~*28*~
'Wordt wakker!'
Ik kreun. 'Blijf van me af,' mompel ik.
'Je ijlde.'
Als ik geen antwoord geef zucht hij gefrustreerd. 'Je riep om haar.'
Ik weet dat hij Olive bedoelt maar blijf nog steeds stil want ik heb gewoon geen zin om iets te zeggen of te doen. Het enige wat ik wil is liggen en slapen. Ik adem rasperig door mijn mond.
'Hoe voel je je?'
'Wat gaat jou dat aan?'
Gillian gaat door alsof hij mijn vraag niet gehoord heeft. 'Heb je nog steken?'
Nu hij erover begint denk ik pas aan de pijn van gisteren. Vreemd genoeg is de pijn zo goed als verdwenen. 'Pijn bij ademen,' antwoord ik naar waarheid. 'Het lijkt net of er een gewicht op mijn longen drukt en alle lucht eruit perst. Tevreden?'
Hij pakt een kommetje met water en rijkt het mij aan. 'Drink.'
Mijn trillende handen nemen het bakje aan en ik zet het aan mijn mond. De vloeistof is warm en ruikt naar iets sterks.
'Wat is dit?' vraag ik terwijl ik een voorzichtig slokje neem.
'Koffie.'
'Wat?'
'Koffie.'
'Ja dat weet ik. Maar wat ís koffie?'
'Lekker. Hup, drinken.'
Ik neem een grotere slok en voel de "koffie" door mijn keel glijden. Langzaam verwarmt het mijn lichaam en geeft het me meer energie. Het is sterk en wat bitter maar vreemd genoeg vind ik het lekker.
'Wil je meer?'
Ik knik en hij vult mijn beker bij. Zelf pakt hij ook één en schenkt hem vol. 'Ik dacht dat vampiers alleen...'
'Bloed dronken?' Hij grijnst als een boer met kiespijn. 'Jij weet helemaal niets van vampiers Mave.'
'Oh.' Mijn reactie blijft lang in de lucht hangen en veroorzaakt een gespannen stilte waarin alleen mijn zware ademhaling in te horen is.
'Brengen jullie me ooit naar huis?'
'Pictum?'
'Ja?'
'Dat doen we alleen met winnaars van de Spelen.'
'En wat doen jullie met mij?' vraag ik voorzichtig.
'Nee hè! Begin je weer?'
Ik kijk weg en accepteer mijn gefaalde actie. Er doen zich vast nog wel heel wat momenten voor om erachter te komen.
Een rilling loopt plotseling over mijn rug als ik een soort schokje krijg. Ademen lijkt opeens nog moeilijker te gaan en ik adem diep in om zo veel mogelijk licht binnen te krijgen.
'Gaat het wel?,
'Nee,' breng ik verstikt uit. Gelijk zit Gillian naast en ondersteund me. 'Laat me los ik kan dit zelf ook wel.' Elk woord komt er maar met moeite uit en hoest daarna hevig.
'Ja dat zie ik.'
Hij slaat een paar keer op mijn rug maar de dikke jas belemmerd het effect. 'Doe die jas eens uit,' bromt hij.
Met wat hulp van hem lukt het om de jas uit te krijgen en opnieuw slaat Gillian op mijn rug. De kou die me opeens omringt doet mijn armen tintelen. Na een aantal keer slaan begint mijn hoesten te veranderen in kuchen en nog veel later hou ik helemaal op. Gillian gaat een eind voor me zitten en pakt de jas voor me.
Net als ik mijn armen door de mouwen wil doen, valt mijn blik op de tatoeage en gaat er een schok door me heen. Ik ben opgehouden te bewegen en kan alleen maar met grote ogen naar de pijlen kijken. Tranen branden in mijn ooghoeken. Mijn hart lijkt te breken. Er is nog maar één pijl blauw.
'Jullie hebben haar vermoord,' fluister ik ongelovig.
'Wat zeg je?'
'Jullie hebben haar vermoord en gelogen!' schreeuw ik nu terwijl ik mijn woede de vrije loop laat. Tranen branden in mijn ooghoeken.
'Hoe kom je daar nou bij?' Zijn gezicht is oprecht verbaasd, maar ik trap er niet meer in.
'Kijk naar de tatoeage! Er is nog maar één pijl blauw! Je kan hier niets tegenin brengen! Jullie zijn stuk voor stuk monsters!' Ik deins achteruit en knijp mijn ogen stevig dicht. Ze hebben haar vermoord! Ze hebben haar vermoord!
Een hand pakt mijn arm vast en mijn ogen schieten weer open. 'Doe rustig! We hebben haar niet vermoord!' Hij pakt nu ook mijn andere arm vast om me in bedwang te houden maar dat heeft een averechts effect. Ik begin keihard te schreeuwen en te trappen. 'Laat me los moordenaar! Ze was nog maar een kind!'
De andere Victorianen komen aanrennen. 'Wat is dit voor herrie?' bromt Valkon maar hij houdt gelijk zijn mond als hij ons ziet. 'Ze denkt dat we het kleine meisje hebben vermoord,' antwoordt Gillian zuchtend en knikt met zijn hoofd naar de tatoeage. Gillian laat los en Valkon lijkt het te begrijpen en komt dichterbij. 'Blijf uit mijn buurt!' gil ik.
'Mave, meisje doe eens rustig aan.'
Ik spuug in zijn gezicht. Laos komt Valkon te hulp schieten. 'Mave je kent ons wel beter dan dat toch? Kijk mee aan!'
'Dat zeggen jullie steeds maar het blijkt dat ik dat helemaal niet doe!' Met een betraand gezicht kijk in naar hem.
'We hebben het meisje niet vermoord.' Hij spreekt elk woord duidelijk en langzaam uit. En iets in de schittering van zijn pupillen doet mij twijfelen aan mijn beschuldiging.
'Als jullie haar niet vermoord hebben... Hoe kan dit dan?'
De Victorianen wisselen een bezorgde blik maar blijven stil.
'Nou!?'
Stilte.
Olive is niet dood? Maar ik ook niet.
Toch?
Dan dringt de waarheid met een schok tot me door. En deze keer erger dan eerder. Ze hebben me gekozen om een reden en om diezelfde reden leef ik waarschijnlijk nog. Ik voel me ziek want de reden wordt steeds helderder. Alleen weet ik nog niet waarom. Geschokt kijk ik van de ene naar de andere Victorianen. Ze richten allemaal hun blikken naar de grond.
'Waarmee is de wond geïnfecteerd?' Mijn stem trilt zo erg dat de woorden amper verstaanbaar zijn. Tranen van ongeloof stromen over mijn wangen.
Gillian sluit zijn ogen en fluistert zijn antwoord wat mijn vermoeden bevestigd. 'Vampiergif.'
Ik adem scherp ik en begin te snikken. 'Nee alsjeblieft niet!'
'Ben ik dood?'
Weer stilte.
'Ja.'
Ik sla mijn handen voor mijn mond en mijn knieën begeven het. Ik stort op de aarde als een doodgeschoten dier en huil. 'Waarom,' fluister ik.
'Dat ga je je herinneren.'
'Hoe lang heb ik nog voor...'
'Waarschijnlijk een week.'
Gillian neemt een mijn hoofd tussen zijn handen en probeert mijn blik te vangen. Ik duw hem zo hard als ik kan weg. Hij pakt mijn arm vast en trekt me met kracht naar zich toe en duwt me tegen de grond. Er valt alleen maar schuldgevoel in zijn ogen te lezen als hij zijn mond naar mijn nek brengt. Ik probeer hem geschrokken weer weg te duwen maar hij is te sterk.
'Nee niet weer,' snik ik. 'Monster! Ik haat jullie!' Ik schreeuw het uit van frustratie.
'Het zal sneller gaan zo. Zo zal je minder pijn krijgen. De week zal in een paar dagen veranderen.'
'Val. Dood.' Ik probeer me uit alle macht los te worstelen.
'Het spijt me.'
'Niet waar!'
Hij strijkt met zijn lippen over de wond en zet zijn tanden langzaam in mijn nek. Ze prikken als twee naalden en voelen koud aan tegen de koortsachtige wond. De pijn overspoeld me opnieuw en ik gil. 'Nee Gillian! Stop!' Ik schreeuw maar meer van woede dan van pijn. Mijn woede lijkt alles te verdoven. Ik krijg rode vlekken voor mijn ogen en worstel nog harder. Gillian geeft geen krimpt. De wereld wordt vager en vager. Tranen blijven stromen en de zoute smaak vult mijn mond. 'Val dood,' fluister ik als laatst. Dan...
Zwart.
En het enige wat door mijn hoofd schiet is:
Ik verander in een monster.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top