~*27*~

Wanneer de tijd opeens langzamer lijkt te gaan, vallen er meer dingen op. Het zachte gedrup van mijn bloed uit de steekwonden is hypnotiserend. Het is veel. Genoeg om me licht in mijn hoofd te laten voelen. Ik voel het langzaam langs mijn huid glijden als warme tranen. Of zijn het tranen? De lange hal draagt het geluid van de voetstappen van de soldaten ver. De echo lijkt als maar heen en weer te schieten. 

De deur aan het eind van de gang is te zwaar om zo maar open te doen. Een soldaat laat me los waardoor ik op de grond ineen zak. Ik kan niet meer op mijn benen staan. Pijnscheuten schieten bij elke kleine beweging door me heen. Met alle kracht die ik nog in me heb, probeer ik de andere soldaat te verwonden. Het lijkt alsof ik tegen een muur sla. Uit alle macht probeer ik te bedenken hoe ik hier wegkom, maar ik kan niet helder nadenken. Er zitten watten in mijn hoofd. Ik kan niet zo maar opgeven. Niet nu. Zelfs niet nu. Ik ben Mave Kingsley. Na alles wat er gebeurd kan ik nu niet de hoop verliezen. 

De deur zwaait langzaam open terwijl bij bewustzijn probeer te blijven. Daar staat hij. Raa. Zijn verachtelijke silhouette  staat sterk afgetekend tegen de overbelichte muren. Hij grijnst zelfingenomen en zwaait met het voor mij welbekende zwaard. 'Ik ben blij je te zien, Mave,' grimast hij. De haat die bij me op komt is overweldigend. Afschuw en haat zijn de enige dingen die ik voor deze zielige man voel. En juist dat lijkt me nieuwe kracht te geven. Ik vecht en schreeuw zo hard ik kan terwijl de soldaten me steeds dichter bij deze hatelijke man brengen.


---


De ijselijke stilte in de kerker wordt onderbroken door het geluid van voetstappen. De Victorianen staan gelijk in de houding en kijken woedend naar het trapgat. Als de soldaten terugkwamen... Ze zouden alles doen om ze om te leggen. Ze moesten hier weg. Het was nog niet te laat.

De voetstappen zijn licht en snel. Geen gerinkel van wapens. Geen gesis van zwaarden. De voetstappen komen echter niet van de trap vandaan, maar vanachter een muur waaruit knarsend een deur openslaat. De Victorianen kijken verbouwereerd wanneer twee kleine handen de tralies van de cel omklemmen. De knokkels zijn wit van de kracht die de handen zetten. 

'Olive?' Valkon is wonderbaarlijk de eerste die wat zegt. Hij snelt naar de tralies toe maar blijft een meter afstand houden tussen hem en het kleine meisje. Olive kijkt de Victorianen serieus aan. Te serieus voor haar leeftijd, maar ze heeft natuurlijk ook al te veel heftige dingen meegemaakt voor haar leeftijd. Ze is gegroeid, merkt Gillian op. Ze is geen klein kind meer.

'Jullie zijn de vrienden van Mave,' begint Olive. De Victorianen zijn nog steeds te verbouwereerd om iets te zeggen. 'En jullie zijn vampieren. Jullie hebben de Spelen gehouden en mensen dood gemaakt.'

Gillian wendt zijn blik af. 

'Maar ik ben niet bang voor jullie. Mave vindt jullie aardig en daarom weet ik dat jullie mij niet dood gaan maken.'

Laos glimlacht verdrietig. 'Dat klopt.'

Olive graaft in een van haar zakken en haalt er, na een kort gerinkel, een sleutel uit. De Victorianen zitten meteen aan de tralies gekluisterd. 'Hoe kom je daaraan,' vraagt Gillian dringend. 'Zijn dat de sleutels van deze cel!?'

Olive knikt standvastig. 'Jullie moeten Mave helpen. Jullie moeten zijn zoals bij de Spelen. Mave moet alleen nu op de boot aan het eind van Arena, niet Raa. Mave moet het overleven.' Ze steekt de sleutel in het slot en draait hem om. 'Mave moet op de boot.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top