~*12*~
Met een soepele haal, snijdt hij in mijn arm. Ik kan een kreun van pijn niet onderdrukken. De wond is niet diep, maar diep genoeg om hevig te bloeden. Het drupt langzaam op de koude grond, traag, verleidelijk en innemend. De geur verspreid zich razendsnel door de ruimte en even wordt het me allemaal te veel. De soldaat heeft me intussen los gelaten en staat op een afstandje vol leedvermaak te kijken. Ik grijp om me heen voor steun terwijl ik de warme stralen langs mijn arm voel glijden. In de verte hoor ik Destiny roepen van afschuw terwijl ik vermoeid in elkaar zak. De soldaat lacht kil en komt weer wat dichterbij. 'Zodra jij straks bijkomt heb je jezelf niet meer in de hand,' grijnst hij. 'Dit is je laatste kans om te zeggen waar het zwaard is, anders zal je haar vermoorden.' Hij wijst met een benige vinger naar Destiny. Ik krijg maar half mee wat hij allemaal zegt. De duizeligheid is overweldigend en al probeer ik het te onderdrukken, ik voel dat ik steeds verder wegzak in een gat waar ik onmogelijk uit kan komen. Die soldaat heeft gelijk. Ik kan dit niet winnen. Als ik het nu niet zeg zal ik haar vermoorden. Net als ik wil zeggen waar het zwaard is komen er twee personen binnengestormd. Alles wordt wazig en ik val weg..
---
Twee dagen later
---
Ik schiet overeind terwijl ik wakker schrik. De wereld is donker en ik probeer verward het licht te zoeken. Mijn handen zijn glad van het zweet en daardoor gooi ik zo'n beetje alles naast me op de grond. Er klinkt gestommel op de gang en even later wordt de deur met veel geweld open geduwd en flitst er een licht aan. Binnen een tiende van een seconde is een donkere schim veranderd in Gillian Grey.
Zijn blik gaat van de vloer naar mij en veranderd van bezorgd naar opgelucht.
'Godzijdank, je bent wakker.'
Hij loopt snel naar me toe en gaat op de rand van het bed zitten, voorzichtig en bijna bang om me aan te raken.
Verdwaasd kijk ik hem aan. 'Wat is er gebeurt?' vraag ik hees. Mijn keel is droger dan een woestijn.
'Laos en ik zijn jou en dat andere meisje komen halen, en net op tijd ook.' Hij gebaart naar mijn arm. Ik volg zijn blik en zie een gigantisch en vers litteken. Met moeite probeer ik me te herinneren hoe ik eraan gekomen ben. 'Hoe kan het dat je met z'n tweeën gevangenen kunt bevrijden?' prevel ik, mijn ogen nog steeds gericht op de scherpe roodroze lijn.
'Gewoon slechte bewaking, denk ik,' antwoordt hij. 'Er stond geen mens buiten op de uitkijk.'
Ik kan me het amper voorstellen dat dit echt zo is maar besluit om het er maar zo bij te laten.
'Zijn we weer gewoon in Parren?' vraag ik dus maar.
'Ja, de soldaten zijn een dag geleden gewoon vertrokken. Geen idee waarom. Misschien hebben ze andere orders gekregen.' Dat betwijfel ik. Er is hier meer aan de hand.
Gillian pakt voorzichtig mijn arm met het litteken vast en kijkt ernaar. 'Weet je zeker dat er geen gif zat op het mes waarmee hij je heeft gesneden?' vraagt hij bezorgd.
'Ja.'
Terwijl hij zich zo over me heen buigt kijk ik naar hem. Zijn springerige haar, grijze ogen en lange wimpers die voor lange schaduwen op zijn oogleden zorgen. Met zijn vingers glijdt hij langs mijn arm, zo voorzichtig dat ik het amper voel. Toch krijg ik kippenvel.
Hij kijkt op en vangt mijn blik. Dan schenkt hij me de schattigste glimlach die ik ooit heb gezien.
'Ik heb je gemist,' fluistert hij. Ik bloos en kijk verlegen weg. Hij lacht erom en komt dichterbij zitten. Zijn benen liggen tegen mij aan en ondanks de deken ertussen, ben ik me erg bewust van zijn warmte en huid. Zijn geur is overweldigend en doet me verlangen naar het bos. Met een ranke vinger streelt hij zacht over mijn wang. Het kriebelt en geeft me de rillingen en laat me lachen. Als hij zijn hand op mijn wang laat rusten pak ik zacht zijn pols vast. Zijn adem stokt eerst maar dan schenkt hij me een glimlach zo vol blijdschap en geluk dat de vlinders in mijn buik spontaan gaan vliegen. Hij rolt zich vlug naast me en kijkt me vanaf opzij aan. Zijn ogen als diepe poelen waarin je meteen verdrinkt. Nu ben ik het die dichterbij komt. Ik ga tegen hem aanliggen en leg mijn handen op zijn schouders. Hij laat mij mijn gang gaan als ik me langzaam vooroverbuig en hem kus. Eerst voorzichtig, maar dan steeds dieper. Het is nog beter dan de eerste keer en terwijl hij me vurig terug zoent, streelt hij met zijn handen langs mijn nek en over mijn haar. Ik huiver.
Met mijn vingers glij ik door zijn haar en over zijn hals terwijl Gillian me op mijn rug rolt en even stopt met zoenen. Hij kijkt me van bovenaf aan alsof ik het mooiste ben wat er bestaat. Dan buigt hij zich weer over me heen en kust me zo gepassioneerd dat het me de adem beneemt. Mijn wereld bestaat nu alleen nog maar uit hem. Uit Gillian Grey. Hij streelt me langs mijn sleutelbeen en ik laat mijn handen onder zijn shirt glijden zodat ik zijn harde rugspieren voel. Ik hoop dat dit moment nooit zou ophouden.
De deur slaat open en Gillian springt meteen van me af. Laos staat chagrijnig in de deuropening.
'Zeg Grey, zou je haar niet eerst wat eten geven voor je dit doet? Dat heeft misschien een wat hogere prioriteit.' Hij is weg net zo snel als dat hij is gekomen. Gillian en ik kijken elkaar aan, en barsten in lachen uit.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top