~*9*~
Er druppelt iets op mijn gezicht. Stemmen op de achtergrond: 'Is ze wakker?'
'Moet ik de koning halen?' Er kruipt iets langs me heen en ik trek geschrokken mijn arm weg. Nat en harig. Met moeite open ik mijn ogen, net op het moment dat een vierde druppel water op mijn gezicht valt. Ik veeg het snel weg met de rug van mijn hand en kijk om me heen. Donkere ijzeren tralies en grijze smerige stenen. De vloer is zo nat dat er bij de diepere plekken tussen de tegels kleine plasjes zijn ontstaan. Ik zie een rat wegglippen en ril omdat dit waarschijnlijk het harige natte beest is wat ik zojuist gevoeld heb. Opeens herinner ik me Gillian en Laos die hem hevig bloedend met zich meetrok. Een angstig gevoel bekruipt me en ik ga recht op zitten. Ik voel me echter zo zwak dat zelfs die kleine moeite me uitput.
Er klinkt een zacht geschuifel en ik kijk gelijk om. Dit keer is het geen rat maar iets anders dat zich in de schaduwen verborgen houdt. Met moeite stel ik mijn blik scherp en kan net het silhouet van een man in uitrusting herkennen. Een soldaat van de koning. Ik voel me plotseling woedend maar loop zo rustig mogelijk naar hem toe. De tralies zijn het enige wat er tussen mij en de man in zit als ik bij hem sta. Ik grijp ze met beide handen vast en kijk de soldaat dreigend aan. Hij lijkt niet onder de indruk of ook zelfs maar te hebben bewogen. Geen stap achteruit. Van dichterbij kan ik hem beter zien. Een gladgeschoren gezicht met een lange haakneus en een sluw lachje. Hij kijkt vol walging en vol zelfvertrouwen op me neer. Machtsvertoon, denk ik. Hij weet dat hij een monster bewaakt dat hem zo zou kunnen vermoorden zonder een greintje medelijden. Hij moet zichzelf heel wat vinden.
'Als je die schitterende lach niet van je smoel haalt zal ik er persoonlijk voor zorgen dat dat op een hele andere pijnlijke manier gebeurd,' zeg ik woedend. De rode vlekken dansen voor mijn ogen.
'Volgens mij ben je niet in de positie om zoiets te zeggen,' is zijn antwoord diplomatiek. De grijs op zijn gezicht wordt alleen maar groter. 'Je zit gevangen en al je smerige vampiervrienden zijn dood.'
Ik duw razend mijn volle gewicht tegen de tralies aan. De misselijkheid die zijn woorden teweeg hebben gebracht probeer ik te negeren. 'Verdomme! Jij kloo...' schreeuw ik maar wordt ruw onderbroken door de harde klap van een deur. 'Reagan treiter haar niet zo,' klinkt de herkenbare en gehate stem van Raa. Ik draai me om en zie zijn verschijning in de deuropening staan. In zijn rechterhand houdt hij een kaars vast waarvan de vlam lange schaduwen op zijn gezicht veroorzaakt. Zijn hooghartige blik is niet om uit te staan. Met een hoofdknikje stuurt hij de soldaat Reagan weg zodat alleen wij nog over zijn. Toch weet ik zeker dat ergens achter hem wel een soldaat verstopt is voor het geval dat alles uit de hand loopt.
'Dus Mave, bevalt je onderkomen je?'
'Net zoveel als dat jouw gezicht me bevalt,' bijt ik terug.
Raa lijkt dit erg grappig te vinden. 'Die woede en die woorden passen niet echt bij je, vind je niet?'
'Wat wil je van me,' zeg ik proberend de kalmte te bewaren. Mijn handen heb ik tot vuisten gebald en mijn nagels steken pijnlijk in mijn huid.
De koning is even stil en neemt me onderzoekend op. 'Jij hebt iets dat ik wil,' zegt hij. 'Misschien wel twee dingen.'
'En wat mag dat dan zijn?' vraag ik, maar eigenlijk weet ik het antwoord al.'
'Onsterfelijkheid,' antwoord hij zoals verwacht. De kaars flikkert even.
'Dat is nou niet bepaald iets wat ik je zomaar even kan geven,' schamper ik.
Raa begint breeduit te lachen. 'Oh ja?' Hij weet duidelijk iets dat ik niet weet. 'Het tweede ding is dan misschien wat makkelijker voor je. Ik ben opzoek naar een zwaard en toen Olive me vandaag haar gewèldige avonturen bij jullie vertelde beschreef ze een zwaard wat erg lijkt op wat ik zoek.' Ik weet zonder moeite welk zwaard hij bedoelt.
'Wat moet je in godsnaam met een zwaard. Daar heb je er genoeg van.'
Hij vindt het duidelijk allemaal erg vermakelijk want zijn lach wordt zo mogelijk nog breder. 'Waar is het?' vraagt hij mierzoet.
'Als ik wist waar het was zou ik het je nooit vertellen.' Ik kijk hem strak aan en voel een vervelende spanning in mijn buik. 'Ik had al gedacht dat je niet wilde meewerken. Misschien is dat ook wel leuker,' antwoordt hij nog altijd op dezelfde mierzoete toon. Ik krijg zin om hem te slaan.
'Daarom heb ik dit bedacht.'
Er flitst opeens een licht aan, zo fel en wit dat het pijn doet aan mijn ogen. Alles lijkt ineens veel groter en verschrikkelijker. Er blijkt een tweede cel naast me te zijn met een schim in de enige schaduw verborgen. Ik span me in om goed te zien en kruipt onbewust wat dichterbij.
'Dit,' zegt de koning alsof hij een nieuw standbeeld onthuld: 'is Destiny.'
De schim beweegt en gaat in het licht staan. Een doodsbang meisje loopt trillend wat dichterbij. Ik ben compleet in de war.
'Waarom zou ik door haar iets aan je vertellen? Is ze speciaal ofzo?'
Raa haalt onverschillig zijn schouders op. 'Nee, ze is een doodgewoon meisje.'
Ik kijk hem vragend aan.
'Ik zal het je even uitleggen,' zegt hij alsof alles zo logisch als wat is. 'Jij bent een vampier nu en je wilt me niet vertellen waar het zwaard is. Toch?' Hij wacht niet op een bevestiging en gaat door. Hij is zekerweten gek geworden.
'Volgens mij is het al een tijd geleden dat je gedronken hebt...' Het is even stil. 'Als je niet verteld waar het zwaard is haal ik de tralies tussen jullie cellen weg en dan wacht ik net zolang tot je totaal uitgedroogd bent.'
Een koude hand grijpt me om het hart en ik kijk naar Destiny die trillend naar me kijkt. 'Dan moet ik dus van haar drinken.'
'Inderdaad! Goed denkwerk Mave! Zonder de Victorianen kan je je niet optijd in houden en zal je haar vermoorden. Als ik je al goed ken is vind je dat het meest verschrikkelijke wat je ooit zou kunnen doen. Jij als Mave zijnde zal nooit onschuldige meisjes willen vermoorden. Je moet haar dus tegen jezelf beschermen.' Ik voel al het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. 'Je bluft,' zeg ik rillend.
'Waarom zou ik? Je kent mij nu toch ook al een beetje. Bluf ik?' Hij kijkt vol leedvermaak van mij naar Destiny en loopt dan naar de muur en haalt een hendel over. Gelijk schuiven de tralies tussen mij en het meisje weg zodat er één grote cel ontstaat. Ontzet schud ik mijn hoofd.
'Dus Mave... Vertel je het?'
Ik blijf nog steeds mijn hoofd schudden. 'Je bent gek geworden,' fluister ik.
Hij lacht. 'Als je haar straks dood in je armen hebt liggen, denk er dan maar niet teveel over na. Het is haar destiny,' grijst hij en loopt weg. Ik laat mezelf op de grond zakken en staar totaal in shock naar de plek waar net nog de koning stond. Zo blijf ik zitten tot zijn voetstappen wegsterven. Zo zit ik nog steeds minuten nadat. Ik leun tegen de ijzeren staven en laat de tranen vrijelijk over mijn wangen stromen. Zonder hoop dat dit ooit nog goed gaat komen.
__
Heeft iedereen een leuke vakantie gehad??? Wie zijn de hevig zielige kinderen die alweer in de klas zitten? 😉
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top