~*5*~
Ik word wakker doordat Marie zacht aan mijn schouder trekt. Verdwaasd kijk ik op en ga recht overeind in bed zitten. Olive laat ik nog lekker door slapen.
'Wat is er?' fluister ik maar wordt gelijk afgekapt door de hand die Marie voor mijn mond. Ze doet haar vinger voor haar lippen als teken dat ik stil moet zijn en wijst naar boven. Er klinkt gestommel van voeten en vage stemmen zijn nog net te horen. Ik moet mijn oren echter spitsen om ze goed te horen. 'Het is al rond het elfde uur,' hoor ik: 'Leonard je moet echt mee helpen zoeken! De koning laat ons nog executeren voor dit!'
Nu pas hoor ik dat het Areal is. Ze zijn ons dus ook echt al aan het zoeken en zitten zonder het te weten, gevaarlijk dichtbij. Het is nu belangrijker dan ooit dat we doodstil zijn. Als iets of iemand wat hoort, worden we direct naar de verkiezing gestuurd en dat zou voor een paar van ons een verschrikkelijke dood betekenen. Meerdere meisjes worden wakker en ik zie Marie al druk bezig om te zorgen dat ze stil zijn en geen verder lawaai maken. Nu hoor ik Leonards stem. 'Ik weet het Areal, maar ik kan mijn winkel nu niet in de steek laten! Ik wil heus wel, echt waar, maar dat lukt nu simpelweg niet.' Zijn twee zinnen worden gevolgd door een zware zucht van Areal. 'Leonard alsjeblieft. Dit gaat om de Spelen! We moeten die meisjes vinden.'
'Je weet dat je ze daarmee direct de dood instuurt toch?'
'Het zijn maar tien meisjes!'
'Tien meisjes die later misschien wel tien belangrijke vrouwen worden Areal! Denk toch na!'
Ik hoor een deur dichtslaan en dan is het stil. Niemand komt naar beneden, niemand praat, niemand ziet. Ik blaas mijn ingehouden adem uit en kijk de kelder rond. De meeste meisjes zijn wakker geworden en kijken met grote, bange ogen rond en weten niet wat te doen. Nu ze merken dat Marie en ik niet meer zo gefocust op het geluid zijn, beginnen zij wat te fluisteren en al snel klinkt een soort geroezemoes. Marie probeert alles gelijk weer te sussen. Areal mag dan weg zijn, liever nemen we geen enkel risico. We hoeven nog maar 2 uur.
~~~
Als ik nu terug denk, weet ik dat ik beter had moeten weten. Dat je niet zomaar onder de Spelen en de verkiezing uit kan komen. Niet voor niets is iemand het ooit gelukt, ze hebben het enkel geprobeerd en hebben gefaald. Misschien is dat het lot of misschien is het een straf van Iets. Iets met een hoofdletter 'i'. Nu weet ik dat het geen van beide is. Het is gewoon pech. Dikke. Vette. Pech. En pech zouden we als enige die dag nog krijgen.
~~~
Ik sta net op als ik voetstappen op de trap hoor. Ieder meisje - zelfs de kleinste kinderen - zijn stil. Het zijn meerdere mensen te horen aan het snelle roffelen van voeten of het hout. Stemmen klinken. 'Hier moeten ze zitten.' Edison. Marie en ik gaan voor de kinderen staan en kijken gespannen naar de kelder deur. Hebben ze ons echt gevonden? Wat nu?
De deur vloog met een klap open en Edison keek met bloeddoorlopen ogen en een rode kop de kelder rond.
We waren erbij.
'Hoe kunnen jullie!' briest ze woedend: 'Niet voor de Spelen! Niet nu!' Ze rent bijna naar ons toe, heft haar hand en voor ik haar ook maar kan tegenhouden slaat ze mij hard in mijn gezicht. Ik kan er niet aan doen maar de tranen stromen over mijn wangen van wanhoop en de kloppend rode striem die ze op mijn wang achterlaat.
Areal staat achter haar, samen met een aantal soldaten en een bang kijkende Leonard Van der Wegge. 'Breng ze onmiddellijk naar het weeshuis!' schreeuwt Edison. Ze voegt er nog wat zachter aan toe: 'En laat ze zich klaarmaken.'
De soldaten stappen naar ons toe en nemen ons niet al te zachtzinnig mee naar het weeshuis. Daar sjorren ze ons in de uitgekozen jurken en nemen ons gelijk mee naar het dorpsplein. Mijn handen trillen als ze ons per leeftijd opdelen en ons dwingen naar beneden te blijven kijken. "Dat is verplicht," zeggen ze: "Niemand mag de vampiers zien."
Vampiers. Niemand durft ze eigenlijk zo te noemen, maar voor deze keer voelt het goed om dat te doen. Het geeft me een soort van wraak. De enige manier om je hier tegen te verzetten. De stem van die Ronja schalt over het plein. 'Beste dames en heren,' begint hij: 'Wij zijn vandaag bijeen gekomen om onze koning Raa de tiende te eren. Vandaag worden er tien van jullie uitverkoren om mee te doen aan de Spelen. Jullie zullen dan worden herdacht als geweldige en dappere kinderen en de koning zal vooraltijd bij jullie in het krijt staan.' Ik proef gal in mijn mond. Laat hem zelf toch eens meedoen. Kijken hoe lang hij dat volhoudt.
'De Tien worden dit keer voor het eerst door de Victorianen zelf gekozen. Na de verkiezing zal verdere uitleg volgen.' Ik houdt mijn adem in. De Victorianen zelf? Waarom zouden ze dat doen? Meestal werden er gewoon lootjes getrokken. 'Nu volgen de tien gekozen personen,' kirt Ronja en ze is daarna stil. Nu klinkt er voor het eerst een mannelijke stem door. Hij is eigenlijk nog van een jongetje maar je hoort ook een niet mis te verstaan scherpe ijzige klank. Iets dat een normale jongensstem niet in deze hevigheid hoort te hebben. Hij roept een naam. 'Ciëlle Doorn.' Er klinkt een snik en de soldaten komen in beweging. Ik hoor wat gesis van zwaarden en weet dat ze naar het huis van de baron wordt geëscorteerd. Een volgende de stem klinkt, even koud als die ervoor. Ik brand van nieuwgierigheid en wil wel opkijken maar weet niet wat de gevolgen ervan zouden zijn. Wat verschrikkelijke opties vormen zich in mijn hoofd dus ik besluit het niet te doen. 'Raven Bernraad.' Weer een snik en dan weer de soldaten. Namen worden genoemd. Jackie, Mara, Gwen, Tine, Mara, Loranna en dan zijn wel al bij de negende. Deze stem klinkt ruwer en bozer dan de rest: 'Olive Tenesa.' Ik wordt koud om het hart. Niet Olive. Niet dat lieve kleine meisje. Nu de laatste nog. Nog 1 meisje dat de dood ingestuurd gaat worden. Het is weer even stil en dan klinkt een stem die ik niet wil horen. Een stem waar ik mij nog kouder bij voel en ik kijk vol afschuw op. Recht in de lichtgrijze ogen van Gillian Grey. 'Ik kies...' Hij lacht en ik zie twee hoektanden tevoorschijn komen. Als twee kleine witte driehoekjes. Hij blijft me aankijken. Mijn mond vormt een'nee' en ik schud mijn hoofd.
Zijn heldere stem is goed te horen als hij mijn naam uitspreekt.
'Mave Kingsley.'
Elke lettergreep wordt duidelijk gearticuleerd en ik kan wel in elkaar zakken van ontzet. Gillian Grey. Een Victoriaan. Een vampier. De hele tijd al. Daarom wilde hij mijn naam. Hij wilde mij kiezen! Het besef komt gelijk met het verdriet en de onstuimige angst. Vier soldaten sluiten me in en dwingen me op de grond. Ze binden mijn handen vast met een dik ruw touw dat pijn doet als ik ook maar iets beweeg. Als ik weer opsta zijn de Victorianen verdwenen maar ik weet. Ik weet dat ik ze binnen weer ga tegenkomen. Ik moet het tegen ze opnemen in Arena. Ik ga dood. Ik ben verkozen. Verkozen door Gillian Grey.
---------------------------
En ik beloof jullie: dit is pas het begin. Whoehahahahah@! Al bang?
groetjes van mij.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top