgend, dat ik Aiden wel zijn bed uit schop. Ik loop naar de schuifdeur toe en trek hem zachtjes opzij. Het is erg licht binnen wat vooral komt door de lichtblauwe muren en witte gordijnen. Het tweepersoonsbed is net een hemelbed wat ook weer spierwit is. Ik stap naar binnen en schuif de deur weer dicht. Opnieuw richt ik mij op het bed terwijl ik mijn sneekers uitschop. Ik zie een klein bolletje in het midden van het bed.
"Aiden?" Ik loop naar het bed toe en laat me naast het bolletje neerzakken. Ik trek de dekens iets omlaag en zie dan Aidens gezicht tevoorschijn komen. "Laat me slapen." Bromt hij. Ik knik en leg de dekens terug over zijn gezicht. Niet dat het er plesant uitziet want ik stik bijna direct onder de dekens maar goed. Ik nestel me naast hem neer en leg mijn armen onder mijn hoofd.
"Ben je ziek?" Ik bekijk het ingepakte levensvoorwerp naast me.
"Goeie vraag, stel er nog een." Antwoordt hij.
Oké, dat was misschien een beetje dom van mij. "Heb je ergens last van?" Vraag ik. Aiden komt onder de dekens vandaan en nu pas valt me op hoe wit hij is. Zijn blauwe ogen hebben een rode gloed en zijn lippen zijn helemaal droog. "Ik kan het niet." Zucht hij dan zacht.
Ik vind het moeilijk om Aiden zo ernstig te zien en sla mijn armen dan om hem heen. Hij voelt klein en warm aan. "Het komt goed," laat ik hem weten. "Tuurlijk komt het goed, heb je mijn adem geroken? Ik stink naar kots."
Ik draai mijn ogen en besluit om niet te gaan ruiken. Straks vergas ik mezelf nog eens.
Over stinken gesproken.. "Je moet naar het ziekenhuis." Herinner ik Danny's woorden met dit gespreksonderwerp.
Aiden verdwijnt op magische wijzer weer onder de dekens en antwoordt met een simpele 'Hmpfh'. "Als je nu wel of niet wilt, we gaan toch."
"Nee."
Ik frons diep naar hem en trek even mijn neus op. "Stop met koppig zijn, want die rol heb ik in deze relatie. We gaan nu." Ik grijp naar de dekens en sla ze van Aiden af. Aiden geeft me een blik die me het gevoel geeft dat ik niet lang meer ga leven als ik hier blijf zitten. "Leg terug!" Roept hij uit met een kwaad gezicht.
Met een grijns kijk ik Aiden aan. Zijn gezicht staat zo kwaad dat het bijna lachwekkend is. Aiden snuift diep en ik ga rechtop zitten. Dan valt me zijn kanarigele pyjama op, versiert me kleine frozenfiguurtjes, die herken ik namelijk nog van die achterlijke rotfilm. Ik haat zingende kerstbomen. Of was het nu een sneeuwpop. "Wat heb je aan?" Ik grijns en wijs naar hem. Aiden gooit zijn armen om zijn lichaam heen en snuift vervolgens nog een keer. Waarschijnlijk moet dit een kwade houding voorstellen maar ik kan hem niet serieus nemen met die pyjama.
"Geef mijn dekens terug!" Sist hij
"Of anders?" Ik geef een trap tegen de dekens aan waardoor ze van bed af vallen.
"Steven!" Jammert hij vervolgens. "Je bent gemeen!"
Ik kijk toe hoe Aiden me boze blikken blijft sturen in zijn kinderpyjama en ik grijns. "Je bent leuk als je boos bent." Zeg ik rustig.
Aidens gezicht verandert in een verontwaardigde uitdrukking. Zijn wangen kleuren lichtelijk rood wat hem echt heel schattig maakt. Even lijkt hij geen houding te kunnen te geven, tot hij me weer boze blikken begint te sturen. Het blijft een paar seconden stil en ik besluit dat het nu wel genoeg is. "Aiden, we gaan." Ik sta op en raap mijn schoenen op. Aiden schudt zijn hoofd, gooit zijn armen over elkaar heen en werpt zichzelf liggend.
"Aiden, toe nou." Zucht ik.
Geen antwoord.
"Aiden."
Ik meen dat ik nu krekels hoor.
"Kijk me eens aan," commandeer ik dan. Aiden zijn blauwe ogen doorboren zich in de mijne. "We willen toch niet dat ik je kom dwingen, right?" Mijn stem wordt lager en ik zie Aidens mondhoeken omhoog krullen. Toch komt er geen beweging in. Ik laat mijn schoenen op de grond vallen en werp mezelf op het bed. Ik kruip over het matras heen naar Aiden toe. Hij ligt op zijn buik en verschuilt de helft van zijn gezicht achter zijn armen. Toch zie ik hem grijnzen en krult hij in een bolletje als ik bij hem aankom. Ik wil mijn hand naar hem uitsteken maar wordt ruw verstoord door een giechel van Aiden.
Ik kijk tevreden toe wanneer hij met zichzelf in gevecht raakt met het lachen. "Wat heb je toch?" Mompel ik met een grijns op mijn gezicht. Aiden ligt helemaal dubbel naast me wat me eigenlijk een heel warm gevoel geeft. Dit is zoveel beter dan Aiden verdrietig te zien.
"Ik weet dat je iets gaat doen." Zegt hij uiteindelijk nadat hij uitgelachen is. Zijn gezicht staat nog steeds in een grijns en zijn blauwe ogen stralen. "En daarom ga je lachen?" Ik trek een wenkbrauw op en Aiden zwijgt. Ik weet dat hij lacht wanneer hij zenuwachtig wordt en dat maakt hem aandoenlijk. "Kom, we gaan erheen." Ik kruip van het bed af en gooi mezelf overeind. Aiden knikt en volgt mijn voorbeeld. Als hij rechtop staat kan ik mijn grijns niet onderdrukken. "Hele leuke pyjama."
"Dit was de enige waar me kont een beetje fatsoenlijk uitkwam." Aidens handen prutsen aan de kleine knoopjes om het blousje open te maken. "Hmm," ik laat mezelf tegen de muur aan leunen. "Is dat niet eerder iets voor meisjes onder de acht."
Aidens blik rust op mij. "Ik weet dat ik de schattigheidsfactor heb van een meisje onder de acht. Bedankt," hij knikt naar me terwijl hij mijn woorden verdraait. Zijn blouse onthult beetje bij beetje Aidens blote bovenlichaam. Wat ik eerlijk moet toegeven is dat Aiden een van de mooiste jongens is die ik ooit heb gezien.
"Moet ik soms nog een show voor je weggeven?" Aiden heeft zijn armen om zijn buik geslagen. "Stip maar even." Moedig ik hem aan.
Van het strippen komt echter niks van in want Aiden heeft besloten zich achter het gordijn om te kleden. Zeer orgineel, dat moet ik hem toegeven. "Dames en heren," roept Aiden achter het gordijn. Ik draai mijn ogen en hoop dat hij nu geen optreden gaat geven.. "Ik ben alleen hoor." Zucht ik.
"Hier de geweldige Aiden!" Hij smijt het gordijn aan de kant en zet een grote pas naar voren. Natuurlijk moet hij op het gordijn stappen, schiet het gordijn met een stok omlaag en ligt hij op de grond.
"En dat noemt zichzelf 'de geweldige' Aiden," ik draai mijn ogen en raap mijn vriend van de grond af. "Het hoorde bij de show," muttert hij. "Prachtig," ik sleur hem mee de slaapkamer uit voor er nog meer dingen uit de lucht komen vallen. We kondigen bij Danny aan dat we langs het ziekenhuis gaan en we plaatsen ons in de auto.
"Wat moet je daar doen?" Ik rij ondertussen al op de snelweg. "Controle. Beetje prikken, beetje scannen en een beetje dokterspraat aanhoren."
Ik knik en sla op de snelweg af. Het klinkt allemaal heel gezellig. Ahum..
Bij het ziekenhuis stappen we uit en lopen we door de grote draaideur naar binnen toe. De chemische geur slaat me tegemoed en meteen krijg ik kotsneigingen. Gatver, wat haat ik deze geur!
"We moeten naar de tweede verdieping." Zingt Aiden naast me. Een paar mensen kijken geiriteerd achterom maar Aiden geeft er geen reet om. Je kunt veel zeggen van Aiden maar ballen heeft hij wel. Hij gedraagt zich altijd als een sukkel die je het liefst onderuit wilt trappen maar van andere aantrekken doet hij niet. Dat bewonder ik aan hem.
"We gaan de trap niet op, daar zijn mijn kankercellen niet om gemaakt." Aiden danst haast naar de lift toe met een big smile op zijn gezicht.
Ik bewonder zijn zelfspot al helemaal.
De deuren van de lift schuiven open en we lopen erin. Aiden drukt op een knopje en twee minuten later sluiten de deuren zich. Ik bekijk Aiden die van zijn ene been op de andere hupt. "Ben je zenuwachtig?"
Hij kijkt naar me op en knikt meteen. "Ja, als het slecht nieuws is.. is dat niet zo leuk."
"Hoe groot is die kans?"
De deuren openen zich en we stappen het metalenobject uit. "Groter dan goed nieuws." Aiden haalt zijn schouders op en loopt voor me uit. "Ik zit vol kankercellen, het enige goede nieuws wat ik kan verwachten is dat het allemaal heel langzaam gaat." Dan draait hij zich naar me om. "Daar hoop ik echt op, al is die kans klein."
"En zo niet?"
Aiden fronst diep voor hij antwoord geeft. "Dan slaan de nieuwe medicijnen niet aan en kan ik verwachten dat dingen alleen maar minder gaan." We slaan een bocht om en Aiden pakt mijn hand beet. "Maar de afgelopen tijd gaat het super met me." Hij geeft me vervolgens een glimlach. "En daar draait het om."
Ik knik en glimlach terug. Daar draait het allemaal om, Aiden die zich goed voelt. Je kunt een gezond lichaam hebben en je verschrikkelijk voelen maar dan ben je niks beter af met een ongezond lichaam en een fijn gevoel.
"Nou, hier is het." Aiden gaat voor de deur staan en haalt vervolgens diep adem. "Ik ben nu al zenuwachtig terwijl ik weet wat er komen gaat." Ik trek Aiden in een knuffel en wrijf met mijn armen over zijn rug heen. "Het komt goed," zeg ik om hem te kalmeren. Aiden knikt en slaat nog even zijn armen om mijn hals heen. Ik hou hem beet om zijn middel en druk nog een kus op zijn mond. "Nou, succes." Brom ik. "En ow wee als je terug komt met slecht nieuws. Blijf dan maar binnen."
Aiden schiet in de lach en verlost zich dan uit mijn grip. "Ik zal me best doen." Hij opent de deur en geeft me nog snel een glimlach voor de deur sluit.
Ik haal diep adem en kijk de gang rond. Het is wit en vrij rustig. Net genoeg om even na te kunnen denken. Ik zet een paar stappen door de gang en plaats mezelf op een stoel.
Na een kwartier of drie op een plasticen stoeltje te hebben gezeten en vermuft te zijn van de vieze geur opent de deur zich waar Aiden ongeveer vijfenveertig minuten doorheen was gegaan. "Ben je alleen?" Hoor ik iemand zeggen. Snel hijs ik mezelf overeind en loop ik naar de openstaande deur toe. Aiden stapt de deur uit en een misselijk gevoel schiet door mijn lichaam heen. Niet omdat ik haast vergast ben door de lucht maar om Aidens witte gezicht en rode ogen.
"Aiden?" Ik wil hem beetpakken maar hij zet een stap naar achter. "Steven." Zijn stem trilt en zijn ogen vullen zich met tranen. Allerlei beelden spelen in mijn hoofd op wat er net is gebeurt. Of nog beter, wat ze Aiden net hebben verteld. "Aiden?"
Aiden schudt zijn hoofd veegt vervolgens met zijn mouw over zijn ogen heen. Hij geeft me een slappe glimlach die totaal niet bij het verdrietige aanbeeld past. Zijn armen hangen vervolgens slap langs zijn lichaam en hij haalt zijn neus op. "Alles staat stil." Zegt hij, vervolgens komt er een brede glimlach op zijn gezicht terwijl zijn ogen zich vullen met tranen. "Wat?" Ik frons mijn wenkbrauwen en pak Aiden bij zijn schouders beet. "Ze zeggen.." Aiden komt niet verder want vervolgens hoor ik alleen maar gesnik en gemompel. "Aiden?" Ik sla mijn armen om hem heen en voel hem tegen me aanklampen. "Alles gaat zo langzaam," zegt hij huilend met korte uithalen. Ik weet niet wat het inhoudt maar Aiden kan op deze manier alles niet uitleggen. "Kom," sus ik hem. Ik duw hem dichter tegen me aan en voel wat vocht op mijn lichaam. "Nee," mompelt Aiden. Hij maakt zich los en neemt mijn gezicht in zijn handen. "Het is goed," zegt hij met trillende ademhaling. Een glimlach kruipt over zijn gezicht heen, net als alle tranen. "Ze zeggen dat alles stil lijkt te liggen. Het kan heel lang duren tot ik.." zijn stem sterft weg en ik weet precies waar Aiden over praat. Ik sla mijn armen weer om zijn lichaam heen en duw met een grijns mijn lippen op de zijne, die zoutig proeven.
Elke keer werd niet vooruit gekeken omdat ze Aiden geen tijd durfte te geven om hoe lang het duurt. Maar nu kunnen we vooruit kijken met het gevoel dat we massas van tijd hebben.
----
Net tentames gehad en nu heb ik een comeback voor jullie. Sorry als het niks is, maar dit moest er even doorheen.
Trouwens een nieuw boek online gegooit, ik ga er tekeningen in knallen dus als je benieuwd bent naar mijn 'creatieve creaties' http://w.tt/1OQ3P1z < of bezoek mijn profiel.
Reclame is mijn sterkste kant.
Edit: wil je een happy end? Dan adviseer ik je om hier het verhaal bij te laten en dit als einde te beschouwen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top