~*24*~
Ik wordt wakker in een akelig herkenbare cel. De muren zijn nog even nat en smerig als de laatste keer dat ik ze zag. Hoe ik hier terecht ben gekomen, weet ik niet. Het maakt me ook eigenlijk niet meer uit. Dit is Raa's kasteel en dit keer zijn er geen Victorianen die me eruit gaan helpen. Ik ga hier proberen te doen wat ik kan: Ik ga Raa vermoorden. Elke keer als ik het zeg, klinkt het nog minder haalbaar. Ik hoor het de Gillian zo zeggen: 'Mave! Ben je helemaal gek geworden?!' Dat heeft hij de laatste tijd vaak gezegd. Misschien heeft hij wel gelijk.
Zuchtend sta ik op maar krimp ineen door de pijn in mijn. Dat was ook zo. Een pijl. Ik kijk naar mijn been en de bloederige vlek op mijn kleding. De wond is slecht verzorgd maar begint desondanks te helen. De pijl is er tenminste uit, dat scheelt mij weer werk. Ik hoor iemand van de trap komen. Daar zal je hem hebben. Raa. Mijn woede naar hem wordt groter met de seconde. Diegene die echter de ruimte in stapt, heeft geen vies sikje en grootheidswaanzin. Ik bevries als ik haar zie. Destiny.
'Hoe durf je,' fluister ik woedend. 'Na alles wat je gedaan hebt.'
Destiny kijkt weg en bijt op haar lip. 'Je weet waarom.'
'Heeft hij je naar je familie gebracht.'
'Nee.'
'Zelfs ik kon je dat vertellen.'
'Wat moest ik dan!? Jezus Mave het spijt me! Ik moest het gewoon proberen.'
'En daarom...'
'Laat me uitpraten oké? Ik heb je woede verdiend maar daarom ben ik hier niet. Ik weet wat Raa van plan is en ik kom je waarschuwen.'
'Is dat niet een beetje laat?' antwoord ik sarcastisch.
'Bespaar me je irritante opmerkingen en luister. Raa wil onsterfelijkheid. Hij wil jouw onsterfelijkheid.'
'Wat mij betreft mag hij het hebben.'
Destiny gaat door alsof ze me niet gehoord heeft. 'Hij heeft daarvoor een klein zwaard nodig waar hij nu naar opzoek is. Als hij jou daarmee vermoord. Zal hij jouw onsterfelijkheid krijgen.'
De kou grijpt me om het hart. 'Maar hij heeft het nog niet gevonden. Hoe weet ik trouwens of ik je kan vertrouwen? Na alles wat je hebt gedaan.'
'Omdat ik je ga helpen. Ik ga je hieruit halen zodat je kan vluchten.'
'En wat als ik dat niet wil? Vluchten helpt niet, anders zou ik hier niet zijn. Ik kom hem vermoorden. Als je me hieruit haalt...'
'Dat kan ik alleen als je belooft dat je hem niet vermoord.' Destiny schudt vastberaden haar hoofd. Ik zucht gefrustreerd.
'Dat kan ik niet beloven.'
'Mave, we moeten eerst het zwaard vinden en dan...'
'Nee! Stop. Ik ben hier klaar mee. Je verraadde ons en nu wil je me ineens helpen? Bovendien, heb je gezien waar we zijn? Opgesloten. Ze kunnen niets zoeken.'
'Ik weet wat ik heb gedaan en nogmaals het spijt me. Ik help je omdat Raa gevaarlijk is. Niet alleen voor ons maar ook voor Devina. Stel je voor wat een onsterfelijk Raa kan doen.'
Daar wilde ik liever niet over nadenken.
'En Mave. Het zwaard. Ik heb het gezien en ik ben er zeker van dat het niet lang meer duurt of Raa heeft het. Als ik je hieruit laat, moet je vluchten. Echt. Ga geen gekke dingen doen. Je bent egoistisch als je blijft en hem probeert te vermoorden. Dat gaat niet lukken, geloof me. Je zal Devina alleen maar opzadelen met een onsterfelijke koning.'
'Je doet dit dus voor Devina.'
'Niet alles draait om jou Mave.'
'Nou in dit geval duidelijk wel. Je zei dat je het zwaard gezien hebt. Waar is het?'
'In Parren.'
'Wat!?' Ik kijk haar geschokt aan.
'Het is het zwaard dat Laos je heeft gegeven.'
---
'Is er geen andere manier om dit op te lossen?' Ik loop nu al een uur door de cel te ijsberen. 'De soldaten hebben Parren overgenomen. Ze moeten het dus al hebben.'
'Daar heb ik ook al over na zitten denken.' Destiny - helemaal gek geworden van mijn geijsbeer- is tegen de tralies gaan zitten. 'Er is hier een grote bibliotheek dus ik kan daar nog even rond gaan kijken. Al heb ik alles al opgezocht.'
'Kan je hier gewoon vrij rondlopen?'
'Raa vertrouwt me.' Ze veegt haar haar achter haar oor en lijkt opeens iets te beseffen. 'Er zijn misschien mensen die ik het kan vragen.'
'Wie? Kan je iemand vertrouwen hier?'
Destiny schenkt me een mysterieuze maar verdrietige glimlach. 'Een paar. Ik ben zo terug.' Ze is al weg voordat ik met m'n ogen kan knipperen.
Daar ben ik dan. Alleen. 'Oh in godsnaam,' roep ik gefrustreerd. 'Wat is dit.'
Dat begin ik me ook af te vragen.
Ik verstijf als ik een stem hoor die akelig bekend is. Ik schud verward mijn hoofd en knipper met mijn ogen. Dit kan niet. Ik verbeeld het me. En toch... Ik draai me langzaam om. De adem stokt in mijn keel. Ox. Ox staat daar. Ox die is neergeschoten. Die ik heb zien sterven. Die Ox staat nog geen drie meter van me verwijderd.
'Ox,' breng ik uit. Ik wordt licht in mijn hoofd. 'Je leeft? Hoe... Wat?'
Ox kantelt zijn hoofd en kijkt me alleen maar aan. Nu zie ik het pas. Zijn wassen gezicht, donkere kringen onder zijn ogen en doodse haar. 'Wacht. Je bent dood. Je kan hier niet zijn.'
Jawel Mave.
'Maar je bent dood!' schreeuw ik. 'We hebben je zien sterven.'
Dat klopt.
'Wordt ik gek?!'
Misschien. Ox schenkt me een schuin lachje. Mave ik ben dood. Ik weet alleen niet waarom je me kan zien.
'Dat zullen de bijwerkingen geweest zijn.' Een andere stem vermengt met de onze. Destiny is terug gekomen en staat naar ons te kijken. Ze knikt naar Ox.
'Bijwerkingen..'
'Van de verdoving die ik je heb gegeven. In Parren. Dit zijn de bijwerkingen.'
'Maar... Jij ziet hem ook?'
'Ja.'
Ox lacht. Volgens mij moet iemand iets gaan uitleggen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top