~*31*~
Zodra we bij de anderen zijn duwt hij me weg. Ik val op de grond zonder mijn val te kunnen breken en begin te hoesten.
'Gillian doe eens rustig met haar! Is er iets gebeurd?' vraagt Ox voorzichtig.
'Ik ben er helemaal klaar mee!' schreeuwt Gillian bruusk. 'Mijn geduld met haar is op. Ik probeerde het maar ze weigert om ook maar aardig te zijn en vecht steeds met me! Wat wil je dan?' Hij wijst telkens naar mij en elke keer voel ik me verder ineen krimpen. Vooral Ox valt het op. 'Wat heb je met haar gedaan dat ze plotseling zo bang voor je is?' vraagt hij boos en beschuldigend.
Gillian kijkt naar een andere kant en weigert hem aan te kijken.
'Gill ik ben je vriend! Ik probeer het beste voor jou te doen!'
Gefascineerd staar ik naar Ox. Zijn vriend. Zou hij menen wat hij zei en echt het beste voor hem willen net als... Mensen voor elkaar?
'Nou? Wat heb je gedaan?'
'Ik heb gedreigd dat ik haar zou bijten en haar zo veel pijn zou bezorgen dat ze me zou smeken om zo snel mogelijk een vampier te worden. Nou goed?'
De Victorianen kijken hem vol ongeloof aan. 'Je hebt wat!?' schreeuwt Ox woedend. 'Je houdt van haar! Waarom zou je in hemelsnaam zoiets doen!? Ben je gek geworden!?'
'Ze houd ook van mij al beseft ze dat niet!' schreeuwt Gillian terug. 'Als ze is veranderd zal ze het zien.'
Ox gooit zijn armen in de lucht als een gebaar van ongeloof. 'Gillian, als je echt van haar houdt doe je zoiets niet!
'Ze verzet zich alleen maar en geeft me geen enkele kans om...'
'Omdat ze boos op je is Gill! Omdat je haar hebt veranderd tegen haar zin en haar helse pijn hebt gegeven! Denk dan logisch na!'
Ik ril als Ox juist zegt wat ik aan het denken was. Trillend wend ik mijn blik van het schouwspel af en probeer me te concentreren op mijn ademhaling. De koude wind snijdt in mijn gezicht terwijl ik mijn rug naar de Victorianen keer. Ik hoor ze nog lang ruziën en het lijkt niet op te houden. Mijn armen hangen slap tegen mijn lichaam en doen pijn. Ik voel me eigenlijk al zo goed als dood.
Ik draai me geschrokken om als plotseling iemand mijn schouder vastpakt. Laos komt naast me zitten. 'Hij bedoelt het goed,' zegt hij zacht. 'Hij houdt echt van je maar weet niet hoe hij ermee om moet gaan.'
'Ik hou niet van hem,' fluister ik en staar naar de bomen voor ons.
'Dat weet ik, en hij ook al wil hij dat niet toegeven. Dat is juist wat hem zo boos maakt. Je moet doen wat je zelf wilt zelfs in deze situatie.'
'En wat als ik weg wil rennen?'
'Dan kan je dat doen maar dan kom ik je gelijk achterna.' Hij glimlacht. 'Probeer er het beste van te maken. Dat deed ik ook toen ik net veranderd was. Het wordt beter.'
Een traan glijdt over mijn wang naar beneden. 'Ik wil naar huis,' fluister ik en pers mijn lippen stevig op elkaar om een snik te onderdrukken.
'Ik weet het. Maar je moet dit leven een kans geven. Het spijt me om dit te zeggen, maar het is het enige wat je nu nog hebt. Niemand van ons zou je echt wat aandoen en...'
'Laos?'
Tegelijk kijken we achterom en zien Gillian staan. Ik kijk gelijk weer terug maar Laos komt naar hem toe en begint zacht met hem te fluisteren. Dan loopt hij weg en komt in plaats van Laos, Gillian naast me zitten. Ik schuif gelijk een meter van hem weg.
We zeggen niets en het wordt een ongemakkelijke stilte. 'Het spijt me,' zegt hij opeens.
'Moest je dat van Ox zeggen?' is mijn antwoord.
'Nee ik moest het van mezelf zeggen.' Ik kijk hem nu recht aan om te zien of hij niet liegt. Zijn ogen staan oprecht en ik moet mijn blik snel afwenden om te voorkomen dat ik langer blijf kijken dan nodig is. 'Ben bang?'
'Voor wat?'
'Mij?'
'Soms,' beken ik. 'Maar soms ook niet. Om eerlijk te zijn weet ik niet echt wat ik met je aan moet Gillian. Het ene moment ben je aardig en zorgzaam, maar op het andere moment ben je een Victoriaan zoals de bevolking van Devina je zien.'
'Wat vind jij dat ik ben?'
Als ik geen antwoord geef begint hij me aan te sporen. 'Wees niet bang om de waarheid te spreken.'
Ik twijfel en denk na over de woorden die ik wil gebruiken. 'Ik vind je naïef, ongeduldig, moordlustig, en chagrijnig.'
Zijn gezicht betrekt maar hij zegt niets. 'Ook vind ik je zelfverzekerd, inventief, zorgzaam en aardig.'
Hij grijnst als een boer met kiespijn en kijkt me verlegen aan. 'En soms een beetje verlegen,' voeg ik er aan toe. Nu lacht hij voluit. 'Ik snap niet hoe je zo goed kunt zijn,' zegt hij. 'Je krijgt het zelfs voor elkaar om goede dingen in mij te zien die er helemaal niet zijn. Zou je me ooit kunnen vergeven voor wat ik gedaan heb? Of tenminste om wat ik gezegd heb?'
'Alleen het laatste,' breng ik uit.
'Zou je me ook kunnen vergeven om wat ik zo ga doen?'
Ik voel gelijk dat er iets niet goed is. De sfeer lijkt meteen om te slaan. 'Wat ben je van plan Gillian?' vraag ik angstig.
'Je kan elk moment nu sterven Mave.'
Ik zie waar hij heen wil en kruip langzaam achteruit. Valkon verschijnt achter hem . 'Je hoeft alleen maar even te bijten en te drinken. Dan houdt de pijn op.' Gillian klinkt niet dreigend maar eerder behulpzaam. Ik schud mijn hoofd. 'Nee.'
'We willen je niet dwingen Mave.'
'Nee.' Mijn stem trilt.
Valkon komt dichterbij en haalt een mesje uit zijn jaszak. 'Sorry Mave,' bromt hij en dan haalt hij het mes over zijn arm. Druppels bloed wellen uit de wond op en doen me huiveren. 'Haal weg.'
'Je hoeft alleen maar te dringen en te bijten, echt waar.'
'Ik doe het niet!' schreeuw ik bang.
'Dan spijt het me voor wat ik nu ga doen.' Met een onmenselijke snelheid drukt hij de snee tegen mijn monden als ik wil schreeuwen voel ik enkele druppels mijn mond in glijden. De smaak ervan lijkt me te bedwelmen, maar ik verzet me. Wat hij ook doet, ik weiger te zuigen of te bijten. Ik grijp zijn arm vast en probeer hem weg te duwen. Na een tijdje worstelen geeft hij mee en voel ik dat hij hem weghaalt. Een dikke traan rolt over mijn wang en ik walg van mezelf. Voor wat ik voelde. Voor wat ik bijna deed. 'Dus je bied eerst je excuses aan voor een verschrikkelijke daad en vervolgens doe je een volgende?'
Hij negeert me en gaat met Valkon praten. 'Bedankt dat je dit wilde proberen,' mompelt hij. 'Misschien volgende keer beter. Over een tijdje lukt het wel.'
En ik heb zo maar het gevoel dat hij gelijk heeft.
---
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top